• No results found

[Uitzending 465: 2 Kronieken 7:1 t/m 14]

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "[Uitzending 465: 2 Kronieken 7:1 t/m 14]"

Copied!
9
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

[Uitzending 465: 2 Kronieken 7:1 t/m 14]

In het vorige hoofdstuk hebben we de inwijdingsdienst van de tempel gelezen.

We hebben Salomo’s boodschap en zijn inwijdingsgebed gehoord. In 2Kron.7 gaan we het antwoord van de HERE lezen en bespreken. De gebeurtenissen worden ook beschreven in 1Kon.8:62 t/m 9:9.

2 Kron.7 sluit de inwijding af van de door Salomo gebouwde tempel in Jeruza- lem. Het belang van de tempel als ontmoetingsplaats tussen de HERE en Zijn volk is groot. De inwijdingsfestiviteiten verlopen zonder enige wanklank, onder leiding van koning Salomo. De prachtige tempel is volgens voorschrift

gebouwd (2Kron.2:1 t/m 4:22). In aanwezigheid van het volk is de ark van het verbond vervolgens in de tempel geplaatst. Er zijn talloze offers gebracht, de HERE is geloofd, en Salomo heeft de tempel in gebed aanbevolen bij de HERE (2Kron.5:1 t/m 6:42). In 2 Kron.7 aanvaardt de HERE de tempel in Jeruzalem en verschijnt Hij aan Salomo. De boodschap van de HERE voor Israël is: als het volk Hem in gehoorzaamheid dient, is er vergeving, herstel voor het land, en een eeuwigdurend koningschap van David. Afgoderij zal uiteindelijk leiden tot verdrijving van het volk en verwoesting van de tempel.

2 Kronieken 7 vers 1:

Nadat Salomo zijn gebed had beëindigd, flitste vuur vanuit de hemel naar beneden dat de offers verteerde. En de heerlijkheid van de HERE vulde de tempel…

Na het gebed van Salomo volgt het antwoord van de HERE. Vuur daalt neer uit de hemel om het brandoffer en de slachtofferste verteren. De heerlijkheid van de HERE vervult de tempel. Het wordt voor de tweede keer vermeld en daarmee wordt de draad van 2Kron.5:13 en 14 weer opgepakt. Als gesproken wordt over de heerlijkheid van de HERE, wordt zijn ontzagwekkende manife- statie bedoeld, (2Kron.5:14). Met deze verschijning doet de inwijding van de tempel denken aan de openbaring op de Sinaï (Ex.19). De heerlijkheid van de HERE verschijnt als een verterend vuur (Ex.24) of als een wolk (Ex.16). Het vuur uit de hemel komt niet voor in de paralleltekst van 1Kon.8. Ook op andere plaatsen in het OT verteert de HERE offers door vuur uit de hemel te doen neerdalen als teken van Zijn goedkeuring: het offer wordt aanvaard.

(2)

Andere voorbeelden zijn: de inwijding van de tabernakel (Lev.9), het offer van Gideon (Richt.6), Elia op de Karmel (1Kon.18), Davids offerande op de

dorsvloer van de Jebusiet Arauna of Ornan, de plaats waar later de tempel wordt gebouwd (1Kron.21).

2 Kronieken 7 vers 2 en 3:

En de heerlijkheid van de HERE vulde de tempel zodat de priesters niet naar binnen konden. Alle mensen hadden het zien gebeuren en knielden met gebogen hoofd om de HERE te aanbidden en te danken. Zij riepen uit: Hij is goed en Zijn goedheid en liefde duren tot in eeuwigheid!

De aanwezigheid van de heerlijkheid van de HERE heeft tot gevolg dat de priesters de tempel niet kunnen betreden. Dit doet sterk denken aan de inwijding van de tabernakel (Ex.40). Toen bedekte de heerlijkheid van de HERE in de verschijning van een wolk de tabernakel, zodat Mozes niet naar binnen kon gaan.

Wanneer het volk het vuur ziet, en de heerlijkheid van de HERE die neerdaalt op de tempel, buigt het zich in aanbidding neer op het plein. Op de knieën prijzen de Israëlieten de HERE met dezelfde woorden die de Levieten zongen in 2Kron.5:13: Hij is goed en Zijn goedheid en liefde duren tot in eeuwig- heid!

De verzen 1 t/m 3 zijn uniek voor Kronieken en komen niet voor in Koningen.

