• No results found

Tinu - Peter a n der s.

Bij het opgaan van het doek zitten Tinu en Peter aan de tafel. Sander loopt nerveu heen en weer. Het is jui tinland hieuwjaar en er wordt du niet gewerkt op de onderneming.

, Morgen elf uur.

Sa n der s.

(E

n flinke jong k J' I an d rtig jaar, g kIe

d

in khaki met bruin hirt, zijn ja hangt rg n o r n sta

' 1,

zlïn h Imh d aan n kap t k.

Hlï i z J' n r u n prikk Ibaar el J' h t v r-bhïl op

ct

nd rn ming n d n mgang m t e n ga's, di g telijk b n den h m taan, d h di h/ï altlïd w r pzo kt bij g br kaan and r n.) En zoo i dan weer een dag, een ko telijke vrije dag verloren, en weet j van c~agrijn niet. wat ie uit moet voeren

Peters

n jong man, e n inel 1 nt typ , di buiten z/ïn \ rk n rgen belangstelling m I'

voor vo lt. Hlï is g kl d iJl n str pjespijamd, g maakt als t t p.) Wa dan naar de kotta gegaan, inplaat an ons hier met

i

gezeur te ver elen.

ander .

(Plant zich m t n ruk r Pet r "). Verv len

r

ik jullie vervelen! of vervelen jullie mij al lang.

AI of ik al niet veertien dagen loop te oebatten en te smeeken, of jij en Tinus mee will n. 1aar

nee, de h eren zitten lie r thui a ht reen paitje. Maar om er een uit te trekken, een andere men chen te zien, daar zijn ze b roerd en te laml ndig voor.

Pet ers.

Wa dan alleen gegaan, als jij dan zoo' n flinke kerel bent, dan had ik mij daarvoor niet laten kennen

Tin us.

(E

n

flink

ve

rtig r, v r

g

ud, pr kt altijd p langzam n, fJ

m nd n t n). Zoo i het net;

waarom b n je dan niet alleen gegaan

7 5

a n der s.

Jij en Peter weten heel goed dat mij dat begroot, eertig gulden oor een huur·auto, dat het me niet waard om beneden te komen, kan ik 0 k trouwen niet betalen. Maar al jullie mee waren gegaan, hadden we de ko ten hoof-delijk kunnen omslaan.

Tin u s.

ou ja, dat is nou wel zoo, maar je weet, dat de baa het niet graag ziet, dat we uitgaan, en vooral niet in auto' .

ander

Maar wat ziet d baa dan eigenlijk w' I graag!

Peter.

W rken!!!

Tin u Zoo het net! !

ander Die lag i jou. Dat i opgemerkt, dat had ik van

Tin u .

nog niet zoo t m

JOU niet geda ht.

(D

m

lach nd).

Hi . Hi. . Hi .. hij niet zoo tom al -ie er uit ziet.

nog

Peter

Zeg Tinu ,inplaat dat ie daar al een idioot zit te grinniken, zou ik maar lie er een paitje laten aanrukken, of mag dat oms ook niet meer voor den baas, wil-i mi chien de onder-neming droogleggen

Tin u •

Hi ... Hi. Hi. .. Daar lust-ie ze zelf te graag voor.

4

hr IJ\\'t). Mat! Mat! (T t 5and rs). Mot Ie ook en paitje

7

Pet r

Hij!!

AI

hij onze baa wa, ZOU-Ie z ker de onderneming dr . maken. Geef hem maar koffie, dan komt-ie in de temming.

(De dj

ng v r h'ïnt).

~tat. -

Ka

(Mat af).

Tin u .

pait, doewa gla ,dan atoe koffie.

Sanders

H edikwijl heb jij je daar nu al niet vroolijk o er gemaakt; je we t toch, dat ik jene er niet lekker indo (Mat

br

ngt e n karaf n tw glaz n).

Pet er

Hoe minder hoe lie er, zoo veel te meer blijft er voor on over, wat jij, Tinu

7

Tin U

Zoo i het net, al -ie maar gezond blijft.

(Sch

nkt)

P ter

( Iddt cf,

h

I/t van zijn paitj nda/' binn '/1

J .

