• No results found

Wft Inkomen. Examentraining initieel - antwoorden en uitwerkingen

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Wft Inkomen. Examentraining initieel - antwoorden en uitwerkingen"

Copied!
58
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Wft Inkomen

Examentraining initieel - antwoorden en uitwerkingen

(2)

Inhoudsopgave

Hoofdstuk 1 Antwoorden en uitwerkingen 3

1.1 Casus ‘Alexandra in de kunstmest’ 3

1.2 Casus Joris Verstappen 6

1.3 Casus dierenartsenpraktijk Hobbs 10

1.4 Casus drukkerij Pracht & Print BV 15

1.5 Casus Scootra 20

1.6 Casus De Dolfijn 28

1.7 Extra rekenvragen 32

1.7.1 Casus Kraam BV 32

1.7.2 Casus Brobos tuinartikelengroothandel 34

1.7.3 Casus Domenica BV 36

1.7.4 Casus Eveline WIA 39

Hoofdstuk 2 Bijlagen 40

2.1 Re-integratie subsidie Lo-polis 40

2.2 Voorwaarden Verzekeraar XYZ NV 42

2.3 Voorwaarden arbeidsongeschiktheidsverzekering 44

2.4 Cao Dierenartsenpraktijk. 48

2.5 Polisvoorwaarden verzuimverzekering verzekeraar X 52

2.6 Polisvoorwaarden Arbeidsongeschiktheidsverzekering ZEKERS 55

2.7 Rekenvariabelen werkhervattingskas 2019 58

(3)

Hoofdstuk 1 Antwoorden en uitwerkingen

1.1 Casus ‘Alexandra in de kunstmest’

Gebruik bij deze casus de bijlagen ‘Re-integratie subsidie Lo-Polis’ en ‘Polisvoorwaarden AOV verzekeraar XYZ’ (te vinden in hoofdstuk 2 ‘Bijlagen’)

Alexandra was tot voor kort zelfstandig consultant. Zij had haar klanten door heel Nederland zitten waardoor ze zo’n 80.000 km per jaar in de auto zat. Door haar rugklachten werd dit echter steeds moeilijker. Daarom heeft zij twee weken geleden haar zelfstandige werkzaamheden gestaakt. Ze is als afdelingsmanager in dienst getreden van Strooier Kunstmest BV. Er werken ruim 100 mensen bij dit bedrijf.

Private arbeidsongeschiktheidsverzekering

Alexandra heeft enige jaren terug als zelfstandig onderneemster een arbeidsongeschiktheidsverzekering afgesloten bij verzekeraar XYZ. Het verzekerd bedrag op deze polis bedraagt €50.000 per jaar. Alexandra heeft de intentie om de verzekeraar deze week te informeren over haar dienstverband met Strooier Kunstmest BV en zij speelt met de gedachte de polis op te zeggen. Op deze verzekering zijn de bijgesloten voorwaarden van toepassing.

Werknemersverzekeringen

De werkgever van Alexandra heeft een conventionele ziekteverzuimverzekering en een WGA-verzekering conventioneel (eigenrisicodragersverzekering) afgesloten bij verzekeraar Lo-Polis. Het afsluiten van deze verzekeringen geeft recht op re-integratie subsidie volgens de bijgesloten informatie. Meer werknemersverzekeringen zijn niet afgesloten.

Inkomen

Alexandra verdient bij Strooier Kunstmest BV een vast salaris van €70.000 per jaar. Zij vindt het belangrijk dat haar inkomen bij arbeidsongeschiktheid niet verder terugzakt dan tot circa 70% van haar laatstverdiende inkomen.

Het maximum dagloon bedraagt €56.000.

Het wettelijk minimum loon bedraagt €21.000.

Omdat de werkgever van Alexandra geen aanvullende verzekeringen heeft afgesloten, gaat zij in gesprek met een Adviseur Inkomen om haar financiële situatie bij arbeidsongeschiktheid in kaart te brengen.

Vraag 1

Stel dat Alexandra volledig arbeidsongeschikt raakt en er geen kans op herstel is. Wat is dan het verlies aan inkomen van Alexandra wanneer zij geen beroep meer kan doen op haar private arbeidsongeschiktheidsverzekering?

Toelichting bij antwoord

Kom je uit op een heel bedrag? Vul twee nullen achter de komma in.

Kom je niet uit op een heel bedrag? Vul twee cijfers achter de komma in.

Antwoord vraag 1

Het juiste antwoord is: €28.000,00.

(4)

Alexandra komt terecht in de IVA. De uitkering bedraagt 75% x €56.000 = €42.000.

Het verschil met haar huidige inkomen is €70.000 -/- €42.000 = €28.000,00.

Toetsterm 1d.2

De kandidaat kan in verschillende klantsituaties de financiële schade als gevolg van arbeidsongeschiktheid of werkloosheid aangeven.

Vraag 2

Alexandra vraagt haar Adviseur Inkomen wat zij met betrekking tot het verzekeren van haar inkomen bij arbeidsongeschiktheid op dit moment als beste kan doen.

Wat is de meest professionele reactie van haar Adviseur Inkomen?

A. Je kunt bij je werkgever aandringen om voor jou en je collega’s een collectieve WIA aanvullingsverzekering af te sluiten.

B. Je kunt je huidige AOV verzekeraar verzoeken de individuele AOV zonder gezondheidswaarborgen om te zetten in een WIA aanvullingsverzekering.

C. Je kunt een individuele WIA aanvullingsverzekering afsluiten.

D. Je kunt de huidige AOV ongewijzigd in stand houden.

E. Je kunt bij een private verzekeraar een vangnet AOV aanvragen.

Antwoord vraag 2 Het juiste antwoord is: B.

De klant heeft een bestaande voorziening die in verband met het aangaan van het loondienst verband beëindigd zal worden. Er bestaat echter de behoefte om ook in het loondienst verband een aanvullende voorziening af te sluiten. Dit zal op individuele basis moeten worden ingevuld maar hiervoor kunnen en zullen medische waarborgen worden gevraagd. De bestaande voorziening en de gewenste voorziening zijn in de kern eenzelfde soort voorzieningen. De AOV verzekeraar heeft in veel gevallen ook WIA aanvullingsverzekeringen in het programma. De oplossing die het meest in het belang van de klant is, is om de AOV verzekeraar te vragen de huidige AOV om te zetten in een WIA aanvullingsverzekering. Dit zal gevolgen hebben voor het verzekerde bedrag en de premie, maar er zullen in de meeste gevallen geen medische waarborgen worden gesteld zolang er sprake is van een risicovermindering. Volgens de voorwaarden van verzekeraar XYZ behoort het omzetten van de individuele AOV ook tot de mogelijkheden (artikel 24).

Antwoord B is dus het juiste antwoord.

Antwoord A is wel commercieel maar niet heel erg realistisch. Antwoord C is mogelijk maar gezien de medische gesteldheid van de klant een minder goed alternatief dan B. Antwoord D is niet mogelijk. Antwoord E is alleen van toepassing op zelfstandig ondernemers. Dat is deze klant juist niet meer.

Toetsterm 3d.2

Verzekering actueel houden.

Vraag 3

Op een bepaald moment wordt Alexandra gedeeltelijk arbeidsongeschikt. Er is geen mogelijkheid dat zij haar huidige werkzaamheden kan voortzetten. Uit onderzoek blijkt dat een volledig re-integratietraject om Alexandra te begeleiden naar een andere functie en/of werkgever in totaal €10.000 kost. Uit eigen middelen heeft de

(5)

Is dit budget voldoende voor het re- integratietraject?

A. Ja, het budget is ruimschoots voldoende om Alexandra het re-integratietraject te laten doorlopen.

B. Ja, het budget is precies voldoende om Alexandra het re-integratietraject te laten doorlopen.

C. Nee, het budget is te laag om Alexandra het re-integratietraject te laten doorlopen.

Antwoord vraag 3 Het juiste antwoord is: C.

Toelichting

Vanuit de subsidie van Lo-Polis komt maximaal €3.000 voor vergoeding in aanmerking.

Individuele subsidie

Bij begeleiding van verzuim vergoeden wij de kosten van een begeleidingstraject, tot een maximum van €3.000.

Natuurlijk kunt u alleen aanspraak maken op de subsidieregeling als deze kosten niet op grond van een andere regeling vergoed worden.

De kosten kunt u declareren binnen 4 maanden na afronding van het re-integratietraject. De individuele subsidie kan niet vooraf gereserveerd worden.

Samen met het budget van de werkgever maakt dit €8.000. Dit is €2.000 te weinig.

Toetsterm 2g.3

Bepalen welke aanvullende kosten vergoed kunnen worden.

