• No results found

Vraag nr. 541 van 4 mei 2005 van de heer JAN PEUMANS

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Vraag nr. 541 van 4 mei 2005 van de heer JAN PEUMANS"

Copied!
2
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Vraag nr. 541 van 4 mei 2005

van de heer JAN PEUMANS

Subsidiëring erosiebestrijding – Vlaamse land-bouwers in Wallonië

Een aantal gemeenten in de omgeving van de taalgrens zijn onderhevig aan bodemerosie. Het Vlaams Gewest gaf opdracht aan de Vlaamse Landmaatschappij om beheersovereenkomsten te sluiten met landbouwers die inspanningen leveren in de bestrijding en reductie van bodemerosie. In ruil voor deze inspanningen ontvangen de land-bouwers subsidies.

Dit systeem geldt ook voor Waalse boeren die actief zijn in Vlaanderen. De ligging van het per-ceel is met andere woorden doorslaggevend. Gelijkaardige maatregelen werden ook geno-men door het Waals Gewest. Met het verschil dat Vlaamse landbouwers actief in Wallonië en met bedrijfszetel in Vlaanderen, niet in aanmerking komen voor subsidiëring. Dit is het gevolg van een besluit van de Waalse Regering van 28 oktober 2004 (Belgisch Staatsblad van 29 december 2004), en met name van hoofdstuk II (artikel 4, 2° en 3°), dat bepaalt dat zowel de percelen als de bedrijfsze-tel zich moeten bevinden op het grondgebeid van het Waalse gewest.

Ik merk op dat 50 % van de toegekende subsidies betaald wordt door Europa in het kader van de Verordening Plattelandsontwikkeling.

1. Hoeveel Waalse boeren met bedrijfszetel in Wallonië maken gebruik van Vlaamse subsidi-ering in het kader van beheersovereenkomsten inzake bodemerosie?

2. Gaat de minister ervan uit dat het vermelde besluit van de Waalse Regering discrimine-rend werkt ten aanzien van Vlaamse boeren actiefin Wallonië, maar met een bedrijfszetel in Vlaanderen?

3. Welke stappen neemt de minister om deze situatie, in de geest van het gelijkheidsbeginsel, recht te trekken, rekening houdende met het feit dat er ook Europese middelen betrokken zijn?

4. Wordt deze problematiek aangekaart bij de bevoegde Waalse en federale collegae en bij de bevoegde Europese autoriteiten? Zo ja, op welke wijze?

N.B. Deze vraag werd gesteld aan minister-presi-dent Leterme (vraag nr. 50) en aan minister Pee-ters (nr. 541).

Gecoördineerd antwoord

1. Het uitvoeringsbesluit met betrekking tot de beheerovereenkomsten erosiebestrijding werd op 8 september 2004 gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad. Rekening houdende met de tijd die nodig is voor informatieverstrekking en administratieve afhandeling, konden in de praktijk de eerste beheerovereenkomsten geslo-ten worden met ingang van 1 april 2005.

Tot en met 17 mei 2005 hadden vijf Waalse landbouwers een aanvraag ingediend. Op die datum was daarvan nog één aanvraag in onder-zoek : aan de vier andere landbouwers was een ontwerp van beheerovereenkomst toegestuurd. Op basis van de erosiekaart van AMINAL, afdeling Land, en de perceelsregistratie 2004 van de Mestbank kan worden afgeleid dat 336 Waalse landbouwers percelen gebruiken binnen de Vlaamse erosie-gevoelige gemeenten, voor een totale oppervlakte van ongeveer 6.500 ha. Om de erosieproblematiek in Vlaanderen onder controle te krijgen, is dus ook de medewerking van de Waalse landbouwers nodig.

(2)

3. Wat de gelijke behandeling van Vlaamse en Waalse landbouwers betreft, denk ik dat deze problematiek breder gaat dan enkel de beheer-overeenkomsten erosiebestrijding : namelijk over de toegankelijkheid van de markt van landbouwgronden voor Vlaamse landbouwers. In deze situatie zal ik met de Vlaamse minister bevoegd voor Landbouw overleggen over de te nemen initiatieven. Een eerste stap lijkt mij het in kaart brengen van de omvang van de proble-matiek, en de inschatting ervan door de land-bouwsector zelf.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

8-9) blijkt dat de dadingsovereenkomst die op 14 juli 2004 gesloten werd tussen enerzijds het Vlaams Gewest, vertegenwoordigd door de Vlaamse ministers Van Mechelen en

In de huidige Vlaamse context worden er niet méér gronden onteigend dan deze die nodig zijn voor de realisatie van de goedgekeurde wegenprojecten.. Hierin wordt strikt de

De daling van het verkeer op de Maastrichtersteenweg gericht naar het centrum bedraagt 100% omdat al het ingaand verkeer vanaf de knip aan de Hazelereik afgeleid is naar

Vermits dit onderzoek pas nu (al dan niet) is gebeurd, welke criteria en op basis van welke uit gangspunten hanteerde AWV totnogtoe om park&ride-parkings in Vlaanderen aan

Door dit decreet heeft elke bur- ger recht op de milieu-informatie waarover de overheid beschikt, onder de voorwaarden zoals bepaald in het Verdrag van Aarhus en de

Het aantal gebruikers van het openbaar ver- voer, de grootte van het "recruteringsgebied" en het aantal huidige gebruikers (die eventueel "wild parkeren" in

Bij de snelheidscamera’s gaat het om 210 aan- vragen: 15 aanvragen die buiten het beheer van AWV vallen, 10 aanvragen die via het project 'wegwerken gevaarlijke punten' onderzocht

Zijn deze fasen volledig met elkaar verbonden of wordt eerst de rendabiliteit van fase 1, namelijk de realisatie van een kinderattractie- en themapark, uitgevoerd en