• No results found

[Uitzending nr.13 > Genesis 6:14 t/m 7:24]

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "[Uitzending nr.13 > Genesis 6:14 t/m 7:24]"

Copied!
10
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

[Uitzending nr.13 > Genesis 6:14 t/m 7:24]

In de vorige uitzending zagen we dat God Noach meedeelde: Ik heb besloten de hele mensheid uit te roeien, want zij is de schuld van alle geweld en slechtheid. Ja, Ik zal de bewoners van de aarde vernietigen.’ (Gen.6:13) Zo’n bericht kun je voor kennisgeving aannemen en over gaan tot de orde van de dag. Noach kon dat niet. God gaf hem een opdracht: Gen.6 vers 14 en 15.

‘Bouw een ark van acaciahout en bestrijk het hout met pek om het water- dicht te maken. Verdeel hem in dekken en onderkomens.

Maak hem 150 meter lang, 25 meter breed en 15 meter hoog.’

Acaciahout is een duurzame houtsoort. Al worden er in verschillende Bijbel- vertalingen andere namen gebruikt, bijvoorbeeld: Goferhout, Cipressenhout en Pijnboomhout. In de grondtekst staat ‘Goferhout’ maar het is onduidelijk met welke – ons bekende houtsoort – we het moeten vergelijken. Vast staat dat het een duurzame houtsoort moet zijn geweest.

‘Verdeel hem in dekken en onderkomens.’ een grote ruimte voor de olifant en minder ruimte voor kleinere dieren. Natuurlijk moest de ark ook waterdicht worden gemaakt. De kieren worden gedicht met pek of asfalt.

De indruk die de meeste mensen van de ark van Noach hebben is die van een soort woonboot. Maar, is dat juist? Ik denk van niet. Een woonboot is een karikatuur van de werkelijkheid. De aanwijzingen van de HERE God laten zien dat de ark heel groot was.

Ik kan mij de vraag voorstellen: hoe konden de mensen in die dagen zo’n ark bouwen? De mensen van toen waren echt geen grotbewoners. Het waren intelligente mensen en hadden een hoge beschaving. Het feit dat wij niet precies kunnen aangeven hoe de ark in die tijd is gemaakt wil nog niet zeggen dat de mensen van toen zo’n groot vaartuig niet konden maken.

Noach bouwde geen schip in de eigenlijke zin van het woord. De boeg, kiel, roer en de mast ontbreken. Hij kon het schip zelf niet besturen maar was daarin afhankelijk van God. Hij hoefde de ark ook niet te besturen.

(2)

Noach en zijn familie zouden een lange periode in de ark moeten verblijven.

Niet zozeer om ermee van A naar B te varen maar, tot het einde van de zond- vloed.

De ark was vrij groot. De afmetingen kunnen worden vergeleken met die van de huidige zeeschepen.

Vers 15 geeft de afmetingen: 300 bij 50 bij 30 el. De el (niet altijd even lang) was ongeveer 45 cm., zodat de ark ongeveer 135 bij 22,5 bij 13,5 meter was.

De Bijbelvertaling die wij bij deze uitzendingen gebruiken houdt een el lengte van 50 cm. aan, vandaar de afmetingen van 150 x 25 x 15 m.

‘Maak er een lichtsleuf in die een halve meter onder het dak rond het hele schip loopt en verdeel het schip in drie dekken, een benedendek, een middendek en een bovendek.

In de zijkant van het schip moet u de ingang maken.’ (Gen.6:16)

De lichtsleuf of het raam lijkt erg klein, maar het was een licht en luchtsleuf die rondom het hele schip liep. Luchtsleuf? Ja! Denk eens aan de lucht of – zo u wilt, aan de stank – van al die dieren. Al de tijd dat de ark drijft verblijven ze met Noach en zijn familie in de ark. De sleuf was 45 tot 50 cm hoog en de dakrand zal als overstek boven de sleuf hebben gediend.

