• No results found

Vraag nr. 146 van 4 mei 2005 van de heer JAN PEUMANS

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Vraag nr. 146 van 4 mei 2005 van de heer JAN PEUMANS"

Copied!
2
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Vraag nr. 146 van 4 mei 2005

van de heer JAN PEUMANS

Protocol (on)geregeld vervoer – Controle Op 1 februari 2005 werd in de bevoegde Commissie voor Openbare Werken, Mobiliteit en Energie een vraag om uitleg gesteld over de concurrentie inza-ke het personenvervoer over de weg (Handelingen C92 van 1 februari 2005, blz. 1-4).

De minister heeft toen toegezegd om het proto-col ingevolge het besluit van de Vlaamse Regering van 19 juli 2002 betreffende het geregeld vervoer, de bijzondere vormen van geregeld vervoer en het ongeregeld vervoer, op 1 juni 2004 afgesloten tus-sen de Belgische overheid, de Vlaamse overheid, de Vlaamse Vervoermaatschappij (VVM) en de sector, strikt op te volgen en te onderzoeken of het proto-col al dan niet overtreden werd. Verder heeft de minister toen ook toegezegd om zo spoedig moge-lijk te overleggen met haar Belgische collega om na te gaan hoe alle actoren in het personenvervoer over de weg in deze grotendeels geregionaliseerde materie constructief kunnen samenwerken aan de verdere uitbouw van het geregeld en ongeregeld openbaar vervoer.

De minister verklaarde ook dat er verschillende controlerende diensten zijn op Vlaams en Belgisch niveau. Vermits dit alles door de minister op 1 februari 2005 werd verklaard, ben ik benieuwd naar de stappen die inmiddels werden gezet. 1. Welke stappen heeft de minister inmiddels gezet

om het protocol van 1 juni 2004 strikt op te volgen en heeft de minister onderzocht of dit protocol tot op heden reeds overtreden werd? Zo ja, waar en wanneer en hoe vaak is dit dan gebeurd tot op heden?

2. Hoe controleert de minister dit protocol en op basis van welke criteria?

3. Welk overleg heeft de minister gehad met haar Belgische collega?

Wanneer heeft dit plaatsgevonden? Wat was de inhoud van dit overleg?

Wat waren de conclusie en afspraken hierover?

4. Hoeveel controles zijn er tot op heden sinds de publicatie van het uitvoeringsbesluit van 19 juli 2002 reeds gebeurd?

Wie deed de vaststellingen?

Wat waren de vaststellingen? Welke gevolgen zijn hieraan verbonden?

5. Hoeveel wegeninspecteurs en wegeninspecteurs-controleur zijn er ter beschikking? Hoeveel con-troles doen deze inspecteurs op jaarbasis in het kader van het protocol?

Antwoord

1. Met De Lijn werden er duidelijke afspraken gemaakt dat enkel het evenementenvervoer en niet de versterkingsritten bekend worden gemaakt op de website van De Lijn.

Er is immers een wezenlijk onderscheid tus-sen enerzijds de versterkingsritten, die een onderdeel zijn van het geregeld vervoer en dus behoren tot de kernopdracht van De Lijn, en anderzijds het evenementenvervoer, dat een vorm is van het ongeregeld vervoer.

Het besluit van 19 juli 2002 schrijft voor dat enkel het evenementenvervoer op de website van De Lijn moet worden bekend gemaakt. In de Centrale Diensten van De Lijn zal er wel

een centrale databank worden opgestart waarin alle versterkingsritten worden opgenomen. Aangezien het Protocol betrekking heeft op het

ongeregeld vervoer, komt het aan de federale politie en de federale inspectie-ambtenaren toe om de naleving van de bepalingen in verband met het ongeregeld vervoer te controleren. Ik heb geen meldingen meer gekregen van de

federale diensten dat het Protocol zou overtre-den zijn.

(2)

2. Als Vlaams Minister kan ik enkel nagaan of De Lijn de administratieve bepalingen van het besluit van 19 juli 2002 en het Protocol naleeft, namelijk de bepalingen i.v.m. de bekendma-king, het naleven van de procedure, het gedekt zijn van de exploitatiekosten van De Lijn, enz. Dit gebeurt in het maandelijks overleg met De Lijn.

3. Aangezien het protocol met de federale minis-ter voor mij voldoende afspraken bevat over de voorwaarden waaronder De Lijn aan eve-nementenvervoer mag doen, is er enkel over de versterkingsritten nog overleg geweest.

Over die problematiek is er ondertussen een voorstel van verduidelijking uitgewerkt door een werkgroep. Hierover moet er nog verder worden overlegd met het federale niveau. 4. De algemene controlebevoegdheid over het

besluit van 19 juli 2002 is door het decreet van 20 april 2001 betreffende het personenvervoer over de weg toevertrouwd aan de federale poli-tie. De overtredingen geven aanleiding tot een gevangenisstraf en/of een geldboete.

Ik heb vernomen dat er sinds de publicatie van het besluit zeer frequente controles gebeuren, in het bijzonder op de bijzondere vormen van het

geregeld vervoer en het vervoer voor eigen reke-ning. Deze controles gebeuren eveneens op de bussen van De Lijn, zowel wanneer er diensten van geregeld vervoer, als bijzondere vormen van geregeld vervoer worden uitgeoefend.

Ik heb echter geen zicht op het aantal vaststel-lingen, noch op de gevolgen- die eraan werden gegeven, aangezien dit tot de bevoegdheid van de parketten behoort.

5. De Vlaamse controle-ambtenaren de bevoegd-heid om een administratieve geldboete op te leggen bij welbepaalde overtredingen.

Het was aanvankelijk de bedoeling om de wegen-inspecteurs en wegeninspecteurs-con-troleurs van de administratie Wegen en Verkeer deze bijkomende bevoegdheid te geven.

Deze controle-ambtenaren konden echter pas worden aangesteld na het wijzigingsdecreet van 13 februari 2004, waarbij de procedure van defi-nitieve intrekking van de vergunning en het ver-bod om personenvervoer te verrichten, werden ingevoerd.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

De daling van het verkeer op de Maastrichtersteenweg gericht naar het centrum bedraagt 100% omdat al het ingaand verkeer vanaf de knip aan de Hazelereik afgeleid is naar

Vermits dit onderzoek pas nu (al dan niet) is gebeurd, welke criteria en op basis van welke uit gangspunten hanteerde AWV totnogtoe om park&ride-parkings in Vlaanderen aan

Welke sites waren dat en zijn die camera's overal consequent geplaatst, ook als de lokale overheden het daarmee niet eens waren4. Zijn dergelijke technische

Door dit decreet heeft elke bur- ger recht op de milieu-informatie waarover de overheid beschikt, onder de voorwaarden zoals bepaald in het Verdrag van Aarhus en de

De installaties worden ook door de lokale en federale politie gebruikt maar vooral door de Vlaamse Wegeninspectie.. Afspraken gebeuren dan ook tussen de wegeninspecteur-controleur

worden geregeld in het KB van 08 januari 1996 betreffende de over- heidsopdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten en de concessies voor openbare werken, in

In haar antwoord op mijn vraag om uitleg in de Commissie voor Openbare Werken, Mobiliteit en Energie op 8 maart laatstleden, over de verant- woordelijkheid van de

Naar aanleiding van een vraag om uitleg in de Commissie voor Openbare Werken, Mobiliteit en Energie van 8 maart 2005 over de uitbouw van fietspaden en fietsroutenetwerken heeft