• No results found

[Uitzending 335: Handelingen 12:1 t/m 25]

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "[Uitzending 335: Handelingen 12:1 t/m 25]"

Copied!
9
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

[Uitzending 335: Handelingen 12:1 t/m 25]

In de vorige uitzending lazen we over de profeet Agabus die in Antiochië aan- kondigde dat er een grote hongersnood zou komen. Die hongersnood kwam inderdaad tijdens de regering van keizer Claudius. Daarom besloten de chris- tenen van Antiochië hun geloofsgenoten in Judea te helpen.

Ieder van hen gaf zoveel als hij kon missen. En zij stuurden Barnabas en Sau- lus naar de leiders van de christenen in Jeruzalem om de gift te overhandigen (Hand.11:28 t/m 30).

Lucas geeft als datering in Hand.12:1 aan: ‘in dezelfde tijd’, d.w.z. rond de tijd dat Barnabas en Saulus de gift overhandigden aan de leiders van de gemeente in Jeruzalem. Handelingen 12 vers 1:

In dezelfde tijd liet koning Herodes enkele christenen oppakken met de bedoeling hen te mishandelen.

De genoemde uitbarsting van vervolging vond plaats onder Herodes Agrippa die regeerde van 41 t/m 44 na Chr. Bij de troonsbestijging van keizer Claudius (in 41 na Chr.) werd aan Herodes Agrippa, een kleinzoon van Herodes de Grote (Matth.2:1) en prinses Mariamne, het koningschap over vrijwel het hele gebied van zijn grootvader gegeven. Zijn grootmoeder Mariamne was de laat- ste prinses uit de hogepriesterlijke dynastie van de Hasmoneeën (Makkabee- en), zodat Herodes ook ‘priesterlijk bloed’ had. In tegenstelling tot zijn verwan- ten was hij zeer Joods religieus en genoot daarom grote populariteit bij het Joodse volk. Hij stierf al in 44 na Chr..

Om de Joodse leiders voor zich te winnen ‘liet hij enkele christenen oppak- ken met de bedoeling hen te mishandelen. Het is niet duidelijk of we bij en- kele christenen die werden opgepakt alleen aan Jacobus en Petrus moeten denken of dat er ook nog andere gemeenteleden werden opgepakt. Herodes en zijn familie zijn altijd vijanden geweest van Christus en Zijn volgelingen.

Koning Herodes liet enkele christenen oppakken met de bedoeling hen te mishandelen. Handelingen 12 vers 2: Jakobus, de broer van Johannes, liet hij doden door het zwaard.

Onder de gearresteerden is Jakobus (Hand.1:13), de broer van Johannes. Hij en zijn broer stonden bekend als de zonen van Zebedeüs en behoorden met Petrus tot de meest geliefde volgelingen van de Here Jezus (Luc.9:28).

(2)

Voor alle duidelijkheid, wij moeten deze Jakobus niet verwarren met Jakobus, de broer van de Here Jezus (Matth.13:55), de latere leider van de christelijke gemeente in Jeruzalem. Dat Herodes Jakobus door het zwaard liet doden be- tekent dat hij werd onthoofd. Daarmee ging ook het woord van Jezus in ver- vulling, dat Jakobus zijn leven als martelaar voor de naam van Jezus zou ge- ven (Matth.20 en Marcus 10). Jacobus was de eerste apostel die omwille van het Evangelie stierf en na Stefanus de tweede ons bekende martelaar. Over andere mogelijke martelaren vinden we alleen een korte aanduiding in

Hand.22 en 26. Het valt op, hoe beknopt Lucas in vers 2 is. Hij geeft geen de- tails, zodat we niet weten of Jakobus door het Sanhedrin is veroordeeld of dat hij eenvoudig zonder vorm van proces is terechtgesteld. Uit het vervolg blijkt dat Jakobus kort voor Pasen is terechtgesteld. Handelingen 12 vers 3:

Toen Herodes merkte dat de Joodse leiders daarmee van harte instem- den, liet hij ook nog Petrus gevangennemen. Maar omdat het juist Pe- sach, het Joodse Paasfeest, was, zette hij hem voorlopig in de gevange- nis.

