• No results found

1.3 Energieprestatie en binnenklimaat binnen het energiedecreet

1.4.1 Administratieve sancties bij de energieprestatieregelgeving opgelegd door het

Het Energiedecreet bepaalt administratieve sancties die opgelegd kunnen worden aan de aangifteplichtige of EPB-verslaggever door het Vlaams Energieagentschap. Hoofdstuk IV uit Titel XIII van het Energiedecreet en meer bepaald Afdeling II. Administratieve sancties wegens

17 overtreding of niet-naleving van de energieprestatieregelgeving (Vlaams Parlement, 2009) vormt de leidraad voor de hieronder beschreven sancties. De besproken strafmaatregelen worden enkel beschouwd naargelang hun relevantie tegenover de omstandigheden bij een nieuw op te richten woongebouw.

1.4.1.1 Sancties tegen de EPB-verslaggever

Opsomming van de mogelijke sancties

1. De EPB-verslaggever voert als beginnende taak de voorafberekening en startverklaring uit namens de aangifteplichtige. Indien de documenten niet voldoen aan de vereisten inzake vorm en inhoud bepaald door de Vlaamse Regering dan zal het VEA de verslaggever verplichten tot de betaling van een administratieve geldboete van 250 euro. Dezelfde geldstraf volgt nadat een verslaggever die de startverklaring laattijdig of niet heeft ingediend, in gebreke is gesteld en vervolgens faalt om de zaak in orde te brengen binnen de nieuwe gestelde termijn die hem wordt opgelegd door het VEA.

2. In het geval waarbij de EPB-aangifte niet voldoet aan de voorwaarden betreffende de vorm en inhoud opgelegd door de Vlaamse Regering dan zal het VEA allereerst de verslaggever, die in gebreke gesteld is, aanmanen om alsnog aan de verplichtingen te voldoen binnen een bepaalde termijn. Indien de verslaggever na het verstrijken van de termijn nog steeds in gebreke is dan zal een administratieve geldboete volgen van 250 euro vermeerderd met 1

euro per m3 nieuw gecreëerd beschermd volume. Vervolgens stelt het VEA een nieuwe termijn

op waarbij het in gebreke overschrijden hiervan door de verslaggever zal resulteren in een geldboete van 25 euro per kalenderdag onder de vorm van een dwangsom.

3. Als een natuurlijk of rechtspersoon fungeert als EPB-verslaggever zonder te voldoen aan de vooropgestelde voorwaarden verbonden aan de functie dan zal het VEA hem verplichten om de activiteiten te staken binnen een gestelde termijn en de dossiers waarin hij actief is over te dragen aan een waar EPB-verslaggever. Uiteraard wordt de toegang tot de energieprestatiedatabank ontzegt. Wanneer de persoon nog steeds in gebreke staat bij het verstrijken van de termijn, zal het VEA hem een geldboete opleggen van 500 euro per ingediende EPB-aangifte.

4. Indien bij de controles door personeel van het VEA blijkt dat de EPB-aangifte niet overeenstemt met de werkelijke situatie dan kan in volgende gevallen een geldboete aan de EPB-verslaggever worden opgelegd tot vijf jaar na de indiening. De maximale beboeting

bedraagt hierbij 10 euro per m3 beschermd volume dat nieuw gebouwd wordt alsook het

beschermd volume dat een functiewijziging ondergaat. De totaliteit van de geldboete kan nooit meer dan 20.000 euro beslaan waarbij de monetaire sancties pas aanvatten zodra de boete

18 250 euro betreft. De bepaling van dergelijke geldboetes gebeurt aan de hand van art. 13.4.7 uit het Energiedecreet en de daarbij horende Bijlage I: “Bepaling van de administratieve geldboeten”.

5. Behoudens art. 13.4.7, heeft het VEA de mogelijkheid om verslaggevers die herhaaldelijk fouten maken te laten deelnemen aan een door of namens het agentschap opgesteld examen. De betrokken verslaggever wordt verwacht om binnen een vooropgestelde termijn te slagen voor het examen. Wanneer de verslaggever hieraan niet kan voldoen, zal hij geschorst worden van zijn activiteiten totdat hij alsnog slaagt voor het examen. Ten tweede treft het VEA ook maatregelen voor verslaggevers die blijk geven van kennelijke onbekwaamheid, strijdig zijn met de erkenningsvoorwaarden of activiteiten uitvoeren contradictorisch met art 11.1.6/1. De organisatie kan in vorig geval kiezen om de getroffen persoon te schorsen van zijn functie en zijn erkenning opheffen voor een bepaalde periode of definitief. Wanneer het gaat om een rechtspersoon, kan het VEA zijn sancties opdringen aan één of meer natuurlijke personen. In verdediging van de betrokken verslaggever kan hij binnen de dertig dagen beroep aantekenen bij de minister tegen de beslissing van het VEA. De minister of zijn gemachtigde zal vervolgens een oordeel vellen hierover.

