• No results found

Indien op het originele materiaal auteursrecht rust, dient men voor reproductiedoeleinden eveneens toestemming te vragen aan de houders van dit auteursrecht.

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Indien op het originele materiaal auteursrecht rust, dient men voor reproductiedoeleinden eveneens toestemming te vragen aan de houders van dit auteursrecht. "

Copied!
35
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Deze fdm is beschikbaar gesteld door het KITL V, uitsluitend op voorwaarde dat noch het geheel noch delen worden gereproduceerd zonder toestemming van het KITLV. Dit behoudt zich het recht voor een vergoeding te berekenen voor reproductie.

Indien op het originele materiaal auteursrecht rust, dient men voor reproductiedoeleinden eveneens toestemming te vragen aan de houders van dit auteursrecht.

Toestemming voor reproductie dient men schriftelijk aan te vragen.

This film is supplied by the KITL V only on condition that neither it nor part of it is further reproduced without first obtaining the permission of the KITL V which reserves the right to make a charge for such reproduction. IJ the material filmed is itself in copyright, the permission of the owners of that copyright will also be required for such reproduction.

Application for permission to reproduce should be made in writing, giving details of the proposed reproduction.

SIGNATUUR

MICROVORM:

SHELF NUMBER MICROFORM:

MMETA 0123

(2)

XANTHIPPE

DRAMA IN VIJF BEDRIJVEN

DOOR

MR. C. A. WIENECKE.

G, KOLFP '&) Co" WELTEVREDEN.

19 Z t

(3)

lt ,h. N FABER

I"""·"""·"""·""'''·'''''''''''·'·''''''·'''·''''''''''''''''''''''''''''''''h""""""""'"""''''''"'''''''''''''''''''''''j

t XANTHIPPE t

~ ~

1 DRAMA IN VI) BEDRIJVE I

DOOR

MR. C. A. WIENECKE.

I ~ I

~ ,

G. K LH '<!., Co., WELTEVREDEN.

'9 Z I

.

t

,

(4)

/

11

PERSON EN.

Socrates Xanthippe

Sop h ron i s c u s, en Menexenus

Alcibiades

C I i to n Theodote Mei i t t a en Eunousia Marikas Plato Xenophon Lysias

Chaerephon Diotima

Lysander Simmias

een hopliet, een deurwaarder, twee slaven.

wijsgeer en strateeg, zijn vrouw,

hun kinderen;

strateeg en volksleider, Xanthippe.

haar broeder, haar vriendin,

haar slavinnen, haar slaaf;

wijsgeer, strateeg, redenaar wijsgeer, en

neef van

dichteres, allen leerlingen van Socrates;

hopliet ; dokter;

S 0 c ra les is eenige jaren boven den middelbaren leeftijd;

A I c i b i ad es en X a nt hip p e zijn eenige jaren daarbeneden;

Plato, Xenophon en Lysias zijn ongeveer dertig jaar oud;

C h a ere p h 0 n en 0 i 0 t i m a ongeveer twintig jaar.

lil

Het stuk speelt in de woonkamer van Socrates' huis te Athene.

De kamer is eenvoudig; daarin rustbanken, tafeltjes, een beeld van Apollo; op een der tafeltjes een beker.

Op den achtergrond een deur naar de slaapvertrekken.

Rechts een deur naar het binnenplein der woning.

Links een raam, breeder dan hoog met een half weg- geschoven gordijn.

(5)

X A NTHIPPE.

EERSTE BEDRIJF.

(Eunousia is bezig eenige meubels en vazen Ie verschikken. Zij chui/I hel gordijn Voor het raam weg)

Eu nou s i a (in zich zelf neuriënd)

De liefste is ver als de gevederde palmen van mijn land;

De liefste is een leeuw in den strijd;

Rood als de maan opgaand boven de zwoele zee Praalt hij boven mijn droomen van verlangen uit.

Hij glinstert door mijn gedach ten Als het zonnelicht over een bloementuin

Een slem (van builen) Eunousia I Eunousia I

(Eunousia schuift het gordijn geheel open en kijkt uit hel raam).

Eunousia

L y s a n der I O. kom de voorpoort in: de grendel IS afgeschoven; alles slaapt.

(Lysander komt \'an rechls op in volle wapenrusting).

L y sa n d r.

Lieve Eunousia. je bent het loon van de goden voor mijn palstaan in het gevecht.

(Hij omhelst haar).

Eu n 0 us i a.

o

Lysander wat toefde je lang!

Leef ik nog in je hart?

(6)

2 ============================~

Lysander.

Door het gedruisch van den strijd, Eunousia, hoorde ik je zachten lach, en, boven de speren zag ik je oogen schitteren. Maar nu ik jezelf heb is alle herinnering vaal.

Kijk, Eunousia, voor jou is de bloesem van den krijg, een gouden halsketting, buitgemaakt op een Thebaan dien ik neersloeg in den slag bij Oelium. Stervend riep hij mij nog toe: "bewaar hem wel, hij is van Athene"

(hij houdt haar een halskelling voor en reikt haar dien over).

Eu no u s i a.

(Den kelling aannemend en be/cijkend)

Heerlijk mooi I Nu zie ik enkel glans van goud, en, toen je er niet was, voelde ik mij als een schim in den nacht.

Verlaat mij niet weer! Lysander

Ik blijf altijd bij je' Eunousia!

Maar zeg, waar is de edele Xanthippe? Voor haar heb ik goede tijding.

Socrates zal straks hier zijn . . . . de held I

Hij heeft alleen door zijn toespraak duizend Spartanen tegen gehouden.

Hij heeft het leger gered. Alcibiades heeft hem afgehaald en hem behouden terug doen keeren.

Eunousia

Ik hoor gelUcht. Xanthippe is wakker.

Haar kind, de kleine Himera is zwaar ziek.

Toef nu niet langer, Lysander . . . . maar kom vanavond weer.

Lys an der.

Ik wil de edele Xanthippe begroeten, en haar zelf meedeelen wat haar gemaal verrichtte.

(Xanthippe komt op door de achterdeur).

============================3

X a nt hip p e.

Wie zijt gij 7 Ly 5 an der.

Heil u, edele gade van den grooten Socrates I Roemrijk keert uw gemaal uit den strijd.

Nog heden betreedt hij uw drempel weer.

X a nt hip p e.

Wie zijt gij 7 Eu nou s ia.

Hij heet Lysander.

Xan th ippe.

Zwijg Eunousia! Ik vroeg het hem, niet u l -

Ik heb u zooeven hooren zingen! dat verwacht ik niet langer!

Ly sa n der.

Lysander is mijn naam. Ik dien als zwaargewapende In

het regiment van uw heer echtgenoot.

X a n th i p p e.

Is Socrates ongedeerd?

L y s a n der.

Hij keert onverwond, en overdekt met roem terug. Hij heeft . . .

X a nt hip p e.

Gc zult vermoeid zijn, en ge verlangt zeker naar uw huis terug. Voor uw goede berichten, dank!

Vaarwel I Ly s a n der.

Edele Xanthippe, hebt gij mIJ lets op te dragen?- Wat het ook zij, ik zal het met vreugde doen.

(7)

4===============================

Xa nth ippe.

Ik dank u.

(Xanthippe af)

L y s a n der (tot Eunousia).

Van welk hout is die Xanthippe?

Eu no us ia.

Van ijzer I Zij is een snijdend, vlijmscherp mes I Denk er aan vanavond weer te komen I

Ly

s a n der.

Tot weerziens liefste. Zeker zal ik komen.

(Xanthippe op).

X a n th i p p e (tol Eunousia).

Wat staat ge daar nog te praten en uw tijd te verbeuzelen I (LlIsander af)

Eunousia

Moet ik bloemen koopen om het huis te versieren?

X a nt hip p e (naar het raam wijzend)

Waarom hebt ge het gordijn nog niet voor het raam geschoven? - Ik wil niet dat mijn tapijten vaal worden van de zon.

E uno u s i a (vlug het gordijn 1I00r hel raam dichlschuillend) Het is de ochtendzon. Die is zacht.

X a nt hip p e.

Geen zon in mijn huis! verstaat ge!

Wat besprak die hopliet met u?

Hij kwam onverwacht en ongelegen.

============================5

Eu nou s ia.

Hij zegt dat heer Socrates een Spartaansch leger heeft tegengehouden door eenige tooverwoorden uit te spreken. Eindelijk heeft Alcibiades uw echtg noot afgehaald, en zijn ze goed en w I teruggekeerd.

