• No results found

f ndien op het originele materiaal auteursrecht rust, dient men voor reproductiedoeleinden eveneens toe temming te vragen aan de houders , r an dit auteur recht.

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "f ndien op het originele materiaal auteursrecht rust, dient men voor reproductiedoeleinden eveneens toe temming te vragen aan de houders , r an dit auteur recht. "

Copied!
81
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

uitsluitend op voorwaarde dat noch het geheel noch delen worden gereproduceerd zonder toestemming van het KITLV. Dit behoudt zich het recht voor een vergoeding te berekenen voor reproductie.

f ndien op het originele materiaal auteursrecht rust, dient men voor reproductiedoeleinden eveneens toe temming te vragen aan de houders , r an dit auteur recht.

Toestemming voor reproductie dient men chriftelijk aan te vragen.

Thisjilm is lIpplied by tlle KITLVonly on eondition that neither it nor part of it i ' further reprodllcell .vithollt first obtaining tlle permi ion of the KITL V .vhich re erve the right to Inake a charge for ueh reprodllction. If the material jilmed i it elf in copyright, the permi ion of tlle owners of that copyright .vill also he requirell for lIch reprodllction.

pplication for permis ion to reproduce hould he

",ulle in Jvriting, giving details of tlle propo ed reprotlllction.

SIGNATUUR

MICROVORM:

SHELF NUMBER MICROFORM:

MMETA 1378

(2)

1305 N

DE

SALONPLANTER

BLIJSPEL IN VIER BEDRIJVEN

DOOR

HENK. j. SMIT

(Auteursrechten voorbehouden)

tweede, verbeterde druk

(3)

1 1 11111111 ~lll llll lmmï~llilliilll rlllllll

01456118

llll ll l~1111

. ' .

.

.

.

DE SALONPLANTER

Blijspel in ier bedrijven door

H. J. SM IT.

(Aut urs/." cht n

orbehou~

n).

PERSO ~N:

Jo se p h deR i c h cl rd. Oud-Indisch gast, eige- naar an verschillende Cultuur-ondernemingen.

A n d r ' deR ic har d. Zijn neef.

Hei n G rom be er. Adm. an de onder-

Clau Ina . Beppie.

Peters

I

Sanders ~

Ti n u l

Pieterse Maart je

neming Kaliwining.

Zijn dochter.

. Vriendin van André.

Emp\. op Kaliwining.

. Violist.

Dienstbode.

- -

(4)

2

Het eer te bedrijf p It in H Iland, de overig op Java op de ndern. Kaliwining.

Tu chen h t t\ eed n

cl

rde bedrijf liggen drie jaren.

Het tu ne I 'telt v r de goed gem ubil rde zitkam r v n Andr'. Eer te en tweed plan ter rechter-zijde en~t r '

r het a ht r te n 't I' een buredu met boeken.

oor h t \' r te een fa of di an. r te plan links n ch or teen. l\\c d plul1 dit en dur. In het midd n van den achtergr nd tw e gluzend uren met p rtière di toegllnCj 9 v n naar de uchterv rtrekk n van ;\ndré. m den 'ch r~tcen een paar lubfuutcuil ' n r ktafeitie.

ERSTE TOa

EEL.

J.

e R i c har d - G rom be e r - M a art j ). deR ic har d.

(E

n r

o g- uet h /', di

lijdt

aan jicht en

daard

or emg ZIfl stromp

ft) .

Zoo, zoo, mei je, du mijnhe r De Richard komt vermoedelijk dadelijk thuis 7

M a art je.

(Beja

.Jrde

dienstb

od ). Nou, dadelijk zal ik niet zeggen; meheer heit wel getelefeneerd,

3

dat-ie dadelijk thui zou komen, en dat ik oor nr uw haring mo t z rg n; ( ertr

uw "ïk)

nou al -ie di moet h bb nl dan weten we al, hoe- laat of It i ; ander Je kan d'r zoo weinig op an, wat tud nten zeggen; ik zei dIr strak nog t g n den melkbo r. , ....

DeR ic har d.

(Uit et h gt).

Ja, al goed meiSJe, we zullen hier op mijnheer wa hten.

M a art j e.

Nou miJn me org a de heeren wille wachten.

U moet het zei e w ten; meheer i nou al drie dagen aan de rol, en 't zou de eerste keer niet zijn, dat-ie e n dag of ze onder water bleef- ik voor mijn.

DeR i c har d.

Ja, Ja, ga nu maar, spaar ons die uitweidingen.

M a art j e.

( na r h

t

gaan).

Nou, mijn me sorg, de heeren moeten 't zelf weten.

{Mopp

J

nd link af).

(5)

De Ri c har d.

, ou, hoor je 't. Wat moet ik nou met zoo n kwajongen aanvangen; je maakt hier nu eens een staaltje mee, hoe zelfs de dienstboden over hem preken.

G rom b eer.

(Een r bust v r chijning, gro fr kk n, n flink ,ïftig r.) Ja, ja, mijnheer De Richard, de tegenwoordige jeugd. Niet nieuw voor me. Van die modelexemplaren heb ik er in de laatste iaren al een dozijn op de onderneming ver leten, luiaards, niksnutters ; hoopen praatje, de kantje er af loopen, maar werken, ho maar ... .

De Ri c har d.

Hou maar op. 't B kend refrein van wat je mij al dikwijls genoeg ge chreven hebt, ai, wat teekt die poot weer andaag, ( tr mp ft naar de cfubfaut

UI/.)

dat je met die jongelui, die ik uitzend, niet werken kan. Maar neem ze zoo al ze zijn, en niet zoo als je ze graag wilt hebben.

De tijden zijn veranderd; en het is jouw fout, dat jij daar niet in mee gaat. Grombeer, je leert het nooit. louw ideeën zijn nog precies dezelfde, als waarmee je in 1890 naar Indï' bent gegaan.

Grombeer.

Be t, best, mijnheer De Richard, ik erken, dat het m'n tokpaardie i , maar U geeft toch t e, dat wii in onze jeugd geen zes dagen aan den r I of onder water waren, zooal Uw neefj hier. Wij gingen niet met gestreepte overhem- den n gekleurde da je de kebon in, wij vroegen niet, of er tenni banen op de onderneming war n, maar kropen in laapbroek en kebaja op een koeda met een houten zadel. We hadden een m ' nagère ; zoo één, die voor alles tegelijk zorgde, kokki, baboe, etc. en daarmee ba ta, en we waren te reden. Onze eenige uit patting was een paitje, en dat koste toen maar /

1.25

de pot.

De Ri c har d.

Ha, Ha .. n daar heb ik nou nog een grati barometer van in mijn beenen, ai, ai, die poot, we krijgen be list reg n, hij teekt weer als de weerlicht.

G rom be e r.

Regen heb je hier in dit kikkerland door- loopend, brr, wat een land, zelf een geheel-

(6)

6

onthouder krijgt hier 't pootje. Ik zal ten min te blij zijn al m'n verlof om i .

De Ri c har d.

lij bent en blijft de eeuwige kankerpit.

\XI

aar- om heb je dan verlof g nomen, Je wa 't niet

erplicht.

G

rom b ee r,

( toft r nd). Omdat, omdat .. ,... Cia u ina wou het. Het kind was nog nooit in Europa geweest.

De Ri c har d.

la, ja, dus het slachtoffer van je vaderliefde, zooal ik teeds van mijn neef André ben g wee t.

G

rom b eer.

Maar mijnheer De Richard,

U

wiJt to

h

niet mijn dochter met dien bambocheur vergelijken, met een . . . .

De Ri c har d.

Halt! Grombeer, je gaat te ver, (staat driftig

p)

je vergeet, dat die bambocheur mijn neef, en een De Richard is, mijn eenige bloedver-

7

want, - ai, al, di p t, die poot,. (,'alt in zIJn

I

t rug).

Gr mb er.

n U hebt zich bij mij ver zijn lev n loop beklaagd en al at Jongmens hemplo

é

bij mij moet worden

De Ri har d.