6. Binnen de 60 dagen nadat het VEA een geldboete vestigt tegen de EPB-verslaggever, zal de tweede een nieuwe EPB-aangifte moeten indienen dewelke conform is met de controlevaststellingen. Hij brengt vervolgens de aangifteplichtige, in wiens naam hij handelt, op de hoogte van de wijzigingen. De kosten overeenkomstig aan de herindiening van het document zijn volledig voor de verslaggever. Hetzelfde is van kracht wanneer de sanctie volgt uit een verkeerd ingediend as-builtplan waarbij de EPB-eenheden niet correct zijn ingedeeld. In het geval waar de termijn van 60 dagen niet behaald wordt door de verslaggever, zal het VEA een extra geldboete van 500 euro annexeren en een nieuwe termijn vastleggen. Bij overschrijden van de nieuwe termijn volgt een derde sanctie voor de verslaggever die nog steeds in gebreke is gesteld zijnde een geldboete van 10 euro per kalenderdag dat de nieuwe termijn overschreden is. Het laatste zal in werking treden onder de vorm van een dwangsom. Analyse van de sancties en verhouding tot de aansprakelijkheid van aannemer en architect

De EPB-verslaggever wordt door het VEA geacht een deskundige in het energieprestatie- vakgebied te zijn wanneer hij voldoet aan de vooropgestelde voorwaarden die verbonden zijn aan desbetreffende functie. Bijgevolg zijn de opgelegde administratieve sancties van die aard dat zij enkel aan de EPB-verslaggever toegeschreven kunnen worden aangezien zij allen betrekking hebben tot tekortkomingen binnen de verplichtingen uit het takenpakket van de EPB-verslaggever.

19 Een erkend verslaggever wordt beschouwd als een natuurlijk of rechtspersoon die over voldoende bekwaamheid beschikt om namens de aangifteplichtige de startverklaring met voorafberekening tijdig en correct af te leveren bij het VEA. Gelijkaardig wordt verondersteld dat hij zelfstandig, mits de aangifteplichtige hem tijdig voorziet van de juiste stavingsstukken, een foutloze EPB-aangifte kan opstellen. Het betekent dat naast het hebben van de juiste vorm en inhoud, de EPB-aangifte congruent moet zijn met de toestand in situ.

Als het ware beschouwen de bepalingen uit het Energiedecreet de verslaggever als een ‘energieprestatie-boekhouder’ die slechts bestraft wordt bij inbreuk op de zorgvuldigheids- en gedragsnormen van de functie. Onder meer de adviesplicht van de verslaggever (art. 11.1.6/1) alsook de verplichting van de aangifteplichtige om stavingsstukken te voorzien, maken plaats voor discussies naar het verhalen van de sancties voor de verslaggever op de andere partijen. De analyse van deze materie wordt niet verder besproken in deze masterscriptie. Bijgevolg zal uitsluitend de invloed van de energieprestatieregelgeving op de aansprakelijkheid van de aannemer, de architect en het ingenieursbureau bekeken worden aan de hand van de administratieve sancties tegen de aangifteplichtige zijnde de bouwheer.

1.4.1.2 Sancties tegen de aangifteplichtige

Opsomming van de mogelijke sancties

1. Wanneer de aangifteplichtige de startverklaring of voorafberekening laattijdig of helemaal niet indient dan zal het VEA hem hierover aanspreken en een termijn instellen waarvoor de documenten moeten afgeleverd worden. Indien de aangifteplichtige na het verlopen van de termijn nog steeds in gebreke is dan volgt een administratieve geldboete van 250 euro. 2. Indien de EPB-aangifte niet voldoet aan de voorwaarden inzake vorm en inhoud die door de Vlaamse Regering werden vastgelegd, maant het VEA de aangifteplichtige om zijn aangifte te corrigeren en alsnog voor een ingestelde termijn te voldoen aan de verplichtingen. Wanneer de aangifteplichtige in gebreke blijft na verstrijken van de termijn, zal een administratieve geldboete volgen van 1.000 euro vermeerderd met 1 euro per kubieke meter nieuw gecreëerd beschermd volume. Als de aangifteplichtige tekort schiet tijdens de opgelegde herkansing dan legt het VEA een administratieve geldboete op onder de vorm van een dwangsom die 10 euro per overschreven kalenderdag van de termijn bedraagt. Blijkt evenzeer uit een controle na het verstrijken van de termijn dat de EPB-eisen niet nageleefd werden dan legt het VEA een administratieve geldboete op die het dubbele bedraagt van de administratieve geldboete zoals beschreven in art. 13.4.6 bovenop de boete die mogelijks wordt verworven voor het niet halen van de termijn. Voor de bepaling van de administratieve geldboete worden aansluitend de waarden uit de controle gebruikt in plaats van de waarden uit de EPB-aangifte. Het VEA legt