Het feit dat Salomo het volk zegent (1Kon.8), laat de schrijver van Kronieken weg. Dat de Israëlieten zingen wordt niet expliciet vermeld, maar mag worden aangenomen omdat hun woorden dezelfde zijn als die in het lied van de Levieten. De uitdrukking vinden we terug in 1Kron.16:34, bij de intocht van de ark in Jeruzalem. Ook in de Psalmen komen deze zinnen vaak voor (Ps.100, 106, 107 en 118). Het is in dit verband interessant om de festiviteiten ter gele- genheid van het voltooien van de fundering van de tweede tempel (Ezra 3) te vergelijken met de inwijding van de eerste tempel..

Het slot van vers 3 is prachtig en niet alleen lofprijzing voor OT gelovigen maar ook voor NT gelovigen. Luisteraar kunt u het Salomo en de Israëlieten nazeggen? De HERE is goed en Zijn goedheid en liefde duren tot in

(3)

Psalm 107 vers 1 en 2: Prijs de HERE! Hij is een goede God. Want Zijn goedheid en liefde blijven eeuwig bestaan. Laat ieder die door de HERE is bevrijd, dit blijven zeggen. Hij heeft hen immers bevrijd uit de macht van de vijand?

Er zijn vandaag veel mensen die van zichzelf zeggen: o, wat ben ik goed!

Maar waar zijn de mensen die van de HERE zeggen: God is goed?

2 Kronieken 7 vers 4 en 5:

Daarna wijdden de koning en zijn onderdanen de tempel in door brand- offers aan de HERE te offeren. Koning Salomo’s bijdrage daaraan be- droeg 22.000 ossen en 120.000 schapen.

Samen met de koning brengen zij vervolgens offers aan de HERE. Onder de regie van Salomo worden 22.000 runderen geofferd, en 120.000 schapen en geiten om de tempel in te wijden. In de Hebreeuwse grondtekst staat voor schapen en geiten een woord dat vertaald moet worden met ‘kleinvee’, maar dat zijn ‘schapen en geiten’. De genoemde getallen komen overeen met de gegevens in 1Kon.8 en moeten over de gehele periode van de festiviteiten worden genomen. Als de festiviteiten 15 dagen duurden, zijn er ongeveer 1470 ossen en 8000 schapen en geiten per dag geslacht. Bij een werkdag van 12 uur komt dat neer op 800 offers per uur. Als men uitgaat van de 24.000 Levieten (1Kron.23:4) die tegen het eind van Davids leven in de tabernakel werkzaam waren, is dit geen onrealistisch getal.

Daarmee is aan de critici tegenwicht gegeven. Bij de gelezen verzen zijn vaak verschillende opmerkingen geplaatst bijvoorbeeld: de offers waren een ver- kwisting, het zou onmogelijk zijn geweest voor de Israëlieten om zoveel offers te verwerken en als laatste, de offers waren niet nodig geweest. Ik kan de menselijke overwegingen begrijpen maar bij het Woord van God moeten wij niet uitgaan van menselijke overwegingen. Voor 24.000 Levieten is het echt wel mogelijk geweest om al deze offers te brengen.

Waarom moesten het er dan zoveel zijn? Omdat ieder huis en gebied zijn eigen offers moest brengen. Het was net als in de tijd toen de Israëlieten uit het land Egypte kwamen en er per huisgezin één lam werd geslacht. Immers het bloed moest aan de deurposten van ieder Joods huis worden aange- bracht. Als de verderf engel het bloed niet zag, stierf de eerstgeborene.

(4)

Ook voor een NT gelovige geldt dat het bloed van Christus kostbaar is: u weet toch wat een geweldige losprijs God heeft betaald om u vrij te kopen van het lege bestaan dat u, net als uw voorouders, leidde. U bent niet vrijge- kocht met iets dat vergaat, zoals zilver en goud, maar met het kostbare bloed van een volmaakt en vlekkeloos lam: het bloed van Christus.

(1Petr. 1:18 en 19).

Aan de andere kant moeten we bij de OT offers ook bedenken dat niet alle offers volledig werden verbrand. Het vlees werd ook later als voedsel gebruikt.

De brandoffers werden geheel door vuur verteerd, maar de andere offers, zoals het vredeoffer, dankoffer of slachtoffer niet. De inwijding van de tempel was aanleiding voor een groot feest en een blijde viering.

2 Kronieken 7 vers 6:

De priesters stonden op hun normale posten en de Levieten speelden een lied om de HERE te danken voor Zijn eeuwigdurende goedheid.

Daarvoor gebruikten zij de muziekinstrumenten die koning David zelf had gemaakt en had gebruikt om de HERE te loven. Toen de priesters op de trompetten bliezen, bleef iedereen staan.