( n

1) ,

Behoef jij Je n g niet mina htend 0 er hem uit te laten ,

G rom be er,

Alle donders! Maar

U

bent begonnen mijnheer

o

Ri hard,

U

h bt mij zelf in ertrouwen ge- nom n, en nu blijkt, dat r met at jong men ch niet te beginnen i , zendt

U

hem uit, krijg ik hem trak op mijn onderneming, n mo t ik maar weer rob eren daar een planter, en behoorlijk men h van t maken, donder nog toe!

De Ri har d.

( tdat w r op), Alle donder

!

D nder!

\Y/

at beteekent dat, mijnhe r! - en Uw onderneming 7 ee mijnh er! mlïn onderneming! en

ik

zend

(7)

uit~ begrijpt U dat! - Ai~ al, die poot! die poot! (gaat zift ~n, pauz, schi t plots ling in den /ach). Ha, ha, we zIJn nog altijd dezelfd kemphanen~ Grombeer

!

G

rom be er.

( pg lucht). Ha, ha, we leeren 't nooit~ mijn- heer De Richard. Maar ondertu schen duurt het toch wel lang, eer m/ïnhe r Uw ne

f

ver chijnt;

en 't is al half elf, en Clau ina zal wel klaar zijn met winkelen en on wa hten.

TWEEDE TOO EEL.

o

e

V

0 r i gen,

C

I a u sin a.

C

I a u sin a.

(Aardig verschijning an ong v er twintig jaar, hert d laatste ~ rd n g h rd). Nee pappie, nog lang niet klaar met winkelen, pas op de helft·

Grombeer

En wat kom je hier dan doen 7 en hoe kom jij hier7

C I

a u in a.

(Guitig p haar vingers t 11 nd). Ad primum, door de deur, en de trap op, ad secundum uit

nieuw gierigheid naar onzen toekom tigen em- ployé, den neef an mijnheer De Richard, en ad

G rom be er.

Trio-Trio ... .

C I

a u in a.

Lekker mis - ad tertium. (wijkt acht ruit nadr den sto I an 0 Ri hard).

G rom be r.

ou, ad tertium ... 7

AI mIJn geld boel te kort.

C I

a u in a.

p en ik kom nog een heele-

De

R

ic har

d.

Ha,

ha, ha. Nou Grompie, - ai, al, die poot, die ... die beenen, die beenen.

Cid U sin a.

(Vroo/ijk). Nou, zegt

U

maar gerust pooten;

van papa ben ik nog wel wat anders gewoon.

Maar let nu op, mijnheer De Richard, nu begint papa af te loopen, de geldkwestie is aan de orde.

(8)

10

G rom be e r.

(Zich op"\'ind

nd).

Zie je nou~ mijnheer De Richard - geld, geld en nog een geld - en dat duurt nou al zoo lang als we in Holland zijn.

\'<1

erk daar maar een tegen p; den heelen dag

loop je met je portemonnaie in je hand, werk daar maar tegen op

De Ri har d

Ha, ha, kostelijk - de uitwerking van die rooie lap - Ha, ha, ha. Ai, ai, die ervloekte pooten.

G rom be er.

(Grimmig). igen schuld. 't \Xla ook in 't geheel ni t om te lachen - mijnh er De Ri hard

_ duizenden heb ik hier in dit kikkerland al uitgeg en.

'C I a u In a.

(Pruil nd).

U wou immer naar Holland.

Grombeer

Ik ... .

C I

a u In a.

Nee, maar die i goed; ik dan som

?

1 I

G rom be e r.

Natuurlijk, hoe zouden we anders hier zijn

7 C I

a u In a.

Omdat U wou.

G rom be er.

Neen, jij!

Clau Ina.

ietes.

Gromb er.

( m in

k

urig). Welle

De Ri c har d.

(M t cf, gr otst pr t). Flink zoo, Cia u ina, daar traks beweerde je papa, dat hij alleen voor iou naar Holland I gegaan.

C I a u sin a.

0000, pappie, wat kan U jokken.

G r mb eer.

Best - best, dan wilden we allebei; maar een feit blijft het, dat jij hier gruwelijk veel geld

(9)

uitgeeft. Denk je soms, dat ik daarvoor in 't zweet mijn aans hijns jaar in, jaar uit in de kebon heb geloopen onder de gloeiende zon, alleen om nu mijn arme geldje naar modi ten te zien verhuizen (Clau ina maakt n 9 baar) Ja!

jij lag op je kro ie male, Djongo kas ie stroop, - oeda abi ,Djongo ka i troop lag i .' ...

Clau Ina

Toe pappie, maak nou geen cêne, U geeft immers toch ten slotte, wat ik hebben wil, en wat moet mijnheer De Richard wel denken.

De Ri har d.

(Altijd v / PI" t). Zoo'n rakker, - goed zoo Clau ina, laat hem niet

10 .

Grombeer.

Heult U maar met mijn dochter, mijnheer De Richard.

AI

straks Uw neef hier is, loop ik ook naar den vijand over. (Gaat m

t

n strak ge- zicht r chts zitt n).

De Ri c har d.

Dat meen je niet, Grombeer, dat zeg je in je drift, je hebt mij beloofd, dat we samen dien jongen onderhanden zouden nemen" dus ••. ..•.

Clausina.

Oh, durft U hem all en niet aan .. .. . 7

Grombeer.

(Grinnek nd). Flink zoo, Clausina, zet mijnheer De Richard nu ook maar eens op zijn nummer, hij heeft het volkomen erdiend .

De Ri c har d.

(Driftig). Zeker durf ik hem alleen aan maar .. ..

maar . ... al .. ai, die mis' rable .•....

Clau Ina.

Ziet U, nou begint U te stotteren ... .

De Ri c har d.

Maar je ader moet to h zijn administrateur worden; dus is het niet meer dan billijk, dat hij er bij i " als we hem dat ertellen.

Grombeer.

Dat is zeer juist, en daarom" al het er om gaat om de jeugd" om de jeugd.. . ..

(10)

14

Clau ina.

(Sn I). Op haar nummer te zetten, dan moeten de ouwetje ' én lijn trekken, en

Grombeer.

Wil je mij al je bli

ft

alleen laten denken, dat kan ik G d zij dank nog wel. Dus ik zei, als het er om gaat, om de jeugd op te oeden, dan behooren ader en familieleden elkaar daarbij te helpen.

C I

a u sin a.

n aangezien bij een goede op oeding nette kleeren behooren, zood at d kinderen zich al van goeden huize behoorlijk kunnen pre entee- ren, gaan we nu met zijn drie" n naar de Bon- neterie. . . daar heb ik een hat van een hoedje gezien, gewoonweg zalig.

Grombeer.

Daar komt niets van in ... . Clausina.

(8 slist) Dan ga ik alleen met mijnheer De Richard. (Tot D Richdrd). Inplaats van op Uw

15

neef te zitten wachten, di to h niet komt, kunn n we b ter gaan wand len. Gaat

U

mee

7

Het oriaar zonn tie zal U g ed doen. U moe t e ns weten, hoe goed dat vo r

Uw

ji ht i .

De Ri c har d.

Zoo, zou dat goed zijn, Clausina

7

Clau tna .

Geen beter midd

I

dan de z n, en dan gaan we op het terra van Hollandai de morgen- moe a avoureer n; n u, h z g ik dat 7 e, kijkt U papa nou maar niet aan. . . .. ga maar mee, ( t pt

h

m naar

ei ei

Ut, lach nd

mk/ï-

knd). Die komt v el achter aan .... (B id

dj).

Grombeer.

Wel alle dond r .... . ( olgt de and t n).

DERDE TOON EL.

Maartie. Maartie.

(ft, t t on el bliJft e n og nblik

I

dig,

ei

huisb I gaat ov r, Maat· ti k mt langzaam p.

(11)

D

huisbel gaat nog ns ov r). Ja. Ja. Ik kom al, Keulen en Aken zijn niet op een dag ge- bouwd. (L pt naaf h t voor t nsterJ schuift

't mhoog, t ekt h t ba nhïf naar buit n en schr uwt naar b ned n). Wie daar

7

Gut man, ie trekt de bel haast uit de deurJ heb je zoo'n haast. Watte

7 -

en rekening

7

Van wie zeg-je

7 0,

van Richter, de wijnhandel. Meheer is niet thui , terugkomen.

