Vraag nr. 546 van 4 mei 2005
van de heer JAN PEUMANS Park & ride-parkings – Criteria
Op 26 oktober 2004 werd een vraag om uitleg gesteld over de leegstand van de park&ride-par-kings die werden aangelegd naar aanleiding van de minder-hindermaatregelen in Antwerpen (Handelingen C31 van 26 oktober 2004, blz. 1-2). De minister heeft toen verklaard dat hij rekening zou houden met mijn opmerking dat de adminis-tratie Wegen en Verkeer (AWV) misschien zou moeten onderzoeken welke criteria ze hanteert om een park&ride-parking aan te leggen. Zo werd indertijd onder meer in de omgeving van de Grenslandhallen van Hasselt een dergelijke par-king aangelegd. Blijkbaar is het succes daar vooral groot omdat de bezoekers van de Grenslandhallen er hun auto parkeren, en dus niet om het openbaar vervoer te gebruiken.
De minister verklaarde ook dat een eventuele slui-ting van parkings alleen zou gebeuren, met name in het kader van de werken in Antwerpen, als er objectieve elementen voorhanden zijn om dat te doen.
Hij stelde ook dat alle genomen minder-hinder-maatregelen kwantitatief en kwalitatief zullen wor-den beoordeeld. Kwantitatief aan de hand van de verzamelde meetgegevens, kwalitatief door middel van een uitgebreide bevraging van de burgers en doelgroepen over de hindermaatregel.
1. Wat is het resultaat van het onderzoek door AWV over de te hanteren criteria voor de aan-leg van park&ride-parkings?
2. Vermits dit onderzoek pas nu (al dan niet) is gebeurd, welke criteria en op basis van welke uit gangspunten hanteerde AWV totnogtoe om park&ride-parkings in Vlaanderen aan te leg-gen?
Kan de minister terzake alle relevante gegevens meedelen m.b.t. aantal park&ride-parkings in Vlaanderen, bezetting, kostprijs, enzovoort? 3. In hoeverre worden deze parkings bediend door
het openbaar vervoer? En belangrijk, met welke
frequentie bedient het openbaar vervoer deze park&ride-parkings?
4. Wordt De Lijn systematisch betrokken bij de planning en inplanting van deze parkings? En is een frequent aanbod van openbaar vervoer een basisvoorwaarde of niet?
5. Wat is het gebruik van de park&ride-parking die is aangelegd langs de Grenslandhallen in Hasselt? Hoe vaak wordt die gebruikt en wat is de frequentie van het openbaar vervoer?
6. Wat is het resultaat van de beoordeling van alle minder-hindermaatregelen in Antwerpen, zowel kwantitatief als kwalitatief, zoals de minis-ter die heeft toegezegd? Kan hij daarover een uitgebreide rapportage geven?
N.B. Deze vraag werd gesteld aan de ministers Peeters (vraag nr. 546) en Van Brempt (nr. 149).
Antwoord