• No results found

Indien op het originele materiaal auteursrecht rust, dient men voor reproductiedoeleinden eveneen toestemming te vragen aan de houder van dit auteursrecht.

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Indien op het originele materiaal auteursrecht rust, dient men voor reproductiedoeleinden eveneen toestemming te vragen aan de houder van dit auteursrecht."

Copied!
80
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

llELF UMBER

Mi OFO M:

Deze fIlm is beschikbaar gesteld door het KITLV, uitsluitend op voorwaarde dat noch het geheel noch delen worden gereproduceerd zonder toe temming van het KITLV. Dit behoudt zich het recht voor een vergoeding te berekenen voor reproductie.

Indien op het originele materiaal auteursrecht rust, dient men voor reproductiedoeleinden eveneen toestemming te vragen aan de houder van dit auteursrecht.

Toestemming voor reproductie dient men schriftelijk aan te vragen.

G ATUUR

OOM:

Thi fibll is sllppfied by tlle KITLV o/1fy

011

con(litioll that neither it /101' part of it i5 furtller reproducel/

without fir. t ohtainin o the perlllissioll of' t/te KITLV which re enJe the right to 1I1ake a charge for SIiC/t rep1'0duction. IJ t/te 1I1ateria/ fiblted i it elf in copyright, the pennis ion of t/te owners of that copyright J.vill also he requiredfor SliC/t reprodllction.

Application for penitis ion 10 reproduce /tollid he nlade in J.vriting, givin

o

details of t/te proposel/

reproduction.

MMETA 1027

(2)
(3)

JACHT-

EN

KRIJGSTAFEREELEN.

(4)
(5)

- -

F L I T.

DOOR

o

EN

r 18 5)

NAVERTELD

MET EE PLAAT.

JAC H T-

KAPITEI

, GRAVENHAGE. - DE ERVEN

J.

L. lER5TRA5Z.

RIJGSTAFEREELEN.

~~iiili

(6)

I

F LIl T.

EN

o

nOOR

[ 18 5

TAVERTELD

MET EE~T PLAAT.

JAC H T-

K PITEI

RIJGST AFEREELE

'sGRAVE HAGE. - DE ERVE

J.

L. TlERSTRA Z.

(7)

IN HOU D.

8

2

16

il 37

6 94

123 132

1 1 1 Bladz.

.. , ...

EEN VERWOED GEVECHT. . . .

EE. GEVECHT MET EE.· BEER. BiJl Alti 't'ikaatl eh jac/d-

Vi:1'!laaZ . . . • . 0

DE ROOVERKAPITE~. DE ZWAARDJAGER . . DE TIJGER EN DE LA'G .

AI ED E. TRO UW. b'l'It chooll vool'b 'elrl 11it on~ J!lIli,'chc G chiedwi . . . .

Ä.'TEEKE 'P.lGE..,\ VAX EE. OLDH.T.

DE JACHT OP DEN WITTEN BEER.

DE JA HT OP EEN KAAIMA . . . . EE AVO. TUUR OP REIS IN GUYANA EEN AVO~'TUUROP HET EILAND !IORAKI.

EE TIJGERFAMILIE .

EE.' TOCHTJE DOOR DE ARGENTIJ. CRE PAMPA

toomllrukkerij. - J. F. HA EKEn Co. - Haarlem.

(8)

JACHT-E

KaS

KRIJG TAFEREELE

DE J CHT OP DE WITTE BEEH.

De witte beer der Poolstr 'ken 001' bel 'nd nder den naan.

van "ijsbeer", i na d grizzly- of grauw' b' r van r0 rd- Amerika, de groot 'te van zijn soort. Dat r fdier zoekt zijn chuilplaats in ij..holen en zijn voed, cl b', 'taat in üch, ZèC- kaken n .... m n chen, wanneer zulk e'11 buitenkansje zich voor hem opdoet.

W herinneren on en caricatuur van den sinds e 'n paar ja- ren ovcrkd n wclbl'k nden Franschen caricaturi.t Cham, op h t tijdstip dat er een 0 rdpool-expediti in .lee was estol- n. lIet st 'ldc vo r een kring ijsberen, die c n wo ·tvroolijk n rond'- dans uitvoerden, bij 't vernemen der h 'ugelijk> tijding dat r een heele tr ep blanke mannen in aantocht was.

Van alle dieren die beurtelings in het wat r en p het land leven, i d' ijsb er de best zwemmer en vermits de streken waar hij g woonlijk verblijf houdt niet and 'rs opl ver 'n dan witte hazen, zeevogels en eenige mo oorten, is hij een mach- tig mededin~ervoor den Eskimo, die in de jacht op zeehon-

l

(9)

den, vossen, zeekalven en zeeleeuwen zijn be taan zoekt.

Men moet daar m niet geloo\" n dat de bewoners der Pool- str -k n zich h cl emakkelijk hun buit door hun in 't wit- bont gedoste viervoetige mededinger \'oor den neu latenweg~

kapen. Dikwijls vinden ze gel genheid en ij b 'er te dood n, en we zullen aanstonds in 'tk rt \'ert lIen, h e zij 't aan- leggen om dien wo ten buurman om hals te brengen.

De ij be r wiens huid een der fraaiste ledikant- of ofa- tapijtjes i, die een w e1derig mensch verlang n kan, heeft g woon lijk een I ngte van tw e tot twee n e 'n halven~etel:~

van zijn snuit tot aan het puntje \an d n staart, die VrlJ

kort is.

I I t uiterlijk vork men van dit grimmig roofdier even af c1lrikwekkend als h ,t oord waar hij verblijf houdt.

\V Ik en vr 'cselijk oord! V\elk een ak lig doodsche tr ek, waar ge n boom of struil', geen gra spri tje rroeit'n kan, en wier enige plantengroei be taat in \\at schraal arij!;achtig m s dat m t m eite langs 11 - z\\ arte rot. en \'Oortkrllipt! E -n mee- doogenlooz, uwigl1urend' winter he r cht op dit gedeelte

\'an d n aardb I, dat h t gan che jaar door met een wit kIe cl is overd kt en waar de op n do rschijn nde ze' drijvende reu achtigc ijskegel' d or den wind worden he n en weer ge- stuwd en tegen elkaar geslingerd zond r dat d - z\\akk z n- n stralen iets op hunne harde opperdakte vermc gen,

En toch leven t, midd n van die euwig -neetl\\' n ij mensch n n dieren in \' Ikom n \\' I tand. De eerst 'n, die schier g h cl vr emd zijn aan alle wat naar be chaving glijkt, leiden e n allerdr evig tieven; ze t n, bij wijz' van salade, mo ; ze stoppen den mond vol sm-euw om hun d rst te les- ch n' traan van \'isch en zeehonden is voor hen een nectar,)

en het vet en vlecsch van di dieren, welk z met veel moeite

2 JA UT- E~ KRIJG TAFEREELE,'.

m~ JA 'IIT OP DE.' "\ ITTE,' BEElt

bemachtigen, is hun eenig voed el. - 1\-Iet \'e'l moeite, zeggen we, want d eenige wapenen waarvan de Eskimo' zich bedienen zijn harpoenen en lan n van een hoog t oor- spronkelijk maaksel en waarmee ze min tens tienmaal tegen

ens het doel missen.

D wijze waar p de bewon rs der P olland n d 'n ij.·be r jagen, is onveranderlijk dczelfde. Een hunner zit in e'n kajak, - een lichte boot, b taande uit ecn geraamte waarover water- dichte vellen zijn gespannen die h rm ,tisch m het lichaam van Jen man ge lot"n zjjn' - n maakt allcilei b 'wegingen en geluiden om de aandacht van cl'n b 'cr Ji op een ijs- schots ligt, tot zich te trc1·ken. TIet doel \'an den Eskim in zijn kajak is g en ander dan om zijn makker gdegcnhciJ te gev n h ,t di 'r, zoodra het zich I' wat r \\il bege\'cll, op een d d lijk!' plek t, tr 'ffen.

De Eurol ean n d I' beschaafde land 'n bedi 'ncn zich van ander mil1d -kn om tot h tzclfde do -I t, geraken. Ziehier hoe een oude zeerob, dil' \' 'r'cheidcn rciz n l1Jar d' Polig \\' sI en heeft medegemaakt, zijn laJtte ber 'njacht op Cr enl nd. kust

\'erhaalt.

p zckt'ren dag, na e n \'I'ucht ,I aZt n tocht over het ij om beren f walrus, en t, ontm eten, kwamen we aan boord van ons hip de ~Phl'g''ton'' tLrug 'n na den maaltijd gin- gen wc te konder e n vracht van p ll,cn.

" waren nauwelijk!' inge -lapen, t '11 dl' man di' d'

\ acht hield, ns kwam wckk'n n ns waarschuwde dat hj op een groote ij:sch t5 in onze nabijheid dric "witte konij- nen" zag he 'n en weer dwalen,

,~Hoewc1 w' doodmoe waren n aan den slaap bijna ge n weerstand konden hied n, wilden we toch zulk een schoone gelegenheid niet ong bruikt laten voorbijgaan, want w wisten

(10)

heel goed door onze jagers-ondervinding, dat dit soort van wild niet overvloedig was in de streken waar we overwinterden.

» De wacht, die met behulp van een kijker de bewegin- g n der dieren had gadeg slagen, deelde ons mede dat het een berin met haar twee w Ipen was, die blijkbaar de plek opzocht n waar we acht dag n te \'oren een elooden bcer had- den latcn liggen, wiens huid in on. magazijn was opg ,I gd.

"W In t n e n omw g van een paar ur n langs d' ku t mak n n tocn we dien tocht hadden volbracht, zagen w de drie dieren p h t ij liggen.

"H ,t plan van onzen veldtocht was spoedig gemaakt. T 1'- wijl mijn makker l''cht vooruit zou aan, teneinde de moeder en haar jong'n te bel tten naar de ijsbergen te ontvluchten, ging ik w cr in oe loep zitten die ons tot aan de kaap had gebracht, om hct wild dcn weg naar Z'C af te nijden.