Toen Herodes Agrippa bemerkte, dat het lukte om op deze manier de Joden gunstig te stemmen, besloot hij ook Petrus, de leider van de gemeente, te la- ten arresteren. De arrestatie vond plaats op het Paasfeest en daarom moest het proces worden uitgesteld tot na ‘het Joodse Paasfeest’.

Handelingen 12 vers 4:

Hij liet hem bewaken door 16 soldaten die om de beurt, met z’n vieren, de wacht moesten houden. Want Herodes wilde Petrus pas na Pesach in het openbaar laten terechtstaan.

Nadat Petrus is gegrepen, wordt hij in een gevangenis gezet onder speciale voorzorgsmaatregelen. De bewaking bestaat uit vier viertallen soldaten, waar- bij waarschijnlijk naar Romeins gebruik steeds één viertal gedurende drie uur de wacht hield. Is Herodus bang dat Petrus wordt bevrijd?

Om geen onrust onder het volk teweeg te brengen en het Paasfeest niet te ontwijden moet Herodus het proces tot na het Paasfeest uitstellen. Hij wil Pe- trus openbaar laten terechtstaan d.w.z. in de openlucht en op een verhoging (een podium). Het proces vindt dan niet plaats voor het Sanhedrin, maar voor

‘het volk’. Kennelijk verwacht Herodes weinig sympathie van het volk voor de apostel.

(3)

Handelingen 12 vers 5:

Daarom bleef Petrus in de gevangenis. De christenen waren voortdurend bijeen en baden voor hem tot God.

Terwijl Petrus dag en nacht zwaar wordt bewaakt, wordt door de gemeente dag en nacht intensief gebeden. Hiermee schildert Lucas treffend de strijd tussen de wereldse machthebber Herodes en de hemelse Machthebber, de HERE, om het leven van Petrus. Hevig geschrokken door de terechtstelling van Jakobus is de gemeente gemotiveerd om te bidden voor Petrus, de leider van de gemeente. Het bidden werd ook ’s nachts voortgezet (vs.12).

Handelingen 12 vers 6:

De nacht voordat hij zou terechtstaan, lag Petrus tussen twee soldaten in te slapen. Hij was met twee kettingen aan hen vastgemaakt. Voor de deur van de cel stonden ook nog twee soldaten op wacht.

Herodes wilde Petrus na de paasweek ‘laten terechtstaan’ om hem te veroor- delen. De nacht waarom het hier gaat, zal na afloop of aan het eind van het Paasfeest zijn geweest. Normaal werden gevangenen die streng moesten worden bewaakt aan één soldaat vastgemaakt. Petrus is aan twee soldaten geboeid. Dat was een verdubbeling van de normale maatregelen, waarschijn- lijk omdat het doodvonnis voor Petrus al vaststond. Waarschijnlijk was Hero- des bang dat Petrus zou ontsnappen, zoals eerder was gebeurd (Hand.5:19).

Behalve de twee soldaten aan wie Petrus was vastgeketend, stonden de an- dere twee bewakers van het dienstdoende viertal als wachters voor de deur.

Opmerkelijk is het, dat Petrus rustig ligt te slapen, terwijl de volgende dag over zijn leven zal worden beslist. Het is duidelijk dat hij al lang geleden zijn leven in geloof aan de HERE heeft toevertrouwd en dat hij bereid is voor de naam van de Here Jezus te sterven, zoals Jezus hem ook had voorzegd (Joh.21).

Handelingen 12 vers 7 t/m 10:

Ineens was er een licht in de cel. Er stond een engel van God en hij stootte Petrus in de zij. Sta op, Petrus, zei hij. Maak voort! Op hetzelfde ogenblik vielen de kettingen van zijn polsen. De engel zei tegen hem:

Maak uw riem vast en doe uw sandalen aan. Petrus deed het. Sla nu uw mantel om en kom mee, zei de engel. Zonder na te denken liep Petrus achter hem aan.

