• No results found

Vraag nr. 92van 9 februari 2005van de heer JAN PEUMANS

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Vraag nr. 92van 9 februari 2005van de heer JAN PEUMANS"

Copied!
1
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Vraag nr. 92 van 9 februari 2005

van de heer JAN PEUMANS

Mobiliteitsraad – Opstart en werkingskredieten In de begroting wordt sedert enkele jaren telkens een bedrag ingeschreven voor de werkingskosten van de Mobiliteitsraad van Vlaanderen (MORA). Navraag bij de Sociaal-Economische Raad van Vlaanderen (SERV), die normaal zou instaan voor de huisvesting en ondersteuning, leert evenwel dat er terzake nog geen enkel initiatief werd genomen. 1. Werd de MORA nu al dan niet opgestart en

welk tijdspad wordt terzake gehanteerd ? 2. Vanaf welk jaar werden er voor het eerst

kredie-ten voor de werking van de MORA ingeschre-ven in de begroting ?

3. Voor welke doeleinden werden deze kredieten telkens aangewend ?

Antwoord

1. Werd de MORA nu al dan niet opgestart en welk tijdspad wordt terzake gehanteerd ?

De intentie tot oprichting van de MORA dateert van 2001 toen het Vlaams Parlement het decreet betreffende de organisatie van het personenvervoer over de weg en tot oprich-ting van de Mobiliteitsraad van Vlaanderen aannam (BS 21.08.2001). Hoofdstuk VII van dit decreet voorzag in de oprichting van de Mobiliteitsraad van Vlaanderen binnen de Sociaal-Economische Raad van Vlaanderen (artikel 53), de samenstelling van de MORA (artikel 54), de taken en bevoegdheden (artikel 55, 56, 57), de werking van de MORA (artikel 58, 60) en de werkingsmiddelen (artikel 61 en 62) . Het uitvoeringsbesluit tot oprichting van de MORA werd doorkruist door een beslissing van de Vlaamse Regering om, in het kader van beter bestuur, ook een herstructurering van het bestaande adviesstelsel door te voeren. Gelet op het decreet tot regeling van de strategische adviesraden, dat op 9 juli 2003 in het Vlaams Parlement werd goedgekeurd en op 18 juli 2003 door de Vlaamse Regering werd bekrachtigd en afgekondigd, werd een decreetswijziging

noodzakelijk ten aanzien van de oprichting van de MORA, onder meer omdat de MORA op basis van het decreet van 20 april 2001 niet over een eigen rechtspersoonlijkheid beschikte. Op 30 april 2004 werd een nieuw decreet hou-dende de oprichting van de Mobiliteitsraad van Vlaanderen goedgekeurd. Dit decreet is con-form de bepalingen uit de kaderregeling, vervat in het decreet van 18 juli 2003. Als gevolg van deze ontwikkelingen werd de MORA tot op heden niet opgestart. Op dit ogenblik beraad-slagen de minister bevoegd voor Mobiliteit en de minister bevoegd voor Openbare Werken zich over de verder te nemen stappen.

2. Vanaf welk jaar werden er voor het eerst kredie-ten voor de werking van de MORA ingeschreven in de begroting ?

Op basis van het decreet betreffende de orga-nisatie van het personenvervoer over de weg en tot oprichting van de Mobiliteitsraad van Vlaanderen (BS 21.08.2001) werd in de begro-ting van 2001 voor het eerst een dotatie aan de SERV ingeschreven.

3. Voor welke doeleinden werden deze kredieten tel-kens aangewend ?

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Welke motieven liggen aan de basis van de plan- nen voor deze aanleg en op basis van welk soci- aal-economisch belang kwamen deze plannen tot stand3. Welke zijn de rechtstreekse

Een procedure tot het vaststellen van de juri- dische verantwoordelijkheid voor het incident en tot het verhalen van geleden schade kan in voorkomend geval gestart worden nadat

In het geval van de N79 werd door het gemeentebestuur al geld uitgetrok- ken voor een mobiliteitsplan (in het kader van het mobiliteitsconvenant), een eigen verkeersstudie, een

Wanneer er min of meer zicht is op het aantal sites waar variabele signalisatieborden noodzakelijk zijn, zal een globaal bestek uitgeschreven worden, waarbij ook voor de

Vraag 2: Zijn er aanwijzingen dat deze categorie niet bereikt kan worden via de normale kanalen (VDAB en reguliere uitzendkantoren)?. Zo

Vlaamse openbare instellingen – Zitpenningen De Vlaamse openbare instellingen (VOI) of andere instellingen die onder de bevoegdheid van de minister staan, fungeren met een raad

Dit soort voorzie- ningen maakt uiteraard de werken duurder, maar heeft als enorm voordeel dat controle achteraf niet alleen sneller kan gebeuren maar vooral veiliger.. Bovendien

In het geval van de N79 werd door het gemeentebestuur al geld uitgetrok- ken voor een mobiliteitsplan (in het kader van het mobiliteitsconvenant), een eigen verkeersstudie, een