Vraag nr. 93 van 9 februari 2005
van de heer JAN PEUMANS
Streefbeeldstudies – Evaluatie – N79 Riemst Momenteel werkt men aan het streefbeeld van de N79 op het grondgebied van de gemeente Riemst. Dat men vanuit verkeerskundig oogpunt en van-uit een ruimtelijke visie, mede in het kader van de categorisering van wegen, nadenkt over de functie van deze weg in al zijn aspecten, kan alleen maar toegejuicht worden. Uiteraard is het streefbeeld van de N79 niet het enige dat onderzocht wordt. M.b.t. de N79 valt het op dat men in de startnota veelal een aantal andere studies gebruikt en ver-werkt. Vaak hebben gemeenten, provinciale en gewestelijke overheden al veel geld uitgegeven om één en ander te bestuderen. In het geval van de N79 werd door het gemeentebestuur al geld uitgetrok-ken voor een mobiliteitsplan (in het kader van het mobiliteitsconvenant), een eigen verkeersstudie, een studie rond gevaarlijke punten en de opmaak van het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan (waarin uiteraard ook de N79 ruim aan bod komt in het kader van de ruimtelijke visie). Daarbovenop komt dus ook nog eens de streefbeeldstudie.
1. In welke mate en op welke manier worden de kos-ten van de studie rond het streefbeeld van de N79 beperkt gezien de reeds bestaande studies ? 2. Hoeveel bedraagt de totale kostprijs van deze
streefbeeldstudie voor de N79 ?
3. Hoeveel streefbeeldstudies zijn er momenteel in omloop in Vlaanderen, welke en wat is de kost-prijs per studie ?
4. Welke streefbeeldstudies werden reeds afgerond en welke concrete gevolgen werden hieraan gegeven ?
5. Werd er tot op heden reeds een evaluatie gemaakt van het systeem van streefbeeldstudies in het algemeen ?
Wie voerde deze evaluatie uit en wat waren de resultaten ?
Wie volgt dit op binnen de administratie ?
N.B. Deze vraag werd gesteld aan de ministers Peeters (vraag nr. 324) en Van Brempt (nr. 93).
Antwoord