~T en de ~witte konijnen" ons bemerktcn, war n \'e ni ct

\'crder dan tw' 'hond 'rd m ter van h n af. De moeder vcr hief zich p haar achterpooten al. wilJc z' gaan dansen; maar z deed hl-t all"n om on. b ter te kunnen zicn en over het nad 'renJ gevaar t' ordeden. Zood ra wa. ze nict op de ho gtc, oi ze paH m ,t d bcide jong'n haar biezcn over h't Ijs.

:'Ilijn mal-keI', die andcr \'rij g cd loup n I-on, bie f ditma 1 bij de v n' Iging acht'r; daarom \'ond hij het bctll' bij mij in dc .Iucp te k m n, en to n 1'0'iden wc uit allc macht om het wild niet uit h\,t oog t verliez 'n.

~IIct drietal was on en he I md voonllt; we zagen hoe de berin m t ha,lr jongen zich in een . ort van mo 'ras stortte, dat uit gr 'nachtige modder be tond, waarin zc onderdom- pelden al' eenden in cen vijv 1'. D' bcrin . checn nict op haar gemak daar ze blijkbaar bang \ ac; dat de jongen op dez 0

tocht do l' dik en dun nder haar 0 g zoudcn verdwijnen. Nu

5 DE JA 'HT P DEl" WITTE BEER.

en dan bleef ze staan als ze over een diepe sI uf h en moe t en dan zag n wc h e ze met haar pooten de jongen hi lp om langs de teil hIliogen af- en op te klimmen, hetgeen ni t belette dat d jonge sch psels, die doodv rmoeid sch nen hun b hum UI' toonden tegcn de moeder die h n lang zulk

en si eht g baanden weg voerde.

»Onze sloep, die allerlei sling l'S had mo t n maken om zich door het ijs een doortocht t banen) was eindelijk beland in en soort van kr ek, op wicr Iijkerig n bodem on ge\' cr een halve meter water stond. We hadden v'ld g wonnen en h t wild bijna ond I' schot, toen onze slo p grond raakte 0 wc niet verder kond n.

"Het scheen dat de krijgskan ten gunste d r t genpartij keerde, want het hvam on mo ielijk voor, haar doodelijk t, tI' ffen op n afstand van ruim tw honderd meter. laar van den nood en d ugd makende schoot mijn makker op g cd geluk met zijn g 'trokken buh en groot \as onz \'I'eugd to n wc d' berin een woedend gebrul hord'n uitsto ten. Z, sch('en z\ 'aar g kw tst, en wel in de I 'nd 'n tI' ek, h 'tge'n bi ek uit de 010 it, die ze had om zich voort te J p n. Hier- door kr gen wc tijd om aan d n wal te pring n en haar 10 - p nde in t' halen.

.ln h t d 'nkb<'dJ dat z do delijk getroffcn was, gingen we zond r aarzeling met uitgetrokken jachtmes op haar af, maar ensklap verhief h t monster zich op zijn achtclpooten n greep mijn makker met zijn vo rklauw 'n, al voren hij d n tijd had terug tt' pringen. Ik .t nd op zij cn stak cr wo - dend op to' om het dier te n odzak'n zijn prooi 1 s te lat n, maar het verdedigde zich met zjjn linkerklauw terwijl h t met den rechter mijn makker omklemd hield en hcm in den arm b t.

JA UT- E,T KRIJG TAFEREELEX.

4

(11)

Dit g \'ccht duurde v r cheiden minuten. - Dc matrozen van d '~Phlég~ton", dic over h t ij naar on kwamen zagen hoe wc met de beren laag \\ar 'n; ik zc ~bcren",

\\'ant niet alleen hadd n we met de oudc t doen maar ook de j ng n bet n om dapp 'r in ti' becn n - en wc achtten on hoog t g 'luk kiN toen onz> makk rs ns kwamcn ontz tten.

• De matr z'n laagden er in dc b itlc jong 'n met trik- kcn t vangcn 'n aan ,lkaar te bind n als gekopp 'ldc honden.

Ze gaven de oude haar b komst n zo werd 'n we uit nz n b nard n tócstanu \crlo.t. 't Was h og tijd, want mijn mak- ker was er he I sI 'cht aan tOl', Vlfc waren genoodzaakt hem naar dc slo p t, dragen daar hij zijn b wustzijn vcrloren had.

't \\ as uidelijk, dat de arme moeder zich had opge- offerd v or haar jongen, want niets z u haar gemal-kelijk r zijn g wc ~t dan te ntkomen.

»'t Is bijna ni t t N \ooven, maar 't is en feit, dat t rwijl

\\., lH t di 'r ie huid afstroopten d jong 'n zich op hd lijk d r

Ol cd r wierp')1 om zich aan haar vi ch en bloedte\·ert-:astcn.

Het .preekw rd, dat de w Ivcn cl 'aar niet v'rslinden

01 ge in figuurlijke zin waar zijn, in de werkelijkhl:id gaat het nie p en 01 t dc b ren i' 't l1l:tz Ifdc, zooal 01 n ziet,

•T en de huid wa afgestroopt ging n de jongen er op ligg n n li 'ten zich ni t verjag n, \\ e waren du f,{enoodzaakt die kwaadaardig b c. ten op h t vcl mede t, slepen al op een I '. i t zonder m eite werden ze aan bo rd <Tebracht, want ze b ten wo dend van zich af. De timmerman maakte zoo poedig mogelijk een k oi om ze op te , luiten, maar dit lieten zich ook alle b halve g 'makkelijk w Igevallen, D ' dieren sch - nen te b 'grijp 'n dat ze hun ij clden en noorder. tormen voor e \Iwig vaarw I gingen zeggen.

De ijsberen zijn terk verminderd in de noordpoolstreken.

Alle reiziger die de ij'z,·"n bezo ken, vcrvolgen hen meed 0-

genloo . Gedurende de pool-expeditie van de" orthern- tar"

ruim dri' jaren gc1ed 'n, zag de equipagc die g noodzaakt was t ' o\"(~rwint'I''n, in 't geh el ,lf b 'ren waarvan ze cr leeht drie kon dooden.

Een van d drie \ as een r u in zijn . aart; hij had e n lengte van 3.2$ 1\1. en een hoogte aan de 'choft van I.$ M.

Alleen de huid van het dier \Voog $0 Kilo het lichaam 600 kilo; en Ic\' rde 200 kilo vet op. Dit was zeker wel het fraai-

te xcmplaar dat 0 il door e'n jag r wcrd geveld.

DE JA UT OP DEN' WITTE~ BEER. 7 JACHT- EN KRIJG TAFEREELE~.

6

(12)

DE JA HT OP EEN K AlM! 0. 9

tingen een zwart en bew eglijk voorwerp dat we weldra her- kennen voor den taart van een aligator.

Het chuim lost zich op en d kreek vertoont weer zijn kalme oppervlakte' we zi nniets m er dan een spoor dat zich ver- lengt n alleng \' rdwijnt. VII e zoud 'n g'I v n dat het mon- ster I' cd he 'I vcr is, als ni~t onze Indiaan. che gids mt den ving I' en pI kaanwee , waar het w ter donkerder is dan elders n waar m n zou meenen dat e n lang boom tarn op den bodem lag.

- ZietI - roept hij; - zi 't! Daar komt hij aan en naar boven!

Inderdaad, het voorwerp dat op en boomstam gel ek, werd teed dllidclijl-er zichtbaar.

- Daar i hij1 - riep d Indiaan, - hij k mt naar bo\'en m adem t, halen! Opgepa::;t!

De aligator hid zijn rooten g w Ifd 'n kop uit het water, snoof en sperde zijn kaken p,

Allen h waardcn wc een diep stilzwijgen.

- i\lee t 1', - z -i de Indiaan zacht tot me, die kaai- man heeft al mcnchenvl 'csch ge pI' fd.

\Vaarom'

- Omdat hij on." sind lang he ft wa, rgenom n 'n groken.

Zijn muil is wijd geop 'nd blijven staan, Als z' é "ns mensch 'n-

\ Iee:ch h('blwn geg ten, v(;rg -ten ze dat n oit me I' 'n zoeken ze bIj \' Ik'm wo'n I kl, 'r houtje rnachtlg'te worden ... Ze lat n ecn paard, een bu ffL'1 , tien buffels taan om één mensch op te t n, ,di schavuit! Als hij v n vluT als gulzig was, was hij al op on t egcsch tcn.

tk hau \'crscheidl'n Llano, onder mijn gc\toide. - Zoo heetcn dc prairie-bewoners die de buff -Is 'n \\ ild paarden met den la so vangen.

1

Fran-c\w doctor Félix :\Iaynard gaf eenigen tijd ge- en rei ",'crhaal in 'l licht, dat ze I' belangrijk blad- ht'\'at 'n waaruit ik mijnen lez'I'S I' 'nigen wil n, 111-t twijfelende of zij zuil n die met g noeg 'n D

den zijd n m<cde ·1

DE JACHT OP EE

zen.

Het toon el speelt'n hili.

Een ge\\ez n militair, voormalige wapcnbroeJ -I' van den b '- roeml! 'n Boli\'ar, h'dt zich met enige zijn I' makker te goed gedaan aan hl'l del sch \'an en j ng kaaimannct je, maaI' het g zclschap was t ' groot om icdcr met een b 'huorlijke f rtie t bel!cC'len. De ni,t bedeelden gaan nu aan 't zoeken lang den oever d'r kre k, in de h p nor ('en .'emplaar van dit

\'r'cmu rtig wil 1 op te sporen,

El'nsklap., - zo v rhaalt de reizigc1', - word n de kalme groen' water n van l!l'n , troom m t schuim bedekt, en te midden van Jat . chuim, nrhl'ft zich, d mp It \\' I' onder, verh ft zich n crmaal: duikt pni'U\\, n 1'0 rt Zich in alle mogelijk rich-

(13)

E n dez r Llano nam zijn las.o en v'rhief zich om hem naar den kaaiman t( ling r n. \\'as ecnmaal cl' J. p van het monst r in den siriJ- bekl 'md dan zoud 'n w ons \' r d 'n la 9 pannen en hem zoo naar den OL\cr halen; dan zou een krachti! aangebrachte lan..ste<'k, in d n buik, die nietg pant-

erd i h m in t hart hebben ~ctroffen. en daarm' uit!