WatJ mag-ie niet weg gaan van je baas zon- der enten 7 Nou 't zal me zoo me zorg zijn, blijf dan maar wachten tot je een ons weegt.

Begint

ct

m ub

t

n af t st

fI

n en laat 9 -

I' 9 Id d stofdo k buiten h t raam uit; dan clax n en 9 zang buit n). Heeremetijd, daar i -ie (k/ïkt uit 't faam) en hij brengt olk mee

(t It)

drie, ijf, ze en, en nog twee juffies der bij, ook, go sie, wat zal me dat weer een herrie geven.

(Loopt haastig af.

G

st mm I acht r an m n- sch nJ di -n trap oph I1 n.

G

lach, 9 chr (: uw,

9 I' P an: nMaartj , Maaftj , is

ct

koHic klaar

?"

liet 9 h

t

lawaai n

ct

pret v rplaatst zich

dan naar h t acht r rtr k. In en minimum van tijd h rt m n en rolijk tep p en gramo-

~ n.

G

rep:

I1N

m et pIn", dan

.

,.

I' ft n, Igar ft n.

9 n gramofo n, Pi t rs n dam - t m,' IIAndr', siga- St m aIJ André,' ,,Ik zal z

hal n, mijn sch on 1 n

k

r uw .

,.

....

)

VI

RD TOO EEL.

A n d r " later M a art j e.

(André door

ct

midd n- cht rd UI' n p, la pt

naar zijn bur au n pakt daaruit sigar n n igar tt n. Hij is onb ri p ~/ijk In m king 9 -

kl d, all nig zin verkr uk Id erh md, n

1'/

pt bI cm in zijn knoopsgat, chic t p, n béetj 9 aFn ct erd spr kend, zonder b lachelijk t \! ord n. i ft 9 n taand hij

ct

n 9 he fen nacht aan d n zwi I' is 9 west, zi t hij I' n 9 ges ign erd uit).

Maart je.

Heeee meneer, i

U

eindelijk weer e boven water

7

Andr é.

Ja, al Je er tenminste niets op tegen hebt.

Maart je.

Gut! meheer, wat zou ik. . .. .

H. I. S - De olonplonter. 2

(12)

1

André.

Zeg Maart je, je zorgt wel, dat mIJn gasten een flink ontbijt krijgen. Heb je nog voor haring gezorgd 7

Maart je.

En wat voor haring. Zoo blank a

I

Zl

'1

ver ....

Andr'.

Bravo! Denk er aan Maart je, gefrappe rd he, je hebt toch ij gehaald 7

Maartie.

la meheer, een heele paal en nog zes yphons spuitwater en toen heb ik meteen bij de ape- tflieek wat a peri n gehaald, ik da ht er zoo bij mij zei vers. . ..

Andr'.

Prachtig, Maart je, dan heb Je ditmaal buiten- gewoon goed gedacht; maar nu het ontbijt, hè.

Maart je.

Anders meheer, voor ik 't vergeet, d'r zIJn zoo traks twee vreemde heeren oor U geweest, ze komen geloof ik nog terug .

19 A

n

J

r '.

Het pijt me z r, Maartie, maar ze zullen nog een terug moet n komen, ik ben dez maand blut, totaal blut.

Maart je.

Maar ik gelo f niet, dat ze om geld kwamen. Andr' .

(v n

nderd

I. \XI at 7 Twee vreemde heeren en geen huid hers 7 Onmogelijk!

Maart; .

Nou mehe r, 't i toch zoo, het war n twee ouwe heeren, de eene wa eene heele deftige en die liep een beet; mank. Ze hebben hier op Uw kamer g wa ht en later kwam er nog en jonge dame bij, een donk re, het wa net, of ze uit den

00

t kwam. la, n di eene ouwe heer kon de trap haa t niet op kommen, hij bromde als maar: ai, die poot, die vervloekte ....

Andr'.

Groote genade, dat wa oom! ... ... .

(13)

..

laartje.

ou U't zegt, geloof ik 't ook. Ik prakkezeerde al bij mij zei e , op wie lijkent-ie toch ....•.

A n d r é

Ja, ja., al goed, Maart je, hoe laat komen die heeren terug

7

Maart je.

Gut meheer, daar hebben ze nou net nik an gezeid.

VIJFD TOO L.

De Vorigen - Beppie.

Beppie.

(St kt 17 t ho {d d or cl, p rtièr . Pikante er chlïning in opzichtig av ndtoi~ t). Dreetje, waar blij en onze igaretten 7

Andr "

Ja, ja., ik kom, (Tot Maartj

J.

Waarschuw on- middellijk als die heeren komen.

Maart je.

Best, Meneer. (Af links),

Beppie.

m zijn hal hang nd). Zeg Dr" I wann er krijg ik nou die boa an je, die je me beloofd hebt

7

Andr ' .

Ik zou 'm graag willen ge en, kindje, maar momenteel con enï' ert het mij niet - ik ben blut, totaal blut .••...

Beppie.

Toe nou, oomple I er toch nog, die r goed voor.

Andr é.

(zucht nd). Wa oompl er op het oogenblik maar niet.

(0

huisb

I

gaat er, Andr' cluikt;

t t B ppi ,di wat z gg n \ il). til!

Maart je.

(d ur links). Daar binnen ze., meneer!

A

n

d

r ' .

Goed, laat de heeren hier komen, en jij Beppie, zeg tegen de anderen, dat oom gearriveerd i en dat ze zachtjes erdwijnen. Denk er om, hij

(14)

22

mag jelui niet zien.

Ik

heb een oorge oei, dat

J

t

zal pannen.

Beppie.

Ja~ maar, ik mag toch wel blij en André. De anderen zal ik wel voor je afpoeieren.

André.

Ja goed, maar vlug dan (duwt haar naar cf, achterkamer) en til zijn hoor! ( luit

d

cf, ur n

n p rtièr s, gaat aan zijn bul' au zitten,

t

gt n paar gr t b k n o I' zi h n

d

tJ of hij ij erig aan

d

tu di i.

G

klop aan cf, deur.

André geeft g n antwo rd).

ZESDE

TOO L.

A

n d r é, De

R

i c har

d, G

rom b eer.

(D Richard en Gromb r blij n b/ï

d ei

ur taan.

!l

ndr ' hoort ni t, t n I tt tampt

D

Richard driftig m t zijn tok op den

1 0

r).

Andr' .

(z nu\; achtig rra t). Hé, oom, U hier! Nee maar, dat is een verra ing, een leuke verras-

23

mg~ zeg! In /1 ad m d

r) .

Maar gaat zitten, oom, dat trappen klimmen zal

U

wel ermoeid hebben.. nee maar, wat ind ik dat bar I uk, dat

U

mij eindelijk bent komen opzoeken. Ja,

U

vond mij juist verdiept in een dictaat 0 er het oude Romein che recht, maar nu U er i , kan dat wachten, niet! ee oom, zeg nu niet, maar ga eerst zitten, hé, (duwt h

m

naar

d

clubfaut uil). En hoe gaat het met het pootje, nog altijd zoo pijnlijk; nee, erst je gemak nemen. Zoo n nu een sigaar, een Henry Clay oom, een buitengewoon goed merk. (Intu sch n staat Grom- b r v rbluft t kijk n n

D

Richard windt zich m rkbaar p).

De Ri har d.

(driftig). Jij, JIJ rookt Henry Clay' In mIJn jongen tijd rookt ik igaren an drie centen.

Andr '.

(n mt

h t

lu htig p) Maar U had geen rijken oom in dien tijd. Hé, oompie

7

De Ri c har d.

Ai, al, die ervloekte p ot!

(15)

Grombeer.

Donder, jongmenseh, zie III niet hoe driftig of jij je oom maakt.

Andr ' .

fJ gmat;

k). Pardon, ik herinner me niet ooit aan U te zijn oorge teld.

G rom be er.

Bij een omedie, als ik hi r ertoonen ZIe, vergeet men .... . .