De priesters voeren de hun toebedeelde taak uit en daarnaast zijn de Levie- ten bezig om met de muziekinstrumenten die koning David heeft laten maken (cimbalen, harpen, en citers) de HERE te prijzen. Zij doen dat door - zoals David hun leerde - Gods eeuwige goedertierenheid te bezingen. Tegenover de Levieten staan 120 priesters die op de trompetten blazen. Vers 6 komt niet voor in de paralleltekst (1Kon.8). De interesse van de schrijver van Kronieken voor de Levieten (met name de musici) is opmerkelijk. Met hun muzikale bij- dragen vervulden de Levieten een essentiële rol in de tempeldienst. De na- men van de muzikanten vinden we in 1Kron.6. Asaf, Heman en Jedutun of Etan worden als zangleiders genoemd in 2Kron.5:12 alsook het aantal pries- ters met trompetten. Het hele volk bleef staan toen de priesters op de

trompetten bliezen.

2 Kronieken 7 vers 7 en 8:

Salomo heiligde de binnenhof van de tempel, zodat deze die dag kon worden gebruikt als offerplaats, want het koperen altaar kon de vele offers niet verwerken. De zeven dagen die volgden, werden gebruikt voor

(5)

Vanuit heel Israël kwamen grote groepen mensen en onder hen waren er zelfs uit Hamat in het uiterste noorden en uit de buurt van de grens met Egypte in het uiterste zuiden.

Salomo heiligt het middengedeelte van het plein voor de tempel om daar de brandoffers en de vetstukken van de vredeoffers te bereiden. Het koperen altaar dat de koning heeft laten maken, kan de zeer grote hoeveelheid brandoffers, graanoffers en het vet van de geslachte dieren niet verwerken.

Het gaat hier om het spijs- of erkenningsoffer, waarbij het volk zich veroot- moedigt en de HERE wordt geëerd. De vette delen van het dier (het vet rond de ingewanden, de nieren, de lever, en in het geval van een schaap, de vetstaart) werden verbrand.

Het koperen altaar wordt genoemd in de lijst van door Chiram gemaakte voorwerpen (2Kron.4). Het altaar was 9 m in het vierkant en is 4,5 m hoog.

Het koperen altaar wordt ook wel ‘het brandofferaltaar’ of het ‘altaar voor de Here’ genoemd. Het Hebreeuwse woord voor ‘koper’ kan ook ‘brons’ beteke- nen. Waarschijnlijk gaat het om brons, een legering van koper en tin.

De voorhof of de binnenhof van de tempel wordt als offerplaats geheiligd, zodat er meer kan worden geofferd.

Van heinde en verre kwamen grote groepen mensen uit heel Israël. Vanaf Hamat tot de rivier van Egypte betekent van het uiterste noorden tot het uiterste zuiden van het land. De grenzen worden genoemd in de belofte van de HERE aan Abraham (Gen.15). Lebo-Hamat (‘daar waar men naar Hamat gaat’) is in het OT een traditionele grensaanduiding die de uiterste noordgrens van Kanaän aangeeft. Hamat is de huidige stad Hamah in Syrië. De locatie uit de buurt van de grens met Egypte of ook wel aangeduid met de ‘rivier of beek van Egypte’ staat ter discussie. Het gaat om een waterweg die de grens met Egypte aanduidt. Wellicht is het een arm van de Nijl. Het is mogelijk dat deze rivier gelijk moet worden gesteld met de Sichor in 1Kron.13:5. De boodschap van de gebieds-aanduiding is in ieder geval duidelijk: heel Israël gedraagt zich naar het ideaal van het verbondsvolk en wordt als zodanig gezegend.

(6)

Aansluitend op het inwijdingsfeest vieren Salomo en de Israëlieten gedurende zeven dagen het Loofhuttenfeest. Dat dit het Loofhuttenfeest is, blijkt uit het feit dat er zeven dagen feest wordt gevierd, zoals is voorgeschreven voor het Loofhuttenfeest. Op de achtste dag van het Loofhuttenfeest is er een hoogtij- dag (Lev.23), een afsluitend feest na veertien dagen van festiviteiten (vs.9).

Op deze dag, de 23ste dag van de 7de maand, stuurt koning Salomo het volk naar huis. De Israëlieten zijn door de feestelijkheden gesterkt en vertrekken blij en bemoedigd vanwege al het goede dat de HERE gedaan heeft voor David, Salomo en Israël, Zijn volk (vs.10).

