• No results found

].40 Er bestaat de mogelijkheid dat KPN in de

3.5 Controle startpunt

82. De ACM gaat in onderstaande randnummers na of er juridische, economische en/of technologische ontwikkelingen hebben plaatsgevonden die een wijziging van het startpunt rechtvaardigen.

(Virtueel) ontbundelde toegang tot het kopernetwerk

83. MDF-toegang wordt op dit moment door toetreders gebruikt voor de levering van de (legacy-)diensten ADSL2+, SDSL, en huurlijnen over koper. Tele2 is op dit moment de grootste afnemer van MDF-access en neemt daarbij nog [vertrouwelijk: ]69 lijnen af bij KPN. MDF-access is in de komende reguleringsperiode ook voor andere kleine partijen, die zich met name op zakelijke eindgebruikers richten (bijvoorbeeld BT, Colt, Verizon), nog onverminderd van economisch belang.

84. Wel merkt de ACM op dat de behoefte van eindgebruikers naar steeds hogere

bandbreedtes blijft toenemen. De ACM verwacht daarom dat in de komende reguleringsperiode MDF-lijnen omgezet gaan worden naar VULA-lijnen, maar dat het aantal MDF-lijnen (voor de levering van zakelijke dienstverlening) nog steeds substantieel blijft. Dit neemt niet weg dat MDF-access in de komende reguleringsperiode technisch mogelijk blijft.

85. Op grond van het voorgaande concludeert de ACM dat er geen aanwijzingen zijn dat er juridische, economische en/of technologische ontwikkelingen hebben plaatsgevonden op basis waarvan (virtueel) ontbundelde toegang tot het kopernetwerk niet langer deel uitmaakt van de relevante productmarkt.

(Virtueel) ontbundelde toegang tot het glasvezelnetwerk (FttH)

86. Zoals vermeld in paragraaf 3.3 is de uitrol van ODF-access FttH in de huidige

reguleringsperiode afgenomen. Het belang van toegang tot het bestaande ODF-access netwerk is daarentegen nog steeds groot terwijl de technische mogelijkheden voor het afnemen van toegang niet zijn gewijzigd.70 Sinds de voorgaande marktanalyse heeft Vodafone geïnvesteerd in ‘Vodafone Thuis’, via toegang op de gereguleerde PoP’s. Als remedie bij de joint venture tussen Vodafone en Ziggo was Vodafone genoodzaakt om afstand te doen van dit netwerk. Dit netwerk is eind 2016 overgenomen door T-Mobile. T-Mobile bedient op basis van dit netwerk inmiddels ruim [vertrouwelijk: ] klanten. Het belang van ODF-access FttH is dan ook onverminderd groot.

87. Het blijvende belang van ODF-access FttH neemt echter niet weg dat de grootste afnemer van ODF-access FttH, T-Mobile, aangeeft dat vanuit bedrijfseconomisch oogpunt niet alle (Area- en) CityPops in het netwerk van KPN kunnen worden aangesloten.71 Een gering

69

Cijfers ACM Telecommonitor Q2 2017.

70

WIK (2017).

71

aantal adressen achter de ODF of de afstand tot het eigen core-netwerk worden door T-Mobile als reden aangedragen.

88. Zoals beschreven in paragraaf 3.3 gaat KPN in de toekomst zijn glasvezelnetwerk mogelijk uitbreiden vanaf de koperstraatkast, en daarbij overweegt KPN om de GPON-techniek in plaats van de huidige Point-to-Point-techniek toe te passen. Op dit moment is nog onduidelijk welke techniek KPN gaat toepassen bij het verder verglazen van zijn netwerk.

89. In de afgelopen reguleringsperiode is KPN op kleine schaal begonnen met het uitrollen van een glasvezelnetwerk vanuit de koperstraatkast naar nieuwbouwwoningen. Bestaande woningen worden daarbij niet aangesloten op glasvezel, maar houden de koperverbinding. KPN gebruikt in deze uitrol nog steeds de huidige Point-to-Point techniek en daarbij wordt de ODF in de koperstraatkast geplaatst. Alternatieve aanbieders kunnen dus ontbundelde glasvezeltoegang afnemen in de straatkast, daarbij zal het aantal aan te sluiten huishoudens beperkt zijn

[vertrouwelijk: ]. De verwachting is dat fysieke ontbundeling van deze glasvezellijnen bij dergelijke lage aantallen economisch gezien niet is te realiseren.72

90. In de toekomst gaat KPN mogelijk kiezen voor de GPON-techniek bij de verdere uitrol van glasvezel. [Vertrouwelijk:

].73

91. Virtuele ontbundeling die aan de criteria van de Commissie voldoet zal bij elke vorm van verglazing (GPON of Point-to-Point) mogelijk zijn74. De vraag of fysieke ontbundeling mogelijk is, hangt af van of en (indien dit het geval is) welke GPON-technologie KPN gaat toepassen bij de verdere uitrol van zijn glasvezelnetwerk (zie paragraaf 3.3).

92. Hoewel de keuzes voor de wijze waarop GPON gerealiseerd wordt nog gemaakt moeten worden, heeft de ACM geen aanwijzingen dat GPON of OLT-access geen alternatief kan vormen voor MDF-access of VULA en derhalve niet tot de markt zou moet worden gerekend. Voor het overige concludeert de ACM dat er geen aanwijzingen zijn dat er juridische, economische en/of technologische ontwikkelingen hebben plaatsgevonden of gaan plaatsvinden op grond waarvan (virtueel) ontbundelde toegang tot het glasvezelnetwerk niet langer deel uitmaakt van de relevante productmarkt.