Heil u, meesteres, met dezen roem!

X a n th i p p e (in zich zeLf).

Zonderling, zonderling . . . . waar Alcibiades en mijn man samen zijn, gebeurt er steeds iets ongewoons!

(lot Eunousia).

Eunousia, veeg vlug de binnenplaats bij, help mij bij het kleeden, en dan vlug naar den dokter; zeg hem, dat Himera den nacht slapeloos doorbracht, en dat de koorts nog aanhoudt; vraag hem dadelijk te komen. Ga vervolgens bij de naaister mijn mantel terug halen. Koop op de markt vleesch en olijven; hier is een drachme. Koop goedkoop en tel het geld, dat ge terugkrijgt, nauwkeurig na!

Nu vlug aan het werk, zonder babbelen en zingen _ ge zijt geen cicade I Kom dadehjk van de markt thuis met het antwoord van den dokter, en met den mantel, zonder omwegen en tijdverbeuzeling. Hebt ge mij begrepen?

E u nou si a.

Ik zal alles vlug doen.

(Me/itla komt op door de achterdeur).

MeI i tt a.

Himera kreunt Ze lijdt pijn.

X a n th i p p e.

Eunousia. laat al het andere, loop dadelijk naar den dokter; zeg hem terstond te komen. en, wacht in zijn huis tot hij zich hierheen begeeft.

Vlug!

(Xanlhippe en Me/itta af door de achterdeur)

(8)

6============================

Eu nou s i a (in zich zelf).

Zoo is er voor mij geen vroolijke d g Ik zal de markt moeten missen en heb geen tijd om de wijken waar de soldaten komen door te gaan.

Want, nu moet ik mij haasten. Xanthippe zou al te toornig zijn als ik den dokter niet dadelijk riep, en laat terugkwam i ze schijnt radeloos.

Maar vanavond zie ik Lysander weer I dat is het mooie van den.rlag

(Eunousia af door de zijdeur, lerTlJijl Xanlhippe en Melitia door de achlerdeur op komen).

Mei i tt a.

Verwacht ge uw heer broeder spoedig terug van de heilige plaats, me steres?

X a n t hip p e (op een ruslbank neerzinkend, lerTlJijl Melilla bij haar voelen neerhurkt).

Ik weet het niet . . 0 Himera, Himera moet ge mij ontzinken 1 De dokter zwijgt, schudt het hoofd als ik hem over de ziekte ondervraag. Hij komt altijd laat; zijn bezoeken zijn kort, en duur. Misschien verwondert het hem dat Himera de ziekte zoo lang kan verdragen. Wat ligt het lieve kind stil . . . de handjes trachten niet meer te grijpen in de lucht . . dun en slap als linten liggen ze naast het lijfje.

De oogen in het magere gezichtje vragen in stille smeeking om hulp.

Ik heb gedaan wat mogelijk was I lederen dag, ieder uur heb ik den goden gebeden om hulp en mijn goed besteed aan offers voor hen, de onvermurwbaren . . maar, er zijn geen teekenen, dat de heilbrengende Apollo mijne offers zal aannemen. De priesteressen hebben het gezegd.

0, Melitta, wat is er nog meer te doen I Alles wil ik geven, al mijn goed, mijn leven!

o

I kon ik mijn eigen lichaam, mijn ziel branden op het altaar ten offer voor mijn lieveling I

==========================7

Cliton, broeder, waar blijft ge 1.

Keer spoedig ,-an het Delphisch orakel terug!

Haast u Cliton, ijl over de landen I

Dat de goden u veilig mogen doen thuiskeeren met gunstige godsspraak.

Mei i tt a.

Berust, 0 Xanthippe! Goden en menschen liggen onder het onafwendbaar noodlot!

(Melil/a af).

X a n t hip p e (in zich zelf).

Berusten . . nooit! ik wil dat Himera geneze I (Marikas op).

De edele Theodote vraagt gehoor.

X a nt hip p e (in zich zelf).

Wat zou die vrouw mij te zeggen hebben?

(Marikas af, Theodo/e op).

Th e 0 d 0 te.

Lieve Xanthippe, hoe gaat het de kleine zieke 1.

X a n th i pp e.

De koorts houdt aan. Ik verwacht den dokter nog dezen ochtend.

Th e 0 do te.

Het smart mij dat de lieve Himera nog ziek i . Moge Apollo u gunstig zijn I

Ik had u willen uitnoodigen, Xanthippe, hedenavond op onze vergadering te komen, maar ik vrees, dat de Ziekte van Hi:nera u zal weerhouden.

X

an th i p p e.

Ik moet thuisblijven. Ik wil Himera zelf verzorgen.

Daarenboven kreeg ik bericht dat mijn man heden terug komt van den veldtocht.

(9)

8========================~

The 0 d 0 te.

Maar dan blijven mijn stellingen op de vergadering onbestreden, en is al mijn werk vruchteloos 1

Xa n th i p pe.

Er zijn nog wel anderen die op de bijeenkomst voor debat zullen zorgen.

Th e 0 dot e.

Neen, niemand kan zóó scherp en lang betoogen als gij, Xanthippe. Geen der anderen zal mij, vrees ik, durven aanvallen.

X a nt hip p e.

Mijn plan voor vanavond IS niet te veranderen, dat begrijpt ge I

Th e 0 d 0 te.

Och ja! Arme Xanthippe: een kindje zwaar ziek, en uw man onder den druk van een aanklacht.

X a n th i p p e.

Wat bedoelt ge? Het proces is vervallen, toen mijn man naar het front ging, en het zal toch niet weer begonnen worden?

Th eo dot e.

Van sommigen heb ik gehoord dat uw man groot eerbetoon te beurt zal vallen; men zegt dat hij alleen een leger van duizenden Spartanen heeft tegengehouden; maar anderen vertellen - ik zeg dit om u te waarschuwen - dat zijn proces wèl hervat zal worden.

X a n th i p p e.

Wat al ongeluk!

==========================9

Th eo dot e.

Ik heb dat alles maar gehoord. . . Ik heb ook vernomen, dat uw man velen geërgerd heeft door zijn krasse beweringen in het openbaar. Hij zou gezegd hebben:

"om iets te weten moet men hel geleerd hebben". Ook is het volk verbitterd door zijn uitspraak: "dat de waarheid niet afhankelijk is \Ion de meerderheid". . . . dat klinkt ondemo-

cratisch zegt men.

Mijn man meent ook dat Socrates door zich zoo overdreven te uiten de burgerij aanstoot geeft en zich hoogst onvoor- zichtig aan vervolging blootstelt.

Lieve Xanthippe, het smart mij zeer, u dit alles te moeten vertellen, maar 't is beter dat ge de waarheid hoort.

X a n t hip p e.

Mijn goede man laat zich wel eens verlokken dingen te zeggen, die hij is den grond van zijn hart niet meent;

begreep men dat toch maar!

Th eo dot e.

Laatst sprak ik Agarista, de vrouw van den dichter Meletus, en ze vertelde mij in vertrouwen, dat haar man zich diep beleedigd acht, omdat Socrates zijn verzen waar- deloos heeft genoemd. Die dichter heeft met anderen een nieuwe aanklacht tegen uw man ingediend . . . Nu wil ik u een goeden raad geven: breng het zoover, dat Socrates Melet~s ~chrijft dat hij zich vroeger vergist heeft, en bij nader inZien de verzen hem prachtig zijn gebleken.

Zoo iets doet meer dan lange redevoeringen!

Xanth i p pe.

Ik dank u, lieve vriendin, maar ik weet dat Socrates zulk een briefje niet zal willen schrijven - en, ik moet hem gelijk geven.

Ik heb mijn neef Alcibiades de verzen van Meletus ook eens hooren bespotten.

(10)

10============================

Th eod 0 te.

Alcibiades is Alcibiades. Het zal wel goed zijn Xanthippe dat ge uw man gelijk geeft, maar dat is toch zeer gevaarlijk, vooral nu.

(Men hoorl Iromgeroffel dal uil de 'IIerle nader komt).

X a n t hip p e.

Melitta I

(Melilla koml op).

Mei i t t a.

Himera slaapt.

X a n t hip p e.