(6)

1.2 Casus Joris Verstappen

Gebruik bij deze casus de bijlage ‘Voorwaarden arbeidsongeschiktheidsverzekering’ (te vinden in hoofdstuk 2 ‘Bijlagen’) Joris Verstappen is al zes jaar werkzaam als zelfstandig loodgieter (ZZP). Hij had tot nu nog niet eerder een arbeidsongeschiktheidsverzekering (AOV) afgesloten. Nu hij al drie jaar een stabiele omzet heeft, moet daar verandering in komen. Hij gaat het gesprek aan met een Adviseur Inkomen.

Verlies & Winst rekening

Van Joris zijn de onderstaande V&W rekeningen bekend over de afgelopen drie jaar:

Jaar 1 Jaar 2 Jaar 3

Omzet €118.000 €120.000 €124.000

Inkoopwaarde €60.500 €62.000 €64.000

Brutowinst €57.500 €58.000 €60.000

Algemene kosten €20.000 €19.500 €21.000

Afschrijvingen bedrijfsmiddelen €5.000 €5.000 €5.000

Financiële lasten €2.500 €2.500 €2.000

Nettowinst €30.000 €31.000 €32.000

Joris heeft een eigen koopwoning. De netto maandlasten van deze koopwoning bedragen voor Joris €900 per maand.

Vraag 1

Wat is het maximale bedrag dat op basis van de beschikbare gegevens van Joris volgens de bijgesloten polisvoorwaarden verzekerd kan worden?

Toelichting bij antwoord

Kom je uit op een heel bedrag? Vul twee nullen achter de komma in.

Kom je niet uit op een heel bedrag? Vul twee cijfers achter de komma in.

Antwoord vraag 1

Het juiste antwoord is: €28.800,00.

Het inkomen over de afgelopen drie jaar bedroeg (Netto winst + Afschrijvingen):

Jaar 1: €30.000 + €5.000 = €35.000 Jaar 2: €31.000 + €5.000 = €36.000 Jaar 3: €32.000 + €5.000 = €37.000

Gemiddeld inkomen zodoende €36.000.

Verzekerd bedrag maximaal : €36.000 x 80% = €28.800.

(7)

Uit de bijgesloten voorwaarden blijkt het volgende:

1.15 Inkomen

Onder inkomen verstaan we:

1. Voor de ondernemer en de beoefenaar van een zelfstandig beroep:

De belastbare winst uit onderneming en het belastbare resultaat uit overige werkzaamheden, zoals bedoeld in de Wet Inkomstenbelasting 2001. Het gaat om de belastbare winst vóór ondernemersaftrek en MKB- winstvrijstelling en vermeerderd met fiscaal toegestane afschrijvingen op bedrijfsmiddelen.

1.16 Gemiddeld inkomen

Het totaal aan inkomen dat de verzekerde in de 3 kalenderjaren voorafgaand aan het moment van vaststellen heeft verdiend gedeeld door 3.

1.17 Verzekerde bedragen

Dit zijn de bedragen die we bij volledige arbeidsongeschiktheid per jaar betalen. De verzekerde bedragen staan op het polisblad. De verzekerde bedragen mogen bij de start van de verzekering, en bij tussentijdse verhogingen, niet meer bedragen dan 80% van het gemiddelde inkomen van de verzekerde. Is dat inkomen ook op een andere polis verzekerd, bij ons of bij een andere verzekeraar? Dan tellen we de verzekerde bedragen bij elkaar op. Het totaal per rubriek (A en B) mag niet meer zijn dan 80% van het gemiddelde inkomen. De verzekerde bedragen mogen niet meer bedragen dan

€180.000.

Toetsterm 3c.2 Advies opstellen.

Vraag 2

Joris heeft wel oren naar de door de adviseur voorgestelde arbeidsongeschiktheidsverzekering. Hij vraagt zich alleen af welke mogelijkheden de verzekeraar heeft om te voorkomen dat hij arbeidsongeschikt raakt.

Wat is de meest juiste reactie van de adviseur?

A. Dit is vooral je eigen verantwoordelijkheid. De verzekeraar zal je wel helpen met re-integratie op het moment dat je arbeidsongeschikt raakt.

B. De verzekeraar heeft belang bij preventie. Het is wel belangrijk dat je hierover van te voren contact opneemt met de verzekeraar.

C. Volgens de polisvoorwaarden heb je één keer per jaar het recht op een preventieve gezondheidscheck.

D. Kosten die je maakt om gezond te blijven zijn als het ware bereddingskosten. De verzekeraar is wettelijk verplicht bereddingskosten te vergoeden.

Antwoord vraag 2

B. De verzekeraar heeft belang bij preventie. Het is wel belangrijk dat je hierover van te voren contact opneemt met de verzekeraar.

(8)

Uit de bijgesloten voorwaarden blijkt het volgende:

5.1 Preventie en re-integratie

Zonder daartoe verplicht te zijn en ongeacht het verzekerde dagbedrag kunnen wij bijdragen aan of een vergoeding geven voor:

1. De kosten van preventie

Alle kosten die ertoe dienen het risico op arbeidsongeschiktheid van de verzekerde te verkleinen.

2. De kosten van revalidatie

Alle kosten van medische behandeling die niet behoren tot de normale geneeskundige kosten.

3. De kosten van re-integratie

Alle kosten die ertoe dienen de verzekerde in staat te stellen de werkzaamheden verbonden aan het verzekerde beroep te blijven verrichten of te hervatten.

4. De kosten van omscholing

Alle kosten die ertoe dienen de verzekerde in staat te stellen andere werkzaamheden te gaan verrichten.

We vergoeden deze kosten niet als bij een andere instantie aanspraak op vergoeding kan worden gemaakt. Om in aanmerking te komen voor een bijdrage of vergoeding moeten wij de kosten vooraf goedkeuren.

Toetsterm3e.3

Schade beperkende en preventieve maatregelen initiëren.

Vraag 3

Er komt een polis tot stand met een verzekerd bedrag van €25.000 per jaar. Joris vraagt zich af of hij van de uitkering voldoende overhoudt om minstens de netto maandlasten van zijn koopwoning te kunnen betalen.

Wat is juist?

Ga uit van het scenario waarin Joris 70% arbeidsongeschikt is en hij een belastingdruk heeft van 40%.

A. De uitkering is te laag om zijn netto maandlasten te kunnen betalen.

B. De uitkering is exact gelijk aan zijn netto maandlasten.

C. De uitkering is voldoende om zijn netto maandlasten te kunnen betalen.

Antwoord vraag 3 Het juiste antwoord is: C.

Bij 70% AO volgt een uitkering van 75%.

€25.000 x 75% = €18.750 per jaar bruto.

Op basis van 40% belastingdruk houdt Joris hiervan netto €11.250 over (€18.750 -/- 40%).

De netto uitkering per maand is dan €937,50.

Dit is voldoende om zijn netto maandlasten van €900 te kunnen betalen.

(9)

Uit de polisvoorwaarden blijkt:

Mate van arbeidsongeschiktheid Percentage van het verzekerde bedrag

minder dan 25% geen uitkering

25% - 35% 30%

35% - 45% 40%

45% - 55% 50%

55% - 65% 60%

65% - 80% 75%

80% - 100% 100%

(10)

1.3 Casus dierenartsenpraktijk Hobbs

Gebruik bij deze casus de bijlagen ‘Cao Dierenartsenpraktijk’ en ‘Polisvoorwaarden verzuimverzekering verzekeraar X’ (te vinden in hoofdstuk 2 ‘Bijlagen’)

Richard Hobbs is tien jaar lang als dierenarts in loondienst geweest bij een praktijk in het westen van het land.

Twee maanden geleden heeft hij in zijn geboortedorp Oosterbeek een kleine dierenartsenpraktijk overgenomen.

Personeel

In de praktijk zijn zes mensen werkzaam. De totale loonsom bedraagt €202.000. De werkgeverslasten zijn vastgesteld op 25% over de loonsom. De sfeer binnen het bedrijf is altijd zeer goed geweest. Het ziekteverzuim is, zeker ten opzichte van het gemiddelde in de branche, zeer laag te noemen.

Risico’s

Richard heeft van inkomensverzekeringen niet veel verstand. Hij vertrouwt voor een groot deel op de adviseur.

Voor wat betreft de risico’s geeft hij aan dat hij de risico’s niet heel erg hoog inschat. Het verzuim is immers altijd heel laag geweest. Richard heeft voldoende reserves om het salaris van zijn duurste kracht voor minimaal twee maanden door te betalen. Hij bespaart liever wat premie in plaats dat hij alle risico’s afdekt. Niettemin wil hij bepaalde excessen wel afgedekt hebben.

Arbodienst

Richard heeft een contract afgesloten met Arbodienst Neder-Rijn. Dit is een kleine lokaal werkende Arbodienst die zich richt op werknemers met maximaal honderd personeelsleden.

De adviseur gaat met Richard in gesprek over een (conventionele) ziekteverzuimverzekering.

Vraag 1

In de cao zijn afspraken gemaakt die boven de minimale wettelijke norm uitkomen. Dat zijn risico’s waar Richard mee rekening moet houden. Welke van onderstaande risico’s worden hier bedoeld? (Vier antwoorden zijn juist).