Andr '.

(kalm).

~ el een gentleman te ZIJn. Dat komt meer voor.

De Ri c har d.

Grombeer

!

laten we on niet kwaad maken.

Ie ziet, dat die kwajongen daarmee in 't v r~

deel komt.

Andr '.

Ha, zoo, i U mijnheer Grombeer ? Nu kennen we elkaar ten minste.

(r, t d Ri hard) .

Aan de

kwalificatie nkwajongen" die U daar gebruikte, oom, begrijp ik, dat U met een ander doel hier

gekomen bent, dan ik eerst meende.

Ik

vermo d dat U mij hier een sc' ne komt maken. Ik h b erduveld het lan aan n , maar h t hijnt, gezien dat U een bondg noot hebt meegebracht, onvermijdelijk.

(D

>

Richc1rd windt zi h

m

r n

me r p).

G rom b r.

Wel alle donder! n d rgelijk on be chaamd jongemen ch heb ik op mijn nderneming n g nooit meegemaakt.

Andr'.

Ik dank U voor die appreciatie, maar ik zou toch wel willen opm rken, dat U zich hier niet op Uw ondern ming, maar op mijn kam r bevindt.

De Ri har d.

Kalm - Grombeer ! Kalm! Ie ziet, ik ben 't ook, n jij Andr', lui ter naar mij; al voogd verlang ik dat, ei - h ik dat!

A

n

d

r

é.

Zeker om, ik zal zeer gaarne naar U lui ~ teren, maar mijnheer Grombeer, die is toch bij geval ge~n toeziende voogd wel?

(16)

26

De Ri c har

d.

Dat niet, maar hij is waarschijnlijk je toekom, tige chef.

Andr '.

Zoo, zoo, dat IS dan een nieuw gezichtspunt, daar ben ik erg benieuwd naar ... .

De Ri c har

d.

(grimmig).

W

Inu, we zulien je nieuw gierig- heid ten volle be redigen. Van dit oogenblik af ben je aangewezen om op je eigen beenen te

taan. Ik trek m'n handen geheel van je af.

A

n

d

r

é.

En daar ta ik geheel paf van. Waarom dat zoo in eens, oom?

De Ri c har d.

(op liegend). Waarom

7

Ai, die poot, die poot.

G rom be e r.

(sarcastisch). Hij vraagt nog waarom!

27

De Ri c har d.

(haalt engroot pak rek ninq n

t

v r ch/ïn).

Omdat jouw studie in de rechten mij te eel gaat ko ten, ventje! Alleen dit pakje rek ningen en onbetaalde a epten i de oogst an 'én maand . .. .. .

G rom be er.

En wat voor rekeningen I De Ri c har d.

Hier, nummer é' n en rekening met bijb hoo, rende bon van d Amphion bar, nummer twee, dito van de American-bar, nummer drie, dito

an de Astoria-bar, nummer vier .. ... . Grombeer.

(me

l

v

nd).

Dito.

De Ri c har

d.

Amphion-bar, nummer vijf.

G

rom be er.

Dito . .... .

De Ri c har d.

Atlantic,bar, nummer zes. .. ..

(17)

G

rom be e r.

Dito ... .

De Ri eh a r d.

Rabarber-bar! , nz, enz. alle n in ene maand meer dan twee mille verkwi t! verboemeld! Ai, ai, die poot!

G

rom b eer.

't I bar jongm nsch, meer dan bar. Toen ik op jouw leeftijd wa , leefde ik in de goenoeng twee jaren, an wat jij in "n maand verboemelt.

André.

Ja, daarin hebt U wel gelijk, die rekeningen van al die Bars, zijn wel bar.

De Ri eh ar d

Hou op, ik ben nu in geen stemming om flauwe toespellingen op bars aan te hooren.

André.

Zooal U wilt. (Tot Or mb er). Maar in Uw tijd, en misschien nu nog niet, waren er in de goenoeng geen bars, en ik zou er toch wel

even op willen wijzen, dat het geen kunst is om degelijk te zijn, al men niet in de gelegenheid is om ondegelijk te zijn De gelegenheid maakt den dief (t t Richard) en wat hebben ten lotte twee mille oor U te beteekenen, oom

7

De Ri c har d.

Zooveel, dat ik jou die gelegenheid ga ont- nemen, en je de goenoeng in stuur. Ik zend je binnen een maand uit naar de onderneming

van mijnheer Grombeer hier, en je begint, even-

als toen ik een br ekie wa , op een alari an h nderd gulden per maand, zegge "n honderd gulden, misschien, dat jij dan een anderen kijk op geld krijgt Dan moet je zelf maar voelen, wat twee mille te beteekenen heeft. . .. ai die poot, die poot. Hoe meer ik me opwind, hoe meer of-ie steekt, dat heb ik aan jou te danken, aap van een jongen!

Andr '.

En aan de oude Bourgogne... oom!

De Ri c har d.

Ik verzoek je die interruptie voor Ie te hou- den, ik begrijp niet, dat jij nog lust voelt, om

(18)

3

flauwe gee tigheden t debiteeren. Dat bewij t miL dat je nog niet alle voor ern topneemt. Maar zoowaar al ik De Richard heet, zit jij binnen eertien dag n aan boord. Je gaat voor ijf jaar naar di onderneming. AI Je Je goed gedraagt, zullen we na dien tijd erder ZIen, maak je 't te bont, zoodat mijnheer Grombeer je niet houwen kan, dan - dan -

Andr '.

Dan?

D Richard. Onterf ik je!

Andr ' . En als ik \ elger om te gaan?

De R ic har d.

Dan i alle tus hen on uit, dan ben jij van dit oog nblik af mijn neef niet meer. Die be- trekking in Indi" is je laat te kan. Ik geef je

vijf minuten om de contracten te teekenen, die mijnheer Gromb er bij zich heeft. Je chulden t t vandaag gemaakt, zal ik betalen, en an af

31

morgen ben je tud ent

àf

n emplo ' adja an d onderneming Kaliwining. (gaat opg lucht zitt n).

Gromb er

n, Jongmen ch, na alle wat er gebeurd i , dat nog een po itie, waar hond rden naar zouden nakken, en in jou plaats te k nd ik maar lug. (g ft Andr' dl:. ntra

t

n .

Andr '.

U taat mij toe, alv ren ik mIJn handteeke- ni g zet, dat ik even de n equentie van een dergelijke hand ling onder

d

oogen zIe.. . ..

D

Rich rd.

(André

ct

ace pi 'n n

\' et n 9 I nd). Het war je dat gedaan had, t en

odden zette, rwaand die poot.

rek ning n \' r cJ, beter ge\vee t, al je poot onder deze kwa t . . . Ai, Ai!

Grombeer.

Bra a, mijnheer De Richard, dat had ik hem niet beter gele erd.

(19)

A n d r

é

(dr g) la, ja. U hijnt in Uw omgang met oom chool gemaakt te hebben .. ... .

Orombeer.

Dat heb-ik en het doet mij genoegen, dat-ie jou zoo heeft aangepakt, en al jij eenmaal boven op mijn onderneming bent, dan zal jij een leeren, wie Hein Grombeer I .

Andr é.

(dr

g).

Daar ben ik in 't geheel niet be- nauwd voor. U zal Uw naam wel alle eer aan- doen.

G rom be er.

Donders, dat zal ik. Begrijp dat goed. Op mijn onderneming w rdt gewerkt, van salon- planter ben ik niet gediend.

A

n

d

r

é.

(g

prikk

/d

door dat g z gd

.

N emt d con- tra t n, I opt naaf zijn bul' au).

Bij U schijnt ruwheid en onbe chaafdh id een eer te ver- eischte voor een goed planter te zijn, maar ik

zal bewijzen,

Cm

~t

nadruk)

dat ook een salon- planter, the right man on the right place kan zijn.

(Tt k nt d

c

ntract 'n).

Zie hier het con- tract. Vanaf morgen ben ik in Uw dien t, maar vandaag nog vrij man, en als zoodanig erzoek ik U mijn kamers te erlaten. Ik wens h .nog een paar woorden met mijn oom te preken.