Schuif de luiken voor de ramen in de slaapkamer, dat Himera niet wakker wordt van dat rumoer. (Hel geluid van de trommen wordt slerker, men hoort wapengerinkel, geluid van marcheerenden, gezang, en rumoer 'IIan zeer vele slemmen dooreen:

een gedruisch, dal, Ier wijl Xanlhippe en Melilla luisleren, langs hel raam voorbij schijnl Ie gaan en dan geLeideLijk /Jerzwakl. Alcibiades komt inlusschen op in /JoUe wapenrusting mei purperen mantel; hij blijft eenige oogenbLikken onbemerkt slaan en wordl dan door Theodole, daarna ook door Xanlhippe ontwaard.)

Th e 0 dot e.

Welkom, 0 Alcibiades 1 De roep van uw dappere daden ging u voor.

X a n th i p p e.

Welkom 1 wat meuw brengt ge van Socrates?

A I c i b i ad e s (lol Theodole en Xanthippe).

Weest gegroet 1 (tol Xanlhippe).

Socrates zal spoedig hier zijn. Ik ben zoo snel ik kon gekomen om hem vóór te zijn. Mijn slaven zijn op weg met bloemen en lauwertakken om uwe woning te versieren .,.

Weet ge reeds dat Socrates ons heeft gered door met de kracht van zijn woord een Spartaansche legerafdeeling

====================================== 11

zóó lang op te houden tot ons uitgeput leger zich hersteld had, en, langzaam terugtrekkend, de geweldiae overmacht van den vijand weerstond?

Ik noodig u uit deel te nemen aan het feest dat ik heden- ayond in mijne woning Socri\tes ter eê're geef.

T h e 0 dot e (lol Xanlhippc).

Het eerbetoon waarvan ik u sprak I

X a n th i p p e (lol Alcibiades).

Ik heb vernomen dat gij Socrates ongedeerd naar het leger hebt teruggevoerd - grooten dank breng ik u daarvoor toe I En, ook Socrates onderscheidde zich in d n veldtocht I Voor mij kan het echter geen dag van vreugde zijn. De kleine Himera ligt ziek, en, daarenboven bedreigt men Socrates met de hervattmg van een boosaardig proce . Theodote heeft daarover hooren spreken.

Th eo d 0 te.

Ja, dat zegt men In de tad

A I c i b i a des (tol Xanlhippe).

Uw kind zal genezen, twijfel daaraan niet. En wie zou nu tegen Socrates durven procedeeren? - Hoordet gij dan zoo even niet den zang en den stap van onze roemrijke krijgers; hoordet gij niet het geklikklak der wapenen? Socrates redde ons leger. Dat is al bekend en het dankbaar volk laat geen hervatting van den schaamteloozen aanval op hem toe!

X a n th i p p e.

De invloed van dien Meletus IS groot. zegt men.

A I c i b i a des.

Van dien mislukten liedjeszanger. die draken van drama's maakt? - Hoe kan zoo iets onze vreugde verminderen I

..

(11)

12==============================

Lieve Xanthippe, het gebabbel van de Atheners is niets dan . . . . gebabbel I Denk daaraan' Het volk is hier wel valsch, maar zelfs de ergste barbaren buigen zich voor roemrijke daden.

Th e 0 d 0 te.

Alcibiades heeft gelijk: wie zou uw man, den held durven aantasten! wees gerust Xanthippe I

(opslaande).

Ik wil nog een poging wagen om van avond toch debat te krijgen. Ik zal de leden van de vereeniging allen bijeen- roepen.

Vaarwel I dat de kleine Himera door de hulp der goden spoedig moge g nezen!

(Theodole af).

X a n t hip p e (tol Alcibiades).

De Atheners hebben al meermalen getoond, zegt Socrates, dat zij gemakkelijk straffen ook hen die iets roemrijks bedreven hebben. Zij zijn anders dan de barbaren.

A I c i b i a des.

Laat u niet angstig maken door die strijdlustige Th odote j ze heeft nu stof voor nieuwe babbelarij.

Het volk zal ons niet durven storen in de vreugde. Het leger juicht uw man toe. Wat kunnen de aanklager daartegenover stellen?

o

Xanthippe, denk niet aan processen' Wees rooiijk met onze vreugde I

X a nt hip p e.

Van uur tot uur wacht ik den geneesheer; hij talmt te komen. Ook verwacht ik angstig mijn broeder Cliton, die al sinds weken naar het Delphisch orakel vertrok, om de uitspraak omtrent de genezing van Himera, af te meeken.

Zij is zwaar ziek.

============================13

Ik vermoed dat Cliton dichtbij IS. • . Het kind IS rustig geworden, en slaapt.

o

mocht het ten leven zijn!

Ik blijf hier over de zieke waken, en wacht af.

A I c i b i a des.

De goden zullen uwe goede verwachtingen doen be- klijven, wees daarvan zeker.

Ik laat uwe gevoelens gelden, hoewel het mij smart dat het begroetingsfeest zal uitgesteld worden.

Vaarwel Xanthippel verzuim niet mij te waarschuwen als er iets van belang of van geen belang is, waarmede ik u van dienst zou kunnen zijn.

(Alcibiades rechts af, daarna Xanlhippe langzaam af door de achterdeur) .

(12)

14

===================================

TWEEDE BEDRlJF.

(Socralf!$, daarna Xenophon en Plalo, allen in wapenrusting, komen \Ion rechts op. Socrales, ziet rond, en gaal vervo/gem bleek en met gebogen hoofd de achlerdeur in)

Xe nop h 0 n (tol Plala).

Reeds meermalen zag ik Socrates in den strijd:

Bij het beleg van Potidaea, toen hij den gewonden Alci- biades het leven redde; en kortelings, dicht bij De/ium, waar wij de overmacht van Thebanen, Spartanen en Boeötiers doorstonden, en met zijn hulp onze versterkte plaatsen weer bereikten. Daar velde Socrates met één zwaardslag een razenden Boeötiër, die op mij aanstormde.

Ik heb hem gezien tusschen onze teruggeslagen, door vrees verdwaasde krijgers; maar, steeds bleef hij rustig.

De ergste omstandigheden plooide hij om zich als een mantel. Want evenmin als te velde verzwakte hij ooit, als hij in het openbaar streed met de redenaars der wereld, en zij hem overstelpten met h'un toorn.

Hij durfde bij het razende volk van den Raad de admiralen verdedigen tegen den eisch van doodstraf.

Maar nu, nu is hem het bloed van het gelaat geweken, nu houdt hij het hoofd gebogen alsof hij in vreeze verkeerde.

Voorwaar, hij ziet om zich als iemand die onverziens in het vijandelijk legerkamp is geraakt I

P I at o.

Zwaarder dan de aanval zelf. drukt de verwachting van den aanval; want tegen het een is verweer, tegen het ander niet.

Nog erger is de verwachting van {" nonberekenbaren aanval: daartegen kan zelfs het voorbereidend verstand niets uitrichten.

===============================15

Maar de goden mogen ons - 0 Xenophon - bewaren voor zulk een aanval van wie wij liefhebben: hoe zouden wij toch de wonden, die d"zen slaan kunnen wreeken 7-Dan zouden wij ons zelf mishandelen I Immers, met wie wij beminnen zijn wij één.

Xe nop ho n.

De woorden van Socrates zijn als de golvingen der zee;

zij kunnen verweren zonder te wonden.

PI a to.

Het woord der vrouw is vaag als een onweerswolk en scherp als de bliksem. Daaruit stroomen rampen over de aarde. Het verweer is: zwijgend heen te gaan, en, de overwinning blijft slechts aan het gemarteld geduld.

S 0 c rat es (opkomend uit de achlerdeur).

Ja, de vrouw kan ons inderdaad leeren geduldig te zijn.- Vrienden, Xanthippe waakt bij ons jongste kind, dat ziek ligt. Vergeef haar, dal zij u niet komt begroeten.

Pla to.

Moge uw kind spoedig beteren I

(Plalo en Xenophon, op hel punl heen Ie gaan, blijven bij de zijdeur staan.

L y s i a s (\Ion rechts op,~omend)

Socrates, ik kom.u waarschuwen I

De Raad van Vijfhonderd zal uw proces hervatten.

Het volk, opgezet door handlangers van Meletus, Anytus en Lycon, verwijt den strategen het uitblijven van de zegepraal.

Ja, men heeft het diets gemaakt dat in den veldtocht geen dappere daden verricht werden . . . . z lfs gelasterd, dat Hippocrates, Alcibiades, Xenophon en gij Socrates zelf zoudt uitgestrooid hebben, dat overmacht der vijandelijke legers den terugtocht noodig deed zijn.