(4)

Hij had niet door dat de engel hem echt uit de gevangenis leidde, hij dacht dat hij een visioen had. Zij liepen langs de eerste wacht, toen langs de tweede en bereikten ten slotte de grote ijzeren poort die op straat uit- kwam. De poort ging vanzelf voor hen open en zij stapten naar buiten. De engel liep één straat met Petrus mee en liet hem toen alleen.

Dienstdoende soldaten in het Romeinse leger moesten wakker blijven. Op in slaap vallen als je dienst had stond de doodstraf. Ook al zouden de soldaten aan weerszijden van Petrus in slaap zijn gevallen, dan hadden toch de wach- ten voor de deur iets moeten merken. Maar op een wonderlijke manier gaat het hele gebeuren aan hen voorbij. Zij zagen het licht niet, hoorden de kettin- gen niet vallen en merken niet hoe de grote ijzeren deuren geopend en geslo- ten worden. Zeker, de gemeente in Jeruzalem is intensief in gebed voor Pe- trus en de HERE verhoort het gebed. Handelingen 12 vers 11:

Daardoor kwam Petrus tot zichzelf. Het is dus toch echt! zei hij. Nu weet ik dat God Zijn engel heeft gestuurd om mij uit de handen van Herodes te redden en mij te beschermen tegen de Joden.

Wanneer de engel is verdwenen en Petrus alleen in het duister van de stad staat, komt hij ‘tot zichzelf’ en realiseert zich dat alles wat hij zojuist heeft be- leefd werkelijkheid is. Het tweede deel van vers 11, ‘dat God Zijn engel heeft gestuurd’, herinnert aan Daniël 3.

De HERE heeft Petrus gered uit de macht van Herodes en beschermd tegen de Joden. Uit dit laatste blijkt dat het volk ook verwachtte dat Petrus zou wor- den veroordeeld en terechtgesteld. Daaruit blijkt ook dat de hoogachting van het volk voor de apostelen in de loop van de jaren is omgeslagen in afwijzing.

Ook al hielden de apostelen en de gemeente te Jeruzalem zich trouw aan de Joodse wetten, de geloofskeuze vóór of tegen Jezus begint steeds meer scheiding te brengen tussen Joden en christenen.

Handelingen 12 vers 12: Hij dacht even goed na en ging toen naar het huis van Maria, de moeder van Johannes Marcus. Daar waren veel christenen bijeen om te bidden. Nadat Petrus de realiteit van zijn bevrijding heeft inge- zien, gaat hij naar het huis van Maria, de moeder van Johannes Marcus. Haar huis diende kennelijk als een huis van gebed en ook nu (midden in de nacht) zijn er veel christenen bij elkaar om te bidden voor Petrus.

(5)

Of het huis van Maria ook in Hand.1 als plaats van samenkomst diende, is niet bekend. Maria wordt hier niet (zoals gebruikelijk was onder Joden) aangeduid met de naam van haar man (zoals bv. gebeurt in Luc.8:3). In vers 12 wordt zij aangeduid met Maria, de moeder van Johannes Marcus. Johannes Marcus vinden we terug in gezelschap van Barnabas en Paulus, op de eerste zen- dingsreis (Hand.13), dan weer in Jeruzalem, daarna met Barnabas op Cyprus en verder nog in Kol.4:10 (als neef van Barnabas) en mogelijk in 1 Petr.5 aan- geduid als ‘geestelijke zoon’ van Petrus. Een oude traditie (Papias, 160 na Chr.) zegt, dat Marcus als tolk van Petrus fungeerde en het gelijknamige Evangelie uit de mond van Petrus heeft opgeschreven. Petrus ging naar het huis van Maria, de moeder van Johannes Marcus. Er waren toen nog geen kerken, de christenen kwamen samen in bijeenkomsten aan huis.

Handelingen 12 vers 13:

Hij klopte aan en een dienstmeisje, Rhode, kwam naar de deur.

