• No results found

De in het kwantitatieve deel van het onderzoek verzamelde gegevens vroegen in een aantal gevallen om verdere verdieping. Het ging dan bijvoorbeeld om de manier waarop burgemeesters concreet uitdrukking gaven aan de rollen die zij ervoeren, hoe zij omgingen met eventuele spanningen tussen rollen, of en hoe zij tegenspraak organiseerden en wat de motivatie was achter positieve of negatieve oordelen en achter toekomstverwachtingen en -wensen. Vandaar dat we op drie manieren kwalitatieve gegevens verzameld hebben. Deze dienden ter verdieping en als illustratie bij de bespreking van de overige bevindingen uit de eerdere delen.

Interviews

Het eerste kwalitatieve deel van het onderzoek bestond uit 13 interviews met burgemeesters, één voormalig waarnemend burgemeester en een commissaris van de Koning1, waarvan verwacht mocht worden dat ze met bijzondere kennis konden spreken over bepaalde aspecten van het ambt. Zij werden niet beschouwd als vertegenwoordigers van de totale burgemeesterspopulatie, dat wil zeggen als respondenten, maar als informanten die inzicht konden geven in hoe bepaalde omstandigheden en ontwikkelingen van invloed zijn op het ambt. De interviews zijn gehouden in de periode september 2013 tot en met januari 2014.

In de interviews zijn diverse thema’s aan de orde gekomen, waaronder politiek-bestuurlijke verhoudingen, strategische visievorming, openbare orde en veiligheid, regionalisering, herindeling, maatschappelijk initiatief, identiteitsvorming, bestuurscultuur, partijlidmaatschap en het waarnemend burgemeesterschap.

Per thema is, voor zover haalbaar, steeds gesproken met een burgemeester van een kleine gemeente en een burgemeester van een grote gemeente. Ook is rekening gehouden met de partijpolitieke achtergrond van de gespreksdeelnemers, de man-vrouwverhouding en de spreiding over het land. De thematische

benadering heeft over het algemeen haar waarde bewezen, in die zin dat de gesprekken zich ook toespitsten op de vooraf vastgestelde thema’s. Tegelijk kwamen in de gesprekken ook meer algemene reflecties op de ontwikkeling van het ambt aan de orde; ook die zijn benut.

Dit rapport bevat verschillende citaten uit interviews, waarbij de bandopnamen van de gesprekken zijn getranscribeerd. De citaten komen steeds hoofdzakelijk uit de gesprekken waar het betreffende thema aan de orde is geweest, omdat we de betreffende burgemeesters beschouwen als inhoudelijke experts. In een aantal gevallen zijn de citaten afkomstig uit andere gesprekken die in het kader van het project zijn gevoerd.

1 Een andere dan die aan de focusgroepen deelnam.

23 We hebben citaten gebruikt die duiding geven aan de verschillende ervaringen en opvattingen van

burgemeesters, zoals we die gedurende het onderzoek zijn tegengekomen. Gedurende het onderzoek zijn de achterliggende opvattingen op herkenbaarheid getoetst. Daar waar we wezenlijke inhoudelijke meningsverschillen constateren, geven we dat aan in het rapport. Het gaat bij citaten dus niet om de particuliere opvattingen van individuele burgemeesters. Tegelijk zijn de opvattingen niet noodzakelijk representatief voor de opvattingen van alle Nederlandse burgemeesters. Daar zijn de citaten, anders dan de enquêteresultaten, ook niet voor bedoeld: ze dienen als inhoudelijke uitleg en/of onderbouwing.

Bijlage 2 bevat een overzicht van de gespreksthema’s en de gesprekspartners.

Focusgroepen

Voor het verkrijgen van een compleet beeld van het burgemeestersambt volstaan individuele gesprekken niet. Het burgemeesterscorps en het ambt zelf zijn veelzijdig en divers. Niet alle burgemeesters komen in diezelfde mate met de verschillende aspecten van het ambt in aanraking (o.a. veiligheidsregio,

intergemeentelijke samenwerking, mediatisering, populisme). Bovendien verschillen de ervaringen van burgemeesters heel sterk. De één ervaart bijvoorbeeld een grotere spanning tussen lokale en regionale verantwoordelijkheden dan de ander. Ervaringen uit eerdere projecten leerden ons dat het een grote meerwaarde heeft dergelijke opvattingen aan elkaar te spiegelen in een gesprek tussen burgemeesters onderling.