A. De werkgever betaalt het loon van een zieke werknemer gedurende de eerste 6 weken voor 100% door.

B. De werkgever dient een financiële bijdrage te verlenen voor een door de werknemer afgesloten aanvullende WIA verzekering.

C. In het tweede jaar van ziekte betaalt de werkgever maximaal 70% van het loon door.

D. Ziektegevallen die elkaar met een tussenpoos van minder dan vier weken opvolgen, worden als één ziektegeval gezien.

E. De werkgever financiert een voorziening waardoor de duur van de WGA loonaanvullingsuitkering gehandhaafd blijft.

F. Vanaf de 7e ziekteweek betaalt de werkgever 85% van het loon aan de werknemer door.

G. Doordat er niets over benoemd is in de CAO hoeft de Risico Inventarisatie en Evaluatie (RI&E) niet getoetst te worden door een gecertificeerde arbodienst of Arbo deskundige.

H. Vanaf de 7e ziekteweek betaalt de werkgever minimaal op basis van het minimumloon door.

Antwoord vraag 1

De juiste antwoorden zijn: A, B, F en H.

(11)

In de cao is de volgende informatie te vinden:

Antwoorden A, F en H:

Juist volgens artikel 16, lid 2 van de CAO:

De werknemer die wegens ziekte niet in staat is om de bedongen arbeid te verrichten, behoudt gedurende een periode van zes weken recht op 100% doorbetaling van het loon.

Over de periode van week 7 t/m week 104 van arbeidsongeschiktheid ontvangt de werknemer een aanvulling op de loondoorbetalingsverplichting tot 85% van het loon met als ondergrens het wettelijk minimum loon. Volgens artikel 7:629 BW behoudt de werknemer voor een tijdvak van 104 weken recht op 70% van het naar tijdruimte vastgestelde loon daarmee is 100% van het loon de eerste 6 weken en 85% van het loon van week 7 t/m week 104 zoals dat in de CAO is geregeld dus hoger dan de wettelijke regel. Daarnaast regelt artikel 7:629 BW dat in de weken 53 t/m 104 de loondoorbetaling lager dan het geldende wettelijke minimumloon mag zijn terwijl in de CAO de loondoorbetaling ook in het 2e jaar als ondergrens het wettelijk minimum loon heeft.

Antwoord C is op basis van bovenstaande dus onjuist.

Antwoord B:

Juist volgens artikel 16, lid 6:

Dierenartsen in loondienst ontvangen een financiële bijdrage van hun werkgever ter hoogte van 50% van de premie indien zij een WIA-gat verzekering afsluiten.

Antwoord D:

Onjuist

Deze tekst staat wel in de CAO vermeld, maar volgens artikel 7:629 lid 10 BW kunnen de ziekteperioden worden samengeteld indien zij elkaar met een onderbreking van minder dan vier weken opvolgen. Hiermee komt de tekst in de CAO dus overeen met de wet.

Antwoord E:

Onjuist.

Volgens artikel 16 lid 7 van de CAO is er sprake van verlenging van de WW uitkering en de WGA loongerelateerde uitkering en niet van de loonaanvullingsuitkering. Wanneer er niets aan de situatie van de arbeidsongeschikte werknemer verandert, loopt de WGA loonaanvullingsuitkering door tot de AOW leeftijd.

Antwoord G:

Onjuist.

In de CAO wordt niets benoemd over de Risico Inventarisatie en Evaluatie (RI&E). Wettelijk gezien is toetsing door een gecertificeerde arbodienst of Arbo deskundige niet vereist bij werkgevers met minder dan 25 personeelsleden die gebruik maken van een erkend of in de cao vastgelegd RI&E-instrument. Nu er geen vermelding is in de CAO is gemaakt en onduidelijk is of de RE&E wel erkend is, kan niet gesteld worden dat de RI&E niet getoetst hoeft te worden door een gecertificeerde arbodienst of Arbo deskundige.

Toetsterm 3b.1

De benodigde gegevens analyseren, rekening houdend met de behoeften en doelstellingen van de klant.

(12)

Vraag 2

Wat is de beste vraag om de risicobereidheid van Richard nog verder te onderzoeken?

A. Wat is het risico dat je wenst af te schermen met een verzuimverzekering?

B. Welk bedrag wil je beschikbaar stellen voor de eigen risicoperiode op de verzuimverzekering?

C. Wat is de geprognosticeerde winst over het eerste jaar?

D. In hoeverre ben je bekend met verzuimverzekeringen?

Antwoord vraag 2 Het juiste antwoord is: B.

Antwoord B is een vraag die rechtstreeks ingaat op het risico die verzekerde bereid is te nemen. Een goede vervolgvraag hierop is in hoeverre Richard er rekening mee wil houden dat er meer personeelsleden tegelijk ziek zijn.

Vraag A is een vraag die ingaat op de doelstelling van verzekerde.

Vraag C is een vraag die ingaat op de financiële positie van het bedrijf.

Vraag D geeft meer duidelijkheid over de kennis en ervaring van de klant met verzuimverzekeringen.

Tip: volgens artikel 4:23 Wft inventariseert de adviseur inkomen relevante informatie bij zijn klant over diens financiële positie, doelstellingen, risicobereidheid en kennis en ervaring.

Toetsterm 3a.1

Het klantprofiel inventariseren.

Vraag 3

Richard kiest voor een verzuimverzekering bij Verzekeraar X. De polis heeft de volgende kenmerken:

Eigen risico 6 weken

Dekkingspercentage 70%

Werkgeverslasten niet verzekerd

Helaas heeft Richard, tegen de verwachtingen in, het eerste jaar met ziekteverzuim van zijn personeel met de volgende ziekmeldingen te maken gehad:

-Jeanne (28) werkt 5 dagen in de week en heeft een vast dienstverband.

Vanaf 1 januari is Jeanne 3 weken volledig ziek.

Vanaf 1 februari: Jeanne krijgt een burn-out en is 6 weken ziek. Ze kan 2 uur per dag blijven werken.

-Ina (23) werkte 3 weken als uitzendkracht 5 dagen per week.

Vanaf 1 februari: Ina is 8 weken 100% ziek.

-Hendrik (61) heeft een oproepcontract met voorovereenkomst.

Vanaf 1 maart: Op vakantie in Oostenrijk breekt Hendrik zijn been tijdens het skiën. Hij kan 7 weken niet werken.

-Milou (26) is in vaste dienst.

Vanaf 1 mei: Milou gaat voor 6 weken met zwangerschapsverlof en vervolgens voor 10 weken met bevallingsverlof.

-Selman (36) werkt 4 dagen per week en heeft een vast dienstverband.

(13)

Voor hoeveel dagen ontvangt Richard van de verzuimverzekeraar een uitkering?

A. 35 dagen.

B. 20 dagen.

C. 36 dagen.

D. 38 dagen.

Antwoord vraag 3

Het juiste antwoord is: A 35 dagen

Voor de volgende personen wordt geen uitkering verstrekt:

-Ina: Als uitzendkracht is Ina in dienst van het uitzendbureau, waardoor de loondoorbetalingsplicht op het uitzendbureau rust.

-Hendrik: heeft een oproepcontract met voorovereenkomst. Bij een voorovereenkomst is de werkgever vrij om de werknemer op te roepen en de werknemer kan zelf bepalen of hij/zij daadwerkelijk gaat werken. Indien er sprake is van ziekte zonder dat er een oproepperiode is, hoeft de werkgever geen loondoorbetaling bij ziekte te verrichten. Bij Hendrik was er geen sprake van een oproepperiode en dus vindt er geen uitkering plaats.

-Milou: Milou ontvangt de zwangerschaps-/ bevallingsuitkering. Dit is geregeld in de Wet Arbeid en Zorg (WAZO). Richard kan deze uitkering aanvragen en ontvangt de uitkering van UWV. Tijdens het verlof betaalt Richard het loon door en kan als compensatie een tegemoetkoming ontvangen van het UWV van 100% van het loon met een maximum van het maximum dagloon.

Alleen de uitkeringslasten van Jeanne en Selman behoren tot de uitkeringslasten van de polis, mits deze boven de eigen risicoperiode uitkomen.

Het aantal uitkeringsdagen van Jeanne en Selman berekenen we als volgt:

Jeanne:

-Jeanne is 2x ziek geweest.

-Vanaf 1 januari was ze 3 weken ziek. Aangezien er sprake is van een eigen risico van 6 weken volgt er voor deze ziekmelding geen uitkering.

-Haar 2e ziekmelding volgt binnen 28 dagen. Volgens artikel 8 van de verzekeringsvoorwaarden start het eigen risico niet opnieuw wanneer de werknemer binnen 28 dagen (4 weken) opnieuw verzuimt door ziekte. Volgens artikel 7 van de verzekeringsvoorwaarden is het eigen risico het gekozen aantal werkdagen waarin geen uitkering volgt wanneer een werknemer verzuimt door ziekte. In totaal is Jeanne 9 weken ziek geweest, waarbij tussen de 2 ziekmeldingen minder dan 28 dagen aanwezig was.

