• No results found

[Door de Bijbel: Uitzending 747: Hooglied 2:7 t/m 11]

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "[Door de Bijbel: Uitzending 747: Hooglied 2:7 t/m 11]"

Copied!
8
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

[Door de Bijbel: Uitzending 747: Hooglied 2:7 t/m 11]

Het Bijbelboek Hooglied geeft adviezen hoe om te gaan met de liefde en be- schrijft ook zorgen, spanning (die aanwezig is in de dromen), en vrees voor de vossen die de wijngaard ruïneren (Hoogl.2:15).

Het volmaakte is nog niet bereikt, zoals ook blijkt uit de mogelijkheid dat de vrouw geslagen kan worden door wachters (Hoogl.5:7). Het gewapende geleide bij de draagstoel dient ter bescherming tegen nachtelijke aanvallen (Hoogl.3:8). Som- mige beschrijvingen in Hooglied stijgen uit boven onze gebroken werkelijkheid en vertonen overeenkomsten met vergezichten van de profeten, zoals het vrederijk in Jesaja (Jes.2:2-4; 11:1-10; 65:17-25). Te midden van deze wereld geeft de HEERE in de liefdesverhoudingen iets van Zijn genade en wijst daarmee ook heen naar de toekomst wanneer al het kwaad overwonnen zal zijn.

Hooglied legt vooral de nadruk op de menselijke liefde, maar bevat ook allerlei elementen die heenwijzen naar de Messiaanse toekomst. Voor we verder gaan met de tekst zelf, wil ik een paar argumenten geven die dit staven:

-Als eerste noem ik het feit dat de HEERE met David een altijddurend verbond heeft gesloten (2 Sam.7:13-16). Het betekent dat er bij Salomo een belangrijk moment aanbreekt in de heilsgeschiedenis. In Salomo, en niet in zijn broers als Absalom of Adonia, wordt de koninklijke verbondslijn voortgezet.

-Een tweede punt is dat Salomo vrede bracht voor het volk Israël en de tempel voor de HEERE bouwde. Vanuit zijn unieke positie sprak Salomo gezaghebbend over allerlei terreinen van het leven.

-Punt drie is dat koning Salomo in Hooglied functioneert als ideaal en als type van de vrede. Het valt te vergelijken met perspectieven die in de Psalmen worden geschilderd (Ps.2, 72, 89, 110 en 132).

-Punt vier is de aanduiding Sion in de Hebreeuwse tekst van Hooglied 3:11. Het verwijst naar de tempel als godsdienstig centrum.

-Punt vijf zijn de toekomstvisioenen van Jesaja. Met name in Jesaja 11 is de rela- tie met de Messias sterk aanwezig.

(2)

-Het zesde argument voor een messiaanse duiding van Hooglied ligt in het feit dat de bruidegom vele malen ‘allerliefste’ wordt genoemd. In de Hebreeuwse schrijfwijze komen de medeklinkers overeen met die van ‘David’. Deze eerdere koning is niet bedoeld, maar het is wel mogelijk dat gezinspeeld wordt op Salomo als koning uit het geslacht van David.

-Argument zeven is de vraag: Hoe kunnen mensen de vele obstakels buiten het paradijs of de Hof van Eden overwinnen? Hooglied wekt het verlangen naar ver- lossing.

-Tenslotte, een achtste argument, het is op zich mogelijk dat de liefdesliederen als wijsheidsliteratuur in de Bijbel opgenomen zijn, maar een Messiaanse duiding maakt dat aannemelijker. Heel de geschiedenis van de Joodse en christelijke uit- leg laat een theologische duiding zien.

Hooglied bevat een aantal hartstochtelijke ontmoetingen tussen een man en een vrouw vóór en tijdens de huwelijksvoltrekking. Vijf literaire concentrische cirkels zetten elk in met een heftig verlangen en eindigen met vervulling van een

wens. Door middel van herhaling wordt de lezer bepaald bij de kracht van liefde en verschillende beschrijvingen werken dit uit. Aansluitend op de eerste cyclus spreekt de bruid tot de meisjes van Jeruzalem in de vorm van een bezwering.

