• No results found

Vraag nr. 323 van 9 februari 2005 van de heer JAN PEUMANS

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Vraag nr. 323 van 9 februari 2005 van de heer JAN PEUMANS"

Copied!
3
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Vraag nr. 323 van 9 februari 2005

van de heer JAN PEUMANS

Instorting Verbrande Brug Grimbergen – Oorzaak, controles, kosten

Tijdens de plenaire vergadering van het Vlaams Parlement van 8 december 2004 stelde ik de minis-ter reeds een actuele vraag over de gevolgen van de instorting van de Verbrande Brug in Grimbergen (Handelingen Plenaire Vergadering nr. 10 van 8 december 2004, blz. 14-15). Inmiddels vernam ik via de pers dat deze brug in augustus 2005 opnieuw opengesteld zal worden.

Een aantal binnenschippers ondervond groot nadeel van de instorting op 4 december 2004. De problemen met de brug van Humbeek versterkten dit nadeel. Sommige verladers beslisten hierop hun vracht via de weg te vervoeren, anderen konden niet anders dan wachten.

In een aantal krantenartikels werd door de admini-strateur-generaal van de NV Zeekanaal en Waterge-bonden Grondbeheer Vlaanderen gesteld dat de binnenschippers geen aanspraak konden maken op schadevergoeding. De administrateur-generaal maakt hierbij de vergelijking met vrachtwagens die zich in een file bevinden, waarbij er ook geen sprake is van enige schadevergoeding. De minister liet zich in de pers evenwel genuanceerder uit, men zou dit verder onderzoeken.

Ander heikel punt was het gebrek aan communi-catie. Noch het Verkeerscentrum Antwerpen, noch de administratie Waterwegen en Zeewezen (AWZ), noch de NV Zeekanaal maakten enige melding van de instorting op de respectieve websites.

1. Is inmiddels bekend wat de oorzaak was van de instorting van de Verbrande Brug ?

Wie voerde het onderzoek uit en wat waren de resultaten ?

2. Welke problemen deden zich exact voor m.b.t. de brug van Humbeek ?

3. Welke jaarlijkse of regelmatig weerkerende onderzoeken of controles worden door welke instantie of administratie uitgevoerd m.b.t. de staat van deze bruggen ?

4. Bestaat er terzake een raadpleegbare databank die een overzicht biedt en een opvolging van de uitgevoerde controles mogelijk maakt ?

5. Wat is de totale kostprijs van de werken aan de Verbrande Brug ?

Vallen deze kosten volledig ten laste van de begroting van de Vlaamse Gemeenschap ? Werd er een juridische procedure gestart die zal

bepalen wie verantwoordelijkheid draagt ? 6. Hoe verklaart de minister het volledig

uitblij-ven van communicatie op de websites van res-pectievelijk AWZ, de NV Zeekanaal en het Verkeerscentrum m.b.t. de instorting ?

7. Op welke wijze kunnen binnenschippers het geleden verlies verhalen ? Is er sprake van enige verzekering of vergoeding ? Welke jurispruden-tie werd er terzake ontwikkeld ?

Antwoord

1. Op 8 december2004 is via een procedure van vrijwillige verschijning bij de rechtbank van koophandel in Brussel in openbare en buitenge-wone terechtzitting een college van deskundigen aangesteld, met als opdracht onder andere een tegensprekelijk onderzoek uitte voeren van alle relevante onderdelen van de brug en te onder-zoeken wat dienstig en noodzakelijk is om tot een besluit te kunnen komen met betrekking tot:

– de oorzaak van het ongeval;

– het tegensprekelijk bepalen van de schade aan alle onderdelen ervan;

– de raming van die schade te maken;

– aanwijzingen te geven betreffende de wijze van herstelling.

(2)

Het onderzoek van de deskundigen verloopt – dankzij de constructieve medewerking van alle partijen – vlot, maar is nog niet afgerond. Op 16 februari 2005 hebben de

gerechtsdes-kundigen een eerste "deskundig voorrapport" met bevindingen over het verloop en de ver-klaring van het incident verspreid. Partijen zijn gevraagd hierop opmerkingen te geven ten laat-ste op 15 maart 2005. De opmerkingen van de verschillende partijen kunnen er altijd toe leiden dat de bevindingen van de gerechtsdeskundigen gewijzigd worden.

Omtrent de oorzaak van het incident kan dan ook nog geen uitsluitsel gegeven worden. Er is nog geen definitief deskundig verslag.

2. Bij de brug van Humbeek is een defect opgetreden in een eindschakelaar, die de vertraging van de aandrijving bij het neerleggen van het brugdek beveelt. Daardoor is het brug-dek onzacht op zijn steunpunten terechtgekomen en is de aandrijving niet automatisch gestopt, waardoor de bewegingskabel volledig van de trommel is gelopen en deels in de ver-keerde zin werd opgewikkeld, voordat de brugwachter handmatig de aandrijving had uit-geschakeld.