(13)

16==============================

Zóó maakte men stemming, en toen hebben Meletus en zijn medeplichtigen op nieuwe gronden een aanklacht tegen u, Socrates, ingediend. Naar ik hoor zou reeds door hen verkregen zijn, dat gij - als betrof het een krijgsraadzaak in oorlogstijd - nog heden in hechtenis genomen en berecht zult worden.

Xe nop h 0 n. (lol Lysias).

Onze wapens waarborgen, dat dit niet zal geschieden I Wij zullen die gevaarlijke woelingen van de opgeruide menigte bedwingen.

P I at 0 (lol Xenophon, Lysias en oerales)

Geeft apen en honden stemrecht. Het is tijd I

De Raad van Vijfhonderd moet in overeenstemming gebracht worden met den geest der eeuw I

Ly s i a s.

Men geeft voor dat wij nu nog in oorlogstoestand zijn, en men daarom tot snel optreden genoopt is. De volks- menners durven alle strategen nog niet In staat van beschuldiging stellen. Dat stuk volgt later.

X en op h on.

Het pratte volk heeft liever een onstrategischen zegepraal, dan een strategisch n terugtocht, en 't heeft half gelijk.

Maar wat heeft dat te maken met de zotte aanklacht van Meletus en zijn gezellen?

P I a to.

Het is tegen de wetten, dat zware zaken zoo overijld berecht worden.

S 0 c ra te s.

Dat weet ik, maar wordt geen uitstel verleend, dan heb ik mij toch te onderwerpen aan de beslis ingen van onzen meester: het volk.

===============================17

Xen 0 p h 0 n.

Vrienden laat ons heengaan om uitstel der behandeling te verkrijgen, en met Alcibiades maatregelen te treffen om dezen aanslag op onzen meester te keeren.

Socrates, wij zullen met woord en wapens voor u pal staan.

S 0 c rat e s.

Dank, Xenophon I maar ik steun op wet en recht. Lok geen verzet met wapens uit.

Eén voor allen, zij het; niet: allen voor één.

Xen 0 p h 0 n.

Ik za! uw woorden bewaren, Socrates, maar, waartoe dragen wij wapens, als wij ze nu niet trekken?

De lafaards moeten de scherpte van het zwaard gevoelen!

P I a to.

Onweerstaanbaar 1S het woord van den meester; doch, wij zijn menschen.

S 0 c rat e s.

Ik wijs alle tegenweer met de wapens af; bedenk dat wel vrienden 1

P 1 a t 0 (lol Xenophon).

Als wij het volk niet dwingen, kan dit Socrates het leven kosten; maar, indien wij Socrates tegen zijn wil betrekken in wapengeweld wordt zijn hoogheid gekrenkt.

Xe n ph on.

Wordt uitstel van behandeling geweigerd, dan is krachtig optreden noodig in het belang der rechtsorde.

S 0 c rat es.

Het volk zal uit zichzelf terug kunnen keeren tot de rede en de heilige inzettingen van de Republiek, maar nooit door onrechtmatig wapengeweld.

(14)

18 ==============================

Xe nop hon.

Het volk is te zeer verbasterd!

S 0 c ra t e s.

Belemmer het niet zich te beteren I

X en op h 0 n.

Eens houdt de wijsbegeerte op, en regeert de daad.

(Dio/ima kom I inlus· :h:n Van rechls op; zij is in hel geel gekleed)

S 0 cr a t e s.

Bij wien zij ophoudt, is zij nooit begonnen.

(Diolima loopl op Socrales loe en drukl hem mei beide handen de hand).

Dio tima.

Ja, voor u, meester. heeft zij geen einde, en gijzelf zijt haar begin.

Maar ik ben te zeer overstelpt door smart en veront·

waardiging om naar rede te luisteren.

S 0 cr at e s lol de aanwezigen).

o

handelt niet ondoordacht I

(Xenophon. Plalo en Lysias a} door de zijdeur; Xanlhippe koml op door de achlerdeur ; zij slaarl Diolima Ireng aan; deze gaal lan~zaam door de zijdeur heen, na Soerales, en, vluchtig. ook Xanlhippe gegroet Ie hebben. Xanlhippe beantwoordt haar groei bijna onmerkbaar)

X a nt hip p e.

Eindelijk, lieve Socrates kan ik u ongestoord spreken.

Ik zag Xenophon daar heengaan. trotsch en toornig; Plato en Lysias volgden. donker als de nacht, doch uw oog is rustig. Hoe kunt gij rustig zijn? Ik gevoel mij beklemd door smart en vrees, om Himera, om u, om mijzelven.

============================19

S 0 c ra t e s.

Verontrust u niet, zooals de menigte. om tijdelijke dingen.

Tracht het eeuwige te vatten, dan kan vrees noch smart u ooit overweldigen.

X a n t hip p e.

Maar wat gij tijdelijk noemt, IS van het grootste belang.

Wat heeft Lysias u verteld?

S 0 c rat e s.

Dat zult ge spoedig vernemen, maar zeg mij eerst wat u op de tong lag bij onze begroeting van zooeven.

X

a n t hip p e.

Socratea, het betreft zaken van tijdelijken aard, zijt ge bereid die te hooren?

S 0 cr at e s.

Gaarne.

X a nt h i pp e.

Wat zijt ge lang aan het front gebleven I Ge b loofdet mij binnen een maand terug te zijn, en h t werd drie maanden.

S 0 c rat e s. I

Dat zijn de kansen van den krijg, en van het lot.

X a nt hip p e.

Ik wil het u niet wijten, maar er is iets anders. Er waren in die maanden uitgaven te doen. De kosten van onze huishouding zijn door den oorlog hooger geweest dan te voren. De prijzen van linnen en levensmiddelen zijn verdubbeld.

Daarenboven hebben de kinderen meer noodig dan vroeger, omdat ze ouder worden.

(15)

20============================

S 0 era te s.

't Is waar, daaraan had ik niet gedacht.

Xa nt hip p e.

Ik spreek dan nog niet van onze buitengewone uitgaven zooals die aan geneeskundige behandeling, geneesmiddelen en aan offers voor onze Himera, die al een maand ziek ligt. Ik koop de eene slavin na de andere, en, ze worden al duurder en slechter. Ook die Eunousia is een slechte slavin. Ze breekt veel, kijkt uit de ramen, slentert rond, inplaats van te werken . . . . . babbelt . . . . zingt. . . . S 0 era te s.

Laat ze zingen!

X an th ip p e.

In mijn huis duld ik dat niet, Socrates! en dan, ze zingt zoo vreemd!

S 0 era te s.

Vreemd 1 vreemd 1-dat weet ik niet . . . . . ik ben een vreemde in het zingen

Xa n th ip p e.

Spreek nu verstandig.

Ik weet dat ge u over die huishoudelijke zaken zeer weinig bekommert. Maar, we moeten toch leven . . .

De laatste maanden heb ik schulden moeten maken- begrijpt ge. Socrates!

S 0 era te s,

Zeker; dat kon niet anders.

Ik bewonder u, Xanthippe, dat ge onder al die moeilijke omstandigheden het huishouden zoo prachtig geregeld hebt.

============================21

X a nt hip p e.

Goed.

Maar hoe is het met uw toelagen 7

Hebt ge uw declaratie van den veldtocht al bij de legeradministratie ingediend?

Naar ik hoor zullen de officieren voor daggelden hooge bedragen in rekening mogen brengen. Zóó kunnen we onze schulden betalen.

Ik hoorde ook van Glaucons vrouw dat het reistarief verhoogd is. Dat komt ons goed te pas, Socrates!

Voor uw bagage kunt ge tegenwoordig hooger declaree- ren, - ja, ik weet dit uit goede bron.

Ge behoeft de Republiek niets te schenken, wees ver- standig I Nu leeft ge, morgen kunt ge dood zijn.

S 0 era te s.

Om den ..

Xa nt hip p e.

Ja - ik moet u over die platvloersche nietigheden spreken eer het te laat is. Ons huishouden moet in orde zijn, al is het nog oorlog. Het is mijzelf ook een last over al die

~eldzaken

na te denken, vooral nu de ziekte van mijn kind en uw welzijn mij het hart van angst beklemmen . . .

Men zal dat proces toch niet hervatten 1 Ik hoorde er van spreken, maar ge hebt u toch verdienstelijk gemaakt door een leger tegen te houden?

Hoe zou het met uw promotie staan? . . . Hipparchus en Cleomenes zijn afgevallen De één wegens ongeschiktheid, de ander omdat hij gesneuveld is, of ten minste zóó zwaar gewond, dat hij op de ranglijst doorgehaald zou kunnen worden. Beiden stonden boven u . . . .