Was het wel uit te houden in de ark? Ik denk van wel. Het moet er redelijk comfortabel zijn geweest en de geur was er uit te houden. Nergens wordt vermeld dat de dieren en mensen in de ark het niet hebben overleeft.

De ark had maar één ingang. Dat is opmerkelijk.

Vanuit het Nieuwe Testament kun je het – geestelijk gezien – vergelijken met een uitspraak van de Here Jezus Christus. In Johannes 10 vers 9 zegt Hij:

‘Ik ben de deur en wie door Mij binnenkomt, zal gered worden.’

Zo is Hij, vandaag, de ark voor ons! Bent u al door Hem mogen binnengaan?

Wat zal er gaan gebeuren? Wie waren de passagiers van de ark en hoe

(3)

Genesis 6 vers 17:

‘Ik zal namelijk een enorme watervloed over de aarde laten gaan die alle levende wezens zal doden. Iedereen en alles zal sterven.’

Gods oordeel komt over de aarde. Over de dieren, de vogels en de mensen.

Maar met u sluit Ik een verbond: u zult veilig in het schip zijn met uw vrouw, uw zonen en hun vrouwen. Voordat de vloed komt, moet u van elk dier een mannetje en een vrouwtje aan boord nemen, zodat die de vloed overleven. Van elke vogel, van elk soort vee, elk kruipend of ander dier moet een paar aan boord zijn.’ (Gen.6:18 – 20)

Noach was geen grote jager. Hij hoefde de dieren ook niet op te gaan zoeken – nee, ze kwamen naar hem toe! Daar waren ook roofdieren bij. Noach zal er geen problemen mee hebben gehad. Alles was in Gods hand!

Alle dieren kwamen immers naar hem - en de ark - toe.

Vers 21 en 22: ‘Zorg verder voor al het voedsel dat uw familie en de dieren nodig hebben. Noach volgde alle aanwijzingen van God op. ‘ In deze verzen is Noach erg praktisch bezig. Hij sloeg hooi op in de ark.

Zouden de wilde dieren en mensen ook vlees hebben gegeten? Gedurende de tijd in de ark aten mensen en dieren – volgens ds Mc.Gee – waarschijnlijk geen vlees. In het licht van vers 2 en 3 zou je daar ook anders over kunnen denken. Konden al die verschillende dieren wel bij elkaar in de ark?

Misschien was het wel een voorproefje van wat we in Jesaja 11 vers 6 en 7 lezen: ‘Dan zullen de wolf en het lam bij elkaar liggen en er zal vrede heersen tussen panter en geit. Kalveren en mestvee zullen veilig tussen de leeuwen kunnen lopen en een klein kind zal hen hoeden.’

In de toekomst zal dat zeker gaan gebeuren!

De zondvloed komt, Genesis 7 vers 1:

‘De dag brak aan waarop de HERE tegen Noach zei: Ga met uw familie aan boord van de ark, want u bent de enige rechtvaardige tussen al die anderen die de aarde bewonen.’

(4)

‘u bent de enige rechtvaardige tussen al die anderen die de aarde bewonen’.

Op grond waarvan zei God dat tegen Noach? Waarom noemde de HERE hem een rechtvaardige? Dat was door het geloof – net zoals later bij Abraham. Ook hij werd gerekend tot de rechtvaardigen vanwege zijn geloof. We lezen in Genesis 15 vers 6: ‘Abram geloofde het woord van de HERE en dat was de reden dat God hem als rechtvaardig mens beschouwde.’

Noach vertrouwde op God. Toen God hem voor de toekomst waarschuw- de, geloofde Noach Hem… Hij deed wat God hem opdroeg en bouwde een ark om zijn gezin te redden… door dat vertrouwen werd hij een van hen die voor God rechtvaardig zijn.’ (Hebr.11:7) Dat is de reden dat God hem en zijn gezin redde.