Vanaf daar gaan we vandaag verder.

Hooglied 2 vers 7: ‘Ik bezweer u, dochters van Jeruzalem, als bij de gazellen of bij de hinden op het veld, dat u de liefde niet opwekt of aanwakkert, voordat het haar behaagt.’ De dochters van Jeruzalem worden bezworen, dat wil zeggen, iets wordt hen met nadruk gezegd. Het is trouwens opmerkelijk dat de HEERE of JHWH niet expliciet wordt genoemd of aangeroepen, terwijl Jeruza- lem toch wijst naar de plaats waar de HEERE woont. Bovendien lijkt er, door het noemen van gazellen en hinden, een opmerkelijk klank- en woordspel te zijn, waardoor het gebruik van de naam van de HEERE wordt vermeden. In onze taal is dat weliswaar helemaal niet duidelijk, maar in het Hebreeuws lijkt in de gebruik- te woorden een klankimitatie te liggen van de uitdrukking ‘de God van de leger-

(3)

machten’, net als ‘hinden op het veld’ een toespeling kan zijn op ‘de aller- hoogste God’. De meeste hedendaagse uitleggers gaan uit van deze toespeling, mogelijk omdat de lezer of hoorder een verwijzing naar de HEERE verwacht in een dergelijke bezweringsformule.

Aan de andere kant zijn gazellen en hinden schuwe en sierlijke dieren en van- ouds symbolen van de liefde. Gazellen worden vaker genoemd in Hooglied.

De bezwering houdt in dat de liefde niet opgewekt moet worden totdat de tijd daarvoor is gekomen. Wie daarop vooruit loopt, kan onbeheersbare krachten losmaken en schade aanrichten. De liefde is een geweldige kracht

(Hoogl.2:5; 8:6) en het is van belang er lichamelijk en mentaal rijp voor te zijn (Hoogl.8:8-10). Naarmate bij geliefden het verlangen naar intimiteit groeit, is zelf- beheersing nodig om te wachten op het juiste moment. Deze waarschuwing is een motto in het Bijbelboek Hooglied (Hoogl.3:5; 8:4) en past bij het karakter van het Bijbelboek als wijsheidsliteratuur. De lezer wordt een raadsel opgegeven. Het raadsel is de vraag: Wanneer is de juiste tijd? Lezer en hoorder moeten op zoek gaan naar het antwoord op deze vraag.

De woorden van de bruid tot de meisjes van Jeruzalem houden dus in dat de lief- de niet moet worden opgewekt, als de tijd ervoor nog niet gekomen is. Het is van belang de liefde haar tijd te gunnen, zodat ze zich in al haar rijkdom kan ontwik- kelen. Het is niet voor niets dat de HEERE de seksualiteit heeft ingebed in het huwelijk tussen een man en een vrouw (Gen.2:24). Naarmate bij geliefden het verlangen naar intimiteit groeit, is zelfbeheersing nodig om te wachten op het juis- te moment. Dit is een belangrijke wijsheid, vooral maar niet uitsluitend, voor veel jonge mensen in onze tijd. Want het is tegenwoordig niet eenvoudig om op dit spoor van de HEERE te blijven. De huidige normen, meningen en opvattingen over seksualiteit liggen heel ver van de Bijbelse normen. Het is nochtans prachtig als (jonge) mensen er voor kiezen om de weg van de HEERE te gaan en willen wachten tot ze getrouwd zijn. Veel ouderen hebben het niet gekund en belijden dat het tegen de bedoeling van de HEERE inging. Aan de andere kant mochten

(4)

zij ook de vergeving van de HEERE ontvangen, toch hebben velen de conse- quenties van het te vroeg opwekken van de liefde, hun leven lang moeten mee- dragen. Maar bij de HEERE is hoop en een uitweg voor mensen die naar Zijn Woord willen luisteren en handelen. Daarom is het goed, ook voor ons, om de waarschuwing van de bruid in Hooglied in onze oren te knopen en er rekening mee te houden. Hierbij is het advies van Jakobus een goede raadgever, in Jako- bus 1 vers 5 staat: ‘En als iemand van u in wijsheid tekortschiet, laat hij [die dan] vragen aan God, Die aan ieder overvloedig geeft en geen verwijten maakt, en ze zal hem gegeven worden.’

