• No results found

Andere sekten of nieuwe religieuze bewegingen

De sekten of nieuwe religieuze bewegingen die hier besproken zijn, zijn naar de aard van de leer niet allemaal direct thuis te brengen. De christelijke en hindoeïstische bewegingen zijn gemakkelijk en eenduidig te herkennen, maar niet iedereen zal de Verenigingskerk of de Children of God zonder meer als christelijke bewegingen willen beschouwen. Scientology is helemaal een geval apart: een psychotherapeutische beweging die de vorm van een kerkgenootschap heeft aangenomen.

Het godsdienstige landschap van Nederland is rijk gestoffeerd met vele kleine en grote kerkgenootschappen, religieuze bewegingen, sekten, kerkgemeenten, variërend van de Heiligen van de Laatste Dagen tot de Satanskerk (Van Dijk, 1981).

Alvorens nu verder vooral in te gaan op de hiervoor kort besproken nieuwe religieuze bewegingen, wil ik toch nog even de belangrijkste andere marginale religieuze groeperingen aanduiden. In het eerste hoofdstuk onder A is de keuze van de nader te bestuderen bewegingen verantwoord. Het debiet is zeker ruimer dan daar bleek, dat wil zeggen, er zijn meer bewegingen en kerken die zo nu en dan opvallen op de manier, die de hier besproken bewegingen (uitgezonderd de christelijke bewegingen) meer regelmatig ten deel is gevallen. In 1981 geldt dat bijvoorbeeld voor de Jehova's Getuigen en sommige aftakkingen van de Pinksterbeweging.

De Jehova's Getuigen zijn afgevallen, omdat ze alhoewel zeker niet onomstreden, toch als geworteld in de Nederlandse samenleving kunnen worden beschouwd, zozeer zelfs dat hun maatschappelijke marginaliteit een vast en onbedreigend gegeven is geworden. Op het godsdienstig plat van Nederland hebben de Jehova's Getuigen een bescheiden concessie toegewezen gekregen (Munters, 1970).

Met de Mormonen, de Kerk van Jesus Christus van de Heiligen der Laatste Dagen, ligt het weer anders. De Mormonen ‘passen’ niet in het Nederlandse godsdienstige landschap, ze zijn bovendien zeer actief in de zending, ook en vooral naar jongeren toe, ze zijn historisch niet in Nederland geworteld, maar ze zijn maatschappelijk nauwelijks omstreden en oogsten weinig negatieve publiciteit. Waarschijnlijk vooral omdat het normale maatschappelijk functioneren van Mormonen door hun

49

Bij de christelijke bewegingen moet nog worden opgemerkt, dat het hier alleen jongerenbewegingen van protestantsen huize betreft. Het is opmerkelijk dat er in het katholieke kamp geen schim van een jongerenbeweging meer kan worden

waargenomen. Na het aggiornamento van de jaren zestig als vervolg op het Tweede Vaticaanse Concilie is de katholieke kerk er steeds minder in geslaagd jongeren aan zich te binden en is er ook onder katholieke jongeren weinig meer te bespeuren van belangstelling voor een eigen vorm van katholicisme. De basisgemeenten die zo her en der in het land bestaan, de enkele katholieke communiteiten van leken en

regulieren, vallen nauwelijks op en stellen zich ook niet wervend of evangeliserend op. Wel schijnen er aanwijzingen te zijn dat de Pinksterbeweging langzaam maar zeker ook in katholieke kring aandacht en aanhang gaat trekken. In Zuid-Amerika is dat al langer het geval (Tennekes, 1975), maar het schijnt zich nu ook in Nederland voor te doen (Vrijhof, 1976, 17).

In dit verband is ook nog een opmerking over de hindoeïstische bewegingen op zijn plaats. Het feit dat binnen de Nederlandse verhoudingen het Hindoeïsme een jonge en exotisch aandoende verschijning is. mag toch niet doen vergeten, dat het Hindoeïsme een wereldgodsdienst is, die het leven van honderden miljoenen mensen bepaalt en kan bogen op een traditie die het christendom tot een soort jeugdsekte maakt. Boeddha en Christus moesten nog geboren worden, toen Varanasi al honderden jaren lang de heilige stad van de hindoes was en de Bhagavad-Gita al een oud epos. Het Hindoeïsme moet vooral niet gezien worden als een godsdienst die zich in de vorm van een kerkgenootschap of zelfs van meerdere kerkgenootschappen