~laar ue Indiaan haI in zijn \'(lor mij m'erstaanbare taal den Llanos e 'Ilige \\ oorden torgespr ,ken. waarna deze zijn plan li t varen.

Een afkeurend gemOinp I \'l'rhi 'f zich onder mijn mann( n, di r' d" in hun v('rbeeldin: een hl' k ahtiator aan het spit b v n het vuur zagen.

De Indiaan ~af (.( n keken ,m tot g 'dulu aan I man 'n, kwam toen \\' I;l" bij me In prak;

:\1, 'tcr, wat zoudt g mij will n g'n n als ik UIn kaai- man J od maak?

\\ at zoudt , r ' \\'ill n hebben?

Die Cltl/I'hillo. En tegelijk .. tre k hij m t zijn hand O\'er d< n w p van '.n bn,., n~e.1 of lil v'r "n harts\·anger.

die aan mijn zijde hing,

T'(.n, n en. Jani - z hl c Ie de lnuia. n - antwoordde ik. - [1- wil ni ,t dat ge u \' leven in ge 'aar brcn~t om e n kaaiman te d od n.

Vrc "niet meester, ant\\oor de hij bcdaard; - 'tZOl!

de e rste ni t zijn dien ik op dil: djze kapot maak, - En t n li t hij cr fleem 'nd op \'olgen : - Krijg ik dan dl. -huchilla~

- Ik aarz Ide, maar hij liep naar den boschrand en need daar een tevi J('n bomtak af.

Hij legde zo \ el'! zelf \'ertrouwen aan d 'n dag- en sch (n zoo zek 'r \'an zijn zaak, dat ik niet langer \\'ijfclde en den koop toe 'Ioeg.

T en ging hij snel aan t \\' rk' \'an dl'n boomtak maakt hij e n stc\'ig 'n . tok \'an ruim "n haken m·t'r lengte 'n t r dikte \'an het dikeind L '111'1' billartqucu; de uilcind n van de stok werd 'n aangepunt 'n daarna in het vuur gehard. T 'n onlC! 'd hij zich van zijn punch - el n soort mant I n zijn calzoner - bI' ek - tap e in d 'n . tru m en !ing op cl n aligator af, met \'ooruitlc:p'>tokl'n arm n g wap nd m t h t aangepIInt ' paaltje dat hij in 'I midd<'n, recht op en ncer vast- hl Id, als p n Aamh uw.

De aliga I' lag altijd nog op dpz Ifde plaals 'n dompelde van tijd t I tijd zijn kop n I 'I' waln, stal' dicn dan wc r mhoog.

sperde zijn kal'en wijd op en ademt!' 11 lu ht op die van onze zijde kwam.

Zo dra d Indiaan tol aan cl knlcl'n in het water stond,

gin~ dr aligator hem za ht, .chier ollmerkbaar t gcm et l'n

wc \'('1namtn Cl:n afschuwelijk g kraak \'an be 'nderen. 't \\ as

het g klnpp 'r on zijn kakebecncn die, in l'en pwclling van . mulzucht, up dkaar . Jocgen. Dat onh ilpellend Jeluid wa.

het enig dat 111 den omtrel' van dl' kre k \'crn mn w'rd.

\ c waren ~tom 'an 'c!uik en ang,"t en het cheen dat d vogel, d' ins 'cten alle levende ch 'pselen lanus den 0 h- rand L'n in het woud z 'If, - \ 'aar geen windzuchtjc d or het gebl derte rui chte, - enma!s wij zich d d. til wilden houd 'n, om de. te b ,t 'r den -trijd te kunnen aan ch U\\cn di' I nd gele v rd te worden tusschen een r'ti en c( n dwerg, tlt. ch n 'en mon -ter bedekt met <;n kog 'Ivrij pantser n g wapend met vervaarlijke tand n en machtige klauwen, en een man zon- der 'child, g heel naakt, wiens verdedigende en aanvallende wapenen enkel bc tond n in list en e 'n onwrikbaren wil.

De beide vijanden bC\'inden zich t genover elkander. De af- stand die hen nog gescheiden houdt. wordt langzamerhand kl 'iner

10 J.\ IIT- E~ KRIJG 'TAFEREELE.'. DE JA. llT OP EE.' K.AAm.U'. 11

(14)

De Indiaan gaat regelrecht op den muil van het monster af, en het monster zelf glijdt ook recht naar d n Indiaan heen;

maar eensklaps maakt het en beweging link en verricht dan, als draaide het op en. pil, een omzw nking waardoor het ns zijn zijde verto nt. De Indiaan heft een ov re nkomstig ma- noeuvre uitg \'oerd, teneinde in dezelfde positie teg nm'er h m te blijven, altijd met zijn tok in de uit r trekte hand.

Deze frontv randering pleit voor de goed taktiek van d 'n kaaiman. Zijn gezicht is niet scherp 'n bij dez g leg nheid moest h t nog zwakk 'r dan anders zijn dn;lr d laatst' stra- len der ondergaande zon in zijn oogen vielen toen hij den kop naar het westen had gekeerd.

De Indiaan daarent gen had de zon op d 'n rug en kon klaar uit zijn ooeren zien.

Deze v'randerin~ van telling, die gehed in 't voordeel van het beest i , Heeft on' gelegenheid den strijd tot in zijn ge- ringste bijzonderhed 'n na te gaan.

De beide tegen tand r eraan in hun niluwc po. itie voort el·

kander zachtje te nad'1''no De bovenkaak van h t monst'I'

gelijkt op 'en g opl'nd 'n val die gereed i neer te .Iaan op het hoofd van ]anis, di· reed tot aan den hals in het water staat en v etje voor voetj vo rui gaat, l ndcr grond te \' r- liezen. aarmat ' hij nauert wordt de hoek van d 'n geopend 'n

val steeds grooter.

Op dit og 'nblik zou d' opmerkzaamste luisteraar het fijn t.

gehoor geen ademt chtje onder mijn mannen hebben kunnen vernemen. We hi ld~n allen d n adem in; w' leefden en adem- den al 't ware alleen m t de oogen zo had d vree ons bevangen. Het leven van den arm<.>n Indiaan wa' toch even- go d al h t onz .

Toch hadd n de me sten van mijn troepj 'en alles hehalve

gevoelig hart. Zij waren roovers uit gewoonte, moordenaar als de omstandigheden het meebrachten liefhebbers van mar- telen, bloeddor tige schavuit n zelfs kanibalen; ik had hen al- tijd zien lachen bij het lijd n en d n dood van anderen ge- durend' d nonafhankelijkheid '-oorlog, di n gltel'l'a a la muerte.

Maar de moed en de koelbloedigheid van dezen Indiaan scheen en diep n inclmk op heli t maken. Bij ieder ander gelegen- heid zouden ze den aligator, die op het punt was van een le- vend n fndiaan op te happen, hebben t gejuicht en z zouden wedd nschappen hebben aangegaan over de manier waarop het m nster het hapje zou hebb n aangevat, - bij 't hoofd, bij d beenen of bij het middel.

Ik kan nooit zonder een rilling aan dat oog nblik terugden- ken.

13 DE JACfIT PEE, K...\AUfA,.

og n chrcde - slechts e n chrede 'n al dan de Indi- aan h t hoofd opricht kan hij vlak boven zich een v rvaarlijke rij scherp tanden zien.

. laar hij richt het hoofd ni t op; hij hou u de 0 g n naf-

"e vencl gencht op d gapende pening men zou zeagen dat hij met zijn hall'emeterstol" d' wijdte \<ln die opening wilde m 'ten hij raakt ze bijna aan en ind 'lijk ... l>teekt hij zijn arm in den muil de kaaiman.... I fet m mter sp rt nog wijder de kak n open om een gro ter gcu 'clte van zijn prooi te grijpen, to 'n achtereenvolgen met zijn 'taart, buik, rug, bor t n keel U' gr ote golv nde beweging mak nde om toe te hap- p n , schiet het vooruit en slaat zijn kaken toe op d n arm, den schouu'r en het hoofd van den onverschrokken Indiaan.

De ang t dien we gevoelden, was onbeschrijfelijk, - 't duur- de sleeht enkele seconden, maar 'twaren vrees 'lijke oogen- blikk n. Wat was er van Jani gewurden. Had hij gefaald?

Hadden h 1lt in de laatste oogenblikken zijn ko Ibloedigh id en J CHT- E KRIJG~TAFEREELEN.

12

(15)

JA Hl'- E~ KRIJG TAFEREELE:'. JA'TIl' OP EK' KAAUfA t. 15

ik baastig. - Haalt 1', mnnncn.

n voor d 'n lasso in welks tril.. de hout uit tbraken, h e di per d punten in zijn kaken dron- g n en hij in zijn stuiptr kking n zijn kracht n verspild .

- D lasso! - riep d Indiaan; - de lasso om r en eind aan t, makcn!

De Llano., di' zijn lasso n g g r ed hield, liet zich niet bidden m zich in d n 'trijd te mc'ngen. Hij zette zich moedig chrap met het link 'rbe n vooruit, hct rechter naar achter n en den vo t stevj~ in den grond geplant. I[ij b . chr' f met de rechterhand, waarin hij d opgeschotcn I dcr n ri m hield, terwijl het uitcinde in zjjn linker hand ru. He, nige kring n in de lucht miH', berek nd d kracht van zijn worp n slin- O"crdc toen de la:so in dc ruimte, die fluitend zich ontrold

,

waarna d' m ,t looden kogel' bezwaarde strop zich jui t om den I.. p des aligators strenT Idc 'n over den hals glc'd t taan de v rpooten.

- IIaalt p! - riep En allen spanden wc

hals \"a11 lut mon..tcr is gevan~en.

Ik v 'rz I, I' U dat het ). -r van dil n lass .'tn)' wa-, n dat was n o.Iig om \'c 'r:tand te bieden aan ns tI' 'kken n d' wortelinJen 'an bet dier, d. zich 111 t di - trekpartij \'01.tr kt niet verkoos \' 'r ·cnigen.