Hooglied 2 verzen 8 en 9: ‘De stem van mijn Liefste! Zie, daar komt Hij, springend over de bergen, huppelend over de heuvels. Mijn Liefste lijkt op een gazelle of het jong van een hert. Zie, Hij staat achter onze muur, kijkend door de vensters, speurend door de spijlen.’ Deze verzen geven een dynami- sche beschrijving van de bruid, dat haar geliefde komt. Maar voordat hij aange- duid wordt als een gazel heeft zij het over zijn stem. De Heere Jezus zei het vol- gende over Zijn stem: ‘Mijn schapen horen Mijn stem en Ik ken ze en zij vol- gen Mij. En Ik geef hun eeuwig leven; en zij zullen beslist niet verloren gaan in eeuwigheid en niemand zal ze uit Mijn hand rukken.’ (Johannes 10:27–28).

De kerk bestaat uit mensen die over Hem hebben gehoord. We hebben gehoord van Zijn dood, begrafenis en opstanding. We hebben Hem vertrouwd. We luiste- ren vandaag naar Hem, dus als Hij komt, zullen we Zijn stem kennen. De scha- pen weten wie Hij is.

Als de Heere Jezus komt om Zijn kerk uit deze wereld te halen, zal Hij persoonlijk komen, uit de hemel neerdalen met een schreeuw, met de stem van de aartsen- gel en met de bazuin van God. (1 Thess.4: 16). Het begin van vers 8, ‘De stem van mijn Liefste! Zie, daar komt Hij,’ is dan ook een mooi plaatje van de opna- me! Vergelijk dit met de komst van de Heere Jezus om op aarde te regeren. Dit is poëtische taal. Dit is een lied en God probeert daardoor tot ons te spreken. Want wij mogen weten: Hij komt terug!

(5)

In 1 Thessalonicenzen 4 verzen 16 t/m 18 staat: ‘Want de Heere Zelf zal met een geroep, met de stem van een aartsengel en met een bazuin van God neerdalen uit de hemel. En de doden [die] in Christus [zijn], zullen eerst op- staan. Daarna zullen wij, de levenden die overgebleven zijn, samen met hen opgenomen worden in de wolken, naar een ontmoeting met de Heere in de lucht. En zo zullen wij altijd bij de Heere zijn. Zo dan, troost elkaar met deze woorden.’

Ja, wanneer de Heere Jezus terugkomt op de wolken des hemels en de gestor- ven christenen zullen opstaan, zullen zij samen met de gelovigen worden opge- nomen en Hem ontmoeten in de lucht. In Mattheüs 24 verzen 30 en 31 zegt de Heere Jezus: ‘En dan zal aan de hemel het teken van de Zoon des mensen verschijnen; en dan zullen al de stammen van de aarde rouw bedrijven en zij zullen de Zoon des mensen zien, als Hij op de wolken van de hemel komt met grote kracht en heerlijkheid. En Hij zal Zijn engelen uitzenden onder luid bazuingeschal, en zij zullen Zijn uitverkorenen bijeenbrengen uit de vier windstreken, van het [ene] uiterste van de hemelen tot het [andere] uiterste ervan.’

Verlangen wij evenzeer naar Zijn komst zoals de bruid verlangt naar haar bruide- gom? Zeggen wij ook vol verlangen: ‘De stem van mijn Liefste! Zie, daar komt Hij,’

De bruid ziet haar geliefde als een gazel of hertenjong. Het beeld van springende en huppelende gazellen of herten komt vaker voor in de Bijbel. Bijvoorbeeld, Da- vid getuigt in Psalm 18 verzen 33 en 34: ‘Het is God Die mij met kracht om- gordt; Hij heeft mijn weg volkomen gemaakt. Hij maakt mijn voeten als die van hinden en doet mij op mijn hoogten staan.’