20 vervolgens een nieuwe termijn vast waarbinnen voldaan moet worden aan de vereisten, de boete kan hierbij maximaal oplopen tot 10.000 euro.

3. Het VEA legt administratieve geldboetes op voor het niet respecteren van de EPB-eisen. Ze kunnen de aangifteplichtige hiermee belasten tot vijf jaar na de indiening van de EPB- aangifte. De geldboete wordt slechts gevestigd indien ze op basis van de bepalingen uit art.

13.4.6 minstens 250 euro bedraagt. De maximale boete is gelimiteerd op 25 euro per m3 nieuw

gecreëerd volume of 10 euro per m3 beschermd volume dat een functiewijziging ondergaat.

Analyse van de sancties en verhouding tot de aansprakelijkheid van aannemer en architect

Het is voor de aangifteplichtige van belang om de bepalingen omtrent de administratie en de samenwerking met de EPB-verslaggever goed op te volgen. Administratieve sancties ten gevolge van tekortkomingen inzake de startverklaring en EPB-aangifte kunnen op zulke wijze vermeden worden. Desondanks kan de bouwheer aanzienlijk beboet worden wanneer de EPB-aangifte niet voldoet aan de geldende EPB-eisen opgelegd door de Vlaamse Regering. Het Energiedecreet geeft met art. 13.4.6 aan hoe dergelijke administratieve geldboetes begroot worden. Volgend voorbeeld over isolatie geeft een verduidelijking aan hun voorkomen: “60 euro per 1 W/K afgeweken van de thermische isolatie van constructie-elementen en het K-peil, zoals bepaald in bijlage 1.1.1. en 1.1.2. van de bijlage bij dit decreet”. Gelijkaardige bepalingen zijn in vijftien punten bij art.13.4.6 aangegeven voor overtredingen op thermische bepalingen, ventilatie, verwarming,… enzovoort. Ongeacht het verschillend karakter van de vijftien punten hebben ze allemaal gemeenschappelijk dat het voorwerp van hun ingang een afwijking tegen een vooropgestelde norm betreft. Wanneer de EPB-aangifte aldus overeenstemt met de werkelijke situatie, geeft vorige gelijkenis aan dat de bouwheer door het VEA beboet wordt op basis van afwijkingen tegen specifieke technische normeringen die gesteld worden aan zijn nieuw opgericht woongebouw. Indien de bouwheer wil afzien van zijn de beboeting door het VEA zal hij vervolgens een andere partij aansprakelijk proberen stellen voor de afwijking van een bepaalde norm. In hoofdstuk 2,3 en 4 van deze literatuurstudie zal uitgebreid verder ingegaan worden op de gevolgen voor de aansprakelijkheid van de aannemer, architect en ingenieur wanneer een door het VEA gesanctioneerde aangifteplichtige daarop beroep wil doen.

1.4.1.3 Sancties tegen de architect en aannemer

Omtrent de sancties door het Vlaams Energieagentschap ten opzichte van de architect beschrijft het decreet slechts één bepaling. Zoals eerder vermeld is de architect bij de toewijzingsprocedure van aannemingsopdrachten ertoe gehouden om elke gecontracteerde aannemer te voorzien van de beschikbare gegevens om de EPB-eisen te behalen. Het VEA

21 zal de architect op zijn verplichtingen wijzen indien ze niet volbracht worden. Aanvankelijk legt de organisatie een termijn op om de verplichtingen in te halen. Wanneer de tijdschreef tot restitutie niet behaald wordt, volgt een administratieve geldboete van 250 euro. Tot slot vermeldt het Energiedecreet niets over een rechtstreekse sanctionering van de aannemer door het Vlaams Energieagentschap.

1.5 Energiebesluit van de Vlaamse Regering van 19 november 2010