Vraag nr. 148 van 4 mei 2005
van de heer JAN PEUMANS
Fietspaden en fietsroutenetwerken – Financie-ringsbeleid
Naar aanleiding van een vraag om uitleg in de Commissie voor Openbare Werken, Mobiliteit en Energie van 8 maart 2005 over de uitbouw van fietspaden en fietsroutenetwerken heeft de minister een aantal toezeggingen gedaan die tot op heden niet beantwoord werden (Handelingen Cl31 van 8 maart 2005, blz. 12e.v.).
1. Heeft de minister nagegaan in hoeverre dit kadert in het bestuursakkoord van april 2003? 2. De minister heeft toegezegd dat de technische
uitleg, onder meer in het kader van de prio-riteitswaarde voor de aanleg van fietspaden, bezorgd zou worden. Tot op heden is dit niet gebeurd.
Gebeurt dit alsnog, zoals beloofd op bladzijde 14 van het commissieverslag?
3. De minister verklaarde dat 42 miljoen euro werd vastgelegd in 2004, voor uitvoering in 2005, in het kader van mobiliteitsconvenantbeleid. Kan de minister een volledig overzicht geven
van de aanwending van deze middelen?
4. Kan de minister, los van deze 42 miljoen, een overzicht geven van wat tot op heden werd vastgelegd in het kader van dit mobiliteits-convenantbeleid wat het onderdeel fietspaden betreft?
Graag opgedeeld per provincie, per gemeente en met de daaraan gekoppelde investeringsbedra-gen zowel door de Vlaamse overheid, als door de betrokken gemeenten.
Antwoord
1. In de rubriek "De aanleg, onderhoud en beheer wegen voor autoverkeer, vrachtvervoer, fiets- en voetgangersvoorzieningen" van het implemen-tatieplan voor mobiliteit van het
bestuursak-koord tussen het Vlaams, het provinciaal en het lokaal bestuursniveau omtrent een effectief en burgergericht overheidsbestuur in Vlaanderen, is de rol van de provincie inzake de aanleg van fietspaden gepreciseerd (bijlage 1):
"Provinciaal fietsbeleid: een coördinerende en ondersteunende rol bij de realisatie van het bovenlokaal fietsroutenetwerk of realiseert ze zelf."
Dit voorstel is dus in overeenstemming met de taakverdeling van het bestuursakkoord, afge-sloten tussen de 3 bestuursniveau's.
2. De berekening van deze waarden is gemaakt op basis van de Behoefteanalyse van de Administratie Wegen en Verkeer - Prioriteits-management(bijlage 6).
3. Als bijlage 2 de vastgelegde kredieten voor de modules nrs. 12 en 13 voor het jaar 2004. Deze zijn gerangschikt als volgt: eerst de
fiets-padenprojecten in de provincie Antwerpen, dan die van Vlaams-Brabant en vervolgens Limburg, Oost-Vlaanderen en West-Vlaanderen.
De individuele projecten van 2004 zijn opgeno-men in de overzichtstabellen van bijlage 3,4 en 5.
Ter herinnering:
– met modules nr. 12 worden de gemeenten of de provincies gesubsidieerd om fietspaden langs gemeente- of provinciewegen aan te leggen als de aanleg langs de gewestweg niet opportuun is;
– met de modules nr. 13 worden de gemeenten gesubsidieerd om fietspaden aan te leggen langs gewestwegen.
4. Deze fietspadenprojecten zijn gerangschikt per type module en dan per provincie:
– modules nr. 13: zie bijlage 5.
De fietspaden aangelegd in het kader van door-tochten, herinrichting of wegvakken zijn niet apart specifieerbaar.