S 0 era te s.

Om den geldnood der Regeering hebben de officieren van het expeditie-leger eenstemmig besloten: alleen de

(16)

22============================

gemaakte onkosten van de reizen in rekening te brengen en van de uitbetaling der extra-toelagen af te zien.

Xa nt hip p e·

Af te zien? af te zien? hoor ik goed? 0 goden! 0 goden!

Nu komt het gebrek en de rouw .. . . Maar Socrates. ge weet toch wat we alles noodig hebben . . . hebt ge u dan niet met kracht verzet tegen dat onrechtmatig besluit? ge kunt anderen toch overtuigen.

S 0 era te s.

Dat heb ik ook gedaan. . . . X a n thi ppe.

Goed, nu valt ge miJ mee. Dus de zaak IS 10 orde?

S 0 era te s.

Ik heb hen overtuigd.

Xa n th i ppe.

Dat ze zulk een daad tegenover hun vrouwen en kinderen nimmer konden goedpraten!

Hebt ge dat gedaan, Socrates? Dan zijt ge waarlijk wijs geweest.

S 0 era te s.

Neen, zóó niet. Ik heb hen juist overtuigd, dat ze vau die extragelden moesten afzien. Dat was mijn voorstel. Eerst maakten sommige officieren bezwaren. Maar toen ik hun wees op den slechten stand van 's Lands geldmiddelen, die vereischte dat alle eigenbelang week voor het gemeene best, werd mijn voorstel ten slotte eenstemmig en zelfs met enthusiasme aangenomen.

Ik ontwaar goede Xanthippe, dat uwe meening over de zaak van de mijne verschilt, maar ik weet dat gij nu ook zult inzien dat het welzijn van den staat vóór alles gaat.

=============================23

X a n t hip p e.

Eigenlijk verwondert het mij niet van u! Ik was een oogenblik vergeten, dat gij Socrates zijt. - Maar, hebt gij bij al uw goedheid wel gedacht aan uw gezin, aan uw geringe inkomsten, aan uw schulden?

't Is treurig zooals ge om alles denkt, b halve juist om het eerste, om uw gezin I Daarvoor sta ik alleen I

Weet ge bij al uw edelmoedigheid wel, wat ge igenlijk opoffert?

S 0 era te s.

Ik heb gedaan, wat het beste was, zonder iets op te offeren.

X a n t hip p e.

Zoo? . zoo ZUinig ik uit op alles en alles, zoo waak ik de nachten door. zóó ontzeg ik mijzelf ieder genoegen . . .. . terwijl gij . . . .

Zult ge dan altijd zelfzuchtig en dwa s blijven? 0 Socrates, 0 Socrates I

Wie moet het schoolgeld betalen, wie de hoedjes en haarlinten van onze kinderen? . . . . . wie den dokter, den slager, den bakker? 0 God! 0 God I

Maar wat deert het u? - gij maakt u van alles af; als gij slechts uw theoriën kunt ruchtbaar maken, dan zijt ge tevreden.

En, die theoriën pa t ge nog toe ook I

Waarom vertrapt ge lichtzinnig uw verplichtingen als hui.svader? waarom zijt gij zoo anders als andere mannen, die leven voor hun gezin?

S 0 era te s.

Ik had mij dat alles zóó niet voorgesteld. X a n t hip p e.

Maar ge moet dat vreemde besluit weer te ni t doen;

ge moet s hrijven aan den opperbevelhebber, dat ge den

(17)

24==============================

onverantwoordelijken. onrechtvaardigen afstand van uw toelagen intrekt. en dat ge volgens de bepalingen een behoorlijke reisdeclaratie wenscht in te dienen!

Schrijf. dat ge thans tot nadenken zijt gekomen. dat ge uw gezin niet wilt te kort doen. Wees niet laks!

S 0 c rat es.

Neen.

Ons besluit i~ in enthusiasme genomen, en zou dus slechts in enthusiasme. en niet uit berekening te niet gedaan kunnen worden.

X a n t hip p e (in zich zelf) Dan rest ons armoede!

Ach . . . wie had dat gedacht toen ik met u huwde.

Ach! toen dacht ik de vrouw te worden van een rustig degelijk burger, en nu . . . blijft mij slechts een buitensporig philosoof.

S 0 cr a te s.

Leer berusten 0 Xanthippe I

Xa n th i pp e·

En, dat proces?

S 0 c rat es.

Het proces zal inderdaad hervat worden, en wel. nog heden.

Nog dezen middag word ik gedagvaard en in hechtenis gesteld.

Vergun, dat ik, vóór mijn vrienden komen nog eeniie zaken, die geen uitstel lijden, regel.

De behartiging onzer huishoudelijke belangen waarover gij u bezorgt, drukt ook mij. Ik zal daarvoor het noodige doen, als ik van de terechtzitting terug kom.

X a n t hip p e. Ook dat nog!

=============================25

o

Socrates is dat uw belooning? Rukken die mannen u weer van mij weg, nu ik u nauwelijks een uur in vrede terug zag!

Wie zijn die wreede vijanden die u zoo haastig vervolgen?

Eeuwige goden, 0 redt ons van verderf en rouw I

S 0 c r a te s.

Het Atheensche volk wordt, als sommige vrouwen, bewo- g~n door allerlei wisselende aandoeningen. die soms heftig zIJn.

Mogen de goden ons en onze kinderen beschermen I (Xanthippe af)

S 0 c rat e s (in zich zelj).

Nu sta ik vrij. De lucht is weer helder.

Zal ik uit de vergadering terugkeeren?

Zal men mij vrijspreken . . . . . of. veroordeelen?

Dan zal het doodstraf zijn.

Voor mij is dat niet vreemd, want ik heb voor den veldtocht mijn rekening al gemaakt.

In den corlog had ik iederen dag meer kans dan nu om te sterven.

Maar wie sterft in den oorlog heeft er vrede mee, en wie sterft in den vrede sterft moeilijker.

Toch wil ik rustig den dood afwachten . . . . . . (hij blijft In gepeinzen staan en loopt dan eenige passen op en neer).

Ik heb gestreden wat ik kon, en dikwerf gefaald. Ik h b te veel gedacht, te veel gezegd . . . .

Boven een boschweide dicht bij Delium, hoorde ik in de vroegte een leeuwerik prachtig zingen.

Ach, had ik meer naar zulke muziek geluisterJ . . . dan had ik beter en minder gesproken in mijn leven.

Ik zou willen leven om mijn leven te beteren I

(18)

26======================================

Ik zal nu naar mijn vrienden gaan om hun te vragen of ze mijn lieve vrouwen kinderen willen helpen, als ik soms weg zou blijven.

Er moet nog een offer gebracht worden; laat ik dat niet vergeten.

(Socrales aJ).

==============================27

DERDE BEDRHF.

(Xanlhippe snel op door de achlerdeur ; zij slooi op een melalen bekken; Marikas op door de zijdeur).

X a nt h ip p e.

Waar is de dokter?

Mar i kas.

Hij is nog niet hier gekomen, meesteres I

Xanth i ppe.

Vlug, snel naar zijn woning.

Keer niet terug dan met hem!

Himera slaapt nog, maar bijna onhoorbaar haalt zij adem.

Zeg, dat ik vrees dat die slaap haar leven zal deren. (Marikas af door de zijdeur; Xanlhippe slooi stil bij een beeld Van Apollo).

Groote God, gedoogt gij dit?

\Vordt nu al mijn Him ra gebracht naar de sombere valleien?

Wee! Ik heb u gesmeekt; het heeft niet gebaat.

Ik heb u geofferd gouden weefseis, witte runderen, mijn • schoonste goederen. Het heeft niet gebaat.

o

Apollo, sla mij met ziekte, met marteling, neem mij het leven, neem mij de ziel, neem mijn schoonheid voor eeuwig!

Bedek mij met wonden en builen; sla mij met blindheid, verbrijzel mij I - maar 0, genees mijn kind.

0, rek het leven nog één week, één dag, één uur, tot Cliton hier zij! Ik smeek het u!

(Zij werpl zich voorover, en slaal na eenige oogenblikken Ion/?- Zoom op).

(19)

28====================== ======

Of. ligt ge. 0 God Apollo, ook onder de macht van het Noodlot?

O. zou het Noodlot den dood van Himera beschikt hebben?

O. Moire. ga dan aan de eigen beschikking voorbij I Onvermurwbare, heb erbarmen!

Onverwrikbare Godin verwrik u!

