Vraag nr. 492 van 13 april 2005
van de heer JAN PEUMANS
Dijkonderhoud – Procedure en middelen – Zeekanaal Vilvoorde
Naar aanleiding van een vraag om uitleg over het onderhoud van de dijken van het Zeekanaal Brussel-Willebroek kon de minister staande de zitting onmogelijk een antwoord geven op vragen over de oorzaak van de instorting van de oever in Vilvoorde (Handelingen C85 van 25 januari 2005, blz. 12-15).
De minister stelde dan ook voor om deze aan-vullende vragen te verwerken in een schriftelijke vraagstelling.
1. Wat is nu de exacte oorzaak van het instorten van de oever in Vilvoorde ?
2. Op welke technische wijze wordt onderzoek verricht naar de oeverversterkingen langs de kanalen ?
Wie rapporteert hierover en wie beslist uiteinde-lijk welke nodige werken er via een voorstel bij de minister terechtkomen ?
3. Klopt het dat men bij de waterwegen wel jaar-lijks in de nodige middelen voorziet voor onder-houd, maar dat de desbetreffende kredieten niet vastgelegd worden omdat er geen aannemers zijn om ze uit te voeren of omdat aannemers andere prioriteiten hebben ?
4. Graag kreeg ik van de minister een overzicht van de onderhoudskredieten die oorspronkelijk werden ingeschreven in de begroting en daar-aan gekoppeld de feitelijke vastleggingen sinds 1999, zowel bij de administratie Waterwegen en Zeewezen (AWZ) als bij de EVA's Scheepvaart en Zeekanaal.
Antwoord
1. De exacte oorzaak van het instorten van de oever te Vilvoorde is i zijn enkele feiten onmis-kenbaar, welke sterke vermoedens laten bes richting.
De oeverconstructie bestond voornamelijk uit een muur in metselw betonplaat en gefundeerd op twee soorten houten palen: dru trekpalen achteraan. De oever is vooruit gevallen en niet onderuit dat de trek-palen de eerste zijn geweest om te bezwijken.
Het bezwijken van de trekpalen kan veroor-zaakt zijn door verschillende factoren, zoals: – een zware overbelasting
– een langdurige systematische overbelasting – een plots kwaliteitsverlies van de palen – een systematisch afnemende kwaliteit van de
palen.
2. De oevermuren worden visueel nagekeken wat het zichtbare gedee wordt het onderwater-gedeelte gecontroleerd door duikers. Ook de muren wordt gepeild om eventuele ontgrondin-gen na te gaan.
Het inspectieverslag wordt door de beherende dienst aan het afdelii overgemaakt. Op basis van dit inspectieverslag wordt door de inge betrokken kanaalvak met het afdelingshoofd overlegd of er al of niei onderzoek nodig is. Vervolgens worden, in functie van de
priori-teiten, voorstellen gefornr waterweg beheerder voor opname in het investeringsprogramma da goedkeuring wordt voorgelegd.
3. De bewering dat "de waterwegen jaarlijks de nodige middelen voo maar de desbetreffende kredieten niet vastgelegd yyorden omdat ei om ze uit te voeren of omdat aannemers andere prioriteiten hebt voldoende aannemers die onderhoudswerken willen en kunner onder-houdswerken, waarvoor op regelmatige basis aanl uitgeschreven, is vanwege de aannemers vrij veel interesse.
EVA Waterwegen en Zeekanaal
Jaar Voorzien Vastgelegd
2004 5.384.500 euro 5.384.500 euro 2003 5.578.000 euro 5.578.000 euro 2002 5.578.000 euro 5.578.000 euro 2001 5.577.604 euro 5.577.604 euro 2000 3.614.288 euro 3.918.980 euro 1999 3.006.948 euro 3.275.398 euro EVA De Scheepvaart
Jaar Voorzien Vastgelegd
2004 6.160.000 euro 6.150.000 euro 2003 9.980.000 euro 9.958.000 euro 2002 6.710.000 euro 6.685.000 euro 2001 5.250.000 euro 5.246.000 euro 2000 5.100.000 euro 5.062.000 euro 1999 4.920.000 euro 4.895.000 euro Administratie Waterwegen en Zeewezen (AWZ)
Jaar Voorzien Vastgelegd