2 Kronieken 7 vers 11 en 12:

Toen Salomo de bouw van de tempel en van zijn eigen paleis voltooid had en alles had gedaan wat hij zich had voorgenomen, verscheen de HERE hem in de nacht en zei: Ik heb uw gebed gehoord en deze tempel gekozen als de plaats waar u Mij uw offers mag brengen.

Nadat Salomo het werk aan de tempel en het koninklijk paleis voltooid heeft, verschijnt de Here opnieuw aan hem. De koning is erin geslaagd alles uit te voeren wat hij in gedachten had om te doen in de tempel van de HERE en in zijn eigen paleis. De HERE verschijnt aan Salomo in de nacht. Hij heeft het gebed van de koning (2Kron.6) aangehoord en laat hem weten dat Hij de tempel aanvaard heeft als plaats om gediend te worden.

2 Kronieken 7 vers 13 en 14:

Als Ik de hemel sluit zodat er geen regen valt of als Ik de sprinkhanen- zwermen beveel dat zij al uw oogsten moeten opeten of als Ik de pest onder u laat uitbreken en Mijn volk zich vernedert en bidt, Mij weer zoekt en breekt met zijn zondige praktijken, dan zal Ik vanuit de hemel luiste- ren, zijn zonden vergeven en het land weer gezond maken.

De HERE komt terug op het gebed van Salomo. De HERE noemt droogte, schadelijke sprinkhanen of de pest als instrumenten die Hij kan gebruiken om het volk te tuchtigen (2Kron.6). Zonde in het land leidt tot rampspoed in de vorm van droogte en daarmee voedselschaarste (Deutr.11 en 1Kon.17). Ook sprinkhanenplagen (Ex.10) en ziekte (Ex.9) stonden bekend als plagen die de

(7)

In Deutr.28 vers 15 lezen we: Als u niet naar de HERE, uw God, luistert en deze wetten die ik u vandaag geef, niet wilt gehoorzamen, zullen al deze vervloekingen over u komen, en dan volgt in de verzen 16 t/m 68 de lijst met dreigingen.

In vers 14 worden zaken genoemd die het land aantasten. Het volk Israël heeft het land van de HERE ontvangen. Tuchtmaatregelen, zoals hier

genoemd, zijn bedoeld om het volk te doen terugkeren naar de HERE. Als het volk zich verootmoedigt door gebed, de HERE zoekt, en zich bekeert van de zondige levensstijl, zal de HERE hen aanhoren vanuit de hemel en het land herstellen.

Luisteraar, het is goed om bij deze verzen even stil te staan. Velen vatten deze verzen op als straffen van God voor een zondig en ongehoorzaam volk.

Maar daarmee doen wij de HERE tekort en komen we niet bij de diepte van wat de HERE drijft om dit te zeggen en op te schrijven. Laten we niet vergeten dat de HERE regelmatig de band tussen Hem en Zijn volk vergelijkt met die van Vader en kind. Dat geldt niet alleen voor het volk Israël maar ook voor de NT gelovige. De Heiland leert Zijn volgelingen de HERE aan te spreken met:

Onze Vader die in de hemelen zijt. De HERE voedt Zijn kinderen op en net als ouders soms worstelen met hun kinderen (omdat zij eigen wegen gaan en niet luisteren naar de wijze raad van vader of moeder) worstelt de HERE ook met ons. Helaas moet de HERE vaak opvoedkundige maatregelen gebruiken om Zijn afdwalende kinderen tot de orde te roepen. Als zij niet naar Zijn Woord luisteren laat de HERE hen echt niet los. Hij laat hen niet rondzwerven in de diepste duisternis totdat ze voor eeuwig verloren zijn.

In Hebreeën 12 vers 5 t/m 8 lezen we: U bent zeker vergeten hoe God u als Zijn kinderen moed gegeven heeft. Hij zei: Denk niet licht over de tucht van de HERE, Mijn zoon. Laat de moed niet zakken als de HERE u

terechtwijst. Want daaruit blijkt dat Hij van u houdt. Als Hij u slaat, blijkt dat u Zijn zoon bent. Laat u door God opvoeden, Hij behandelt u als Zijn kinderen. Hebt u ooit gehoord van een kind dat niet gestraft werd? Als God u niet terechtwijst wanneer u het nodig hebt, betekent het dat u niet Zijn kind bent.

(8)

De tuchtigingen van de HERE hebben als doel om in liefde terug te brengen tot Hem! Niet om te laten zien dat de HERE toch wel de baas is of mensen straft voor hun zonden. De HERE is niet uit op straf maar op verzoening! Hij zegt tegen Salomo: Als Mijn volk zich vernedert en bidt, Mij weer zoekt en breekt met zijn zondige praktijken, dan zal Ik vanuit de hemel luisteren, zijn zonden vergeven en het land weer gezond maken.