De Ri c har d.

Andr

' !

André!

A

n

d

r

é .

om, nog ben ik baa over mil zelf, en over deze kamer.

G rom be e r.

onders - onbe haamde vlegel.

(\.-\Z d nd naar ei cJ, ur

). Dat zal ik j betaald zetten

(Af).

De Ri c har d.

( om

n n f IGïk n Jk

aar e

n o

og nb/ik aan).

Je begint al goed, door zoo tegen je hef op te treden, maar dat zeg ik je, ik houd me aan ons contra t en ie behoeft later niet met klaag- brie en aan te komen.

H. I. S. - Ve a/ np/emter. 3

(20)

34

A n d r '

Daar behoeft U ni t b ng \' or te zijn, oom, ik zal mijn boontje van af dit 0 genblik zelf wel doppen; dat \ oord j al nplanter an dien mijnheer heeft mij wakker ge chud, en ik zal U tonen, dat ik een echte De Ri hard ben;

dat ik ook nog werken kan.

De Ri har d.

ou herken ik je weer. Geef me de vijf, Andr'!

(VVil

op taan). Ai, ai, die poot, zal di me dan nooit met rust laten

7

A

n

d

r '

Blijf toch zitten, oom!

De Ri har d.

Jongen, ik word een dagje ouder. Gedraag je goed, André, iif jaren in den Oost liegen om en dan... ik ben een men h an een dag ...

A

n

d

r '.

Kom, oom, laten we den tijd niet vooruit loopen.

35

De Ri har d.

og " n raad, Andr ' : verzoen je met mijn-

h

r Grombeer, hij i een harde werker, nog , , n an den ouden tempel, ' , n van die pi ni rs.

Hij n de modern tijd erdragen elkaar lecht.

Tracht je naar hem te hikken. iaar nu 0 er on beiden. Ik heb je vandaag een harde Ie moeten toedienen, Andr', maar 't wa oor je be twil. Je hebt je jeugd nu dubbel en dwars 9 n ten, laat het hierm genoeg zijn. Jij bent de eenige bloed erwant, dien ik nog heb. tel me niet teleur - zal je niet, jongen

7

Andr ' .

ee,

oom, dat beloof ik

U.

De Ri c har d.

Kom dan tot je ertrek bij mij logeeren, de laatste maanden heb ik je niet te veel gezien.

N

e, nee, ik wil j geen verwijten meer doen ...

A

n

d

r '.

Dat begrijp ik wel oom, ik zal dan morgen k - men, andaag wil ik nog 't en een ander regelen.

(21)

De

R

i har d.

Nou, tot morgen dan!

André.

Hier is Uw hoed.

\X/

acht, ik zal even U uit- laten, leun maar op mij.

(8 iel

n aJ).

ZEV D TOa E L.

B

e p p i e - later A n d r é . Beppie.

(Komt \'0 rzichtig midd n op, kijkt hi r n daar

r nd, zi t

h

tentract,

J

t ni uwsgierÎg,

J

gt n

J

n er als André binn nkomt).

Andr'.

Zoo, JIJ nog hier - en de anderen?

Be

p p i

e.

Weggegaan. (Pauz ). Ga je naar Indi ", André ?

A

n

d

r

é.

Zoo, heb Je In mijn papera sen ge nuffeld?

B p P Ie.

De anderen h bb n wel aan de deur staan lui teren.

Andr '.

Zoo, fraai. (Pauz ).

Be

p pi

e.

Du , 't waar?

Andr '.

Ja. 't I waar. Oom h eft mij de klem op den neu g zet;

'f

naar Indï',

'f

niet. (Pauze).

Be

p p i . Du ik krijg mijn boa niet?

Andr '.

Nee, dat gaat niet dor. pijt me oor JOU .

(Pauz) .

Beppie.

Dan hadden de anderen wel gelijk. Jammer!

(Pauze). Nou, dan ga ik maar.

Andr é.

Ja, ga dan maar. (Pauz:::) .

(22)

Beppie.

Een goede rel

André .

Merci. (8 ppi al. Andr' aalt d sch ud r p, glimla ht, loopt naar zlïn hur au, kijkt het ontract in n taart " r zi h uit. Er wordt getikt). Ja!

ACHTST TOO EL.

A n d r é, M a art i e, later P iet ere.

Maart je.

Meheer! Pieterse en zijn zoon bennen daar nog - ze ragen, of U ze nog noodig heit.

Andr'.

H ' 1 zijn die er nog 7 Ik dacht, dat ze allang naar hui waren. Maar natuurlijk, ze moeten nog iets hebben oor hun moeite. Laat die ouwe Pieter e hier komen, Maart je .

Maart je.

Be t, meheer.

9

Piet r e.

( ud, v rm eid uitzi nd man, nd r zijn ,. rJa n r

k

tum J m t VI Iki t nd r

d

n àrm). Hier ben ik, mijnh er.

Andr ' .

0,

ja, jui t. Ik wa je bijna vergeten, Piet r e, maar ik heb daar net een onderhoud gehad, dat n g al indruk op mij gemaakt heft, du Ie moet er maar niet boo m zijn, h'. Hier heb je mijn laat te lapje - , 't is wel weinig, maar ik ben momenteel blut, Pi ter e, totaal blut, en nu ga je maar gauw lapen, niet

7 -

Je zal wel moe zijn.

\Y./

at is dat nou, Pieter e, weiger je, en , aarom

7

Ik heb je to h met ie zoon hier naar toe ge leept, het wa v el i waar in een dolle bui - maar je ging to h mee, om iet xtra t verdienen. Vooruit, pak aan .

Pieter e.

ee, mijnheer. Andr '. Het zijn Uw laat te vijf n twintig gulden, en di wil ik niet hebben.

Andr' .

Hoe heb ik het nou met Ie, Pieter e 7 Wat heb jij daar mee te maken 7

(23)

Pieter e

Zoo eel, mijnheer, dat ik van Uw ri enden alles gehoord heb; en daarom, mijnheer, omdat ik \ et, hoe royaal U i - U hebt on altijd goed beloond, oor een extra nummertje - daar- om wil ik U nu niet Uw laat te cent uit den zak kloppen.

Andr ' .

Goeie, beste, brave, Pi ter e, jou woorden zijn me een riem onder 't hart. Je bent een brave kerel, maar dat had ik al rder moeten weten.

Jij met je mooie olie tre k, die zulke innige toonen uit je instrument weet te halen, zoo iemand moet een gevoel men h zijn; hoe kom

jij to h in een bar erzeild 7 Piet e r e.

Och, mijnheer Andr ', met Ie en ge en i bijna niet te verdienen, en dan een groot gezin in d zen duren tijd; dan moet je alles aanpakken.

Ja, ja, 't is een sleçhte tijd oor de kunst.

Andr '.

ja, zoo is 't, Pieters J maar jij had een beter lot erdiend - bij jouw pel trilt er altijd iet in me.

Pieter e.

(blij) \'1/

aara htig waar, mijnheer, dat doet mij heus h goed. V" r U dan weg gaat naar Indï' - m gen ik en miJn z on dan oor 't laat t nog iet voor U pelen 7

A

n

d

Dat mag ie, Pieterse - maar laat het iet heel eenvoudig zijn - b. de Val e lente uit die Czarda für tin. Laat de deuren maar open. (Pi -

ter met vio I midd n af, Andr' kijkt.h

m

glim- lach nd na, begint n gmaal h t

c

ntract in t kJïk n. Van uit ei a ht rkam

r

klinkt daarna viool

n piano. Andr ' lui t rt, Ir

mm

It g da ht t

h t

c

ntract

In

Ikaar n taart

w

cm dig zich uit).

DO K langzaam.

inde eer te bedrijf.

or

(24)

TWEED B D RIJ F.

De emplo é's-woning ( 0 rgal rij) van Tinu . De bilikwanden zijn smerig en verwaarloo d.

In het midden op den a htergrond twee deuren naar de binnengalerij, waar om den hoek een teleph on "geacht wordt te zijn", De wanden zijn er ierd met zwaarden en kri en. In het midden een zitje met chommelstoelen, aan weer zijden een paar bloempotten. Alle gezel-

ligheid i ten eenenmale vreemd. De peler, die an buiten af opkomen, doen dit an link of re ht door deuren op 't eer te plan.