(Zij slooi eenige oogenblikken in gepeinzen).

Cliton, Cliton, broeder, waar zijt ge? Haast u. Himera sterft 1

Waar zijt ge allen. man. vrienden, verwanten? Laat ge allen mij alleen bij het stervende kind I

(Zij buigt hel hoofd, Clilon kom I op van rechts; hij omarml haar).

C I i ton.

Leeft uw kind 1

Xanthippe

Gij komt wellicht nog tijdig; maar Himera is zwaar ziek.

Ze slaapt sinds den ochtend . . . ze ademt nauwelijks.

zal ze leven, of zal het anders zijn?

o

Cliton, wat zegt het orakel?

Ik durf niet luisteren. 0, spreek I

C I i ton.

Het staat aan u, dierbare zuster. of die slaap zal zijn ten leven, of niet.

Gij h bt te hooren . . des Lots I

Xanthippe

kiezen. Bereid u voor. het ontzettende te o. dat u het hart niet breke onder de slagen

Dan zal zij leven I

Wat zou ik anders kiezen voor haar?

Himera, ik zal u behouden. Dank. eeuwige goden, dank'

============================29

C I i ton. (in zich zelf).

De tijd dringt. Ik moet haar de godsspraak aanzeggen.

(tOl Xanlhippe).

Niet voor niets, Xanthippe. geven de goden u deze keus; maar. ge moet voor Himera betalen met uzelf, m t hetgeen u dierbaar is.

Dan zal door een wonderlijk gebeuren de wi~se pijl der Moire, r eds op het hart van uwe Himera 10 gel ten, langs zijn zeker doelwit voorbijsuizen . . . maar, om u en het uwe des te erger te treffen.

Lieve zuster, zult ge wel kunnen bestaan. wat de God van u eischt, en, moogt ge dat wel?

X a nt hip p e.

Mijn beslissing IS genomen. Ik vrees niel.

Zij zal genezen.

Wat de goden eischen zal ik betalen. al was het leven om leven.

C I i ton.

De God eischt meer dan het leven.

X

a nt hip p e.

Ik zal geven wat hij eischt.

Het kan niet zoo hard zijn. dal ik zou weigeren.

eli ton.

Xanthippe! zijt ge bereid uzelve te laten vervloeken. en Socrates te laten sterven voor het leven van Himera?

.J r a n t hip p e.

De levens van Himera en van Socrat s in de weegschaal I wee I wee 1 - die keuze is te zwaar I hoe kan ik beslissen?

(20)

30==============================

Cl ito n.

Luister, Xanthippe! - als een doode breng ik den dood!

Verneem wat de heilige Pythia krimpend en kermend als een moeder in de weeën der baring, heeft uitgegild, en, wat Apollo zelf mij heeft bezegeld met haar dood - want de maagd stierf toen het orakel haar was gestooten uit den verwrongen mond.

X an th i p p e.

Wee mij, wee mij I Cliton

De dood van uw kind was gewild door de goden, en lag vast in den loop des Lots - tot straf voor Socrates die boven goddelijke inzettingen wil uitgaan, en tot straf voor u, die niet wilt berusten in hetgeen het noodlot beschikt heeft,- die zelfs dwaaslijk de wrochtsels der Moire zoudt willen omstooten . . . .

X a n th i p p e.

- De goden hebben mij mmmer gewaar chuwd!

C I i ton.

De wil der goden en de loop van het Lot zijn voor den zwakken mensch omsluierd. Wee u, wee mij, nu ze geopenbaard worden.

- Zie! uwe offers, uwe gebeden, 0 Xanthippe en de oorlogsmoed van Socrates dreven God Appollo om het doodsoordeel te wijzigen en het onmogelijke te doen b klijven.

Zelfs hij is echter niet bij machte het bestel der Moire te vernietigen. Wel vermocht hij de raders van haren kar zóó te verwrikken. dat zij uw kind voorbijgaan . . . . maar verhinderen kon de God niet dat ze voortwentelend uwe ziel verbrijzelen tot erger dan de dood.

==============================

31

X an th i p p e.

Dank, 0 God, mijne offers naamt ge aan I Zij zal leven I

C l i to n.

Dat gij nu stierft voldo:!t de wraak der getergde Moire niet j dat zal dra mijn lot zijn, want ik zie reeds den strengen God naderen. Maar gewillig sterf ik voor uwe zaak, en

mijn geest zal rust vinden. . . .

Doch gij, 0 zuster, zult nimmer sterven In de hennnenng der menschen van nu en later eeuwen, evenmin als Socrates.

Maar, Socrates zullen geslachten na geslachten verheer- lijken duizenden jaren lang . . . . en u zullen de volkeren immer aanwijzen als een veTV\'orpene.

Niemand zal u begrijpen . . . .

Wee I . . . . . . als gij uw offer onder smarten hebt gebracht, zal men meenen, dat ge niets hebt opgeofferd.

De menschen zullen u verachten en bespotten eeuw in, eeuw uit.

Men zal u zelfs te verachtelijk rekenen voor den haat.

Xan t hip p e.

\Vee mij, wee mIJ, vervloekt voor eeuwig!

C I i to n.

o

zuster, wanneer gij zult opgenomen zijn in het schim- menrijk, zal alles wat de menschen over u zullen schimpen tot u doordringen j ieder smaadwoord, iederen hoonlach zult

gij hOOIen. .

Ge zult willen antwoorden. maar ge zult het met kunnen.

Wanneer h t uur der bevrijding zal slaan weet ik niet.

Misschien zal het zijn als een God van ontferming komt het>rschen.

Lieve zuster I met die ellende wordt het leven van uw kind te duur gekocht. Eens zal Himera toch sterven j gij verkrijgt alleen herstel van de tegenwoordige ziekte j geen onsterfe-

(21)

32==============================

lijkheid. En, wie weet of het leven van uw kind goed en schoon zou zijn? Het kan ten verderve voeren!

En, daarvoor geeft gij het leven van Socrates, uw eigen geluk, uw eer tot over het graf! Denk aan die voortdurende marteling!

X a nt hip p e.

Ach, Cliton, wanneer moet ik beslissen?

C I i ton.

Weeg snel het wicht der keuzen! want, dezen dag, vóór het uur dat de schaduw der dingen het langst is, moet ge beslist hebben en dat tijdstip breekt spoedig aan.

Wilt ge uw kind redden, giet dan dezen beker uit (hij wijsl een mei water gevulden beker aan). Dat zal het teeken zijn. En. zoo ge de Moire niet verder wilt weerstaan, laat dan zonder te plengen het uur van den avond voorbij gaan.

X a nt hip p e.

Is het ni t anders mogelijk? - Ik zIe overal rampspoed!

C I i ton.

Er zijn slechts twee wegen.

Laat uw kind uit de armen van den slaap afdalen in de donkere bark. Het zal niet meer lijden; Socrates zal lev n, en, gij blijft van eindelooze foltering ge paard. Kie dit, dierbare zuster; de andere keuze is te edelmoedig, en wordt dus op u gewroken als ware h t de rgste misdaad.

X a n t hip p e.

Zou ik mijn Himera laten sterven, en, later in h t

schimmenrijk voor haar als een schuldige het hoofd moeten buigen? Iedere dag, dat ik haar langer het licht kan do n aanschouwen is mij rijk loon.

Haar dood ware het ergste . . . . . zij zal leven! . . . .

============================33

Maar Socrates zou moeten sterven! . . . . . • kan het waar zijn?

Cliton zijt ge z ker, dat ge mij de godsspraak hebt gezegd, zooals die gegeven is?

eli to n.

Ik ben de waarachtige overbrenger der godsspraak. Spoe- dig zal ik u dit bezegelen. Als Socrates sterft, zal zijn dood nog roemrijker zijn dan zijn leven.

Xanthipp.

o

Socrates, moet ik u verraden ten doode? Zullen mijn eigen kinderen mij daarom vervloeken? . . • . Ik weiger . . . . . ik kan niet . . . . . het Noodlot hebbe zijn loop.

Vergeef mij, 0 llimera! gaat ge sterven?

o

goden. hebt deernis! . .. . verbreekt mij het hart riet! . . . . . neemt de vreeselijke keuze van mIJ weg!

(Zij gaat op en rustbank zit/en Melilla komlap dOOT de nchtcrdeur).

Melitta

\Vee. weel

De har lag van Himera gaat verloren. . . ZIJ reu- tel.. . . de handjes zijn reeds koud.