In totaal gaat het dus om 45 werkdagen ziekte verzuim. Na aftrek van het eigen risico van 30 werkdagen zijn er vanuit de ziekmeldingen van Jeanne 15 uitkeringsdagen.

Selman:

-Selman is 10 weken of wel 50 werkdagen volledig ziek. Het feit dat hij 4 dagen per week werkt, doet niet ter zake. Ook bij Selman is sprake van een eigen risico. Daarom zijn er bij hem 50 – 30 = 20 uitkeringsdagen.

In totaal zijn er dus 15 + 20 = 35 uitkeringsdagen.

Toetsterm: 2d.2

Voor de specifieke situatie van de klant uitleggen wanneer de dekking geheel of gedeeltelijk ontbreekt op een inkomensverzekering en de mogelijke gevolgen voor de uitkering aangeven.

(14)

Vraag 4

Naast Richard is er een tweede dierenarts werkzaam in de praktijk. Deze tweede dierenarts is Bas. Hij is in loondienst van Richard. Op het werk van Bas valt niets aan te merken. Toch maakt Richard zich enigszins zorgen over Bas. Bas is in zijn vrije tijd een fanatiek kitesurfer. Richard leest weleens dat kitesurfen niet geheel ongevaarlijk is. Wat nou wanneer Bas een zwaar ongeluk krijgt en voor langere duur niet kan werken? Het is toch raar dat je daar als werkgever dan voor op moet draaien?

Wat is de meest professionele reactie die de adviseur in dit geval kan geven?

A. Ja, ik snap dat dit voor jou als ondernemer niet fijn is. Ook wanneer de arbeidsongeschiktheid buiten werktijd is veroorzaakt, moet je het salaris doorbetalen. Voor de uitkering uit de verzuimverzekering maakt dit gelukkig niets uit. Daar heb je ook recht op wanneer Bas een ongeluk krijgt tijdens kitesurfen. Pas wanneer blijkt dat Bas veel ziektedagen heeft en daardoor de schade-uitkeringen uit de verzuimpolis hoger zijn dan verwacht, kan het invloed hebben op de toekomstige premie.

B. Heel vervelend inderdaad. Je ontkomt hier als werkgever niet aan en je zult gewoon moeten betalen. Het verzuim van Bas is wel verzekerd op de verzuimverzekering maar vanwege zijn gevaarlijke hobby komt er wel een opslag op de premie.

C. Je hoeft je hierover geen zorgen te maken. Volgens de wet ben je niet verplicht het salaris van een zieke of arbeidsongeschikte werknemer door te betalen wanneer de werknemer zelf voor deze arbeidsongeschiktheid in grote mate verantwoordelijk is. Met zo’n gevaarlijke hobby accepteert Bas feitelijk de gevolgen.

D. Gevaarlijke hobby’s van je personeel doen niets af aan je verplichtingen als werkgever. Zo is dat nu eenmaal geregeld in Nederland. Spreek maar met Bas af dat hij niet meer moet gaan kitesurfen.

Antwoord vraag 4 Het juiste antwoord is: A.

Als adviseur informeer je de verschillende belanghebbenden bij de inkomensverzekering inhoudelijk juist en op een correcte wijze. Je neemt zo nodig weerstanden weg die bestaan op grond van vooroordelen, onderschatting en onbekendheid van de materie. Je hanteert emoties empathisch en strategisch.

Antwoord A bevat empathie en is inhoudelijk juist.

Antwoord B bevat enerzijds wel empathie maar is ook wel heel erg stellig en bevat bovendien onjuistheden (er komt geen opslag op de premie vanwege het uitoefenen van een gevaarlijke sport van een werknemer). Volgens artikel 7:629 lid 3a is bij opzet van de werknemer geen recht op loondoorbetaling, maar van opzet is hier geen sprake.

Antwoord C is pertinent onjuist. Zie ook toelichting op antwoord B.

Antwoord D bevat te weinig empathie en geeft bovendien een onrealistisch alternatief.

Toetsterm 3b.5/ 1b.1

Belanghebbenden informeren.

(15)

1.4 Casus drukkerij Pracht & Print BV

Financiële situatie

Geert (54 jaar) is directeur/eigenaar van drukkerij Pracht & Print BV. Geert heeft last gehad van de crisis: de zaken gingen niet goed en hij heeft alles op alles moeten zetten om niet failliet te gaan. Het is gelukt, maar gedwongen ontslagen waren niet te voorkomen. Dit kwam de sfeer binnen het bedrijf niet ten goede, waardoor de verzuimstatistieken van Pracht & Print BV een stijgende lijn laten zien.

Geert heeft, nu het einde van dit kalender jaar in zicht is, een gesprek aangevraagd met zijn Adviseur Inkomen. Hij wil een aantal zaken met hem bespreken.

Verzekering

Voor drukkerij Pracht & Print BV is een aantal jaren geleden een conventionele verzuimverzekering afgesloten. De polis kent de volgende kenmerken:

Dekking : 70%.

Werkgeverslasten : niet meeverzekerd.

Eigen risico periode : 42 dagen.

Premie : 0,85% over de verzekerde loonsom.

Volgens de voorwaarden wordt een premietoeslag berekend wanneer er twee jaar achter elkaar een uitkering verstrekt is. Voor deze toeslag wordt het totaal bedrag van de uitkeringen over twee jaren, vergeleken met de totaal ontvangen premie over twee jaren. De premietoeslag wordt in het jaar volgend op de 2 jaren waarin de premie en uitkeringen zijn vergeleken, in rekening gebracht. Hiervoor geldt het volgende schema.

Uitkering minder dan 70% van de premie. Geen premietoeslag.

Uitkering tussen de 70% en de 100% van de premie. Premietoeslag 5%.

Uitkering tussen de 100% en de 150% van de premie. Premietoeslag 10%.

Uitkering meer dan 150% van de premie. Premietoeslag 25%.

Uitkering meer dan 250% van de premie. Individuele premieberekening.

Het recht op een uitkering wordt van dag tot dag verkregen. De uitkering bedraagt per dag 1/365 deel van het totale jaarloon. De eigen risico termijn wordt slechts eenmaal berekend voor perioden van arbeidsongeschiktheid die elkaar opvolgen met tussenpozen van minder dan 4 weken.

Loonsom en uitkeringen

De loonsom komt aan het eind van het huidige jaar uit op €1.540.000. Naar verwachting wordt dit ook de loonsom voor het komende jaar. Vorig jaar was de loonsom €1.650.000.

De eerste jaren van de verzekering heeft Geert niet of nauwelijks gebruikgemaakt van de polis. In het vorige jaar en in het huidige jaar heeft Pracht & Print BV wel uitkeringen ontvangen van de verzekeraar. In het vorige jaar was dat voor in totaal €18.500. In het huidige jaar komen de uitkeringen in totaal uit op €17.710.

Aanleiding gesprek

Geert wil met de adviseur onder andere een gesprek over een aantal specifieke ziektegevallen in zijn onderneming.

Boris (28 jaar) heeft zich op maandag 4 mei ziek gemeld. Na acht weken ziek te zijn geweest is hij op maandag 29 juni weer gaan werken. Daarna heeft hij zich twee weken later, op maandag 13 juli, weer volledig ziek gemeld om vervolgens, weer twee weken later, op maandag 27 juli weer te gaan werken. Het jaarsalaris van Boris bedraagt in totaal €25.550 per jaar. Hij werkt vier dagen per week.

(16)

Chantal (26 jaar) had een Wajong-uitkering toen zij bij Pracht & Print BV in dienst kwam. De premietoeslag wordt in het jaar volgend op de 2 jaren waarin de premie en uitkeringen zijn vergeleken, in rekening gebracht. Zij is 7 weken wegens ziekte niet in staat geweest om te werken, maar is weer volledig aan de slag na een succesvolle re- integratie.

Inge (49 jaar) is dit jaar ziek geworden en nu al 3 maanden ziek. Onlangs is het bericht gekomen dat haar ziekte niet meer is te genezen. Zij keert niet meer terug bij het bedrijf.

Peter Paul (19 jaar) is een oproepkracht met een voorovereenkomst. Hij is tijdens een oproepperiode, 4 weken na start van de oproepovereenkomst ziek geworden. De oproepovereenkomst had een oorspronkelijke duur van 26 weken. Bij het bereiken van het einde van de contractperiode was Peter Paul nog steeds niet in staat om te werken.

Het inkomen van Peter Paul is gebaseerd op een inkomen van €16.000 per jaar. Peter Paul werkt 5 dagen per week.