In de Griekse grondtekst worden de volgende verzen door Lucas levensecht en humoristisch beschreven. Letterlijk staat er: nadat Petrus op de deur van het poortgebouw, (dat toegang geeft tot de binnenplaats) heeft geklopt, komt een dienstmeisje om te horen wie er is. Handelingen 12 vers 14:

Toen zij Petrus’ stem herkende, holde zij meteen naar binnen en riep:

Petrus is er! Ze was zo opgewonden dat zij vergat de deur open te doen.

De deur van de gevangenis was voor Petrus automatisch opengegaan, maar de deur van het huis van Maria blijft dicht. Het dienstmeisje herkent de stem van Petrus, maar raakt zo opgewonden dat zij van vreugde naar binnen rent en vergeet de deur open te doen. Het naar binnen rennen moeten we ons voorstellen als een rennen over de binnenplaats naar het vertrek waar de ge- lovigen aan het bidden zijn. Daar roept zij: Petrus is er!

Handelingen 12 vers 15: De anderen zeiden schamper: Je bent niet wijs!

Maar het meisje hield vol dat het Petrus was. Dan moet het zijn be-

schermengel zijn, antwoordden zij. De gelovigen geloven het opgewonden meisje niet. Het is natuurlijk wel verbazend, dat deze biddende gelovigen zo weinig geloof hadden in de verhoring van hun gebeden en dat terwijl de apos- telen al eerder door een engel waren bevrijd (Hand.5).

(6)

Wanneer het meisje voet bij stuk houdt, wimpelen zij haar uitspraken weg met de opmerking: het moet zijn beschermengel zijn.

Dat engelen de gelovigen ten dienste staan en beschermen, is zowel uit het OT als uit het NT bekend (Gen.48, Matth.18 en Hebr.1). De gedachte dat en- gelen het uiterlijk en bv. de stem aannemen van de persoon die zij bescher- men, was onder Joden wel populair, maar wordt door de Bijbel niet onder- steund.

Dat de gelovigen weinig geloof hadden in de verhoring van hun gebeden kan ons vandaag ook bemoedigen. Met al de geestelijke zegeningen die de HERE gaf waren ook zij gewone zwakke mensen, met twijfels, ongeloof en fouten.

Ook bij ons is dat vaak zo. Als we een antwoord op een gebed ontvangen, zijn we blij en verrast. Soms zo verrast dat we mensen horen zeggen: ik heb er wel voor gebeden maar verwachtte niet dat God zou antwoorden. Toch hoor- de de HERE en beantwoordde de gebeden. Wat een genade!

Handelingen 12 vers 16 en 17:

Petrus bleef net zo lang kloppen tot zij aan de deur kwamen. Toen zij hem binnenlieten, zagen ze tot hun grote verbazing dat hij het echt was.

Hij maakte een gebaar dat zij moesten zwijgen en vertelde toen hoe de Here hem uit de gevangenis had bevrijd. Vertel Jakobus en de andere broeders wat er is gebeurd, zei hij. Daarna ging hij weg naar een veiliger plaats.

Petrus blijft kloppen en als dan tenslotte de poortdeur open gaat en vastge- steld wordt dat inderdaad Petrus voor de deur staat raken ze buiten zichzelf van verbazing. Ze wisten hoe streng Herodes Petrus had laten bewaken en konden hun ogen niet geloven. Ze konden niet geloven dat hun gebeden wa- ren verhoord. Nadat Petrus getuigd heeft van zijn bevrijding gaat hij weg naar een veiliger plaats. Had de HERE hem niet in Jeruzalem kunnen bescher- men? Natuurlijk, kon de HERE hem daar beschermen. Maar, de HERE ver- wacht ook van ons dat we ons verstand gebruiken. Een handeling of een keu- ze wat er uitziet als een geweldig vertrouwen op God, kan ook een verzoeken van de HERE zijn. De HERE kan en doet wonderen maar dat wil niet zeggen dat we ons gezonde verstand niet moeten gebruiken. Een-en-ander is vaak moeilijk te bepalen en vast te stellen, maar ook daarvoor heeft de HERE Zijn Heilige Geest gegeven. Die Geest zal de weg wijzen (Joh.16).