;\Iaar wc 0\' 'l'W nnen zijn tegenspartelingen en \'óór dat h -t d nk '" \\'as, lag hij onbew eglijl' op uen eH:,"er.

behendigheid begeven? Gleed hij than do r den lokdarm van het gedrocht dat, \\' lIicht van vreugde, than met zijn staart h t water gees Ide n zÜn prooi verzw Igend', zich in een sluier van schuim hulde? I dat niet het bloed an onzen armen gid , dat de rivier roodverft?

Die af chuwelijke twijfelingen duurden slechts een paar econ- d n en terwijl ik met de groot t pm rkzaamh id d' wo 'te b we"Îngen van oen aligat r gade la b 'gro ten mijn oldat n in opgewond n ge - tdrift met een drievoudige hoera Jani , di uit het wat 'r opduikt g zond en \ -I, n in een ogwenk naa t me . té,lat en d 'n b'loofden Chuchillo op i cht.

Hij had hem wel verdiend!

lntu 'schen prong en \VI' ng zich de aligat I' als en bez tene;

hij sch en ten pr 0\ aanHe-:-c1ijkc tuiptrd'\,in 'n en ho me r schuim hij d 'cd op 'patlw, hoc blo diger h t werd gekleurd.

'oms e f hij nb -\\"Ccgelijk met uen I pbent.'dcn\\aarts naar h t zand gericht en den staart in d lucht. 'om' ook \'erhid hij zich in d ,lil' W t.'Ol' halveml'den lIoven d n waterspil'(f 'I beproefd t - orulkn t rwijl hij len kop . hudd' al en wild I aard dat \' or 't Ist het bit in den mond \Ollt.

Toen wa. 't dat we Ic behcndit:ht.'id l n ko Ib m:dight:id \ an den Inuiaan konucH bl wonderen.

lIet stuk hout uat hij in den muil \ an het g"l'drocht hau ge. t k n, toen 't hcm wilde ophappen, wa IJl -t zijn b id harde punt n te~ 'lijl' in het ,"crh 'mclte (n de ondlrkaak ge- drong n, waar h t nu al. een \ crticale wig uienst deed en de samenvoeging der nd -r- en bovenkaak bll tle.

Janis zou gefaald h bben als zijn hand had gebeefd; als oe I unten van de 'pi' v 'rkeerd geplaat t 'n uitgegleden war 'n op de harde ppcrdakten \ an dat hclsch' keelgat.

Hoe meer nu de aligat I' zich in pande om het moordend

(16)

EE~ AVONTUUR PREI' L'\ UYA~A. 17

aan beter zijn geno gen te moeten eten aan jams beef-alen, kaaiman-hagedis en atoe' en all r1'i apen, en dan het vo r- uitzicht te hebben van geh I tot het Europ 'eo eh leven terug t keeren en te kunnen zegg n: "mijn zending i.. afer'l op n,"

dan zult g mo t n t cg v n dat I' re 'ds t over i om d 'n minst g voc1igen I''iziger nog tot \'l' olijkheid te t mmcn.

Ik had al mijn p roncel afgedankt en te akoura in het magazijn mijn I' vrienden azals en Labourdett , al mijne op cl expediti verzam I nde curiosa ter b waring gegev 'no Ik had niet behouden dan n kanoe die gero 'idW rd door drie Bonie.

van Para1l1aka. Dat war n de zwart n Am rika, zijn vrouw I aha en b ider zoon Qua iba.

De man was en gro t n n 'gel' van bijna zc. \' et, m·t her- kulisch ormen en ' n zacht innemenu gelaat. Zijn 'vrouw was e 'n ~t vigen tante, urc cl 'n hoog als een ka t van ebbenhout, met een g- ed gezicht, dat altijd een brccdl'n gullen lach "er- tonde. Dc knaap had hd vlugge apeng zicht \ an alle neger- kinderen.

Het drietal wa ocklecd, behalve in e n zonne traal in e n cu/i"lhé, - een \ ijg nblad van kato 'n, nog iets kl iner dan e n zwembroekje. Dit hoo '.t orspronkclijk ko tuum liet n groote vrijh 'id in de beweginT der I demat 'n toe, maar daar- ntegen h ,t het de naakt· huid zoo ongehinderd aan den invloed d I' brand nd' zonnestralen bI tgesteld, dat ik er niet zonder beven aan d nk'Tl kon.

Ik oor mij hrandd' nd r mijn wit flan I al. e n schildpad in zijn chaal bov n het vuur' mijn sched I k okt' onder mijn witten h Im n mijn drie Bonies, met hun blootc hoofden pagaaid n aL b zetenen en zong'n uit volle bol' ·t. D knaap overst mde met zijn schrill stem de lag re tonen zijner ouders, terwijl hij met al de kracht zijner tienjarige arm n een pagaai

2

G Y~".1.'"1

R OP REI' I

A\O T

EE

Na een lange afw zigh id voer ik d' Maroni af de groote rivier die tusschen Fran ch n Holland ch Guyana d orl opt, - een stroom van nge\'eer drie kilometer brc dte. De val van Hermina, - cl laat t mpirl - hadden we acht 1 on .

Tw'e dag n lat'r moe t ik te t. Lanrent zijn, c n Fransche trafkolonie ongev'er vier kilometer vancl •monding der rivier.

Over twee dagen zou ik voor goed af cheid nem n \'an het wonderlijk gebraad n de onmogelijkelaapplaaten van Bo\'cn- Guyana. Dan zou ik mijn led n \\' er op -n \\"Z nlijk bed kunnen uit trekken en zou mijn maa1 W''I' eht brood mogen verteren. Echt bl'O d, in plaat van maniok- en gerst 'nbrood.

Dit vooruitzicht, gevoegd bij dat van een spoedig'n terug- keer naar een beschaafd land, maakt me ind rJaad opgetogen.

Denk een aan: vijf lange wek n ond'I' den blooten IJ mei te slapen in een hangmat, die onverpoosd wordt b zocht do I' mu kiet n, vampier-vleermuizen, sc.horpioenen, duizendb enen en ander ontuig; steed een gemengd concert te moeten aan- hooren van roerdoppen, stier-padden en brul-apeni bij gebrek

(17)

,

19

EE~ AV )iTUUR OP RErs IN GUl'A ·A.

Ja! ... j;l! ... ja.! . . . . .\! ... ! ... a! ...

KOJn. kom mi bota. haj.\! (Kom in mijn huolje, brlJcurr ! ...! ... i·! ... é! ...

KOlU n. lUi bot,l, baj ! Jo! ... ju! ... o! ... 0! ...

Dit Bel azar-festijn dat aangevuld werd m t een schotel couac - "kwak" zouden wij z gcren - blo m van manioc, met water aangemengd - w rd met groote vlugheid verorberd en toen, vervolgden wc onzen weg.

Alvorens v rder te gaan, nog een nk 1 woord. De lezer zar misschi n verwonderd zijn mij m t d armen over elkan- der te zien zitten terwijl een vrouw n e'n kind zich aftob ben om mij voort te roeien. rk heb hier alleen op te antwoor- den, oat in Guyana de dames met eVIl\'c I gemak pagaaien ab cl mannen, n wel zeven, acht uren aan een stuk dat ze sinds haar jeugd aan die lichaamso 'fening gewoon zijn en dat het haar ni t mindl.r mo ite kost dan aan (lnz' vrouw n h t hanteeren d'I' naald.

Ik h b du geen v rgrijp tegen de galanterie op mijn geweten.

rsaba b,- int t zin.,-en. Ik breng mijn aant kening n in orde, onder het r ol-cn van meer dan een cigarett .

D stern der zangere. is niet zonder bckootlijkh id. Ze is zuiver, helder, en harmoni. eh in de maat m ,t den riem lag.

H t is een oud negerlicdj :

De laatste klank gaat ov I' in een tremulant, die de zang ter aanhoudt totdat u: geen lucht meer in haar J ng 'n heeft.

Na deze hoffelijke uitnoodiging aan het adres van baja - broeder - komt de beurt aan data - vader; - vervolgens aan bota - zwager - dan de familte, de vrienden, - in 't kort iedereen.

J UT EX KRIJG TAFEREb:LEX.

1

hanteerde die half zoo groot wa als die zijns vaders. Dele zat op d achterplecht die, in den trant d I' enetiaansche gondels en\\' inig hooger wa dan het vorst g deel te, n tuurde en pagaaide t gelijk. Hij had d n mielijk ten post. - Vervolgens kwam ik uw ond rdanige dienaar, heel ongemak- kelijk peen kistj gezeten dat een veld-cantine bevatte; dan Qua iba, zijn roeiriem omklemmende, en indelijk Isaba op de voorpi cht.

riet ranke vaartuig, dat zes m ter lang, tachtig centim 'ter breed was en in 't midden bijna géIijk met den waterspiegel lag, vloog over d' ppervlakte van den stro m.

Deze soort \'an vaartuigen die uit één stuk van d n voor verrotting nvatbar'n Bemba-stam wordt gehouwen, liggen zoo vast op het water dat wc niet de min. te schommeling gevelden.

BO\' ndien zijn ze zoo tevig dat ze, - hierin geholpen door hun opstaanden boeg die een dikte van tien centimeter heeft, - gemakkelijk over de 1'apids kunnen heenkomen.

Ik wcn 'chte zoo spocdig mogelijk de plaats onzer be tem- ming te b reik n. Daar m had ik, om mijn zwarte 1'0 iers aan te moedigen, een flesch tafia - ruim van de minste oort- ontkurkt die elk op zijn beurt e ns flink aan prak. i\Iaar deze keerkrings-nektaer verzonk in 't niet bij 't \' L'chijn n van een blik :lrdine die ik, m't b hulp van een chaar uit mijn in trumenten-tr u sc, had opengemaakt.

Men ha I de tongen mijner brave zwarten moeten hooren mal, ken, op het g zicht der in ohe z\ emmendc katvi chjes.