Astrid (38) heeft als grafisch ontwerpster een vast dienstverband voor 40 uur per week wanneer ze zich met een burn-out ziek moet melden. Na 5 weken gaat ze na overleg met de bedrijfsarts gedeeltelijk re-integreren voor maximaal 4 dagen van 4 uur per dag. Het inkomen van Astrid bedraagt in totaal €36.000 per jaar.

Kahmal (48) heeft wekelijks fysiotherapie, vanwege een blessure aan de achillespees die hij vorig jaar tijdens een potje tennis verrekt heeft. Hij moet hierdoor wekelijks een uur bijzonder verlof aanvragen. Kahmal heeft een tijdelijk contract van 12 maanden en werkt 40 uur als offsetdrukker met een jaarloon van €38.000.

Geert is niet op de hoogte van alle specifieke details van deze ziektegevallen.

Vraag 1

Bereken op grond van de verkregen informatie het premiepercentage voor het volgend jaar. Rond je antwoord af op twee decimalen achter de komma.

Antwoord vraag 1

Het juiste antwoord is: 0,94%.

Toelichting

Wanneer twee jaren achter elkaar een uitkering is verstrekt, wordt het jaar erna een premietoeslag berekend. De hoogte van de toeslag is afhankelijk van de verhouding tussen de uitkering en de premie.

Hierbij geldt:

Uitkering minder dan 70% van de premie. Geen premietoeslag.

Uitkering tussen de 70% en de 100% van de premie. Premietoeslag 5%.

Uitkering tussen de 100% en de 150% van de premie. Premietoeslag 10%.

Uitkering meer dan 150% van de premie. Premietoeslag 25%.

Uitkering meer dan 250% van de premie. Individuele premieberekening.

De afgelopen twee jaar heeft een uitkering plaatsgevonden.

Totaal uitgekeerd; €18.500,00 + €17.710,00 = €36.210,00.

(17)

Aan premie heeft Pracht & Print BV het volgende betaald:

Afgelopen jaar : €1.650.000,00 x 0,85% = €14.025,00 Dit jaar : €1.540.000,00 x 0,85% = €13.090,00

Totaal : = €27.115,00

De totaal uitgekeerde schade over deze twee jaar bedraagt 133,5% van de premie. Drukkerij Pracht & Print BV moet daarom rekening houden met een toeslag op de premie van 10%. De premie wordt: 0,85% x 1,1 = 0,94 (afronden op twee decimalen).

Toetsterm 2f.4

De restitutie respectievelijk suppletie als gevolg van een wijziging berekenen.

Vraag 2

Geert heeft een vraag over de ziekmelding van Boris. Uit de administratie blijkt dat Pracht & Print BV voor Boris een uitkering heeft ontvangen van €1.372. Geert wil weten of dit bedrag klopt.

Wat is het meest juiste antwoord dat de adviseur Geert kan geven?

A. Nee, dit bedrag klopt niet. Er is geen rekening gehouden met het parttime dienstverband.

B. Ja, dit bedrag klopt.

C. Nee, dit bedrag klopt niet. De eigen risico periode is verkeerd gehanteerd.

Antwoord vraag 2 Het juiste antwoord is: B.

Toelichting

Volgens de voorwaarden wordt het recht op uitkering van dag tot dag verkregen. De uitkering bedraagt per dag 1/365 deel van het totale jaarloon.

Voor Boris is dat €25.550,00 / 365 = €70,00 per dag.

De uitkering vangt aan nadat de eigenrisicoperiode is verstreken. Er geldt een eigen risico periode van 42 dagen.

Boris is acht weken (56 dagen) ziek geweest. Daarna heeft hij weer twee weken (14 dagen) gewerkt om vervolgens weer twee weken (14 dagen) ziek te zijn.

De eigen risico termijn wordt slechts eenmaal gerekend voor perioden van arbeidsongeschiktheid die elkaar opvolgen met tussenpozen van minder dan vier weken.

In totaal is Boris zeventig dagen ziek geweest, waarop 42 eigen risico dagen van toepassing zijn. Voor uitkering komen dus 28 dagen in aanmerking.

Het dekkingspercentage is 70%. Werkgeverslasten zijn niet meeverzekerd.

Uitkering = €70,00 x 28 x 70% = €1.372,00.

De uitkering klopt dus.

Toetsterm 3e.2

Een schade beoordelen.

(18)

Vraag 3

Het is Geert onduidelijk hoe de ziekmeldingen van Chantal, Inge en Peter Paul zijn afgewikkeld of moeten worden afgewikkeld. Alle drie zijn ze langer dan de eigen risico periode ziek of ziek geweest. Hij vraagt de Adviseur Inkomen om uitleg.

Welke uitleg van de adviseur is correct? Drie antwoorden zijn juist.

A. Voor Chantal heeft de verzekeraar geen uitkering hoeven doen, omdat zij onder een no-riskpolis van het UWV valt.

B. Voor alle drie de medewerkers heeft de verzuimverzekeraar een uitkering moeten verrichten.

C. Voor Inge zijn geen re-integratiemogelijkheden meer. Dan hoef je haar loon niet meer door te betalen.

D. Voor Peter Paul geldt dat wanneer hij niet werkt, je hem niet hoeft te betalen.

E. Inge kan een vervroegde IVA-uitkering aanvragen.

F. Peter Paul heeft na het beëindigen van zijn arbeidscontract recht gekregen op een ZW-uitkering van het UWV.

Antwoord vraag 3

Het juiste antwoord is: A, E en F.

Toelichting

Voor Chantal geldt, op grond van het feit dat zij een Wajong-uitkering had op het moment dat ze in dienst kwam, het recht op een no-riskpolis van het UWV. Dat betekent dat de werkgever geen loon hoeft door te betalen in geval van ziekte, maar dat het UWV de werknemer een ZW-uitkering verstrekt (maximaal twee jaar). Dit maakt antwoord A correct en antwoord B niet correct.

De werknemer en de werkgever hoeven alleen re-integratie-inspanningen te leveren als er nog mogelijkheden zijn tot terugkeer naar arbeid van de werknemer. Dit wordt gebaseerd op het oordeel van de bedrijfsarts of arbodienst (artikel 4 van de Regeling procesgang eerste en tweede ziektejaar). Nu vaststaat dat Inge ongeneeslijk ziek is en niet meer kan terugkeren, hoeft zij dus niet te re-integreren. Dit betekent niet dat de werkgever geen loon meer hoeft door te betalen (antwoord C is daarmee niet correct). Voor Inge kan wel een vervroegde IVA-uitkering worden aangevraagd (antwoord E is correct). Wanneer de IVA-uitkering lager is dan het bedrag dat de werkgever aan loon had moeten doorbetalen, dient de werkgever dit verschil bij te dragen.

Peter Paul werkt als oproepkracht met een voorovereenkomst. Dat betekent dat wanneer hij wordt opgeroepen (en hij geeft hier gehoor aan) een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd ontstaat. Wordt de werknemer ziek binnen deze periode dan dient de werkgever het loon tot het einde van de contractduur door te betalen.

Antwoord D is dus niet correct. Na afloop van zijn arbeidsovereenkomst kan de Peter Paul bij het UWV een ZW- uitkering aanvragen. Antwoord F is dus wel correct.

Toetsterm 3e.1

De klant begeleiden bij het schadeproces.

Vraag 4

Geert wil zich meer richten op het ziekte verzuim in zijn bedrijf. Hij ziet persoonlijke aandacht naar zijn personeel als een belangrijk middel om het ziekte verzuim aan te pakken. Daarom wil hij meer informatie van zijn bedrijfsarts over de ziekmeldingen.

(19)

Welke informatie mag de bedrijfsarts met hem delen? (Let op: 3 antwoorden zijn juist)

A. Relatie problemen van Boris zodat Geert beter in staat is om Boris in deze moeilijke tijd bij te staan.

B. Informatie over de data van de bestralingstherapie van Inge zodat Geert weet wanneer hij Inge het beste kan bellen.

C. De verwachte duur van het verzuim van Astrid, zodat Geert weet hoe lang hij een vervanger moet inhuren.

D. De mogelijkheden die Boris heeft om de achterstanden op de salarisadministratie tijdens zijn ziekte mee te helpen oplossen.

E. Kahmal loopt nu al 3 maanden iedere week bij de fysiotherapeut. Hij heeft gehoord van een speciale sporttherapiebehandeling en vraagt of Kahmal deze behandeling ook krijgt.

F. Geert wil graag weten welke aanpassingen op de werkplek van Chantal gedaan kunnen worden om haar het werk makkelijker te maken en haar ziekteverzuim terug te dringen.

Antwoord vraag 4

Het juiste antwoord is: C, D, F.

Toelichting

De Wet op de geneeskundige behandelingsovereenkomst (WGBO) regelt de rechten en plichten van cliënten in de zorgverlening. Arbodiensten en bedrijfsartsen mogen daarom niet alle privacy gevoelige informatie delen met de werkgever.