ERS1 TOON EL.

Tinu - Peter a n der s.

Bij het opgaan van het doek zitten Tinu en Peter aan de tafel. Sander loopt nerveu heen en weer. Het is jui tinland hieuwjaar en er wordt du niet gewerkt op de onderneming.

, Morgen elf uur.

Sa n der s.

(E

n flinke jong k J' I an d rtig jaar, g kIe

d

in khaki met bruin hirt, zijn ja hangt rg n o r n sta

' 1,

zlïn h Imh d aan n kap t k.

Hlï i z J' n r u n prikk Ibaar el J' h t v r- bhïl op

ct

nd rn ming n d n mgang m t e n ga's, di g telijk b n den h m taan, d h di h/ï altlïd w r pzo kt bij g br kaan and r n.) En zoo i dan weer een dag, een ko telijke vrije dag verloren, en weet j van c~agrijn niet. wat ie uit moet voeren

Peters

n jong man, e n inel 1 nt typ , di buiten z/ïn \ rk n rgen belangstelling m I'

voor vo lt. Hlï is g kl d iJl n str pjespijamd, g maakt als t t p.) Wa dan naar de kotta gegaan, inplaat an ons hier met

i

gezeur te ver elen.

ander .

(Plant zich m t n ruk r Pet r "). Verv len

r

ik jullie vervelen! of vervelen jullie mij al lang.

AI of ik al niet veertien dagen loop te oebatten en te smeeken, of jij en Tinus mee will n. 1aar

(25)

nee, de h eren zitten lie r thui a ht reen paitje. Maar om er een uit te trekken, een andere men chen te zien, daar zijn ze b roerd en te laml ndig voor.

Pet ers.

Wa dan alleen gegaan, als jij dan zoo' n flinke kerel bent, dan had ik mij daarvoor niet laten kennen

Tin us.

(E

n

flink

ve

rtig r, v r

g

ud, pr kt altijd p langzam n, fJ

m nd n t n). Zoo i het net;

waarom b n je dan niet alleen gegaan

7 5

a n der s.

Jij en Peter weten heel goed dat mij dat begroot, eertig gulden oor een huur·auto, dat het me niet waard om beneden te komen, kan ik 0 k trouwen niet betalen. Maar al jullie mee waren gegaan, hadden we de ko ten hoof- delijk kunnen omslaan.

Tin u s.

ou ja, dat is nou wel zoo, maar je weet, dat de baa het niet graag ziet, dat we uitgaan, en vooral niet in auto' .

ander

Maar wat ziet d baa dan eigenlijk w' I graag!

Peter.

W rken!!!

Tin u Zoo het net! !

ander Die lag i jou. Dat i opgemerkt, dat had ik van

Tin u .

nog niet zoo t m

JOU niet geda ht.

(D

m

lach nd).

Hi . Hi. . Hi .. hij niet zoo tom al -ie er uit ziet.

nog

Peter

Zeg Tinu ,inplaat dat ie daar al een idioot zit te grinniken, zou ik maar lie er een paitje laten aanrukken, of mag dat oms ook niet meer voor den baas, wil-i mi chien de onder- neming droogleggen

Tin u •

Hi ... Hi. Hi. .. Daar lust-ie ze zelf te graag voor.

(26)

4

hr IJ\\'t). Mat! Mat! (T t 5and rs). Mot Ie ook en paitje

7

Pet r

Hij!!

AI

hij onze baa wa, ZOU-Ie z ker de onderneming dr . maken. Geef hem maar koffie, dan komt-ie in de temming.

(De dj

ng v r h'ïnt).

~tat. -

Ka

(Mat af).

Tin u .

pait, doewa gla ,dan atoe koffie.

Sanders

H edikwijl heb jij je daar nu al niet vroolijk o er gemaakt; je we t toch, dat ik jene er niet lekker indo (Mat

br

ngt e n karaf n tw glaz n).

Pet er

Hoe minder hoe lie er, zoo veel te meer blijft er voor on over, wat jij, Tinu

7

Tin U

Zoo i het net, al -ie maar gezond blijft.

(Sch

nkt)

P ter

( Iddt cf,

h

I/t van zijn paitj nda/' binn '/1

J .

H "

dat glijdt er in al k k, daar beh

f

waarachtig niet voor naar de kotta te gaan.

Tin u

n wel zoo 9 dko p al In de 00

N

u, antje.

(Drinkt.

Mat

k mt

m t cf,

k ffi ). H

u jij j maar bij de koffi .

Sander

Dat zal ik ook. (PdUZ ). Maar ik m t Ie na geven, je koffie lekker.

Tin u

Hi, hiJ dat zal waar zijn, dat i n 9 het laat te re tantje Java, maar al d ie op i ,zal je Robu ta moeten drinken .

P

ter .

Zag, Tinus, hoe i het toch met die perkara van dien mandoer afgeloopen, die di

Ja

a-koffie

gestolen heeft

7

Tin u .

Daar is nog geen keterangan in. Ik b n e r- gi teren nog bij den Wedana geweest, maar. ..

(27)

ander

Dacht ik 't niet, al je het ongeluk hebt over koffie te beginnen, zitten we weer in een midden in de onderneming zaken. Weten jullie nou nooit een iet anders te bepraten. Jullie eenige di cour is de baa, je hui houd ter, anzelf de onder- neming - en dan een heel en tijd nik, en dan

wé ' r de baas.

Peter.

ou, geleerde man, geef jij dan leiding aan on ge prek, jij bent immer zoo eelzijdig.

Tin u .

Z 0 is h t net - jij begint zelf altijd over de onderneming en 0 er onze hui houdster .

ander.

Ja, omdat ik er in betrokken word. (H {tig n /ugg er pratend). Wat weten jullie van kunst 7 la, een stamboulmop op een gramophoon, dat

inden ze een reuzenpracht. preek je over politiek, dan ben je te zwaar op de hand. - Over sport, daar doen jullie niet aan. Heb ie het over de vakbeweging, dan ben je rood, wat

zeg ik, erger n g, dan b n Ie ommuni t, bol jewiek. Literatuur 7 Alleen de dete ti e- r man van Ivan, Buffalo Bil! en

L

rd

li

ter vinden genade in jullie oogen, al \ at daar buiten ligt, gaat bo n 'e I pe t ...

P

t r .

( af/' "nd). Drink ,e koffie uit, dan krijg je een betere temming en m g lijken tred te houw n, pikken wij er nog ent je, wat jij Tinu ; ik zal maar in chenken, h' 7

Tin u

Hi, hi, zoo is het net - als strakkie het broekie komt, kan-ie zijn hart ophalen, ik heb van den baa gehoord, dat-ie een neef an d Directie

en een ge, jee d tudent Peter .

\'<1

aarachtig, Tinu, daar da ht ik niet aan, dan krijgen we twee geleerde bollen op de onderneming.

ander.

(G ïnter s rd).' Jonge, dat i waar 0 k, hij komt andaag aan - ('f<

t

Tinu .) De baas is hem zeker an den trein gaan halen 7

H. I. s. - /Je Sa/ np/.wler. 4

(28)

50

Tin u .

Nee, hoor, dat denk je maar, de baa mot niks an hem hebben, dat heeft-ie gisteren nog gezeid.

Pet er

Dat is dikdoenerij van d n baa . Jij zal een zien, wat dat heer een leventje krijgt, hij logeert minstens op de besaran.

Tin u

En ik zeg Je van niet, hij komt bij miJ In de kost, en hij moet In het pa iljoen slapen.

ander

Wat! In dat krot 7 at lekt als de hel! n er is nog niets aan gebeurd .

Tin u .

Dat mag niet. Ik wilde er koelies in zetten om het een beetje op te lappen, maar de baa wou het niet hebben, en ik weet zeker dat ie hem ook niet van den trein is gaan halen.