(7)

Handelingen 12 vers 18:

Bij het aanbreken van de dag was er grote opschudding onder de solda- ten. Wat kon er met Petrus gebeurd zijn?

Net als in Hand.5 ontstaat er een grote opschudding onder de soldaten als blijkt dat Petrus is ontsnapt. Wanneer kennelijk de volgende morgen vroeg het dienstdoende viertal wordt afgelost, blijkt Petrus verdwenen. Volgens het Ro- meinse recht kon een soldaat die een gevangene liet ontsnappen, veroordeeld worden tot dezelfde straf als waartoe de gevangene was veroordeeld of zou worden veroordeeld. Dit om te voorkomen dat soldaten zich zouden laten om- kopen om gevangenen te laten ontsnappen. In het volgende vers lezen we dat de 16 soldaten inderdaad worden veroordeeld tot de doodstraf.

Handelingen 12 vers 19:

Herodes liet hem overal zoeken. Toen hij niet gevonden werd, liet Hero- des de zestien soldaten voor de krijgsraad komen en veroordeelde hen ter dood. Daarna verliet Herodes de provincie Judea en ging voor een poos naar Caesarea.

Herodes heeft door de ontsnapping van Petrus een gevoelig gezichtsverlies geleden bij de Joodse leiders en het volk. Zij hadden zich verheugd op de te- rechtstelling van Petrus. Hij vertrekt uit Jeruzalem naar het meer heidense Caesarea, waar het sanhedrin minder invloed had. Hij bleef in Caesarea en zal niet meer terugkeren naar Jeruzalem.

Handelingen 12 vers 20:

Terwijl hij daar was, stuurden de steden Tyrus en Sidon een delegatie naar hem toe. Zij hadden zich namelijk om de een of andere reden de woede van Herodes op de hals gehaald. Omdat hun voedsel uit het ge- bied van Herodes moest komen, kregen zij Blastus, de secretaris van de koning, zover dat hij Herodes namens hen om vrede vroeg.

Maar zo komt Herodes niet van deze zaak af. In de volgende verzen wordt verteld hoe koning Herodes bij zijn leven de vergelding voor de moord op Jakobus van Godswege krijgt gepresenteerd. Zijn dood is een oordeel van God. Vanuit een vergelijkbaar gezichtspunt beschrijft ook de Joodse ge- schiedschrijver Flavius Josephus de dood van Herodes. De geschiedenis speelt zich af in Caesarea.

(8)

Herodes is om ons onbekende redenen woedend op de inwoners van Tyrus en Sidon. Herodes dreigt daarom de graantoevoer naar het bergachtige Feni- cië stop te zetten. Dit zou voor de bevolking een ramp hebben betekend.

Tyrus en Sidon sturen een delegatie die om een opheffing van de graan- exportbeperkingen naar hun land moet vragen. Zij weten Blastus, de secreta- ris en adviseur van de koning, te overtuigen.

Handelingen 12 vers 21 en 22:

Op een daarvoor vastgestelde dag trok Herodes zijn koninklijke mantel aan, ging op zijn troon zitten en sprak het volk toe. Zij juichten hem toe:

Dat is de stem van een god en niet van een mens! Op hetzelfde ogenblik sloeg een engel van God hem neer, omdat hij zich liet vereren en niet de eer aan God gaf. Hij werd van binnenuit opgevreten door wormen en stierf.

De Joodse geschiedschrijver Flavius Josephus vermeldt in zijn boek ‘Joodse oudheden’ ook het levenseinde van Herodes Agrippa. Volgens hem liet Hero- des in het derde jaar van zijn regering (44 na Chr.) ter gelegenheid van een feest ter ere van de keizer in Caesarea spelen voor het volk organiseren.

Daarbij waren tal van hoogwaardigheidsbekleders aanwezig. Op de tweede dag van het feest verscheen Herodes ’s morgens in het amfitheater, gekleed in een zilverkleurig geborduurd gewaad, dat prachtig glansde wanneer de zon erop scheen. Beide berichten laten zich uitstekend combineren.