In minder tijd dan ik noodig heb om te vertellen, waren zc \'er- dwenen. a dilllor d' oeuvrekwam de hoofd chotel, dat voor papa be tond in d n kOl d I' coata - e n groote zwarte aap - voor 't zoontje in e11 poot, en voor mama in den staart \'an hetzelfde dier, die niets minder vleezig en sappig is cl.n die van een os.

(18)

Li hall.I ,cel t vel'1,

Li ha\l . , ... Li ha\le ,.,. Ii b:\,u\ \I .! .. ,'

EEN AV .-1' R OP REI IN G YA TA. 21

hij me met vragen die ik niet alle even vlug en goed weet t bantwoorden; maar ik heb dat toch liever dan zijn einde- looze ri torn llen.

Hij preekt h el vI t het Cr ooI ch patoi , dat zijn land e- nooten vroeger van d weggeloopen slav n h~bben overgeno, men n \ aan'an het gebruik onder de B ni voortleeft. Hij vraagt me nu waarom d GI'Cm-.Vall - gl'Oot opperhoofd - van Frankrijk on hi rheen heeft gezonden. I Parijs groot?

Hoevel dagreizen per kanoe zoud n er noodig zijn om er omh en te \'aren? H bb n alle blanken een baard? Dragen d vrouw n I' calimbé's?

Ik voer h ol ten toppunt an verbazing door hem te vertel- len dat in Parijs de <'m'b t, - \V ning n - worden rebouwd uit rotsteen 'n uat men z huizen noemt; dat cr zoo zes wo- ning n bo\'(~n elkaar zijn en dat in een enkel huis hond rd men.chen kunnen \ nen.

- ?lIi, mam:ll1! - I' ept hij, - Dat i' d' gewone uitro p van verbazing bij de negers. - :-'1i dédé , .. caba! , ...

Och, mijn !TI eder ... ik ben al dood! JIet laat. te geeft de uiterste gr ns \'an verhaling te kcnn n.

ommig' d 'nklx el den kan hij zeer m ei lijk in zich pne- m n. Zoo kan hij zich bijvoorbeeld geen voor:tellin' maken van wat koude is, J lij bn niet b grijpen dat op z keren tijd van h,t jaar, die uv rl'l.mk mt met den r gentijd, het wat I'

zoo hard wordt, dat m nschen en dieren I' over kunn n 100- pen.

Dan houdt hij e n. klaps op met praten n I' ept zacht: - Jsaba!

-- Jlé, hè? - is 't antwoord.

Daar zij mijn taal, gedeeltelijk B nisch, Flansch n Creoolsch, niet ver 'taat, vertaalt hij voor haar d wonderlijke dingen die JA 'nT E~KRIJG 'TAFEREELE:.

Zoo zong hij "OOlt t t zijn keel n zijn lippen dro g \\ a- ren. u dacht ik dat h ,t g daan zou zijn, maar jawel! De muziekk orts had hen b vangen. De I)ude I' mances b 'gol1ll"n hun t' v 'r\'elen 'n nu gingen ze eindelo ze liedjes improvisee- ren, waarin b 'UI'teling' ik en mijn \\'ettcrlin-gewt'er met zes

choten \\' rd'l1 b z n"en:

JI) : .•. jo!.,. jo! . " 0:, .. u~, ,. I)! .. , .Ui na ouani v;l'luu kumhl\"

(Dit heeft ~een zin.'

~ra is~o. mi 110. un'llli .T;lliou komba, enz.

Dat gaat zoo en uur lang voort en wordt op den duur vervelend.

u is 't de b urt van Amerika. 1tij heeft el1 fraaie stem zacht en toch mvangrijk.

at alle. wordt door pekt lllct j," je s en jo', tlt in het cm- eindige.

Eindelijk doet zich c'n afleiding op in de gedaant "an l'en prachtiJ ' duil r-eend, die o\'er dm trU0111 sch '('rt, en p ze - tig meter \'an n, af, vuorbijtrekt. Ik ,chict z in Je \ lucht m t mijn Gr en or-jachtgeweer, kaliber twaalf. met e n lading van ze' gram Engelsch jachtkruit.

D' zware lu 'hranding doet de jo" ecnklaps \' rstommen.

Dat. chot in d(' vlucht he ,ft Amerika totaal ()\·erbiuft. Hij is zelf een gro)t jager - denkt hij - maar hij I an alle'l1 staand of zittel1l1 wild raken.

u heeft hij de muziek vergeten. Des te hetn.

1ijn jacht/! .\\'e'1' m t centraal-ontsteking wekt 111 hooge mat zijn belangst 'lling. Als een lcht natuurkind o\'crstc1pt 20

(19)

22 JA Hl' E:-\ KRIJG TAFEREELE. . EEN V 'TUUR P REI,' I G Y.-\.. A. 23

ik hem verteld h b. De goede vrouw is op haar beurt stom van verbazing.

a blane -là ... li c'été ma sa, Godou. - (Die blanken zjjn allen mijnh ren, goede God.) Amerika spre kt me over Apatou, den neger an dokter Crevaux : - Li pa là pouft~cher koumarou ... Vié maman li, gagné faim! ... femme li, gagné faim ... p tits mouns li gagné faim.Lipas là pou planté manioc ...

li pas là pou baï carbet... çà pas bon trop beaucoup. - (Hij is niet daar om koumarou' met den pijl te dooden; zijn oude moeder, zijn vrouw, zijn kleine kinderen hebben honger gele- den; hij i. ni t daar m manioc te plant n; om hun een car- bet te geven; dat i he I slecht.)

Het do t hem v 'cl gcno gen al' ik h m vertel, dat ik Apatou h b gezien 'n dat hij, voordat er een jaar om is bij de Bo- ni terug zal zijn.

Dan komt dokter l' vaux zelf aan d beurt. lijn Bonie heft vernomen, dat de Fran che l' izigel had gez ·d dat d' ncger van d ,lar ni - ,larowijne - . lang 'n etcn En daar komt hij met nadruk tegen op. - • pas \rai, moucM. Ca mouch '. blanc là, p3rlé mento à so papyra! - (Dat is niet waar mijnheer. Die blank heer heeft cn lcug'n gele d op zijn papier).

- laar wie heeft u dat verteld?

à, mouché Cazalo!

- Kent ge mijnh cr Cazal ?

a même.}\l content li. Li ~ompé ma.

(Zeker. Ik hou veel van hem. Hij is mijn vriend.)

VI el, wat kan ik cr aan doen? Ik wcet er niets van, want ik h b h t npapyra" van mouché r vaux niet gelezen.

- Mouché ou bon moum. Ou disé papyra ou, neg' pas mangé mama-boma. - (l\1ijnheer gij zijt cn braaf man.

Zeg toch op uw papier dat de negers de mama-slang niet etcn.)

Ik b loofde h m plechtig dit t zuil n doen. Ge ziet datik w rd houd; maar dit b let niet dat den Franschen reiziger h t recht geItten wordt Amerika' \' 'rk la ring tc logenstraffen.

De el'ne kiometcr volgde op dc andere. De hitte werd nt- zettend. Ge n windzuchtje deed zich in dien gloei nden ovcn gevoelen. De Mar ni scheen me een troom van gesmolten lood. Die dronmc1sche n g l'met zijn bI ot ho fd, zweet als c n por 'uze koel\.. 'uik, maar do t cr geen riem lag minder om.

Hoewel ik Hnds vijf maanden getuig ben van de ongeloof- lijk som arbed die z kcre zwarten kunnen leveren, en hoe betrekkelijk on~c\' >Iig ze zijn voor de brandendc werking der z nne 'tralen, I.en ik toch verbaasd mijn ncgcr aldu aan de z n te zien bltotg '. teld, met geen andere b chutting dan zijn wollige pruik. - Ik reef hem mijn verwondering te kennen.

- O! - zeit hij met e n lach van h,t c 'ne oor tot h t andere, - - mo calcbassa li pli dur passy roche. - lO mijn kaleba . hoofd) s harder dan rot teen.)

D' kIt ine Ja iba sluimert in. \\ at zijn moeder b tr ft, 1 aba, - zij t mt al een lornuis. Haar rug, die van den n 'k tot ,la h t ni den met fanta. ti eh' figuren in getatou- eerd, J t n~'vol van het uitwasem 'n, met witachtige vlek-

ken g llIarm '1\1.

Ik m, a' bij I zelf de opmerkinf dat die tatouage aller- zonderlinl: t~ ar,llI J... n voor tellcn n het denl'bcld k mt bij me op ze na tl' tc k 'nen. Toen teek nd' ik het bovenlijf mij- ner 1'0 istel, v'1'\'0~en. het hoofd m,t h t kroezig haar, dat heel I'unsti,:: 111 cenaantal vlechtj '. was getrest, die stijf uit- stond 'n als de I n n \an een st 'kei varken.

mcrika i.. \" '1'1'1,;·t, te zien hoc ik op mijn papyra dc ge-

(20)

• YANA.

EEN AV

Een vreeselijke noodkreet, - een wanhopige gil zooaJ alleen een moeder laken kan, - doet me verschrikt ontwaken. D, kanoe word hevig geslin erd, ik pnng op en zoek naar een wap n.

lijn geweren liggen 10 vallig ond r cn d I d rbagage;

mijn hand ontmoet de gr cp \'an mijn kapm s; ik hoorde h t gerit I van lian n en het chijnt m t e dat en cr van, zoo dik al- mijn dij, zich van en boom h ft 10 gemaakt en op ons n ervalt.

E n walgelijke muskusreuk ver 'preid zich 'ensklaps in 't rond.

Ik herken hem ter tond: 't is die d r lang.

Am rika heft zjjn lange pagaai p; maar hij staat t er af. Zijne vrouw verbleekt zooal de n gers d cn: haar gelaat wordt a chgrauw. De lang', - e 'n ontzaglijke boa, - chict blikem 'nel omlaa~, m ,t den k p v oruit .::n dl:n taart m den b om tam geklcmd. Ze onrtrenr,c1t het kind. dat ntwaakt en schier stikt onder dien \ r e. c1ijl'cn gr' p. Dc arm knaap bI' 'ngt een rochelend geluid vort en s aart me met n d f og él:ln. D muil

ui

'n het ndlt'r wijd upcnspert, komt bov n zijn ehouder uit; de m t Hecs 'lijl-e haken g wap nde bloed- roode htakholte is maar e 'n voetIen~rte \.111 mijn bor.t \·er- lI'ijdt'rd

Dit toone I hel'ft slechts twee eonden geduurd. Zonder \ r- der na t, d nken hd il- mijn kapmes p n hOllw m teen kracht die door Ll ontro 'l'ing \\' rdt \ 'rdubb Id p den kr n- kei 10', di' 't Hnd omstrengelt.