Gebroken is de glans der oogen. De dood strijkt neer op de sponde De ziel verlaat het hulsel des lichaams De geesten der laagte vervullen het huis.

Een zwarte vlieg wacht.

Straks zal Himera gestorven zijn . . . .

Xanthippe, buig u voor de Moire. berust ten leste!

Onafwendbaar zijn de ,rrochtsels van het Noodlot.

X a nt hip p e (opslaande).

Neen, zij zal leven I Duistere dood deins af!

(22)

34========================== ==

Moire, WIJZig uwen gang I Ik neem het aan.

(Zij giet den aangewezen beker uil).

o

goden, weest Himera, weest Socrates, 0 weest mij genadig!

o

kinderen, vergeeft mij mijne euveldaad!

Ik verscheur mijne kleederen in rouw.

Ik zet mij op een troon van blijdschap!

Himera zal leven!

(Melilla af).

C I i ton.

Heil u Xanthippe, fiere dochter van onzen stam! Niet teruggeschrikt zijt ge voor de wraak der eeuwige Moire I Diep in mijn ziel zag ik toen mij de godsspraak werd gegeven, dat gij de keuze van zelfverloochening zoudt aan- vaarden.

Voortdurende vernedering en schande zal nu uw deel zijn, maar dat juist is u tot onverwelkbaren roem.

Volhard nu tot het einde!

Laat u heden door niemand verlokken om dit huis te verlaten, anders zouden èn uw man èn uw kind sterven;

want nog een dag lang waren de trawanten van den dood rond in de woning, gereed om het leven uwer Himera te grijpen. Blijf zelf haar bewaken, dan waakt ook Apollo over het afgekochte kind.

Wacht u vooral iets van de godsspraak aan iemand mede te deelen. Dat zou zijn: tergen der goden en der Moire;

dat zou nieuwe wraak over u do n komen.

Reeds heden zult gij het zoet en de bitterheid smaken van wat ge u hebt bereid.

X a nt hip p e.

Ik zal het volbrengen.

Ik zal hier blijven waken dezen dag, en het geheim der godsspraak is bij mij veilig.

============================ 35

Mijn kind zal leven! ik zal de oogjes weer zien schitteren boven de roode, lachende lipjes.

Ik zal het kraaien weer hooren van de stem, die zich oefent.

Cliton, mijn hart gaat tot u uit in grooten dank. Dadelijk waart ge bereid door de oorlogvoerende landen heen den verren tocht naar het orakel te volbrengen. Ge zijt afgemat.

Uw gelaat is bleek en vermagerd, uw oogen staren in won- deren gloed!

Cl i ton.

Omdat de oorlog veel beletsels gaf, heb ik 's nachts ge- reisd, en mij overdag schuil gehouden. Zoo kwam ik laat terug . . . .

Xanthippe, denk om hetgeen ik u gezegd heb! Waak en zwijg!

Ik zelf zal niet lang meer kunnen waken.

I hij gaal langzaam naar de zijdeur).

X a n t hip p e.

Kom spoedig terug! Ik moet de lieve Himera zien.

(Xanlhippe slIel af door de achterdeur. lntusschen kom/ Lysander door de zijdeur op).

C I i ton.

Gij hier, Lysander I

Ly s a n der.

Op last van Alcibiades bewaak ik dit huis, om hem

"an alle gevaar dat er dreigen mocht, bericht te geven.

Socrates heeft vele vijanden.

Cl i ton.

Zij zullen zich bedrogen zien.

Hij zal zegevieren, ondanks alles, (eli/on af).

(23)

36==============================

L y s a n der (in zich zelf)

Nu kan ik zooveel ik wil de lieflijke Eunousia spreken, die gebogen ligt onder den druk van de wreedste der vrouwen.

Eu nou s i a (opkomend \)On links).

Eindelijk kan ik een oogenblik ontglippen. (Lysander omarm I Eunousia, wandelt mei haar over hel looneel lol bij hel raam. Hij schuifl hel gordijn "oor hel raam weg, en kijkl mei Eunousia naar builen)

L y s a n der.

De maan heft reeds van verre haar bleeke volheid op, maar nog talmt de zon met heen te gaan! De wolken hier in het oosten zelfs zijn nog kleurig.

Zou de zon bloedrood in de zachtruischende zee neerdalen?

Eunousia, straks zal het duister zijn, en zal ik je zien in den tuin tussch n bloesems en sterren.

Dan zal ik je mijn verlangen toefluisteren. terwijl door het hangend loover een speelzieke maan traal je de lokken doortintelt . . . . . .

Eunousia, liefste voor eeuwig . .

Dan zal ons de boot dragen over het wijd uitgolvend water tot de ochtendster fonkelend den gloed van je oogen ontmo t, en verhelderd uitstraalt op de wiegelende golven.

Dan zal ik je goud-oogen, je gezichtje, je hal overdekken met kussen. en zal je rusten aan mijn bor t zooals een bloesem op de golv n.

Eunousia' je oogen pralen als boschvijvers wdarin lozen weerspiegelen.

Je lokken zijn geurige ranken v n maanlicht doorbloesemd.

Je lippen zijn een open granaat . . . . Eu nou s ia.

Lysander, Lysander . . . . (beiden langzaam af door de zijdeur).

==============================37

VIERDE BEDRIJF.

(Xanlhippe homt op door de binnendeur en zinkt neer Voor een beeld van Apollo).

X a n t hip p e.

Dank eeuwige God' mijn kind is gered i 0 g ef mij kracht het vreeselijk te dragen.

(Soerales kom I op van rechls: Xanlhippe slaal op).

S 0 c rat e s (in zich zelf).

Thans kan ik rustig af wachten wat zal gebeuren.

(lol Xanlhippe).

Ik heb geregeld, wat ik kon regelen, n mijn vrienden zullen het overige doen. Wend u tol Alcibiades. Plato en , . enophon. en tot onze andere vrienden als ge tijdens mijn afwezen lets noodig hebt. Zij zullen u van harte hipen.

cn ook de goden zullen u bijstaan. Mijne offers zijn aan- genomen I

" a nt hip p e.

Ach, Socrates, zoudt ge dat proces nog kunnen ontgaan door met de aanklagers lot een schikking te komen? De dichter Melelus is uw vijand geworden. omdat ge zijn gedichten h bI afgekeurd. Herroep dat. en ge redt u het le"cn!

S 0 c rat es.

Hun aankl cht i ijdel.

Zij beschuldigen mij dat ik den staat ten verderve wil leiden en de goden belasterd heb.

Ik k n en mag hun niets toegeven.

(24)

38

=============================

X a n th i p p e.

Gij besteedt al uwe krachten aan het welzijn van den staat en aan het bewaren van goede instellingen. Hoe kan men u dan zoo vervolgen?

S 0 c rat e s.

Ik bouw voort op de oude grondslagen j ik bik de vale verflaag van de marmerbeelden, tot ik de eigen gloed n vorm van het kunstwerk terugvind. Dat deed mijn goede vader Sophroniscus, de beeldhouwer, ook Maar, daarom hebben de verfhandelaars mij aangeklaagd.

X a nt hip p e.

o

Socrates . . . vergeef mij wat ik tegen u heb misdaan en zal misdrijven.

Vergeef mij ter wille van Himera, die gaat genezen.

Vervloek mij niet, als de anderen mij vervloeken.

Ik heb te weinig getracht u te begrijpen, en nu laat ik u ten onder gaan.

- Maar ik moet zwijgen I

Vergeef mij I ik smeek het u! v rgeef mij ook als ik later te zwak, te kortzichtig mocht zijn.

Eens zult ook gij door de goden alles ontdekken, want de goden zijn barmhartig.

S 0 c rat e s.

De uitkomst van het proces moeten wij afwachten.

Maar al wacht mij het ergste, ik zal mij zelf blijven.

Wat mij te laste wordt gelegd is logen, maar zeer zek r heb ik veelszins gefaald in mijn leven:

De inzettingen der goden heb ik door redeneeren willen verbeteren,

Naar de muziek des levens luisterde ik te weinig . . . de muziek mijner ziel heb ik verwaarloosd

Xanthippe, leef voor uw kinderen; richt u en hen naar den wil der goden.

================================39

Zou er met miJ lets ernstigs gebeuren dan worde het aanvaard als de onverbrekelijke wil van den God, als het onaantastbare schiksel der Moire - maar gij hebt daaraan geen schuld.