manifesteert. Gonda (1974) begint zijn introductie tot het hindoeïsme niet toevallig als volgt: ‘Onder Hindoeïsme verstaat men de cultuur, en wel speciaal in haar sociaal-religieuze aspecten, van Voor-Indië in de laatste ca. 2000 jaar’ (1974, 66). Het Hindoeïsme is nog het beste te vergelijken met het christendom van de Middeleeuwen: een situatie, waarin kerk, samenleving en staat onontwarbaar met elkaar vervlochten waren. Het Hindoeïsme manifesteert zich in zeer veel verschillende vormen en neemt erg gemakkelijk vreemde elementen op. De vrijheid om te denken en te geloven wat je wilt is in het Hindoeïsme erg groot. Vandaar ook de op het eerste gezicht al zo opvallende verschillen tussen de in Nederland actieve hindoeïstische bewegingen.

De vormen van het Hindoeïsme die in Nederland zijn doorgedrongen, verschillen van elkaar meer dan de katholieke van de gereformeerde kerk. De strenge orthodoxie van Hare Krishna, het zwierige tantrisme van Bhagwan, de simpele yoga van de Transcendente Meditatie, de volkse devotie voor goeroe Maharaj Ji (Divine Light Mission), het zijn

met alle verschillen toch allemaal uitingen van het Hindoeïsme.

De in de opsomming tot nu toe opvallend ontbrekende nieuweling op godsdienstig gebied in Nederland is het Boeddhisme in al zijn varianten. Het Boeddhisme heeft als levensbeschouwing zeker een bescheiden voet aan de grond gekregen, maar in overeenstemming met de principes van het Boeddhisme gedraagt die voet zich ook zeer bescheiden en onopvallend.

Er zijn in Nederland enkele kleine boeddhistische tempels en meditatiecentra (Vinkenoog, 1980; Derks, 1981). Boze en verontruste geluiden worden er over boeddhisten niet vernomen, allerlei vormen van boeddhistische meditaties hebben ook al hun weg gevonden buiten het Boeddhisme, bijvoorbeeld naar sommige katholieke kloosters en bezinningscentra.

Een deel van de boeddhistische leraren wordt gevormd door Tibetaanse monniken, die zich na de verdrijving van de Dalai Lama en de verwoesting van de kloosters door de Chinezen, in het Westen hebben gevestigd. Bij mijn weten is er rond hun optreden in Nederland nooit enige deining ontstaan. De geringe zendingsdrang van de Boeddhisten, de kritische houding ten opzichte van charismatisch leiderschap en de ondergeschikte rol die geld speelt, heeft daar zeker positief toe bijgedragen.

Buiten bespreking blijven ook de bewegingen en kerken, die in Nederland alleen of hoofdzakelijk onder niet uit het Nederlandse cultuurpatroon stammende mensen leden tellen. Dat is in de allereerste plaats de Islam, maar daarnaast kan men ook denken aan de Rastafari's, de Surinaamse Hindoes, de Sikhs en minder exotisch, de Anglicanen en leden van andere nationale kerken. Met name aan de Islamieten en Hindoes zal overigens nog wel in de paragraaf over de immigrantengodsdiensten aandacht worden geschonken.

Niet in het onderzoek opgenomen zijn ook de ‘oude sekten’, zoals de Soefi's, de Vrijmetselarij, Christian Science, de Theosofie, Anthroposofen en de Rozekruisers. Zij vinden hun aanhang niet vooral onder jongeren en leiden een onopvallend bestaan, met uitzondering van de duidelijk weer opgeleefde Anthroposofie overigens. Tenslotte zijn ook uit de hoek waar de Scientology Kerk vandaan komt, de ‘human potential movement’, geen andere bewegingen opgenomen.

In het hele scala van trainingen, groeigroepen, cursussen, seminars, encounters en therapieën (Gestalt, bio-energetica, Rolfing, Primal Scream, EST, Arica, Tai Chi, enz.), dat ook in Nederland veel belangstelling vindt, heeft zich nog geen groep gemanifesteerd met ook maar bij benadering het sekteachtige en religieuze karakter van Scientology. EST komt een beetje in de richting, maar is tot Nederland

51

nog niet doorgedrongen, voorzover ik weet.

Omdat bij de human potential movement van een uitgewerkte religieuze leer of achtergrond geen sprake is en de beweging als zodanig geen structuur heeft, maar alleen zichtbaar wordt in een wisselend aanbod van activiteiten, waar iedereen op in kan tekenen voor de duur van de activiteit alleen, zullen we dit aanbod hier alleen behandelen, voorzover er sprake is van integratie van humanistisch-psychologische therapieën en dergelijke in de praktijk van een religieuze beweging (de

III de aantrekkingskracht van de nieuwe