Zo mag de bedrijfsarts geen informatie delen over:

-diagnoses, naam ziekte, specifieke klachten of pijnaanduidingen;

-eigen subjectieve waarnemingen, zowel over geestelijke als lichamelijke gezondheidstoestand;

-gegevens over therapieën, afspraken met artsen, fysiotherapeuten, psychologen, en dergelijke;

-overige situationele problemen zoals: relatieproblemen, problemen uit het verleden, verhuizing, overlijden partner, scheiding, e.d.

Informatie waarover de bedrijfsarts wel mag communiceren zijn:

-de werkzaamheden waartoe de werknemer nog wel of niet meer in staat is (functionele beperkingen, restmogelijkheden en implicaties voor het soort arbeid dat de werknemer nog kan verrichten);

-de verwachte duur van het verzuim;

-de mate waarin de werknemer arbeidsongeschikt is (gebaseerd op functionele beperkingen, restmogelijkheden en implicaties voor het soort arbeid dat de werknemer nog kan verrichten);

-de eventuele aanpassingen of werkvoorzieningen die de werkgever in het kader van de re-integratie moet treffen.

Toetsterm 2f.5

Het beheertraject op de juiste wijze vastleggen in het klantdossier.

(20)

1.5 Casus Scootra

Gebruik bij deze casus de bijlage ‘Polisvoorwaarden ZEKERS’ (te vinden in hoofdstuk 2 ‘Bijlagen’)

Financiële situatie

Berend (28 jaar) is in loondienst bij Scootra, een bedrijf dat scooters van diverse merken verkoopt en repareert.

Berend verdient bruto €32.000 per jaar bij dit bedrijf. Berend heeft een mooie combinatiefunctie van zowel verkoop als reparatie. Berend is begonnen bij het bedrijf als vakantiekracht en is al een aantal jaar voor 38 uur per week in loondienst met een vast contract.

Henny (63 jaar) is de eigenaar van Scootra. Hij denkt erover Scootra te verkopen omdat hij met vervroegd pensioen wil. Berend geeft aan dat hij interesse heeft om Scootra over te nemen. Als Henny Scootra verkoopt, wordt hij niet vervangen en wordt Berend de nieuwe eigenaar.

De volgende resultatenrekening van Scootra is bekend:

Omzet €375.000

Inkoop €230.000 -/-

€145.000

Kosten personeel €66.000

Hypotheek rente €19.000

Reclame €8.000

Rente overig €4.000

Afschrijvingen €29.000 -/-

Nettowinst voor belasting €19.000

Berend heeft aan kapitaal €8.000 en de notariskosten die zijn gemoeid met de overname bedragen €9.000.

Aanleiding gesprek

Eén van de collega’s van Berend, Chantal (26 jaar), is in het verleden regelmatig ziek geweest. Vaak was haar verzuim ‘werk gerelateerd’ waarbij Chantal blijk heeft gegeven niet erg stressbestendig te zijn. Ook de voorgenomen bedrijfsovername door Berend vindt ze beangstigend. Berend is bang dat Chantal zich langdurig ziek meldt zodra hij het bedrijf heeft overgenomen.

Chantal werkt drie dagen per week. Zij heeft een totaal jaarinkomen van €14.820. Er loopt een conventionele verzuimverzekering voor Scootra waarop de bijgesloten polisvoorwaarden van toepassing zijn. Het

dekkingspercentage is 100% en de wachttijd bedraagt twee weken. Werkgeverslasten zijn tot 20% meeverzekerd.

Chantal heeft een tijdelijke arbeidsovereenkomst dat op 1 november van dit jaar afloopt.

Vraag 1

Berend komt voor informatie over een AOV-verzekering bij jou. Hij heeft de polisvoorwaarden van

verzekeringsmaatschappij ZEKERS meegenomen. Zie de AOV-polisvoorwaarden van maatschappij ZEKERS. Als Berend een AOV-verzekering bij ZEKERS afsluit, welk verzekerd jaarbedrag kan er dan maximaal op zijn polis komen te staan?

(21)

Toelichting bij antwoord

Kom je uit op een heel bedrag? Vul twee nullen achter de komma in.

Kom je niet uit op een heel bedrag? Vul twee cijfers achter de komma in.

Antwoord vraag 1

Het juiste antwoord is: €72.000,00.

Feedback:

-De personeelskosten zullen dalen met €32.000.

-Bij de nettowinst voor belasting mag conform de polisvoorwaarden de afschrijvingen worden opgeteld, dat is

€29.000.

-Er mag 90% van de totale nettowinst voor belasting worden verzekerd.

Dus: (€19.000 + €32.000 + €29.000) x 90% = €72.000.

In de casus staat aangegeven dat Henny, de oorspronkelijke eigenaar, niet wordt vervangen. Wanneer een nieuwe medewerker wordt aangetrokken, moet met de hiermee gepaard gaande kosten rekening worden gehouden.

Toetsterm 3b.1

De benodigde gegevens analyseren, rekening houdend met de behoeften en doelstellingen van de klant.

Vraag 2

Berend heeft aangegeven niet te veel premie voor zijn AOV te willen betalen, maar hij wil wel goed verzekerd zijn. Op jouw vraag of bij de bepaling van een uitkering rekening mag worden gehouden met eventuele restverdiensten, heeft Berend geantwoord dat hij, als hij kan, ander werk zal zoeken wanneer hij zijn huidige werkzaamheden niet meer kan uitvoeren. Maar in het geval hij dit andere werk niet kan vinden, of met dit andere werk niet hetzelfde kan verdienen, wil hij wel een aanvulling gebaseerd op zijn oude inkomen.

Wat vertel je Berend over de door hem meegenomen voorwaarden van verzekeraar ZEKERS?

A. De voorwaarden sluiten niet aan bij je wensen. De premie die je voor de verzekering bij ZEKERS moet betalen is te hoog.

B. De voorwaarden sluiten precies aan bij je wensen. De premie die je voor de verzekering bij ZEKERS moet betalen is gerechtvaardigd.

C. De voorwaarden sluiten deels aan bij je wensen. Je zult bereid moeten zijn om meer premie te betalen voor voorwaarden die volledig bij je wensen aansluiten.

Antwoord vraag 2 Het juiste antwoord is: A.

Feedback

Uit artikel 1 in combinatie met artikel 3 van de voorwaarden van ZEKERS blijkt dat dit een sommenverzekering is. Volgens artikel 1 heeft de verzekering tot doel een uitkering te verstrekken wanneer de verzekerde

arbeidsongeschikt is en volgens artikel 3 gaat het om een van te voren vast staande en uitsluitend op het

verzekerde bedrag gebaseerde uitkering. Alleen de mate van arbeidsongeschiktheid heeft invloed op de uitkering.

Verder blijkt nergens uit de voorwaarden dat een uitkering afhankelijk is van derving van inkomen.

(22)

Dit aspect van de voorwaarden sluit niet aan op de wensen van Berend. Hij wenst immers een aanvulling op zijn inkomen, wanneer hij niet in staat is met ander werk voldoende alternatief inkomen te vergaren. Hij heeft zodoende behoefte aan een schadeverzekering en niet aan een sommenverzekering.

Daarnaast is volgens artikel 2 van de voorwaarden van ZEKERS beroepsarbeidsongeschiktheid verzekerd. Het gaat om werkzaamheden aan het op het polisblad vermelde beroep. Het lijkt erop dat Berend arbeidsongeschiktheid op basis van passende of zelfs gangbare arbeid zou accepteren. Hij is immers bereid ander werk te zoeken en te accepteren. Hij is echter niet bereid hierdoor minder dan gewenst inkomen te accepteren. Met andere woorden, wanneer hij wel in staat is ander werk uit te voeren, zou hij op basis van het criterium passende of gangbare arbeid helemaal niet arbeidsongeschikt zijn en geen uitkering ontvangen. Ook niet wanneer hij een sommenverzekering heeft en ook niet wanneer hij geen ander werk vindt of met ander werk niet voldoende verdient.

Kortom, Berend heeft behoefte aan een schadeverzekering op basis van beroepsarbeidsongeschiktheid. De voorwaarden zijn die van een sommenverzekering op basis van beroepsarbeidsongeschiktheid.

Een sommenverzekering is duurder dan een schadeverzekering. De premie is dus te hoog ten opzichte van zijn wensen.

Toetsterm 2e.1

Advies-verantwoordelijkheid nemen.

Vraag 3

Indien de hoogte van het inkomen dit toelaat, wat kan volgens de voorwaarden van ZEKERS maximaal het nieuwe verzekerde bedrag worden indien verzekerde dit wenst op te hogen zonder dat medische waarborgen worden gesteld?

Ga uit van een verzekerd bedrag (dat op de polis staat vermeld) van €50.000.

Toelichting bij antwoord

Kom je uit op een heel bedrag? Vul twee nullen achter de komma in.

Kom je niet uit op een heel bedrag? Vul twee cijfers achter de komma in.