Kennelijk had Herodes de delegaties van Tyrus en Sidon uitgenodigd om op deze ‘vastgestelde dag’ bij de spelen aanwezig te zijn en hield hij vanuit zijn ereloge (een verhoogd podium met een troon) een toespraak tot hen. Ook Lucas maakt melding van een ‘koninklijk gewaad’ dat Herodes bij deze gele- genheid had aangetrokken. Josephus vermeldt verder dat de glans van Hero- des’ mantel de menigte zoveel verbazing en ontzag inboezemde, dat enkele vleiers Herodes begonnen toe te roepen dat zij hem tot nog toe als een sterfe- lijk mens hadden beschouwd, maar nu inzagen dat hij een god was. De be- schrijving sluit aan bij die van Lucas. Al vertelt Lucas dat het de woorden van Herodes waren die de meeste indruk op het volk maakten. Het volk juichte hem toe: dat is de stem van een god en niet van een mens! Herodes vond het prachtig en liet zich dit eerbetoon welgevallen.

(9)

Heel anders is de reactie van Paulus en Barnabas in een dergelijke situatie in Hand.14. Omdat Herodes Agrippa de eer niet aan God gaf, d.w.z. omdat hij de goddelijke verering, die alleen God toekomt, niet afwees, maar aannam, werd hij door een engel van God geslagen en kwam op een verschrikkelijke manier aan zijn levenseinde.

Handelingen 12 vers 24 en 25:

Het nieuws over Jezus Christus verspreidde zich snel en vele mensen gingen in Hem geloven.

Nadat Barnabas en Saulus de gift aan de christenleiders in Jeruzalem hadden overhandigd, gingen zij terug naar Antiochië en namen Johan- nes Marcus mee.

Zo werd de vervolger van de gemeente door de HERE met de dood gestraft, maar het nieuws over Jezus Christus verspreidde zich snel en de gemeente van God groeide en werd vermeerderd. In vers 25 keert Lucas terug naar Barnabas en Saulus, die volgens Hand.11:30 rond deze periode in Jeruzalem waren om financiële ondersteuning te brengen aan de christenen in Jeruzalem en Judea in verband met een komende hongersnood.

In de volgende uitzending lezen we hoe het verder gaat met Barnabas en Saulus, Handelingen 13.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Want Ik zal de hemelen door elkaar schudden in Mijn vreselijke toorn en de aarde zal van haar plaats worden gebracht. De legers van Babel zullen vluchten totdat zij uitgeput

In vers 18 brengt Jakobus naar voren, dat God ons heeft voortgebracht om ‘de eerste vruchten van Zijn nieuwe schepping’ te zijn.. Dit vormt met elkaar een

Jefta stelt niet zozeer het belang van het volk voorop en zelfs niet dat van zijn gezin, maar wordt in beslag genomen door zijn eigen belangen.. Binnen de context van het

Ezechiël 27 vers 32 t/m 36: Dit is het klaaglied dat zij zingen: Welke stad ter wereld kon zich meten met Tyrus, de prachtige stad, midden in de zee?. Uw koopwaar ging uit over de

‘Zachtmoedigheid’ staat dan tegenover ‘snel kwaad worden’ (vs.20). In Jakobus 3 vers 13 lezen we in dit verband de woorden: Wie van u is wijs en verstandig? Dat kan alleen

Jakobus waarschuwt zijn lezers om niet in verleiding te komen door hun eigen begeerte.. Je kunt de indruk hebben dat het allemaal voorspoedig gaat en dat je geniet van al het goede

1 Korinthiërs 12 vers 4: De bijzondere gaven zijn verschillend, maar ze worden gegeven door dezelfde Geest.. Nadat Paulus heeft verklaard dat er één kenmerk is, waaraan

God bevrijdde de Israëlieten door het offer en bloed van het paaslam en door Zijn machtige rechterarm, Zijn kracht.. En wat kunnen wij