Trouwen, de baa de kebon ingegaan.

anmorgen op Moortje

51

P

t r .

e tuinen In anda g7 Op Inland h nieuwe- jaar 7

ander.

at i nou net iet oor den baa . - n laat- Je dien jongen all en hier naar toe komen 7

Pet ers.

Wat zou dat,

h

t i to h geen kind me r.

Zoo .gaan.

Tin u

het net, en hij zal er niet dood van

a n der

1aar hartelijk i and r ; weet Je wat, laten hem tegemoet gaan, we kunnen hem nog net aan de gren an het per eel verwelkomen.

Tin u .

Ik zou je danken. Ik weet va t, dat de baa iet t gen hem heeft - n al -ie dan merkt, dat wij zoo met dien nieuwen employ' aanpappen, wreekt ie het va t op on .

(29)

ander

Allemachtig

!

Wat een la enziel heb jij.

Ga

jij dan mee Peter e~ of durf je ook al niet

7

Peter.

Durven

7

Daar is nik aan te durven~ maar wat kan mij dien vreemden noe haan s helen. Ik zit hier lekker onder een paitje~ en er moet heel wat gebeuren, eer iemand me hier vandaan haalt.

Sander .

(Ho n nd). Laat je hui houdster het maar niet hooren.

Peter.

He, jij denkt steed , dat ik onder de plak zit.

Maar ze he ft niet zooveel koewa a over me.

Ik doe altijd mijn eigen wil.

Sander

En dat IS toe allig altijd haar wil.

Peter

Daar hebben we het nou al zoo dikwijl 0 er gehad. Hier! Tinus, die zit onder de plak, de

mIJne heb ik erl den" k nog een pak rammel gege en~ is het ni t waar Tinu 7

Tin u

Zoo het net (Te~ ph n gaë1t~ A t rs hrikt).

ander Zou d baa daar zijn

7

Tin u

Dat kan niet~ ik h b hem nog niet terug zien komen.

Mat.

( nzichtbaàr). aja - aja (All drie in 'pan~

ning. Mat in de midd ndeur). Njai Sitie maoe bitjara Toewan Pet rs.

a n d r .

(Lach nd). Nou, la je e en een modderfiguur.

Ha, ha, ha, die i ko telijk. Ie moet thuis komen, mannetje. . . . nee, blijf nou zitten, er moet immers heel wat gebeuren, voor iemand je hier vandaan haalt. Wil ik di jongedame even oor je te woord taan.

(30)

54

Pet er

(I\ng tig.) ee, geen gijntje , Sander , ander heb ik de heele week g en Ie en - (Tot Mat.) Zeg tegen de njai : Toewan oeda poelang.

Sander

Ha! en kostelijke mop. -

(Tr

kt zijn ja~ aan, pakt zijn hd.) Dus jullie gaan niet mee. ou, dan ga ik alleen on broekie tegemoet. Ik wil graag weten, wat we aan hem hebben. Dat d baas hem niet mag, i al een goed teeken Nou tabé, tot straks. (Af.)

TWEEDE TOa EEL.

Tinus - Peter Peter.

Ik kan dien ent som niet uit taan. Altijd dat geschimp op onze huishoud ter. AI het mij van- daag of morgen gaat vervelen, dan la ik hem met een bierfle ch z'n her en In; daar kan-ie

ast op rekenen.

Tin u .

Kom, kom, maak je er to h niet boa 0 er . •

55

Peter.

Wi en waara htig maak ik me daar kwaad er, en jij ook, jij laat je alle maar aanleunen.

Tin u

ou, ja, - wat heb-je aan herrie. Hij zal het zoo kwaad niet meenen.

P ter

Kwaad of niet kwaad, hij moet met zijn snuit buit n mijn pri é leven blijven.

Tin us.

Dat i nou \! el zoo, maar met herrie kom-je toch niet erder. Wat h b-je aan oe a. Kom, laten we nog maar e n paitje nemen.

Peter .

ou, nog é' nt je dan, maar dan ga ik betoei, betoei naar hui .

(Tinus eh nkt in.)

Tin u s.

Blijf-je niet wachten, tot die nieuweling er i

?

(31)

Peters.

Die zullen we nog dik\ ijls genoeg zien - mi - chien wel me r dan on lief i . (

t

m \'ön Grom-

b r,

nziehtbaar.)

H'

! Kebon! - Keb n !!!!.

Tin u .

(beid

>

ang tig)

. Daar heb ,e den baas.

Peter.

(

p

zij uitkijk

nd.) ~/ aarachtig ! Hij roept Min, om loortje a t te houden.

DERDE

TOO EEL.

De origen - Grombeer.

Gromb er.

Morgen!

Tinu , Peter.

(~ 9

"ïk . )

Meneer!

Grombeer.

Is ander hier niet

7 - (Ontk

nn nd g ·baar van

Tinu.

(n

P

ter .) Thui wa hij ook al niet.

~

P ter ander

..

t minuten gel den

IS JUl n paar weggegaan.

r mbeer.

Z o~ n waar na r toe

7

iet naar hui ,want dan had ik hem tegen moeten komen.

re

t r .

Hij den nieuwen emplo

é

t g moet.

rombeer. Wat!

Tin u

Zoo is 't n t, mene r - hij zei, dat-ie den nieuwen emplo ' tegem et gmg.

Peter

(Ir

ni eh.) Ja, hij had ka lan met hem~ dat-ie alleen naar bo en m t komen.

Grombeer. Hm! hij looft zieh wel uit.

(32)

58

Peter

la, en hij wilde on 0 k mee hebben, niet waar, Tinu ?

Tin u

Zoo i 't net - maar \ il U niet gaan zitten, meneer? (0

ft

n to

I)

Grombeer.

ter i - (Pauze. emt n igaar uit zijn

k k

r daarna t t

cl

ancft. r n). '\ illen jelui ook mee rooken?

Peter ,A, -tublieft, meneer.

Tin u

Graag, meneer - (~

cl

r m pauz , opst

k

n

\ an

d

Igar n).

Grombeer.

Hm - Hm - u jij daar toch over dien nieuwen employé begon, Tinu .... .

Tin u (V r chrikt). Ik! meneer?

59

Grombeer.

ou Ja, Je b we rde toch, dat and r h m tegemoet i gegaan. (In t( mming). Dan zal ik jelui maar meteen m edeel n, hoe ik 0 er dat pre entkaasje denk, dan weten jelui teg lij~, waar je je aan te hóuwen hebt - begrepen!

(Inst mming). Ik h b dat jong men h in Holland leeren kennen al ' , n van die typ ,behebt met an die hypermoderne idee"n, di nergen v or deugen, die alleen maar het g Id, dat anderen met zwo gen bij elkaar gebra ht h b- ben met handen ol weggo ien en zelf niet z" eel pre teeren. Ik waar chuw jelui daarom, m-je niet met at he r hap te encanailleeren.

Ik w ns h hier mijn onderneming niet er- giftigd te zien met de me ning n n o at- tingen, die in de her n an dat jongemen h

hebben po t gevat; - trouwens, lang geef ik hem niet. - op zijn hoog t ze \i eken - n laat anders voorzi htig zijn - dat i er ook al een met van di re lutionnaire denkbeel- den. - Ou jelui begrijpen me - ! Hoe eerder of-ie an de onderneming erd\! enen i I hoe lie er of het me i - ( tilt). ou, wat zwij-

(33)

gen jelui 7 - Ik hou niet van men chen, die teed met hun zwijgen in de contramine zijn.

Zouden j lui in mijn plaat je niet zoo p edig mogelijk an zoo 'n present-exemplaar trachten te ontdoen

7

Heb ik om geen gelijk

7 -

\X/at _ la, of jelui nou al met je choud r wer- ken en diepzinnige gezichten trekt, daar schiet ik niet mee op.

Tin u

(Ang tig). Ik weet het niet, meneer, ik ben nog nooit admini trateur g weest - alleen maar waarnemend.

G r m be er.

Vraag ik niet.

Peter

U zoudt het eerst een aan kunnen Zien, meneer!

G rom b er.