Het valt op in Genesis 7 hoe barmhartig de Here God is, juist in tijden van oordeel. We hebben in vers 1 gelezen dat God zegt: ‘Ga met uw familie aan boord van de ark’ En in vers 16 lezen we: ‘Toen sloot de HERE God de toegang tot de ark.’ God liet Noach niet aan zijn lot over en zou hem niet vergeten. Soms kan een mens zo’n gevoel bekruipen: God heeft mij verlaten.

We lezen in Genesis 8 vers 1: ‘Maar God had Noach en de dieren in de ark niet vergeten.’

God had Noach gemakkelijk kunnen vergeten. Al moet ik zeggen dat het vaak eerder een gedachte van mensen is. De Here God kent geen ‘vergeten’. We lezen wel in de Bijbel dat Hij aan dingen niet meer denkt, maar dat is niet hetzelfde als vergeten.

God had Noach en de dieren in de ark niet vergeten! God herinnerde zich Noach! Dat is prachtig!

Luisteraar, de Here weet ook wie u en jij bent! Als een mens de Here Jezus Christus mag kennen als persoonlijke Heiland en Verlosser dan wordt werkelijkheid wat we lezen in Jesaja 43 vers 25, daar zegt de Here:

‘Ik ben het die ter wille van Mijzelf uw zonden wegdoe en er nooit meer aan zal denken.’

(5)

Zeker, Jesaja spreekt woorden van God tegen het volk Israël maar, denkt u dat het nu anders is als Christus – voor u – alles heeft volbracht? Nee!!! Op grond van Zijn offer denkt God niet meer aan onze zonden.

Hij doet niet met ons naar onze zonden maar, naar Zijn barmhartigheid! Weet u, luisteraar daar word ik stil van – dan heb ik geen woorden meer. Dan juicht mijn ziel: hoe groot zijt Gij!

Noach gaat met zijn familie in de ark. Het is bekend dat de geschiedenis van Noach – net als het scheppingsverhaal – over de hele wereld bekend is geworden. In andere culturen komen we dezelfde geschiedenissen tegen.

Er zijn soms verrassende overeenkomsten maar ook grote verschillen.

Het voert te ver om nu in te gaan op gelijke geschiedenissen uit Babylonië en Mesopotamië. Als u over dit onderwerp meer wilt weten dan kunt u contact met ons opnemen.

In ieder geval is het een feit dat veel volken en culturen een verslag van de schepping en de zondvloed hebben. Bij vergelijkingen en verschillen gaat het in discussies meestal over het punt: welke geschiedenis was er nu het eerst?

Misschien is het goed om bij al die discussies in gedachten te houden dat de Bijbel vertelt dat de zondvloed een oordeel van God was over de mensen, vanwege hun verdorvenheid en zonden.

We gaan verder met Genesis 7 vers 2 en 3:

‘Neem ook de dieren aan boord, van elke soort één paar, uitgezonderd de dieren die Ik heb bestemd tot voedsel en offer. Van die dieren moet u zeven paar aan boord nemen, evenals van de vogels. Op die manier zullen ze na de grote watervloed hun soort in stand houden.’

Hebben wij in deze verzen met een tegenstelling te maken? Waarom wordt eerst opdracht gegeven ‘van elk soort één paar’ en later ‘Van die dieren moet u zeven paar aan boord nemen’?

Dit lijkt een tegenstelling maar mogelijk kan het helpen om te letten op wat er gebeurde toen Noach na de zondvloed de ark verliet.

(6)

In Genesis 8 vers 20 lezen we: ‘Toen bouwde Noach een altaar en offerde een aantal dieren en vogels die de Here had aangewezen als offerdieren.’

Noach offerde de dieren die God daarvoor had aanwezen. Waarvan had hij moeten offeren als er alleen twee van ieder dier waren geweest? Hetzelfde gold ook voor de dieren die gegeten mochten worden.