Antwoord vraag 3

Het juiste antwoord is: €62.500

Feedback

€50.000 + 25% = €50.000 + €12.500 = €62.500.

Volgens artikel 13 van de polisvoorwaarden van ZEKERS heeft verzekeringnemer het recht om iedere drie jaar het verzekerde bedrag met maximaal 25% op te hogen zonder dat er medische waarborgen worden gevraagd. Hierbij moeten wel de bepalingen uit artikel 10 (vaststelling van het inkomen) en artikel 11 (maximum verzekerd bedrag 90% van inkomen) in acht worden genomen.

Toetsterm 3d.2

Verzekering actueel houden.

(23)

Vraag 4

Berend besluit om Scootra over te nemen. Scootra is een eenmanszaak, maar hij besluit om er een BV van te maken. Berend is dan 100% Directeur Groot Aandeelhouder (DGA) van zijn BV en zet zichzelf vervolgens met een vast salaris op de loonlijst. Berend vertelt je dat hij maandelijks als werknemer een vast bedrag aan salaris krijgt.

Zodoende valt hij onder de loondoorbetalingsverplichting van de BV én de WIA. Berend vindt zichzelf zo prima verzekerd tegen arbeidsongeschiktheid, terwijl hij toch ook zelfstandig ondernemer is, geeft hij aan.

Berend vraagt aan jou als adviseur of je het hier mee eens bent. Wat zijn de drie meest juiste reacties?

A. Als DGA kun je jezelf niet op de loonlijst van je BV zetten, dus je kunt ook geen aanspraak maken op een eventuele uitkering bij ziekte.

B. Het klopt dat je technisch gezien onder de loondoorbetalingsverplichting valt, maar je maakt als DGA geen aanspraak op een WIA-uitkering.

C. Als DGA ben je als directeur in loondienst van je BV. Je kunt zodoende gebruikmaken van de werknemersverzekeringen, maar die geven slechts dekking tot het maximum dagloon.

D. Als DGA word je voor de sociale verzekeringen, zoals ziektewet en WIA, niet als werknemer beschouwd.

E. Over deze constructie heb ik te weinig kennis, ik raad je aan dit met jouw accountant te bespreken.

F. Je mag jezelf als directeur wel een salaris toekennen, maar er geldt geen loondoorbetalingsverplichting voor jou.

G. Je kunt hiervoor het beste contact opnemen met het UWV. Zij kunnen je informeren over de mogelijkheden om de ziektewet en de WIA als DGA voort te zetten.

H. De loondoorbetalingsverplichting en de verplichte WIA zijn alleen van toepassing wanneer je een minderheidsbelang in de BV hebt.

I. Wanneer je door arbeidsongeschiktheid wegvalt, moet de BV de eerste twee jaar een deel van jouw salaris doorbetalen. De BV loopt dan wel een risico, omdat hiervoor geen sociaal vangnet is.

Antwoord vraag 4

Het juiste antwoord is: B, D en I.

Feedback

-Antwoord A is onjuist omdat de DGA zichzelf op de loonlijst mag zetten. Sterker nog, de DGA heeft een minimaal verplicht salaris.

-Antwoord B is juist omdat de BV op grond van artikel 7:628 BW de verplichting heeft om het salaris van de zieke DGA, net als bij een gewone werknemer, gedurende de eerste twee jaar door te betalen. De DGA valt echter niet onder de WIA. In de WIA wordt voor het begrip ‘werknemer’ verwezen naar de Ziektewet. In artikel 4 eerste lid onderdeel e van de Ziektewet wordt de DGA expliciet uitgesloten als werknemer. Zie ook de Regeling Aanwijzing DGA.

-Antwoord C is onjuist. Zie hierboven. De DGA valt niet onder de ZW en/of de WIA. Zie ook de Regeling aanwijzing DGA.

-Antwoord D is juist. Zie hierboven. De DGA valt niet onder de ZW en/of de WIA.

-Antwoord E is onjuist omdat er als Adviseur Inkomen van je wordt verwacht dat je de klant hierover kunt adviseren.

-Antwoord F is onjuist omdat voor de DGA wel de loondoorbetalingsverplichting op grond van artikel 7:628 BW geldt.

-Antwoord G is onjuist omdat er als Adviseur Inkomen van je wordt verwacht dat je de klant hierover zelf kunt adviseren. De DGA heeft wel de mogelijkheid om de WIA vrijwillig voort te zetten, maar niet de mogelijkheid van de vrijwillige voortzetting van de ZW. De DGA is geen verzekerde op grond van de WIA en/of de ZW.

Bovendien geldt voor de DGA de loondoorbetalingsverplichting door de BV.

(24)

-Antwoord H is onjuist omdat de DGA geen verzekerde is op grond van de ZW/WIA. Zie ook de Regeling aanwijzing DGA.

-Antwoord I is juist omdat de BV de wettelijke loondoorbetalingsverplichting heeft (artikel 7:628 BW) en hiervoor geen sociaal vangnet (lees: via de overheid geregeld) geldt. Ook kan de DGA niet worden meeverzekerd op een door de BV afgesloten verzuimverzekering voor de werknemers.

Ter info, volgens het Besluit aanwijzing DGA is de DGA niet verplicht verzekerd indien:

-de DGA, als statutair bestuurder, al dan niet samen met zijn partner, volgens de statutaire bepalingen kan beslissen over zijn ontslag, of;

-de DGA, als statutair bestuurder, al dan niet samen met zijn partner en/of bloed- en aanverwanten tot en met de derde graad, aandelen bezit die minstens twee derde van de stemmen vertegenwoordigen, zodat hij kan beslissen over zijn ontslag, of;

-de DGA’s, die als statutair bestuurders samen alle aandelen bezitten, een (nagenoeg) even groot belang in de vennootschap hebben. Er is dan sprake van nevengeschiktheid en niet van ondergeschiktheid.

Toetsterm 2d.2

Voor de specifieke situatie van de klant uitleggen wanneer de dekking geheel of gedeeltelijk ontbreekt op een inkomensverzekering en de mogelijke gevolgen voor de uitkering aangeven.

Vraag 5

Berend heeft aangegeven via jouw bemiddeling een AOV te willen afsluiten.

Twee weken na de bedrijfsovername en slechts enkele dagen voor het invullen van het aanvraagformulier en de gezondheidsverklaring komt Berend bij een proefrit op een scooter ten val. Het lijkt erop dat hij aan het ongeval blijvende rugklachten overhoudt.

Wat is de meest juiste reactie die je als Adviseur Inkomen kunt geven?

A. Dit is buitengewoon vervelend. Je zult niet meer worden geaccepteerd voor een

arbeidsongeschiktheidsverzekering. Wanneer je klachten over een paar jaar wellicht zijn verdwenen, kunnen we het nog een keer proberen.

B. Dit is geen probleem. Je hebt al eerder bij mij aangegeven een arbeidsongeschiktheidsverzekering te willen afsluiten. Het ongeval is van daarna. Dit heeft geen invloed op de acceptatie.

C. We dienen de aanvraag en de gezondheidsverklaring in en dringen bij de verzekeraar aan op een snelle reactie. Wanneer de verzekering niet wordt geaccepteerd, geef ik je in overweging je tot het UWV te richten voor een vrijwillige voortzetting van de WIA.

D. We kunnen niets anders doen dan de aanvraag bij een aantal verzekeraars in te dienen, in de hoop dat één van hen de verzekering accepteert. Helaas ben je te laat om je bij het UWV aan te melden voor een vrijwillige voortzetting van de werknemersverzekeringen.

Antwoord vraag 5 Het juiste antwoord is: C.

Feedback

Als Adviseur Inkomen ben je in staat te handelen op gewijzigde omstandigheden tijdens het adviestraject.

Bijvoorbeeld wanneer de verzekerde ziek wordt of een ongeval krijgt, voordat een adequate dekking tot stand is gekomen.

(25)

Het is nog niet zeker dat Berend blijvende klachten overhoudt aan dit ongeval. Het licht voor de hand dat de verzekeraar dit risico niet wil nemen en op z’n minst beperkende voorwaarden stelt of de verzekering helemaal afwijst. Berend heeft tot dertien weken na de start als zelfstandig ondernemer de mogelijkheid zich tot het UWV te wenden voor een vrijwillige voortzetting van de ZW en/of de WIA.

De voorwaarden om als fulltime startend IB-ondernemer bij het UWV een Ziektewetverzekering en een arbeidsongeschiktheidsverzekering af te sluiten zijn:

-Aanmelden binnen dertien weken nadat de verplichte werknemersverzekering via het werk of uitkering is gestopt. De verzekering gaat dan één dag na het einde van de verplichte verzekering in.

-In het jaar voorafgaand aan de start als zelfstandige moet de verzekerde verplicht voor ziekte en arbeidsongeschiktheid verzekerd zijn geweest (met een maximale onderbreking van zestig dagen).