H "

dat glijdt er in al k k, daar beh

f

waarachtig niet voor naar de kotta te gaan.

Tin u

n wel zoo 9 dko p al In de 00

N

u, antje.

(Drinkt.

Mat

k mt

m t cf,

k ffi ). H

u jij j maar bij de koffi .

Sander

Dat zal ik ook. (PdUZ ). Maar ik m t Ie na geven, je koffie lekker.

Tin u

Hi, hiJ dat zal waar zijn, dat i n 9 het laat te re tantje Java, maar al d ie op i ,zal je Robu ta moeten drinken .

P

ter .

Zag, Tinus, hoe i het toch met die perkara van dien mandoer afgeloopen, die di

Ja

a-koffie

gestolen heeft

7

Tin u .

Daar is nog geen keterangan in. Ik b n e r-gi teren nog bij den Wedana geweest, maar. ..

ander

Dacht ik 't niet, al je het ongeluk hebt over koffie te beginnen, zitten we weer in een midden in de onderneming zaken. Weten jullie nou nooit een iet anders te bepraten. Jullie eenige di cour is de baa, je hui houd ter, anzelf de onder-neming - en dan een heel en tijd nik, en dan

wé ' r de baas.

Peter.

ou, geleerde man, geef jij dan leiding aan on ge prek, jij bent immer zoo eelzijdig.

Tin u .

Z 0 is h t net - jij begint zelf altijd over de onderneming en 0 er onze hui houdster .

ander.

Ja, omdat ik er in betrokken word. (H {tig n /ugg er pratend). Wat weten jullie van kunst 7 la, een stamboulmop op een gramophoon, dat

inden ze een reuzenpracht. preek je over politiek, dan ben je te zwaar op de hand. -Over sport, daar doen jullie niet aan. Heb ie het over de vakbeweging, dan ben je rood, wat

zeg ik, erger n g, dan b n Ie ommuni t, bol jewiek. Literatuur 7 Alleen de dete ti e-r man van Ivan, Buffalo Bil! en

L

rd

li

ter vinden genade in jullie oogen, al \ at daar buiten ligt, gaat bo n 'e I pe t ...

P

t r .

( af/' "nd). Drink ,e koffie uit, dan krijg je een betere temming en m g lijken tred te houw n, pikken wij er nog ent je, wat jij Tinu ; ik zal maar in chenken, h' 7

Tin u

Hi, hi, zoo is het net - als strakkie het broekie komt, kan-ie zijn hart ophalen, ik heb van den baa gehoord, dat-ie een neef an d Directie

en een ge, jee d tudent Peter .

\'<1

aarachtig, Tinu, daar da ht ik niet aan, dan krijgen we twee geleerde bollen op de onderneming.

ander.

(G ïnter s rd).' Jonge, dat i waar 0 k, hij komt andaag aan - ('f<

t

Tinu .) De baas is hem zeker an den trein gaan halen 7

H. I. s. - /Je Sa/ np/.wler. 4

50

Tin u .

Nee, hoor, dat denk je maar, de baa mot niks an hem hebben, dat heeft-ie gisteren nog gezeid.

Pet er

Dat is dikdoenerij van d n baa . Jij zal een zien, wat dat heer een leventje krijgt, hij logeert minstens op de besaran.

Tin u

En ik zeg Je van niet, hij komt bij miJ In de kost, en hij moet In het pa iljoen slapen.

ander

Wat! In dat krot 7 at lekt als de hel! n er is nog niets aan gebeurd .

Tin u .

Dat mag niet. Ik wilde er koelies in zetten om het een beetje op te lappen, maar de baa wou het niet hebben, en ik weet zeker dat ie hem ook niet van den trein is gaan halen.

Trouwen, de baa de kebon ingegaan.

anmorgen op Moortje

51

P

t r .

e tuinen In anda g7 Op Inland h nieuwe-jaar 7

ander.

at i nou net iet oor den baa . - n laat-Je dien jongen all en hier naar toe komen 7

Pet ers.

Wat zou dat,

h

t i to h geen kind me r.

Zoo .gaan.