De dieren die de mens het meest nodig heeft, zijn in de ark in meerdere aantallen aanwezig dan de andere. Dit onderscheid komt ook later tot uitdrukking in de offerwetgeving in Leviticus 11 en Deuteronomium 14. We komen het daar tegen in het onderscheid tussen reine en onreine dieren maar het is hier al bekend. Het is zelfs mogelijk dat er al delen van offerdieren werden gegeten. Ik ben er bij de bespreking van Genesis 4 vers 4 al kort op ingegaan.

‘Over een week zal het gaan regenen. Veertig dagen en nachten achter elkaar. Alle levende wezens die Ik heb gemaakt en die op het droge leven, zullen sterven.’ (Genesis 7:4)

Zeven dagen lang stond de ark er, midden op het land. De mensen hebben gezien dat Noach en zijn familie naar binnen zijn gegaan. De deur ging dicht.

Ze hadden zeven dagen lang op de deur van de ark kunnen kloppen. Maar ze hebben het niet gedaan. Ze hebben Noach uitgelachen en bespot.

De boodschap van God ging het ene oor in het en het andere weer uit. Ze geloofden God niet op Zijn woord! En wij? U, jij en ik?

God zou ze hebben gered als ze dat wel hadden gedaan.

‘Noach volgde al de bevelen van de HERE op. Hij was 600 jaar oud toen de vloed over de aarde kwam en hij ging met zijn vrouw, zijn zonen en hun vrouwen in de ark om aan de vloed te ontkomen.

Alle dieren die bestemd waren om te offeren of om op te eten, en de andere soorten, kwamen in paren naar de ark: mannetjes en vrouwtjes, precies zoals God het Noach had gezegd.’ (Genesis 7:5-9)

Nergens, lezen wij in de Bijbel dat Noach erop uittrok om de dieren in de ark te

(7)

Noach is 600 jaar en zijn zoons zijn ongeveer 100 jaar (gebaseerd op Gen.

5:32) wanneer de zondvloed begint. De inscheping is belangrijker in de vertelling dan de bouw van de ark.

Uit de volgorde – die wordt genoemd, ook in vers 13 – valt op dat eerst alle mannen en dan de vrouwen aan boord gaan. Vers 9 geeft de komst van de dieren weer. God zorgt dat de dieren naar de ark toekomen en Noach heeft de verantwoordelijkheid voor het opvangen en binnenleiden in de ark.

‘Een week later, toen Noach 600 jaar oud was, op de zeventiende dag van de tweede maand, stroomde de regen uit de hemel neer en braken de ondergrondse watermassa’s open. En dat gedurende 40 dagen en nachten!’ (Genesis 7 vers 11 en 12)

Toen sloot de HERE God de toegang tot de ark. 40 dagen lang raasde de enorme watervloed over de aarde, bedekte alles en nam de ark hoog op zijn golven mee.’ (Genesis 7 vers 16 en 17)

Is er een wetenschappelijk en historisch bewijs voor de zondvloed?

Christelijke wetenschappers hebben aangetoond dat er een wereldwijde zond- vloed is geweest. Het was een wereld omvattende ramp en er is ook historisch bewijs voor. Daarnaast geven de genoemde wetenschappers aan dat de aardrijkskundige veranderingen die we vandaag aan de dag waarnemen op dezelfde manier werken als lang geleden tijdens de zondvloed.

Het feit dat er in oude culturen een verslag van een zondvloed werd doorge- geven laten zien dat er een zondvloed geweest moet zijn. Het is aannemelijk dat een verslag van een tragedie van een dergelijke omvang bewaard is gebleven. De ene godsdienst of religie heeft de overleveringen niet aan een ander ontleend, maar bezat deze overlevering – min of meer primitief – in hun oorspronkelijke vorm. Het verslag in Genesis is het meest zuivere, het minst gekleurd door overdrijvingen en het staat het dichtst bij dat, wat de oorspron- kelijke bron van deze verslagen is geweest. God heeft de schrijvers van de Bijbel daarbij geleid. Daarmee wordt de betrouwbaarheid van het eindproduct gegarandeerd. Genesis 7 vers 23:

(8)

‘God vernietigde alles, uitgezonderd Noach en zijn familie die in de ark waren.‘

Er zijn wetenschappers die zeggen dat de zondvloed alleen plaatselijk is geweest; en wel beperkt bleef tot het gebied van de Eufraat en Tigris. Met andere woorden, het was een soort groot binnenmeer en verder niet.