H t z\\'ar lemmer springt or de . chubb n van h t afschu- welijk mon tcr terug, maar d' kracht van d'11 houw is zo h vig dat het zijn prooi loslaat en zoo nel mogelijk te mid- den van een bundel reuzen-orchideeën omhoog tijgt en ver-

dwijnt.

JA HT- EN KRIJG TAFEREELE . 24

tatoueerde si rad n naboots, waarop hij zoo hoovaardig is en die hem tw jaren arbeid met d punt van tijn mes heb- ben gekost.

Arme Isaba! \-Vat en vergot n bloed om m i te zijn!

Zijn de kal bass n mijner neger tegen d loodr cht zonnc- stralen g hard - het komt mij voor dat mijn helm me lang niet voldo nd beschut. Ik b n bang voor ecn .onn steek en daar die doodclijk kan zijn \'erzoek ik mijn schipper naar den 0 ver te . turen en eenige meters van d nwal evenwijdig met dez n voort te roei n.

Hij wil dit wel doen, onder voorwaarde dat ik hem de behandeling en de uitw rking \'an mijn WcttcJlin-geweer laat zien; dat ik 'enige patronen verschiet en hem d leegc meta- len hulzen geef. ... om reen halsn er van ;e maken.

Dat ge\\' er was voor hem tegelijk ' n v rwerp van be- wondering n van vre .. Hij zag h t me no laden, en toch wa· 't altijd l'laa' om Lr mede te chiet 'no ifij wijdde I' de uiterst' zorg aan ,prak he toc, omwikk 1<11: het, zûoals de zwarten gewoon zijn te d en met de huid v1l1 een aaï - lui- aard - om het tegen den invloc van den nacht auw te bc\'cili<ren.

Ik bel ofd all '. wat hij vilde en • k \ crandcrde hij van k 'l'S 'n stuurde naar d 'n 11011:11 d \tr. Ik kcurd ' die richtin goed, omdat ze mij na I IJ cht IJij I en Indi.

aansch dorp, W.lar il- me dacht op IJ II en in !'pijt van de verklaarde minachting die Am ril ,I kOl krd jegen de In- dian n van wie hij nooit sprak zondl't' tI' U\ 11.

Eind lijk hebben we schaduw. Ik IH'h ' a ijJ nog b nauwd, want r i g' 'n windzuchlje; maal' tl- h 'f g n zûnne-teek meer t duchten.

Isaba zingt heel zacht; het jong -nt je hap, mijn oogleden worden zwaar.

(21)

R P RE[ L'I r YA A. 27 EE

ze wrong zich eenige oogenblikk n tuiptrekkend heen en weer en verroerde zich toen niet me r.

In een oogwenk hadden we haar naar den wal geboegseerd 'n m t een sterke liaan \'a tg bond n.

Een half uur later lag haar huid netj . opgerold in de kanoe, in pijt van Amerika' hevige prot ten. De neger wi rp zijn pagaai in 't water mdat ze do I' de aanral'ing met de b0Ina bezoedeld was.

Ik heb het .Iangenve!, dat oi t minder dan zes met r lang , mee naar huis gebracht, waar h,t tu schcn mijn tropeeën van naturalist-jager een zeer go 'd figuur maakt.

JA.CIJT E •KRIJG TA.FEREELE••

Welk een zucht van verlichting ik laakte, zal ik wel niet behoeven te zegg n. Ik zette den knaap op mijn knie, beta tte hem overal ik duchte rib-breuken, maar gelukkig vond ik niet ; alleen had d arme jongen een beklemde ad mha- ling, die e hter na en flinke wrijving weldra wa \'er- dwenen.

Ik stelde de ouder geru t; ze begr pen dat ik \\at verder in de heelkunde wa dan zij en daar m lieten z mij gedulcli r begaan. Ze hadden hun pagaaien weer ter hand genomen en roeiden nu zoo snel m r lijk van di' n dl ttige plek.

Het kind had g 'enerlei letsel' dat was uit 'tek nd; maar ik wilde het repti I dooden.

_ Amerika - zei ik tot cl n ne(~cr; - 1'0 naar ginds

t'rll'~; il' wil de boma dood cIJidLn.

_ 0, mouché mo pa pouvé. Gad u pa oul\'. - (0 mijnh 1', ik kan niet. God wil het niet.

Kom haa.·t u, - zei ik op een t on die geen tegen- spraak toehet terwijl ik twee patronen in d n loop tak, die elk zestien wolven-hagel bevatt~n.

_ Gadou pa oulé mouché! -- herhaalde de neger met tranen in de oogen!

_ AI- rij niet gehoorzaamt werp ik uw schuit om - riep ik dreigend.

Zwijgend gehoorzaamde de zwarte, en en paar minuten later war n... weer onder den boom.

De boa wilde zich chuil houden, maar to n ze zich v f\olgd zag, trachtt ze te vluchten. Ik bemerkte haar toen ze zonder geluid te g en langs een horizontal n tak voortgil' ·d.

Ik w<lchtt, t t ze mij haar kop liet zien' toen gaf ik vuur.

Ze viel al e n zwaar pak nat linnen, met verbrijz Iden kop in h t water, dat brul Lnd opspa te en rood werd gekleurd;

26

(22)

20 ...'.B, cn 1700 W.L.

EE. A\OXT VR OP HET EfLA.iD :U RAKI. 2

Gedurende eenige dagen zeilden we prachtig \'oor den wind n onze kapit in - een ruwe ud zeebonk Pellon g naamd - verklaarde dat w en mooie reis zouden hebben als wind en w er ons even gun tir bleven als t t n r t C. Maar, helaa, ik ondervond to n d waarheid van de SI r kwijze: "de kalmt is d voorb de \'an den torml ' want op z ker 'n avond b 'gon de wind met geweld op te steken en ni t lang duurd het of wc b vond 'n on' t, midden van c n cycloon. I Iet brave chip w'rd door de wo dende golv'n gcslingenl al. e n papieren bal n voordat de morgen aanbral', had het vcr cheiden I 'kk 'no IIc)ewc1 ~allc hen " aan de pomp 'n stonden 'n uit alle macht pompten, lil cht het toch niet baten. De timmerman kwam op 't dek en meiude den kapitein dat h ,t ruim \'01 water li p d or een I 'k onder de waterlijn tli' ni ,t te bereik n was, To n de morgen aanbrak, hadden we ons roer en een ma t v rlo- ren en dr v n wc r 'ddcloos \ or den wind, nu cn dan een zware zee ovcrnemende. - Zoo werden w dien dag 'n den gan 'ch n volgenden \ rtg 'z\\'cept en d s i.\\anti' van den laat ·ten war 'n \\1' g 'noodzaakt nze to 'vlucht t t d' slo pen te nemen. Dit g' chiedd' zo orJ 'lijk al: de mtandigheden toelieten, zonder o,erhaastin" n zonder \ 'rlauing. \Ve ha ti 'n in 't g he J dri . loepen l.n 7.e \\arL'n alle drie \' 1. Ik had hct gelul' t, word 'n geplaat"t in dil' waarin dl' kapitein het bc\' 'I voerde; behah'e mijn persoclI1 bC\'atte dC" b 0 zes matrozen en e n kajuitsjongen. \\ hadden hoogt 'ns voor vi'1'dagen pro- viand bij ons n daar wc hoopt('ll binnen dien tijd t word'n pgcnorn 'n 10 r 'cn voorbijzeilend chip of lan in 't gezicht te krijgen maakten \\'c ons niet ongerust over mogelijk gebr k aan voetIs 'I, hoc\V'I wallen vr 'e clijk afg mat, chie!" uitge- put waren \'an inspanning en doorgcstan' vermoei 'nis. Gedu- rende den nacht v'rloren wc de ,pinas" - e n sloep -- waar-

HOP lIET EIL \~ D lOR Kl.

VOTT

Di gene onder mijn I 'zero die 'aId end, 'n'nr 'n zjjn 111 de aardrijkskunde om dit iland bij naam tc j' nnen, zull'n .zich wellicht herinn ren dat het g legt:n i iu westelijk Polyne lëJ)

'n e n der ei! nJ nl' \'an d' ~rocp bl+cnd nd r den naam

\'an }< ing 'mill-gru 'p. [n I 'n tijd waarvan il' chrijf, wa' het bcwoond duor cl'n k nibalcnst:un; o"erigl'n waren dc bcw - ner van bijna all eilanden \\' ,lke dez' groep uitmaken 7..'r blo ddorstig, n men. chenetcr \'an de ergste oort. Il- geloof dat de naam ;\1 raki in onze taal bcteekl nt 111, tlhhls, maar van den 0 r'll!' ng dezer b'namin~ wect ij' nietsllHtzl+crheid te v'rtellen, Zakcn riepen me naar meril-a en diensvol..en<- ging ik aan boord \'an en. chip Jat d 'n niet gcwonen naam van "Dansendc Golf" droeg, Ik richtte m' zoo go tI mog lijk in over enkomstig de gewone scheepsgebrniken en het [even aan boord, hct<1 en me des t' "emakkelijker viel, daar dit

volstrekt mijn eerste zeereis niet wa~.

EE

(23)

derscheiden. immer had mij de terra firma zoo verrukkelijk toege chen n aL bij dez g leg nheid. W ldra waren we aan wal; we trokk n de slo p zoo hoog mog lijk buit n het b - reik der branding op h t trand; vervolgen haalden we eenig provi iën voor d n dag en namen zittend in n kring ecn hartig ontbijt.

- Kunt g c 'nigszin nagaan, - vroeg ik kapitein Pellon - op welk eiland we zijn aangeland?