Tin u

het net, en hij zal er niet dood van

a n der

1aar hartelijk i and r ; weet Je wat, laten hem tegemoet gaan, we kunnen hem nog net aan de gren an het per eel verwelkomen.

Tin u .

Ik zou je danken. Ik weet va t, dat de baa iet t gen hem heeft - n al -ie dan merkt, dat wij zoo met dien nieuwen employ' aanpappen, wreekt ie het va t op on .

ander

Allemachtig

!

Wat een la enziel heb jij.

Ga

jij dan mee Peter e~ of durf je ook al niet

7

Peter.

Durven

7

Daar is nik aan te durven~ maar wat kan mij dien vreemden noe haan s helen. Ik zit hier lekker onder een paitje~ en er moet heel wat gebeuren, eer iemand me hier vandaan haalt.

Sander .

(Ho n nd). Laat je hui houdster het maar niet hooren.

Peter.

He, jij denkt steed , dat ik onder de plak zit.

Maar ze he ft niet zooveel koewa a over me.

Ik doe altijd mijn eigen wil.

Sander

En dat IS toe allig altijd haar wil.

Peter

Daar hebben we het nou al zoo dikwijl 0 er gehad. Hier! Tinus, die zit onder de plak, de

mIJne heb ik erl den" k nog een pak rammel gege en~ is het ni t waar Tinu 7

Tin u

Zoo het net (Te~ ph n gaë1t~ A t rs hrikt).

ander Zou d baa daar zijn

7

Tin u

Dat kan niet~ ik h b hem nog niet terug zien komen.

Mat.

( nzichtbaàr). aja - aja (All drie in 'pan~

ning. Mat in de midd ndeur). Njai Sitie maoe bitjara Toewan Pet rs.

a n d r .

(Lach nd). Nou, la je e en een modderfiguur.

Ha, ha, ha, die i ko telijk. Ie moet thuis komen, mannetje. . . . nee, blijf nou zitten, er moet immers heel wat gebeuren, voor iemand je hier vandaan haalt. Wil ik di jongedame even oor je te woord taan.

54

Pet er

(I\ng tig.) ee, geen gijntje , Sander , ander heb ik de heele week g en Ie en - (Tot Mat.) Zeg tegen de njai : Toewan oeda poelang.

Sander

Ha! en kostelijke mop. -

(Tr

kt zijn ja~ aan, pakt zijn hd.) Dus jullie gaan niet mee. ou, dan ga ik alleen on broekie tegemoet. Ik wil graag weten, wat we aan hem hebben. Dat d baas hem niet mag, i al een goed teeken Nou tabé, tot straks. (Af.)

TWEEDE TOa EEL.

Tinus - Peter Peter.

Ik kan dien ent som niet uit taan. Altijd dat geschimp op onze huishoud ter. AI het mij van-daag of morgen gaat vervelen, dan la ik hem met een bierfle ch z'n her en In; daar kan-ie

ast op rekenen.

Tin u .

Kom, kom, maak je er to h niet boa 0 er . •

55

Peter.

Wi en waara htig maak ik me daar kwaad er, en jij ook, jij laat je alle maar aanleunen.

Tin u

ou, ja, - wat heb-je aan herrie. Hij zal het zoo kwaad niet meenen.

P ter

Kwaad of niet kwaad, hij moet met zijn snuit buit n mijn pri é leven blijven.

Tin us.

Dat i nou \! el zoo, maar met herrie kom-je toch niet erder. Wat h b-je aan oe a. Kom, laten we nog maar e n paitje nemen.

Peter .

ou, nog é' nt je dan, maar dan ga ik betoei, betoei naar hui .

(Tinus eh nkt in.)

Tin u s.

Blijf-je niet wachten, tot die nieuweling er i

?

Peters.

Die zullen we nog dik\ ijls genoeg zien mi -chien wel me r dan on lief i . (

t

m \'ön

Grom-b r,

nziehtbaar.)

H'

! Kebon! - Keb n !!!!.

Tin u .

(beid

>

ang tig)

. Daar heb ,e den baas.

Peter.

(

p

zij uitkijk

nd.) ~/ aarachtig ! Hij roept Min, om loortje a t te houden.