X a nt hip p e.

Op mij rust de schuld, maar ik moet zwijgen. Eeuwige goden, geeft erbarmen I

S 0 era t e s.

0, nu zie ik u w er zooals toen wij huwden. 0 , nu zijt gij uzelf, 0 Xanthippe . . . gij zijt de mijne I

(hij omarm/ haar. Alcibiades, Pla/o, Xenophon en Chaerephon komen van rechts op)

Alcibiades

(lol alle aan'DJezigen, al~ sprak. hij in hel openbaar).

Zoo hebben ze het bestaan, de ellendigen, hun aanklacht te hernieuwen. Nu gaat de rijmelaar Meletus een drama maken; nu zal de redenaar Lycon eindelijk bekend worden;

en, Anytus, de leerhandelaar zal zich, als voorvechter van het staatsbelang, zijn huiden duur laten betalen.

Zoo, schurken I durft gij voort te gaan met uw laster- klachten op dezen dag?

O. volk van Athene waagt gij het die klachten nu in behandeling te nemen?

\Vaarom slingert gij ze niet van u af. als giftslangen?

als vodden?

Tart ons niet. nietswaardige aanklagers? ik zal u laten ranselen door mijn slaven! lid voor lid zal ik u laten afrukken I ik laat u levend verscheuren.

Moordenaars I Ik zal u de huid looien; ik zal u gloeiend goud ingieten; ik zal u leeren dichten en jammeren van de pijn!

S 0 c rat e s.

Matig u Alcibiades I

(25)

40==============================

A I c i b i a des.

o

Socrates, verschijn niet ter vergadering, als ge gedag~

vaard wordt. Er is geen recht meer in Athene. Er zijn hier geen wetten, geen rechters meer!

X a n t hip p e.

Alcibiades verkrijg uitstel. Zeg hun toch, dat Socrates onschuldig is. Hoe komt men er toe hem te vervolgen I

P I a t o.

Wij zullen alles doen om Socrates te redden . . . . dan redden wij ook zijn vervolgers van hun misdaad. - Dan redden wij ook het volk van Athene.

Xe nop h 0 n. (Lol Plalo en Alcibiades).

Het misdadig volk moet zich krommen onder onze wapen n. Ik heb al boden gezonden naar mijne vrienden in Sparta. De Spartanen moeten ons bijstaan: evenals wij.

haten zij de macht der massa ..

Weg met het domme wreede gepeupel dat ons regeert.

Weg met de democratie I P I at o.

Socrates zal zijn haters verslaan door de kracht van zijn woord.

X a n th i p p e. (lol Plalo).

o

red hem, red hem, ik alleen ben schuldig!

eh a ere p h 0 n.

De meester b hoeft slechts te spreken om hen te vernietigen.

Socretes

Vrienden; ik zal voor den Raad verschijnen, want ik ben Atheensch burger. Beschermt mijn gezin, al ik lang mocht toeven. Xanthippe blijf getroost in mijn ah ezen.

===============================41

A I c i b i a des.

o

Socrates, gij zijt aan uzelf en den staat verplicht dezen gruwel te keeren, anders zal het Atheensche volk zich dieper en dieper verlagen. Het leger staat gereed.

Het gepeupel is zichzelf moe. Het wacht zijn heerschers.

Socrates

Alcibiades, denk aan uw vaderen, die de tyrannie be- dwongen, en den Raad van Vijfhonderd instelden I

Alcibiad

Tegen de lyrannie I - dat is ook mijn leuze.

Maar de v rdrukk rs van weleer zijn nu zelf tot een macht van schaamtelooze tyrannen geworden.

S 0 c rat es.

Bestrijd het volk niet met zijn Ig nondeugden; richt het niet te gronde 1

Geef het een voorbeeld, dan kan het tot zich zelf komen.

X

a n t hip p e.

Maar dan zijt gij niet meer te redden.

Plato

o

Socrates, als gij valt, valt de staat.

A 1 c i b i a des.

Een dollen tier laat men niet tot zichzelf komen. Men slaat hem neer vóór hij schade aan kan richten, zonder te philosopheeren.

Pla to.

De wijsbegeerte verbiedt niet dat men krachtig te keer ga tegen onheilbrengende dwaasheden.

(26)

42================================

A I c i b i a d es.

Ik strijd voor den staat door het volk met alle geweld tegen te houden op zijn weg naar het verderf.

S 0 cr a t e s.

Gij wijkt af van de rede.

Ken u zelvenl X a n th i p pe.

o

Socrates, ik heb uw ondergang bewerkt I wee mij,

w e mij I

(Een deurwaarder kom/ van reek/s op, gevolgd door Lysander en een anderen hopliet).

D e u r w a a r der (/ot Soera/es).

Zijt gij Socrales, de zoon van Sophroniscus?

S 0 era te s.

Ja.

De u r w a a r der.

Ik heb last u deze dagvaarding te betee enen (hij over- handig/ Soera/es een ge ehri!/), houdende bevel aan u, Socrates, zoon van Sophroniscus om onmiddellijk ter vergadering van den Raad van ijfhonderd te ver chijnen in persoon.

ten einde u te verantwoorden op de aanklacht door burger Meletus cum 3ui tegen u ingesteld, namelijk ter zake dat gij, 0 Socrates (hij lee3/ onverslaanbaar van een 31uk papier) . . . . . . . . . . . . , . . al hetwelk uitmaakt de misdrijven van hoogverraad en grove ongodsdienstigheid

Socrates, ik heb last tot uw onmiddellijke inhechteni - neming . . .

(beweging onder de aanwezigen; Alcibiade., en daarop ook Lysander komen mei opgehe'Uen zrraard op den deurr.;aarder toe, die hen kalm afwachl).

========================= 43

X a nt h ip p e (lol den deurwaarder) Komt gij om mijn man te dood en ?

~eem mij; ik ben de schuldige I

(Zij valt in zwijm. Melilla en Eunous,'a door d e achlerdeur op;

zij dragen Xanlhippe naar binnen)

A I c i b i a des (to/ den deurwaarder).

Terug schelm, naar uw schelmsche meesters I (Hij maakt eeT! beweging oJ hij op den deurwaarder houwen. Deze ziet hem slrak aan, eT! verroert zich niel).

S 0 c rat e s.

wil los-

Deze deurwaarder vervult zIJn l' h f

beeld. p IC t, en gee teen voor-

Alcibiades, laat af I

(Alcibiades cn Lysander wijkcTI terug.

D e u r w a a r der.

Thans vraag I'k u, S ocrates, zijt ge bereid mij dadeliJ'k te volgen?

S 0 cr a t e s.

Ja.

De u r w a a r der.

Ik kan u enkele minuten geven voor afscheid.

(de deurwaarda gaat links op den achtergrond staan).

L y s a n der (lot den hopliet).

Waarschuw den hopman zich gereed te houden (de hopliel af door de zijdeur. Lysander nadert

Alcibi~des) .

A I ei b i a des (tol Ly3anderl.

Wat nieuws?

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

man in dien deerniswaardigen toestand terugzag, ondervroeg zij hem, en vertelde manlief haar met horten en stooten de geheele lugubere geschiedenis van Assem-Reges,

dat onvermijdelijk donker zou zijn wanneer niet bijtijds voor de toekomst werd zorg gedragen, maar tevens mannen, die klaar staan, om anderen met raad en ook

I-Iajati heeft tot n()g toe geen schu ld, zodat ik voorshands nog geen ' echtscheiding kan vragen. den laatsten tijd nog al erg tegenvalt. Door deze bemoedigende

kebau (kebaullvogeltje). Dat huist op zijn rug, maakt uitstapjes naar zijn kop en schoften, fladdert tegen zijn plompe pooten op, en overal pikt het de

Dit werd tusschen luid neus-gesnuit uitgebracht. ujn levensgeschiedenis opgebiecht..... ik wil Bernard spreken. Ze hoorde altijd graaD' over de chronique scandaleuse.... Ze

Hanna stapte dadelijk in. De helper wist blijkbaar al wat hij te doen had, want hij maakte het paard los en terwijl de auto zich al in beweging zette zag Hanna, dat hij zich

Zooals hij daar nu zat te smullen van de nasi·goreng, gulzig etend met zijn handen, la- waaierig smekkend met tong en lippen, had hij iets dierlijks over zijn

De boeitros was vast, maar met de waltrossen schenen de Maleische roeiers geen haast te hebben. Hoe dichter het schip bij den steiger! hoe minder zij hoefden sleepen