- \Vcl - antw ordde hij. - il, denk dat dit er een is van een gro 'p die p de kaart als onbewoond is aangcg ven;

maar we zijn er vanzelf op gedreven, zodat ik 't met ge n z kerh id gissen kan.

- Ik vr es, - zei de oude Ben Boys, dat wc hi r zijn op een der eiland n van de King mill-gro 'p n al dat zoo i, zijn we goed af, want dan hebben we h -t eene gevaar geruild tegen het andere. daar de inboorlingen mcnscheneter zijn van 't kwaad t, oort.

Bij het vemem n van dit verblijdend ni uw , kre en \V

een gevoel 0\''r on, dat m n zich gemakkelijker kan voor- stellen dan ik 't kan beschrijven n menig em tige blik werd er eslagl'n op h t woud dat zich op eeni ren af tand van on .erhi.f.

Toen wc ontbeten hadden hield n w raad en daarin \ erd b ~Ioten, dat we all rcerst het eiland zouden onderzoeken n dan einen Tereed maken om de aandacht van voorbijvarende schepen tot n' t tr kken. We hadden geen wapens, behalve een pistool en dat droeg de kapitein bij zich; g b grijpt dat we r dus niet op ing richt waren om ons met een vijand in gevecht te begeven.

Toen we on' nogmaals overtuigd hadd n dat de boot vcr ~ noeg op h t stranu was gehaald, begaven we ons op 31 EE. AV :TU R OP HET E[LA~D M IRAKI.

JACHT E~ KRIJG TAFEREELE. .

in de eerste stuurman en vier matrozen uit het gezicht en toen de dag aanbrak, bemerkten \\'e, tot onz gr ote teleur- stelling, dat onz jol" ok n rgens me r te zi n was, zoodat we nu alleen in e n open boot -nidden op den oceaan zwalkten, onbekend m t de lengte en br edte waar w on bevond n. Zoo dr ven we den ganschen dag op Gods g nade voort. Zwaarmoedigh id had zich van ons meester g maakt, die echter terstond verdween, to n \\' een zeil in 't gezicht kregen dat op ons che n aan te houden. We seinden zoo hard we konden, maar wc hadden 't verdriet, te zien dat het vaartuig onder den wind van on afhield, zonder ons te be- rn rken, of acht op ons te geven, en toen vervielen we in nog somberder zwaarmo digheid dan te voren. Tegen h ,t aanbre- ken van den volg nden dag geraakten we all n wcer in gr ote spanning bij des kapiteins plotsclingen uitroep - Ho rt man- nen! - Er is branding in onze nabijheid. - \Ve spand 'n ons in om te luisteren, en jawel, we ho rden duid lijk het welkom gebruis der branding op h t trand, Ik zei • welk m"; maar we waren than ven'uld met tw cërlei ge\'oel, - het en \' I blijd chap omdat w in de nabijheid van land waren' h t andere vrees van op de r ts n geworpen te worden wanne r we namelijk een klip trand voor on hadden, - hetg en on te raden bleef, daar we w gens de dui tcrnis nog niets van den wal konden zien. - Toch moe t de dag w ldra aanbre- ken, en ge kunt begrijpen m t welk gevel w in onze b ot zaten, daar we niet op d brandin1 durfden insturen omdat we niets van de ku t wi t n en toch ieder oogenblik gevaar liepen op de klippen geworpen te worden.

Eindelijk vertoonde zich de eerste lichtstreep aan den ac- zichtseinder en weldra konden we, tot onze groote vreugde op ongeveer een mijl van ons af, e n vlak zandig trand on-

(24)

weg voorafgegaan do I' den kapite; en hier moet ik me·

zclf van e n kl ine zwakheid beschuldiacn, want ik hield me onveranderlijk acht I' de andcren. In al di gevaarlijke dagen, di we pa' hadd'n door! fd, had i'~ nog z ov el g - vaar ni t gezi n al ik nu voor og 'n mc 'nde te hebben. Z 0

marcheerd n we en tijdlang- voort d or een lamlschap zoo fraai als ik er n no it en had g 'ZiCIl. Tl'Opi 'che planten en b omen, vol bloemen n vrucht n, prachtig gevederde vog Is di om on he n vlogen en zongen, v rmden gezam n- lijk een tafel' ,I zoo b'ko rlijk voor het oog als men 't zich denken kan. Een. klaps werd onze aandacht gctrol'ken door een dunne rookzuil di' niet vcr van ons af loodr cht mhoog teeg. u di 'nden we de grootste omzichtigheid in acht te ncm n. De bpit in beval on' op den grond te gaan liggen, tcrwijl hij het bivak waaruit de rooi- op 'teeg, z ti verkennen.

We bi ven niet lan'.r in onzekerhcid, want wekira wa de kapit in terug en dL' 'Id ons m de, dat daar werkelijk en I-amp ment van vildt n was.

_ Ik ben van I n - SpI' k hij v'r cr, - dat het kanibal n zijn naar 't ge n ik cr van g 'zien heb 'n 't was beter voor on' gewee t al wc zo ver mog lijk \'an dit eiland waren af1 hl ven.

Een v rdere beraad laging werd een. klap. b 'Iet cl or het Hee- lijk e chrceuw van ePon d'I' matrozen. \Vc I''l'cn all n tcgelijk om en to n zagen wc, dal- acht'I'h m, eenl' usachti"c lang die met den staart om 'cn b om gesling( rd, op lll't punt wa. op hem toe te chipt 'n. [n 't eerst oogenblik war 'n wc allen verstijfd van schrik, en de kapitein - de wilden gche I verg 'tende om den armen matm s die ni t van de plaats k n te redden, - brandde zijn pistool op de slang 10'. D knal ve rgalmde luid en wekte een echo, al of er honderd pistolen te midden dezer

33 EI<:N AV ~'ruUR OP HET EILAND ~t RA]{I.

stilte waren afge choten. Een oONenblik later hoorden we een gegil dat ons het bloed in de aderen deed verstijven, en voor we den tijd hadden over iet na te denken waren w door en hoop wilden omringd allen z 0 zwart al' de nacht en bijna creheel naakt. In en oogenblik war'n we ov rmee terd en gebonden, en naar de wijze te 0 rde I'n waarop ze on onderzocht n en in de wangen, arm n 'n beenen knepen, als om zich te vcrgewissen hoe vet wc war n, behoefden we er niet aan te twijf \en f onze oud B'n Boys had het al h el goed geraden dat wc op een Kanibalen-eiland waren verzeild geraakt. Toen w'rden we voortgeleid naar de pi k vanwaar we den rook hadd n zi n opgaan, en dit bleek een soort van dorp te zijn. In het midden b vond zich 'en groote hut - blijl-baar van h t pperho fd - 'n d ander hutten tonden er kringswijz m heen. Tegenover de grootc hut tond een gebouw, naar w 'lks be temming \\" ni ,t lang beho fden t raden: 't wa: wat wij ,en "bakhui .. zouden no 'men. T en we het dorp binnen traden kwamen ons tro pjes \'I'O\l\\'cn en naakte kinderen t, gem ct, die on<; t l' tond omrin'1d'n en 't vree e1ijkst mi baar maakte dat ik in mijn heele le\'en ge- hoord heb.

We werden onmiddellijk gebracht \'0 l' 'en tr 'pje zwarten die een raadsvergadering schenen te vormen; maar wat ze met elkaar overleefden, konden we met geen mogelijl'heid na- gaan, daar ze in een taal spraken waarvan niet te maken wa'.

Kort daarna st nden eenig raadsleden p - ze zat n als kleermakers met gekruiste becnen op dcn grond en gav n hier en daar aan en der oJnstand 'l'S e n wcnk, waarop deze naar de hutten snelden en poedig terugkwam n elk met een kom g vuld m t een witte melkachtige zelfstandigh >jd die op

a

JA"RT- E~ KRIJG TAJ.'EREELEN.

32

(25)

_ Ik heb h 'm niet gemi t \ ordat ge mijn aandacht er p >evesti:,:u h 'bt - zei de kapitein.

EE~ AV ~TUUR r HET EILA~Dl\IOR.\ KT. 35

Spoedig vernamen we dat de oude Ben Boys, na ontsnapt te zijn, zich naar het strand had ge poed en zich daar den gansehen nacht in de sloep verborgen had gehoud n. 's 1\101'-

Ik denk, zei een ander, - dat hij ont napt is ter- wijl wij gebond n werden,

_ Ik hoop maar zei de kapitein, -- dat hij in v iligheid is. - Hij ging naar de deur cn keek door de r tcn naar buiten. - Ilola. - riep hij, - dc duivel dragen al hout naar het bakhui I

In cn eeonde stonden wallen te gluren door de d ur- opening cn de reten in den wand, en werkelijk zagen we dat de wilden hun ov ns opstookt n.

- \Ve zijn nict ver meer van ons eindje, jong ns - zei d ' kapitein.

Wc lieten on op d n grond neervall -n en gav'n ons ver- loren. - mstrccks het midden van den volgenden dag werd de deur der hut ge pend en men bracht ons naar buit n.

lIet gehecle dorp sch en in oproer in h ,t vo ruitzicht van en witte-men chen-diner. Al de opperhoofden waren bijeen, en alle. duidde op en groot fee t. We werden naar voren Cae- bracht) op den grond geworpen en juist z nde.n de wilden beginnen ons d klceren van het lijf te treJ-ken alvoren ns te slachten en te braden toen een klap luid hoera's ons in de ooren drongen, g<'volgd d or g weer choten en in minder tijd dan 'r noodig i, om het hier n 'cr t· chrijven, waren mijn banden doorgesneden en liep n we, z 0 snel nze beenen on k nden dragen, naar h ,t strand waar we twee sloepen vonden. We hadden niet lang werk om aan bo rd te komen en kort daarna waren w op een gr ot chip dat p cenig n afstand van den wal een slag op en n er deed.

.JA JlT- Eo- KRIJO<;:TAFEREELE.-.

34

rijst geleek. We kregen elk zoo'n kom en door g baren werd ons beduid dat we den inhoud moe ten opeten.