De Here Jezus zegt in Johannes 12 vers 47: Als iemand hoort wat Ik zeg en zich er niets van aantrekt, zal Ik niet over hem oordelen. Ik ben niet geko- men om te oordelen over de wereld, maar om haar te redden. Over wie Mij afwijst en niet luistert naar wat Ik zeg, zal op de laatste dag een oor- deel gegeven worden, en wel door het woord dat Ik gesproken heb. Want Ik heb niet uit Mijzelf gesproken, maar Ik heb gezegd wat Mij is opgedra- gen door Mijn Vader die Mij heeft gestuurd. Hij heeft Mij opgedragen de mensen eeuwig leven te geven. Daarom zeg Ik alleen wat Mijn Vader Mij verteld heeft.

Luisteraar als u de Here Jezus Christus aanvaardt als uw persoonlijke Heiland en Verlosser dan zal Hij uw zonden vergeven. Dat is de grootste opluchting die een mens kan overkomen, dat Jezus Christus persoonlijk tegen je zegt:

Wees niet bang. Ik ben de eerst en de laatste. Ik ben de Levende. Ik ben dood geweest, maar nu leef Ik voor altijd en eeuwig. Ik heb de dood en het dodenrijk overwonnen. Dan wordt het leven en alles er omheen niet plotseling simpel, eenvoudig en gemakkelijk maar door alles heen weet je dat de Heiland er bij is. Hij is immers de Eerste en de Laatste, daar vallen wij altijd tussen. Er is maar één mens echt van God verlaten geweest en dat was Jezus Christus zelf. Weet u waarom? Opdat wij (u, jij en ik) niet van God verlaten zouden zijn! De HERE wil geen van Zijn kinderen kwijt. Het kan Hem echt wel iets schelen dat u en jij zonder Christus verloren zijn.

Daarom mag ik u (in Zijn naam) het evangelie verkondigen. De blijde bood- schap voor verloren mensen, die vanuit zichzelf midden in de dood liggen.

Wat kan een drenkeling meer doen dan het grijpen van de reddingsboei?

(9)

Mogelijk vraagt u net als de gevangenbewaarder of cipier uit Filippi in Hand.16:30, Wat moet ik doen om gered te worden? Toen was het

antwoord (en dat is het vandaag nog steeds): Geloof in de Here Jezus, dan zult u gered worden en al uw huisgenoten ook.

Van de cipier lezen we later dat hij en zijn huisgenoten heel erg blij waren dat ze nu in God geloofden. En u, en jij?

Gelooft u in de Here Jezus Christus? Ben u door Hem gered? U kunt door de te bidden aan de HERE vragen of Hij in uw hart en leven wil komen en op grond van het volbrachte werk van Christus al uw zonden vergeeft!

In de volgende uitzending lezen we verder in 2Kron.7.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

We hebben in vers 1 gelezen dat God zegt: ‘Ga met uw familie aan boord van de ark’ En in vers 16 lezen we: ‘Toen sloot de HERE God de toegang tot de ark.’ God liet Noach niet

Maar de HERE zei tegen de profeet Semaja: Ga naar koning Rechabeam van Juda, de zoon van Salomo, en naar het volk van Juda en Benjamin en zeg hun: De HERE zegt: vecht niet tegen

Zie, Hij staat achter onze muur, kijkend door de vensters, speurend door de spijlen.’ Deze verzen geven een dynami- sche beschrijving van de bruid, dat haar geliefde komt..

2 Petrus 2 vers 1: Maar zoals er vroeger mensen waren die niet echt namens God spraken, zo zullen er ook onder u mensen komen die dingen leren die niet waar zijn.. Op een heel

Het streven om door middel van de gaven van de Heilige Geest de gemeente te dienen, betekent voor degene die in klanktaal spreekt, dat hij of zij zich ook moet uitstrekken naar

Het zou zinloos zijn om dat te doen want daarmee is de verstoorde relatie die u heeft tot de ander niet hersteld?. Als je denkt dat je schulden

Nu is de HERE Zijn belofte nagekomen, ik ben mijn vader opgevolgd als koning van Israël en nu is deze tempel gebouwd voor de HERE, de God van Israël. In de volgende verzen volgt

En dan heeft Petrus het over de Here Jezus Christus, want hij zegt in Handelingen 4 vers 12: Er is bij niemand anders redding te vinden, Hij is de Enige, door wie de mensen