Vers 23 uit Genesis 7 verwerpt die gedachte. Ik ben er zeker van dat de Bijbel duidelijk maakt dat de zondvloed de hele aarde betrof. In Genesis 6 vers 13 zei God dat Hij de hele aarde zou vernietigen door de zondvloed. Als God iets zegt dan doet Hij dat ook!

Als je zegt dat de zondvloed niet overal op aarde is geweest dan zeg je ook dat God niét alles heeft vernietigd. Terwijl Hij zelf zegt dat hij dat wel heeft gedaan. Dan is er sprake van een dilemma.

Het punt waar een mens dan voor staat is: of ik geloof God op Zijn Woord of ik verwerp wat wordt gezegd.

De Bijbel zegt duidelijk dat de zondvloed overal was: ‘God vernietigde alles, uitgezonderd Noach en zijn familie die in de ark waren.’

‘De watervloed bedekte de aarde 150 dagen lang.’ (Gen.7:24)

Met andere woorden de watervloed bleef ongeveer een half jaar lang de aardbodem bedekken. Ook dit vers laat zien dat we bij de zondvloed niet moeten denken aan een plaatselijke vloed. Maar, dat niet alleen!

Het geeft ook een antwoord aan ongelovigen.

Aan mensen die spottend positie innemen tegen de zondvloed en het woord van God. De apostel Petrus zegt daarover – in 2 Petrus 3 vers 3 en 4:

‘Ik wil u er vooral op wijzen dat er in de laatste dagen mensen zullen komen die met alles spotten en alleen maar hun eigen zin doen. Zij zullen schamper opmerken: Er is toch beloofd dat de Christus zou komen.

Waar blijft Hij dan? Onze voorouders zijn gestorven en er is niets veranderd. Vanaf het begin van de wereld is alles gebleven zoals het is geweest.’

(9)

Spotters zijn er altijd geweest. Een spotter is altijd een ongelovige. Maar een mens kan niet van twee walletjes eten. Je kunt geen spotter zijn en tegelijk de Bijbel aanvaarden als het onvervalste en betrouwbare Woord van God. Het is, of het één of het ander! Dat moet u duidelijk zien luisteraar!

Hinken op twee gedachten is vaak het gevolg van een besluiteloosheid waar- mee een mens wordt overvallen. Wat moet je nu doen?

Regelmatig staat een mens voor het maken van een keuzes. Als we er maar even onderuit kunnen dan maken wij liever geen keuze. Bij de dingen die wij hier bespreken gaat het altijd weer om de vraag: geloof ik de Here God op Zijn Woord?

Luisteraar, misschien is het een oplossing om eens andersom te denken.

Waarom zou u God niet op Zijn Woord geloven? Wat heeft u er nu zo van overtuigd dat Gods Woord niet te geloven is?

Alleen de twijfel aan Gods Woord is al funest want daarmee maakt een mens God tot een leugenaar.

Noach vertrouwde op God. Toen God hem voor de toekomst waarschuw- de, geloofde Noach Hem… Hij deed wat God hem opdroeg en bouwde een ark om zijn gezin te redden… door dat vertrouwen werd hij een van hen die voor God rechtvaardig zijn.’ (Hebr.11:7) Dat is de reden dat God hem en zijn gezin redde. Op wie of wat heeft u – uw vertrouwen gesteld?

Aan het eind van deze uitzending wil ik nog iets zeggen over de datering van de zondvloed. De datering gebeurt aan de hand van de leeftijd van Noach.