De schade bleef beperkt tot het herleggen van de bewegingskabels op de kabeltrommels. 3. Aan de bruggen van de afdeling Zeekanaal

worden volgende periodieke inspecties uitgevoerd:

– om de drie jaar: een inspectie A van het bouwkundig gedeelte van de brug;

– jaarlijks worden de mechanismen geïnspec-teerd door een erkend keuringsorganisme, volgens de voorschriften van het ARAB, artikels 281, 281 bis en 281 ter;

– om de drie maanden worden de kabels van alle hijswerktuigen (waaronder de kabels van de brug) geïnspecteerd door een erkend keu-ringsorganisme volgens de voorschriften van de Codex-titel VI Arbeidsmiddelen artikel 11.

4. De driejaarlijkse A-inspecties worden bijge-houden in de BRYGGIA ((ARAB: Algemeen Reglement voor de Arbeidsbescherming – red.) databank van de administratie Ondersteunende Studies en Opdrachten (AOSO). De inspectie-verslagen van het erkend keuringsorganisme worden bijgehouden door de Interne Dienst voor Preventie en Bescherming op het Werk van Waterwegen en Zeekanaal NV.

5. De totale kostprijs van de werken aan de Verbrande Brug wordt thans geraamd op 3.500.000 EUR exclusief BTW.

Deze kosten worden thans volledig ten laste genomen van de begroting. Nadat uitsluit-sel verkregen is over de aansprakelijkheid, zal nagegaan worden in welke mate de gemaakte kosten geheel of gedeeltelijk verhaald kunnen worden.

Zoals onder punt 1 vermeld, is er door middel van een procedure van vrijwillige verschijning door de voorzitter van de rechtbank van koop-handel in Brussel zetelend in kort geding, een college van gerechtsdeskundigen aangesteld, met de opdracht vermeld in de beschikking van 08 december 2004.

Een procedure tot het vaststellen van de juri-dische verantwoordelijkheid voor het incident en tot het verhalen van geleden schade kan in voorkomend geval gestart worden nadat er defi-nitieve conclusies zijn omtrent het schadegebeu-ren zowel naar oorzaak als naar schade.

6. De communicatie van het ongeval is onmiddel-lijk gevolgd via de meest geëigende draadloze-wegen:

– via de VRT-verkeersdienst ten behoeve van het wegverkeer;

– door Oostende Radio werd via het daartoe bestemde marifoonkanaal 24 het scheep-vaartverkeer op de hoogte gesteld.

Daarnaast zijn er berichten aan de scheepvaart verspreid via:

(3)

– persberichten nr. 04/40 van 6 december 2004 en nr.04/41 van 7 december 2004. officieel bericht aan de schipperij nr. 49 van 8 decem-ber 2004 (ref 49/3 en 49/4);

– publicatie van voormelde berichten aan de schipperij op de website van RIS Vlaanderen Evergem, (deze zijn nog steeds download-baar in pdf, adres: http://ris.vlaanderen. be/ris-beheer/upload/statistiek/berichtnr49-2004.pdf).

Er was dus geen gebrek aan communicatie, zon-der dan nog te spreken van de ruchtbaarheid die het voorval in de pers heeft gekend.

7. Binnenschippers konden bij Waterwegen en Zeekanaal NV een becijferde schadeclaim indienen die, aangezien de aansprakelijkheid voor het schadegeval momenteel nog niet vaststaat, tot op heden louter administratief werd overgezonden via haar verzekeringsmake-laar aan de verzekeraar.

Het agentschap is ten opzichte van derden ver-zekerd voor zijn burgerlijke aansprakelijkheid. Afhankelijk van de definitieve bevindingen van

de gerechtelijke experten, zullen Waterwegen en Zeekanaal NV en haar verzekeraar de feitelijke en juridische grondslag van de schadeclaims ten gronde behandelen.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Is er een bijzondere reden waarom de minister de voorheen bestaande geldelijke discrimina- tie van een beperkt aantal, vooral Limburgse, gewestelijke ontvangers in stand houdt na de

Ondertussen is ook het reeds bestaande contract in Limburg afgelopen en zal voor de 3 resterende provincies bekeken worden op welke manier alsnog een bereikbaarheidsad- viseur

Klopt het dat men bij de waterwegen wel jaar- lijks in de nodige middelen voorziet voor onder- houd, maar dat de desbetreffende kredieten niet vastgelegd worden omdat er geen

– Studies : sinds 1990 werd voor een bedrag aan 402.943 euro aan studies betaald voor onderzoeken die rechtstreeks en uitsluitend te maken hadden met de Noord- Zuid2. –

Dat Vlaamse boeren niet in aanmerking komen voor Waalse subsidiëring lijkt echter onlogisch als de bescherming van de Waalse bodem tegen erosie en het voorkomen van stroomafwaartse

In haar antwoord op mijn vraag om uitleg in de Commissie voor Openbare Werken, Mobiliteit en Energie op 8 maart laatstleden, over de verant- woordelijkheid van de

De minister heeft toen toegezegd om het proto- col ingevolge het besluit van de Vlaamse Regering van 19 juli 2002 betreffende het geregeld vervoer, de bijzondere vormen van

Naar aanleiding van een vraag om uitleg in de Commissie voor Openbare Werken, Mobiliteit en Energie van 8 maart 2005 over de uitbouw van fietspaden en fietsroutenetwerken heeft