Daarom zijn drie focusgroepen georganiseerd met burgemeesters; de groepen zijn elk één keer bijeengekomen. De drie gesprekken volgden de logica van het onderzoek. In één gesprek stonden de ontwikkelingen in het ambt sinds 2002 en de samenstelling van het burgemeesterscorps centraal. De tweede focusgroep besprak de ervaren taken en rollen van burgemeesters, evenals de feitelijke uitoefening daarvan. In de derde groep kwamen de evaluatie van het ambt door burgemeesters en de

toekomstverwachtingen aan de orde. De gesprekken dienden ter reflectie op de bevindingen en moesten er zorg voor dragen dat het uiteindelijke rapport door burgemeesters werd herkend. Ook dienden de

gesprekken als bron voor de analyse van de samenhang tussen de context waarin het burgemeestersambt zich bevindt en de verwachtingen ten aanzien van burgemeesters in termen van rollen, en ter verfijning van de eerder gepresenteerde typologie.

De deelname van burgemeesters aan de focusgroepen stond vrij. Burgemeesters zijn uitgenodigd via de vragenlijst en de website van het Nederlands Genootschap van Burgemeesters (NGB). Daarnaast is een aantal personen in het bijzonder uitgenodigd omdat zij ons in eerdere onderzoeken positief waren

24

opgevallen wat betreft hun vermogen te reflecteren op het ambt. In aanloop naar de gesprekken zijn alle burgemeesters die via de vragenlijst interesse hadden getoond persoonlijk gebeld. In totaal namen 24 burgemeesters deel aan de gesprekken. Het overzichtelijke aantal deelnemers is de kwaliteit van de gesprekken wat de onderzoekers betreft overigens ten goede gekomen.

Elk van de gesprekken werd gevoed door een notitie van de onderzoekers, waarin voorlopige bevindingen en mogelijke conclusies daaruit werden gepresenteerd, en een korte mondelinge toelichting daarop. De gespreksnotities zijn steeds een week van te voren toegestuurd aan de deelnemers. Bij elk gesprek waren twee onderzoekers aanwezig. De verslagen van de gesprekken zijn ter controle op feitelijke juistheid en herkenbaarheid voorgelegd aan de deelnemers. Dat heeft geleid tot een klein aantal wijzigingen.

Vervolgens zijn de verslagen openbaar gemaakt; uitspraken werden geanonimiseerd.

Verder is een focusgroep georganiseerd waarvoor vertegenwoordigingen van raadsleden, wethouders, gemeentesecretarissen, griffiers, VNG, OM en politie waren uitgenodigd (voor zover van toepassing via hun verenigingen). Ook hun reflecties op het burgemeestersambt, in het bijzonder de verhouding tussen de burgemeester en raad en college, achtten wij wezenlijk voor een gedegen analyse van het

burgemeestersambt. Niet alle vertegenwoordigingen konden aanwezig zijn. Diegenen die zich afgemeld hadden, hebben het conceptverslag toegestuurd gekregen met het verzoek dat desgewenst aan te vullen met eigen inzichten en ervaringen.

Bijlage 6 bevat de voorbereidende gespreksnotities en de gespreksverslagen. Bijlage 2 bevat een overzicht van de gespreksdeelnemers.

Participerende observatie

In verdere aanvulling op het kwalitatieve deel van het onderzoek heeft één van de onderzoekers een aantal dagen meegelopen met enkele burgemeesters die daartoe bereid waren gevonden. Het doel van deze observatie was het verder verdiepen van de overige bevindingen. Niet alleen konden gebeurtenissen uit deze dagen dienen ter onderbouwing van andere bevindingen, gedurende de observatieperiode kon ook in meer detail met burgemeesters worden gesproken over hun motieven en oordelen over het ambt en hun overwegingen om voor een bepaalde rol te kiezen en om daar op een bepaalde manier invulling aan te geven. Dat was des te meer het geval omdat de meeloopdagen een-op-eengesprekken tussen onderzoeker en burgemeester omvatten. Verder hebben vier onderzoekers gedurende de onderzoeksperiode

deelgenomen aan bijeenkomsten die in het teken stonden van het burgemeestersambt (een overzicht is opgenomen in bijlage 2).

25

GERELATEERDE DOCUMENTEN