De genoemde dieren staan symbool voor schoonheid, sierlijkheid, kracht, snel- heid en behendigheid. Als een hert kent de bruidegom de weg en weet deze te gaan om snel bij zijn beminde te zijn (Hoogl.2:17; 8:14).

(6)

Ik las eens een mooie toepassing op dit vers: In de bergen en de heuvels zien we een beeld van moeilijkheden in ons leven, waardoor de Heere Jezus uit het eer- ste zicht kan verdwijnen. Maar als Zijn stem weer tot ons hart is doorgedrongen en ons oog weer op Hem gericht is, zien we dat Hij over de moeilijkheden springt.

Voor Hem zijn die er niet. De problemen zijn wel niet verdwenen, maar Jezus helpt ons erbovenuit te komen en ons er niet door te laten beheersen. We zullen dit ervaren als we al onze bezorgdheid op Hem werpen. Dan zullen we rust vin- den in de zekerheid dat Hij voor ons zorgt. Wij mogen alle zorgen en moeiten bij Hem brengen. Doen we dat niet, dan blijven we met onze last rondlopen en wor- den daardoor zo in beslag genomen, dat we Hem niet meer zien, alsof Hij achter de bergen zou zijn.

De woorden ‘Zie, Hij staat achter onze muur, kijkend door de vensters, speu- rend door de spijlen.’ duiden waarschijnlijk op het ouderlijk huis (Hoogl.3:4; 8:2).

Daar kijkt hij door de ramen naar binnen, verlangend iets op te vangen van zijn geliefde. Hieruit kunnen we concluderen dat er enige terughoudendheid is bij de bruidegom in zijn toenadering. Hij is dichterbij gekomen en kijkt door de getralie- de vensters naar binnen. Ook hierin ligt een mooie les voor ons; Een muur is een beeld van afzondering maar als het afzondering zonder de HEERE is, is het iso- lement. We kunnen ons zover in ons isolement terugtrekken, dat we ook God niet meer toelaten dichtbij te komen. Hij kijkt bij ons naar binnen en staat klaar om in actie te komen als wij er klaar voor zijn. Wat gebeurt het helaas vaak dat we ons niet willen blootgeven of ons niet kwetsbaar durven opstellen, misschien omdat we bang zijn opnieuw gekwetst te worden. Enerzijds kan een voorzichtige hou- ding op dit gebied begrijpelijk en verstandig zijn. Anderzijds is het goed oog te hebben voor het gevaar voor terugtrekken in een isolement. Ook onder christe- nen neemt het leven in een isolement in de wereld steeds meer toe. Dat komt door het groeiende individualisme, waardoor ook het egoïsme toeneemt. Ook on- ze kinderen groeien ermee op. Velen hebben slechts dat ene apparaatje nodig om zich te vermaken. Maar op alle leeftijden kan men de behoefte hebben aan van alles en nog wat om bij de tijd te blijven. We worden steeds meer door het

(7)

sterk ik-gericht zijn, in beslag genomen. Mensen weten niet goed meer hoe ze met elkaar moeten omgaan. Ik merk het zelf vaak dat jongeren het tegenwoordig al moeilijk vinden om te telefoneren. Velen vinden het vreselijk en sturen liever berichtjes. Men ziet het soms ook aan tafel, in plaats van onderlinge communica- tie kiest men voor een digitale verbinding met de buitenwereld. En als er een be- richtje komt, moet er onmiddellijk op gereageerd worden. Ik wil niet ouderwets klinken, en ik geniet zelf ook van de vele voordelen en plezieren van de techno- logische vooruitgang. Toch is het goed van de gevaren bewust te zijn en gere- geld stilt te staan bij onze eigen omgang ermee!