Het is vermoedelijk alleen gekoppeld aan zijn levensjaar en niet aan een bepaald ‘kalenderjaar’. De inscheping begint op de tiende dag van de tweede maand van Noachs 600ste levensjaar. De regenval begint een week later op de zeventiende dag van de tweede maand van Noachs 600ste levensjaar.

Dan gaan de bronwellen van de waterdiepte open en het ondergrondse water komt omhoog. Ook gaan de vensters van de hemel open en de strotregens vallen neer.

(10)

De kosmos dreigt terug te vallen in de situatie die we lazen in Genesis 1 vers 2. In Jesaja 24 lezen we: ‘… de vernietiging valt vanuit de hemel op u, de aarde beeft onder uw voeten. De aarde wankelt gevaarlijk, alles is

verloren en verward. De aarde zwaait heen en weer als een dronkaard en schudt als een tent in een storm. Zij valt en zal niet meer opstaan, want de zonden drukken als een zware last op haar.’

Maar, er is de belofte van een nieuwe begin. De HERE sluit de deur! Dat wil zeggen: God neemt verantwoordelijkheid op Zich voor de veiligheid van mens en dier in de ark. In al het geweld, in al het beven, bij alles dat wankelt en zwaait, bij alles dat schudt en valt is de ark de enige veilige plek. Een plaats onder Gods bescherming.

In zijn tweede brief, hoofdstuk 3 vers 5 t/m 10 zegt Petrus:

‘Zij gaan er met opzet aan voorbij dat de hemel en de aarde er vroeger al waren. De aarde was uit water ontstaan en werd door water omringd. En dit alles werd bijeengehouden door wat God gezegd had.

Maar de wereld van die tijd is door een enorme overstroming ten onder gegaan. En God heeft gezegd dat de tegenwoordige hemel en aarde zorgvuldig bewaard worden voor een enorm vuur op de dag van het grote oordeel, als alle mensen die niets van God willen weten, ten onder zullen gaan. Vrienden, u moet niet vergeten dat voor de Here één dag als duizend jaar is en duizend jaar als één dag. Sommigen denken dat Hij treuzelt, maar dat is niet zo. Hij wacht alleen met het vervullen van Zijn belofte, omdat Hij zoveel geduld heeft. Hij wil niet dat er iemand verloren gaat, maar dat alle mensen tot bekering komen.’

Vandaag is onze ark – geen schip van hout – maar een persoon: Jezus Christus! Zoek Hem terwijl Hij nog te vinden is.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Maar laten we toch niet uit het oog verliezen: we zijn daardoor niet verstoken van onze verbonden- heid en communio met onze Heer.. De omweg kan ons herinneren aan wat we

Want in het vierde jaar van Jojakims regering, even om dezelfde tijd van deze profetie aan Baruch, zond God Nebucadnezar, de koning van Babel, met een geweldig krijgsleger in het

En de HEERE rook die aangename geur, en de HEERE (JHWH) zei in Zijn hart: Ik zal de aardbodem voortaan niet meer vervloeken vanwege de mens; de gedachtespinsels van het hart van

Armoede en sociale uitsluiting kunnen zowel de oorzaak als het gevolg zijn van een onvoldoende toegang tot inkomen, werk, opleiding, gezondheid, huisvesting en

De volgende morgen (volgend op de ontmoeting met de delegatie van de Joodse leiders) zag Johannes de Doper de Here Jezus naar zich toe komen.. En zo, oog in oog staande met

‘En God zei tegen Noach en zijn zonen met hem: En Ik, zie, Ik maak Mijn verbond met u, met uw nageslacht na u, en met alle levende wezens die bij u zijn: de vogels, het vee en

Als de ark helemaal klaar is en er genoeg eten aan boord is voor hen allemaal, zegt God: ‘Ga in de ark.’ Noach, zijn vrouw, hun drie zonen met hun vrouw en ook alle dieren gaan

Wie ervoor kiest om zich in deze woorden met anderen te verbinden maakt de hele samenleving tot zijn of haar zusters en broeders. Maar om op een goede manier met elkaar om te