Ha - Ha - aanzien met

zoo

n legel - die

nota bene al een \ eek op la a rond boemelt, in plaat van zoo van de boot hier naar toe te komen - en mij telegrammen om geld stuurt, om-

dat-ie ander de onderneming niet breiken kan. Lui ter maar een (L t . Ik ben blut, t taal blut, tuur per omgaand honderd vijftig gulden naar Hotel de Inde Welte reden. - ou?

Peter

A

-Ie dan maar komt. . . . .. vandaag .. .... . Tin u

Ja a -Ie maar komt!

Peter

Ja, hij maakt ast e r t dat geld op.

G rom b er.

ijdig).

\V'

elk geld 7 P ter

Dat-ie telegrafi h g raagd heeft.

G rom b e r.

M dat ik hem ni t ge tuurd h b. lal'

I aar ... ,

ik ben daar gila ekali. Dan komt-ie maar loopen. Peter en Tinu .

Ha - Ha -Ioopen an Bat via naar Kaliwining .

(34)

62

Peter

hoe die hier moet ,al mijnheer zeker hier of

\Iaar, dan b grijp ik niet, kom n. AI 't zooln li htmi Grombe r ertelde, dan zal-ie daar \ el een beertje laan.

Grombeer.

Beeren maken, dat kan-ie - daar heb ik -taaltje van in Holland meegemaakt. Als 't mijn neefje wa, gewee t, nu! - Enfin, 't i hier zijn laat te kdn en in mijn hand beru t zijn lot. n al mijnheer De Ri hard woord houdt - en ik ken hem er oor, dat dat-ie dat doet - enfin, dan zeg

ik,

dat-ie It geen vijf jaar hier uithoudt. ou, dan:

hal ha, dan kon de erfeni h m wel een door zijn neu geboord worden. Dan i -ie zeker blut, totaal blut. Ha. . . Ha. . . Ha .. .

Peter Ha . Ha .. Ha . .

Tin u Hi . Hi. Hi.

6

Grombeer.

n we zullen beginnen hem erg kort te h u-

<Jen. iet an de on rneming af. n al -i

é '

n van jelui paard n t leen "il hebben, dan g ef-je ze ni t - printa kra van den baa -, dat ze alleen voor 't werk gebruikt mogen worden. n jij, Tinu , ie laat hem 100 en, zijn beenen uit zIn a hter te. Je stuurt hem maar naar de er te tuinenl b H . 46, daar

î

nogal zwaar terrein, en denk er om,' morg n om ti n minuten oor ij en op de rol, en iederen a ond laat je hem de kemit een paar keer in pecteeren. n morgenocht nd begin je met hem bij dien toekang toezicht te laten houden, dien die duiker aan 't m ts len i aan de grens van het perceel ... .

Peter.

Maar, meneer, dat i anderhalf uur loopen, en bo endien, die toekang doet dat in taakwerk .

Gr mbeer

lui t daarom. And rhalf uur loopen en dat viermaal op een dag. In mijn tijd heb ik nog

(35)

wel wat anders me g maakt, maar d tegen- woordige employ f I , di uitkomen, inden e n opge hud bedje - al all al ge ivili eerd i .

Tin u ,

Zoo i 't net. Ontginnen IS nog heel wat ander I zooal hier in meheer zijn tijd.

VI RD T 0 EEL.

De vongen Clau Ina.

Clau Ina

Papa, mijnheer Thoma telephonert, of

U

vana ond nog komt bridgen 7 lJr mbeer

~ a er nou z 0' n haa t bij, dat Je daarvoor hier naar t e komt 7

Clau Ina .

Haa t - och - ik zag loortje op tal brengen en toen begreep ik, dat

U

hier was, en t en da ht ik, ik zal papa even de bood hap brengen en dan wandelen \! e amen naar hui terug.

r m

b

er.

Hm - Hm -

{Tot Tinu

en Du j lui wet n h t n Ign h? - ielui moet n dien ieuw n empl yé z 0 k ra en ka ar m gelijk aanpakken. alonplanter kunnen w nu n~

maal niet gebruiken.

Clau Ina.

( Vlug). Dat mo ten ze niet, papa!

Grombeer.

Wel alle donder - ga jij j ook al met d ond r- neming zaken bern ei n, w

I

alle donder ! !

Clau Ina.

ee, papa! mij v rbluft

U

to h ni t me r!

U mo t dat jongm n' h en behoorlijk kan geven, dat doet zijn oom ook, n al

U

hem

daarin tegem erkt, i dat niet fair .. , .. .

G rom be e r.

Clau ina, ga naar hui . WOU JIJ miJ hier de les lezen!

H. ,. s. - De <1lonpl,mtt". 5

(36)

6

Clau Ina

Ik wil U behoeden oor handeling n, waar oor ik mij~ al uw dochter, zou moeten schamen.

Ik ken 't longmen h niet, du ik oordeel on- partijdig, maar U is be oor ordeeld. edert on vertrek uit Holland doet

U

niet ander dan op dien nieuwen employ' afgeven.

Gromb r

(~ d nd) .• Clausina, voor de laatste maal;

ga naar hui !

C I

a u in e.

Zeker papa, ik ga al. (~t

d

and

r n).

Ik hoop, mijnheer Tinu , en mijnheer Peter, dat u den nieuwen ollega loyaal zult behandelen;

goeden middag heeren! - (\\1 àardig

af. Kt

in Pauz r mb r / pt m

t

nijdig stapp n

h

n n \.\' r).

Tin us.

(Za/v

nd). Dat nou, mijnheer Grombeer"

de eeu\ igdurende strijd tusschen de ouder- dom en de onbezonnen jeugd.

G rom be e r.

Doe mIJ een plezier, Tinu , en preek niet.

Pet ers.

Ja~ ja, ik had al zoo'n ermoeden~ dat met dien nieuwen emplo

é .. ... .

G rom be er.

Ik heb jelui to h verzo ht, niet waar

7 (W -

cf, r m pauz). n denk er om, geen woord hier- o er tegen Sander en dien andere ... . (Inst mming). Du trang h', al jelui tenminste nog waarde aan je bagian he ht - ( t

d

p n n r

I

op nd, m r t t zich z

If

dan t t d and r n prat nd). Dat ik, - ik - mij nu zoo iet moet laten welge all n. Wat zou liJ nou in zoo'n ge al doen, Tinu

7 AI

JIJ nou een dochter had, die de impertinentie had ... . nou ... 7

Ti nu.

( nrustig). Ik heb geen dochter, meneer, enkel twee jongens bij mijn huishoudster. Ik ... Ik ....

Grombeer

Vraag ik ie bijzonderheden 7! (Pauz). n als je nou juist an zoo'n dochter houdt, omdat

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

kebau (kebaullvogeltje). Dat huist op zijn rug, maakt uitstapjes naar zijn kop en schoften, fladdert tegen zijn plompe pooten op, en overal pikt het de

Dit werd tusschen luid neus-gesnuit uitgebracht. ujn levensgeschiedenis opgebiecht..... ik wil Bernard spreken. Ze hoorde altijd graaD' over de chronique scandaleuse.... Ze

(Zij giet de n aangewezen beker uil). Heil u Xanthippe, fiere dochter van onzen stam! Niet teruggeschrikt zijt ge voor de wraak der eeuwige Moire I Diep in

Hanna stapte dadelijk in. De helper wist blijkbaar al wat hij te doen had, want hij maakte het paard los en terwijl de auto zich al in beweging zette zag Hanna, dat hij zich

Zooals hij daar nu zat te smullen van de nasi·goreng, gulzig etend met zijn handen, la- waaierig smekkend met tong en lippen, had hij iets dierlijks over zijn

De boeitros was vast, maar met de waltrossen schenen de Maleische roeiers geen haast te hebben. Hoe dichter het schip bij den steiger! hoe minder zij hoefden sleepen

À1macht der liefde van mensch tot mensch: neen, alleen de alle menschen en dingen omvattende liefde bereikt een zekere alomvattende macht. Het interesseert

\'an Mariam te trekk n. Nieuwe maan te.. bl!zo-gde toekomst in 't verschiet, oen z,ij verwonderd hJar meestere~' met gragt. teugen den bouillon zag drinken e de kapi tein