72

Analysys Mason (2007), The business case for sub-loop unbundling in the Netherlands, 26- januari 2007, in opdracht van de ACM (toen OPTA).

73

[Vertrouwelijk: ].

74

Ontbundelde toegang tot het glasvezelnetwerk (FttO)

93. In ULL2015 heeft de ACM geconcludeerd dat op basis van significante (prijs-)verschillen tussen toegang tot koper-, glasvezel (FttH)- en kabelnetwerken enerzijds en FttO-netwerken anderzijds, het niet aannemelijk is dat afnemers van de eerstgenoemde toegang bij een

prijsstijging van 5 tot 10 procent zullen overstappen naar access (FttO) en dat daarom ODF-access (FttO) geen onderdeel is van de relevante productmarkt.

94. In de marktanalyse FttO van 1 september 2016 is andermaal vastgesteld dat ontbundelde toegang tot FttO-netwerken veel duurder is dan de toegang tot andere vaste netwerken. De ACM heeft geen indicatie dat de situatie daarna is gewijzigd.

95. Op grond van het voorgaande concludeert de ACM dat er geen aanwijzingen zijn dat er juridische, economische en/of technologische ontwikkelingen hebben plaatsgevonden op grond waarvan (virtueel) ontbundelde toegang tot het glasvezelnetwerk (FttO), anders dan in ULL2015, deel moet uitmaken van de relevante productmarkt.

(Virtueel) ontbundelde toegang tot het kabelnetwerk

96. De ACM heeft in paragraaf 1.3 vastgesteld dat er geen ontwikkelingen hebben plaatsgevonden die (virtueel) ontbundelde toegang in de komende reguleringsperiode op kabelnetwerken mogelijk maken. Ook WIK stelt (wederom) vast dat (virtueel) ontbundelde toegang niet mogelijk is.75 De situatie is ten opzichte van de vorige marktanalyse niet gewijzigd. Toen de ACM had geconcludeerd dat (virtueel) ontbundelde toegang tot kabelnetwerken niet tot de relevante productmarkt behoorde.76

97. Op grond van het voorgaande concludeert de ACM dat geen aanwijzingen zijn dat er juridische, economische en/of technologische ontwikkelingen hebben plaatsgevonden op grond waarvan (virtueel) ontbundelde toegang tot het kabelnetwerken, anders dan in ULL2015, deel moet uitmaken van de relevante productmarkt.

Toegang tot mobiele netwerken

98. De ACM heeft in het voorgaande marktanalysebesluit onderzocht of toegang tot mobiele netwerken tot de markt voor ontbundelde toegang behoorde. In ULL2015 concludeerde de ACM dat mobiele netwerken niet tot de markt voor ontbundelde toegang behoren, omdat er geen sprake is van directe substitutie en er geen sprake kan zijn van indirecte prijsdruk aangezien mobiele diensten op retailniveau al geen substituut voor vaste diensten zijn.77 De in paragraaf 3.3 beschreven ontwikkelingen maken dit niet anders.

75 WIK (2017). 76 ULL2015, paragraaf 3.4.5. 77 Zie Annex E.

99. Zoals hiervoor is vastgesteld is het gemiddelde dataverbruik op vaste netwerken een factor [vertrouwelijk: ] keer groter is dan met het gemiddelde dataverbruik op mobiele netwerken. Om dezelfde datastroom te kunnen verwerken op mobiele netwerken als op vaste netwerken, dienen MNO’s de capaciteit van het mobiele netwerk sterk uit te breiden door het plaatsen van extra zendmasten, inzetten van nieuwe technieken, en/of verkrijgen van extra spectrum. De ACM vindt het zeer onwaarschijnlijk dat mobiele netwerken op korte termijn in staat zijn om (een deel van) het dataverkeer op vaste netwerken over te nemen. [Vertrouwelijk:

].78

100. Aangezien de standaardisering en implementatie van 5G naar verwachting pas geruime tijd na afloop van de reguleringsperiode zal zijn afgerond, heeft deze toekomstige ontwikkeling geen invloed op de marktafbakening.

101. Op grond van het voorgaande concludeert de ACM dat geen aanwijzingen zijn dat er juridische, economische en/of technologische ontwikkelingen hebben plaatsgevonden op grond waarvan (virtueel) ontbundelde toegang tot mobiele netwerken, anders dan in ULL2015, deel moet uitmaken van de relevante productmarkt.

Tussenconclusie productmarkt

102. Gelet op het bovenstaande komt de ACM tot de conclusie dat er geen juridische,

economische en/of technologische ontwikkelingen hebben plaatsgevonden die aanleiding geven de productmarkt anders af te bakenen dan in ULL2015. Dit betekent dat de productmarkt in ieder geval bestaat uit (virtueel) ontbundelde toegang tot het kopernetwerk (SDF- en MDF-access) en glasvezelnetwerk (OLT- en ODF-access (FttH)).

103. In de volgende paragraaf analyseert de ACM of de ontwikkelingen beschreven in

paragraaf 1.3 er toe leiden dat de relevante markt breder zou moeten worden afgebakend, dat wil zeggen of er ook andere toegangsvormen dan die in ULL2015 tot de productmarkt werden gerekend tot de productmarkt behoren.