Hooglied 2 verzen 10 en 11: ‘Mijn Liefste antwoordt en zegt tegen mij: Sta op, Mijn vriendin, Mijn allermooiste, en kom! Want zie, de winter is voorbij. De regentijd is over, helemaal voorbijgegaan.’ In de verzen 10 t/m 14 vertelt of bezingt de bruid wat haar allerliefste tegen haar zegt. Zij geeft aan dat zijn woor- den persoonlijk tot haar gericht zijn. Daarna volgt een gedeelte dat begint met een lentelied wat het liefdevolle verlangen van de bruidegom verwoordt. Hij spoort haar aan bij hem te komen om samen de prachtige dingen van het voor- jaar te ontdekken. Hij dringt niet zomaar naar binnen, maar nodigt haar uit naar buiten te komen. Op een later tijdstip zal de bruid hem ook uitnodigen

(Hoogl.7:11). Zoals de natuur na de winters ontwaakt met bloemen en gezang, komt ook hun liefde tot bloei. De winter wordt voorgesteld als een reiziger die nu is vertrokken. De bruidegom schildert met levendige en sprekende woorden de schoonheid van de ontluikende lente. Een nieuw seizoen begint. De lente begint in Israël in april. Vanouds is de lente bij uitstek de tijd van liefde en huwelijken.

Ook in het leven van een gelovige kan het wintertijd zijn. In Johannes 16 vers 33 zegt de Heere Jezus tegen Zijn volgelingen: ‘Deze dingen heb Ik tot u gespro- ken, opdat u in Mij vrede zult hebben. In de wereld zult u verdrukking heb- ben, maar heb goede moed: Ik heb de wereld overwonnen.‘

Tot slot, in Openbaring 7 vers 17 staat: ‘Want het Lam, Dat in het midden van de troon is, zal hen weiden en zal hen geleiden naar [de] levende water- bronnen. En God zal alle tranen van hun ogen afwissen.’

(8)

In de volgende uitzending lezen we verder in Hooglied 2.

Bij de productie van het programma 'Door de Bijbel' is dankbaar gebruik ge- maakt van de StudieBijbel van het Centrum voor Bijbelonderzoek. De Stu- dieBijbel Online werd gebruikt voor research en wordt ook met toestemming regelmatig geciteerd. Meer informatie vindt u op www.studiebijbel.nl. Wij ra- den een abonnement op de StudieBijbel app aan, als u nog dieper op de Bij- bel wilt ingaan.

Tenzij anders vermeld, komen De Bijbelpassages, gebruikt bij de productie van het programma 'Door de Bijbel', met toestemming van uitgeverij Jong- bloed, uit de Herziene Statenvertaling. Meer informatie:

www.herzienestatenvertaling.nl

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Voorwaar, hij zal U in Uw aangezicht vaarwel zeggen.’ Satan denkt dat Job de HEERE zal vervloeken als hij alles kwijt raakt, omdat (volgens satan) zijn geloof alles te maken heeft

Het is daarbij niet voldoende, dat iets goed is in de ogen van de mensen, het moet ook aangenaam voor God zijn, d.w.z.. het moet voldoen aan

Ezechiël 37 verzen 15 t/m 17: ‘Het woord van de HEERE kwam tot mij: En u, mensenkind, neem een stuk hout voor uzelf en schrijf daarop: Voor Juda, en voor de Israëlieten,

Filippenzen 4 vers 10: ‘En ik ben zeer verblijd geweest in de Heere dat uw denken aan mij eindelijk weer opgebloeid is; u hebt ook wel steeds aan mij gedacht, maar u hebt

Filippenzen 1 vers 20: ‘overeenkomstig mijn reikhalzend verlangen en hoop dat ik in geen enkel opzicht beschaamd zal worden, maar dat in alle vrij- moedigheid, zoals altijd,

Het gaat erom dat een gelovige zich niet moet beroemen op eigen wijsheid, kracht of rijkdom, maar zijn roem vindt in dat wat de Here door hem of haar heeft gedaan.. Aan de ene kant

Hij zegt tegen Salomo: Als Mijn volk zich vernedert en bidt, Mij weer zoekt en breekt met zijn zondige praktijken, dan zal Ik vanuit de hemel luisteren, zijn zonden vergeven en

in Judas 1 verzen 17 t/m 19 staat: ‘Maar u, geliefden, herinnert u zich de woorden die voorzegd zijn door de apostelen van onze Heere Jezus Christus, dat zij u gezegd hebben dat er