Vo rzichtigheid is ni ,t het slechtste gedeelte van hetge n we moed no m'n en du' ginITcn we maar aan 't (·ten t t n- bc 'chrijfelijke vreugde van het wild r br 'd dat ons aanhoudend bev elde en kn 'cp t tdat we het uitschn:ellwden van de pijn.

\\ c kwamen al h el spoe<.1ig tot d .ov~rtlligingdatwcalleen werden gev 'd om zelf opgeget n te wonkn, en dat was, zooals ge begrijpen kunt, niet bijzond I' geschikt om onzen 'etlu5t p t' wel·ken. Venolgens werden we w'ggeleid naar 'en hut buit 'n h ,t Jorp en 't \\'as onder Jie wandding dat il- e nsklaps Lcm'ridt' dat de oude Ben I oys \' 'rdw 'n 'n wa . Ik flo t tien j-apit in, die k rt voor m' uitging en t en hij omkeek, \ roeg Ik hem - de wilden konden m toch niet ver-

taan - wat er van Ben ge\'ord n z u zijn.

Hij ke k v rbaa d in 't r ntl n antwoordde tocn. - Ik h op dat hij zich uit de voet n h ft gemaakt m bij onze

10 'P te I·omen.

Onze gastheer 'n dren'n ons \'ooruit, waar. chijnlijk\T'ezenJe dat wc z ud n trachten te ontsnapp n. Toen w' bij dc hut kwam 'n van welke ik reed' ge:prok n heb, \\'('nl n we er allen bij lI'aar ing dll\vd als een tro p v. rkens m n h k.

_ \Vc zitt 'n hier al, haring in 'en tonnl tj.. - z ,i een d'r matl' z n. - Ik hoop d, tal' h t zwart ongedi 'ltc ons

pc t, w hun zwaar op d maa" zullen liggen."

_ r

at b ho ft g niet te J 'nken, - zei de kapitein _ dat volkj w 'ct niet wat een indi,;estie is.

_ [k z u w'l 'cn. willen w ten waar Ben g bIc\' 'n is, z i ik.

(26)

I

TIJ GE R-F \ 1I L 1 E.

EE

Na een 16 uren lang' vaart legde de kanoe bij d 'n \\'al aan;

het eentooniO' gepla der paaaaien hi ld eind lijk op.

- IIi r i, het Dgl'atl, - z i e zals tot me.

Dégrad, b tcekent aanlegplaats.

- Eindelijk! 't Is niet vóór den tijd, -- antwoordde ik, verh ugd dat ik aan wal kon pring n en mijn b n n die tengevolge der lange \'aart verstijfd war n, weer in be\\' ging kon bren ren.

Terwijl on. voll- ti· kanoe tevig Vil tme rde aan de wort Is van een reu achtigen pallacOr'O, tapten wc naar het entrepot van leven middelen dat slechts weinig schreden van den oever der Maroni (rivier in Guyana) verwijderd was.

Een groote neger, met een wit katoenen muts op, waar- onder een goedig ebbenhout gezicht kwam uitkijken, snelde ons t gemoet.

- Bonjour, heeren, - zei hij met een klare stem, terwijl zijn oogwit van porselein t Ikens zichtbaar werd en hij zijn JACI11'- E~ KRI,TG-'TAFEREELIi:~ .

36

gens ontwaarde hij het schip en hij had het geluk dat men aan boord zijn seinen opmerkte. Een sloep werd naar den wal gezonden en toen de kapitein van het vaartuig b merkte wat er gaande wa, zond hij de noodige man chappen tot onze hulp af en ge hebt gezien met welken uitslag.

H t vaartuig wa be temd naar Amerika; dus maakten we de rei ook daarheen.

Toen we te ew-York aan wal tapten, zei kapitein Pellon tot me: - \Vel mijnh er F .. , ik moet thans afscheid van u nemen en misschi n ntmoeten we elkaar nooit weer; maar gij zult zek r evenmin als ik vergeten hoe na we er aan toe zijn geweest om op het eiland Moraki te worden opgegeten.

p mijn W onl niet, - gaf il- ten antwoord.

(27)

:I!l EE:\ 1'IJllEh-FAlmLIE.

tijd nog even fri eh even opgew kt en even vlug al bij ons vertrek bewoo'T zich in dezen gl ei nden oven even w lbe- haaglijk als "n alamander in 't vuur.

Ik volgJ hem niettemin en w trad n de grootc hut binnen die d r d zieken en luiaard werd in" n m'n n waar ze kris en kras door 'Ikand r in hun hangmatt n lag n.

_ 't chijnt dat men hier ni ,t werken wil, - zei hij met zijn kalme st 'm die een metaalklank had.

wond 'r! Op dat welb kend st 'll1gcluiJ -:ijn in een oogw'nk all' k ortsi~ 11, CTekwetsten, onwillig 'n, in 't k rtl all n vcreind, hun hangmat uit, en I-omen zich voor hun mee t r in 't gelid scharen, Geen enk Ie hunner Jic zich versch lcn durft te houden, Ze weten 0 1- h 'cl goed Jat azals nid van ~:k cheren h uut, - is hij ni ,t karig md "n .:r, tiiicatie of een dubbel rant 'oen of een glas tafia ze wet n ook dat hij 011\''rbidd 'liJI' i~ op het punt \'an or I Tl tucht, llij I-omt z q~\"uldig zijn o\'ereen- I-om t j 'gen zijn arlH'iJcr~ na, Ilaar hij \'tlrd 'rt hetz 'lfde

\'an b n,

Een hng nderl.o

+

i cr niet !loodi... , In te I emerk 'n dat al die . nakl'n in hun hart luiaarus zijn, mi sclll n op eell en- k.1e uitzond'ri!l~ na uen kodit' die door I.ijn land man m,t c 'n knuppel op 't ho' fd verJ ;.;es1a;.:cn, Oe timn1l'rlil'den zijn Sl110ururl)llh:n en slap<:n hun roes uit up e 'n wCllJerig ru"t-

bed van blll'dt'lllt" - ander;, gezegd, hout -n Jakpann n. Ze

zijn du- gt'en 1I1111'1'1J1l.~, m'lar cel1\'oudig dronkaard .

De m ester heeft alle' gezil n, n hij heeft zijn stem d n hooren. Ilen - b halve d' b 'seh nh:l1l:n - ketIen t rstond tot dl' I rde tl'rug. Gecn woord, vu:1 minder u-n !lit r()t'j of klacht, ~()rdt n'l110lllCn en weldra n ,toont d p 'n plek in het bosch, waar de g bouwtj voor I proviand ring vande JA RT- EN KRIJ ,'TAFEREELEN,

38

1) 'Weg,rchlf)peU lll'~ r,.

2 ere IJbl'hc uitllrukkill:':, uV'r'I'nklllllc1I'Ie owt ..tilt llie\.J IIU ,'.

grooten mond, ver i rd met een dubbele rij van 't witst ivoor tot achter zijn ooren op n. perde,

Dat wa de magazijnb waarder.

_ Bonjour Quémond, antwoordde Cazals; - Wat nieuws?

_ Alle in orde, mijnhe r; ja, goeè in orde; behalve dat de timmerlui die aan het magazijn werk n, sinds twee dagen marrons 1) zijn gew rd n . ,. 0 k zijn r drie Chineezen ziek. " Dan een d zijn di niet willen w rken. - De koelie Gr wodo is gaan ligg n; Apowo heeft h m met en knup- pel op h t ho fd geslagen. Januari 11 Guillobo hebben de koorts, en ...

_ En gij z gt dat alle' in rdc is, - vi,I azals hem

111 d' rede. - Ge zijt nkt 1110'i 'lijk ultg vall n; maar t zijn all n luia rd~, en gij Qu "mond, die met het t c- zicht zijt b'la t, zijt no" \'e 1m cr ynlt{J/lIl/llOll ~) dan al dat gespui .

_ Ga 'cn n1l', - \' rvolgd mijn rei makker tot mij;

_ dan zult g' t:en zien h e dat all's o\'er een kwartiertje veranderd 1.,

't V':a elf uren' morgen, Een glOLi nd' hitll heerscht·

op de uit etI' kte g 1'0 iue oppervlakte, waar de hutt n waren opgeslag 'n diL tul ma razijnen en tot vcrblijfl'laat \'oor het volk di nd n, Ik lmwdde letterlijk on cl' mijn lucl tig ,.,l\\'aad, en ik \' 'ld' m' ni ,t \ c,I betel dan in l n glasoVl:Il, D' minste beweging die ik maal·;:t deed maan al1c zijden h t zweet uitbrek n. - Wat Cazals betr 'ft, - die droml1lclsche \' 'nt, al-

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Dit werd tusschen luid neus-gesnuit uitgebracht. ujn levensgeschiedenis opgebiecht..... ik wil Bernard spreken. Ze hoorde altijd graaD' over de chronique scandaleuse.... Ze

(Zij giet de n aangewezen beker uil). Heil u Xanthippe, fiere dochter van onzen stam! Niet teruggeschrikt zijt ge voor de wraak der eeuwige Moire I Diep in

Hanna stapte dadelijk in. De helper wist blijkbaar al wat hij te doen had, want hij maakte het paard los en terwijl de auto zich al in beweging zette zag Hanna, dat hij zich

De boeitros was vast, maar met de waltrossen schenen de Maleische roeiers geen haast te hebben. Hoe dichter het schip bij den steiger! hoe minder zij hoefden sleepen

\'an Mariam te trekk n. Nieuwe maan te.. bl!zo-gde toekomst in 't verschiet, oen z,ij verwonderd hJar meestere~' met gragt. teugen den bouillon zag drinken e de kapi tein

Alles is hem lief van zijn liefelijk land, dat zoet proeft aan zijn zinnen en zoet aan zijn hart, zoo overvloeiend vol zoetigheid, dat ook de ganschelijk

Deze film is beschikbaar gesteld door het KITL V, uitsluitend op voorwaarde dat noch het geheel noch delen worden gereproduceerd zonder toestemming van het KITLV. Dit

Zijn gezicht verzacht zich. rûpese te zijn, .omdat haar .overgroOotvader uit Amsterdam stamde, maar na dien .ouden piûnier is de familie hopeloos ver- lip