-Het UWV verzoekt om toezending van een modelovereenkomst.

Als DGA is wel de voortzetting van de WIA mogelijk maar niet van de ZW. De BV heeft immers twee jaar loondoorbetalingsplicht.

Toetsterm 2e.2

Handelen op gewijzigde omstandigheden tijdens het adviestraject.

Vraag 6

Berend vraagt zich af wat voor hem het risico is wanneer Chantal zich op 1 september (langdurig) ziek meldt. Wat is het meest juiste antwoord hierop?

A. Je zult het salaris van Chantal nog minimaal twee jaar moeten doorbetalen. Wanneer het dienstverband van Chantal stopt per 1 november krijg je echter geen uitkering meer van de verzuimverzekering.

B. Je zult het salaris van Chantal nog tot het einde van dit jaar moeten doorbetalen. Op grond van de Poortwachtersbepaling blijft de verzuimverzekering nog tot dat moment uitkeren.

C. Chantal valt als tijdelijke arbeidskracht volledig onder de Ziektewet. Zij ontvangt een uitkering van het UWV.

Jij loopt geen enkel risico.

D. Een risico dat je loopt is de loondoorbetaling tijdens de wachttijd. De verzekeraar betaalt de loonkosten na afloop van de wachttijd tot het einde van het dienstverband.

Antwoord vraag 6 Het juiste antwoord is: D.

Feedback

Scootra beschikt over een verzuimverzekering met een dekking van 100%. Ook de werkgeverslasten zijn

meeverzekerd. Er is wel een wachttijd van twee weken (tien werkdagen) waarover geen uitkering wordt verstrekt.

Over deze periode dient Berend het salaris van Chantal zelf te dragen. Wanneer het dienstverband van Chantal per 1 november wordt beëindigd, kan Chantal zich tot het UWV wenden voor een ZW-uitkering (ZW-flex). Op dit moment wordt Scootra nog als kleine werkgever gezien. De instroom in de ZW heeft geen directe gevolgen voor de premie Whk van Scootra (kleine werkgevers betalen altijd de sectorale premie). Wanneer Berend nog vertrouwen heeft in een gezonde terugkeer van Chantal, en om die reden het dienstverband van Chantal ook na 1 november voortzet of omzet in een vaste aanstelling, blijft de verzuimverzekeraar, afhankelijk van de voorwaarden, tot maximaal 104 weken een uitkering verlenen.

Toetsterm 3e.2

Een schade beoordelen.

(26)

Vraag 7

Op het moment dat Berend het bedrijf van Henny overneemt, is Scootra een kleine werkgever. Berend overweegt om per 1 januari 2019 eigenrisicodrager te worden. Wat is hierin juist?

A. Wanneer Scootra voor de WGA eigenrisicodrager wordt, moet Scootra ook eigenrisicodrager worden voor de ZW.

B. Als kleine werkgever kan je alleen eigenrisicodrager worden voor de ZW. Het eigenrisicodragerschap voor de WGA is een te groot risico.

C. Wanneer Chantal uiteindelijk in de WGA terecht komt, komen deze lasten voor rekening van het UWV. Ook wanneer Scootra eigenrisicodrager is geworden.

D. Het eigenrisicodragen voor de WGA is alleen mogelijk voor het onderdeel WGA vast.

Antwoord vraag 7 Het juiste antwoord is: C.

Bestaande uitkeringslasten (staartlasten) van werkgevers die na 1 juli 2015 eigenrisicodrager zijn geworden blijven vanaf 1 januari 2017 achter bij het UWV. Dit geldt voor zowel de staartlasten van de ZW als de WGA. De werkgeversgrootte speelt hierbij geen rol (meer). Wanneer Scootra dus per 1 januari 2019 eigenrisicodrager wordt, blijven de staartlasten van Chantal achter bij het UWV.

Het eigenrisicodragerschap van de ZW en de WGA is onafhankelijk van elkaar mogelijk. Wel verwachten veel private verzekeraars die het ERD voor de WGA verzekeren, dat de werkgever in dat geval ook ERD wordt voor de ZW.

Ook kleine werkgevers kunnen ERD worden. Voor zowel de ZW als de WGA. Uiteraard is dit risico verzekerbaar.

Sinds 1 januari 2017 is er geen onderscheid meer tussen WGA vast en WGA flex.

Toetsterm 2f.3

Beoordelen of en wanneer het oversluiten of beëindigen van een arbeidsongeschiktheids- en werkloosheidverzekering zinvol is.

Vraag 8

We zijn vijf jaar verder. Berend heeft de indertijd door jou geadviseerde arbeidsongeschiktheidsverzekering (AOV) afgesloten. Inmiddels heeft hij zijn werkzaamheden moeten staken vanwege ernstige rugklachten. Hij ontvangt nu bijna een jaar een uitkering van de verzekeraar.

Je bent op wintersport en ziet bij toeval Berend actief skiën en de moeilijkste pistes bedwingen.

Wat is op dat moment de beste reactie?

A. Je zegt en doet niets, want je bent vanuit privéhoedanigheid op vakantie.

B. Je houdt Gerard staande en vraagt hem direct om uitleg.

C. Bij thuiskomst licht je de AOV-verzekeraar in over de skiprestaties van Gerard.

D. Bij thuiskomst maak je een afspraak met Gerard, nodigt hem uit op kantoor en je bespreekt de kwestie.

(27)

Antwoord vraag 8 Het juiste antwoord is: C.

Feedback

Als Adviseur Inkomen ben je alert op fraudesignalen en je geeft hier op adequate wijze opvolging aan. In dit geval kan het zijn dat je klant fraudeert. Als dat zo is, maakt dat van hem een crimineel. Als adviseur wil je een crimineel niet waarschuwen. Daarbij kan van jou niet worden verwacht dat je kunt beoordelen of de klant met zijn medische klachten wel of niet kan skiën. Wat de klant hierover ook te zeggen heeft. Dit kan alleen door een medisch

deskundige worden beoordeeld. Omdat je een vermoeden hebt en het signaal niet kunt negeren, moet je hiervan melding maken bij de verzekeraar. De medisch deskundige kan vervolgens een oordeel vellen over het verband tussen de medische klanten en de (on)mogelijkheid van skiën. Indien er aanleiding toe is, stelt de verzekeraar een vervolg onderzoek in. Dit onderzoek moet, indien nodig, voldoen aan de beginselen van de Gedragscode Persoonlijk Onderzoek.

Toetsterm 4b.1

Fraudesignalen onderkennen en daarop handelen.

(28)

1.6 Casus De Dolfijn

Gebruik bij deze casus de bijlage ‘Rekenvariabelen werkhervattingskas 2019’ (te vinden in hoofdstuk 2 ‘Bijlagen’)

Sjoerd van Ooijen is DGA van De Dolfijn BV.

Gegevens ‘De Dolfijn BV’

-De Dolfijn BV is een groothandel gespecialiseerd in watersport artikelen.

-Het bedrijf heeft ca. 20 medewerkers in dienst.

-De totale loonsom over 2019 komt uit op €850.000.

-Dit is ook de verwachte loonsom voor 2020.

Sjoerd overweegt om in 2020 eigenrisicodrager te worden voor de ZW en de WGA.

Uitgangspunten premieberekening

-De gemiddelde loonsom over de jaren T-6 t/m T-2 = €850.000.

-Baseer jouw conclusies op basis van de bijgesloten parameters met betrekking tot het premie jaar 2019.

-De premie voor een private WGA ERD verzekering bedraagt 0,74%.

-De sectorale premie bedraagt voor de WGA 0,87% en ZW-flex 0,44%.

Vraag 1

Geef aan welke van de onderstaande stellingen juist zijn. (Twee antwoorden zijn juist.)

A. Ongeacht de gerealiseerde resultaten van het verzuim, betaalt De Dolfijn als middelgrote werkgever met een loonsom van €850.000 in 2020 een gedifferentieerde premie Whk, die voor 82% is gebaseerd op de sectorale premies.

B. Zolang de toe te rekenen WGA schadelast in het jaar T-2 niet boven de €6.460 uitkomt, krijgt De Dolfijn niet te maken met een premieopslag.

C. Bij een toe te rekenen ZW schadelast in het jaar T-2 van €0, bedraagt de te betalen gedifferentieerde ZW premie in 2020 in totaal meer dan €3.740.

D. De Dolfijn bespaart minstens €85 premie per jaar door WGA eigenrisicodrager te worden en hiervoor een WGA ERD verzekering af te sluiten.

Antwoord vraag 1

Het juiste antwoord is: A en D.

Feedback:

Antwoord A is juist.

De Dolfijn BV is met een loonsom van €850.000 een middelgrote werkgever. Dat betekent dat de premie Whk die De Dolfijn moet betalen, deels individueel en deels sectoraal is gebaseerd.

Hiervoor wordt volgens artikel 2.6 lid 5 van de Wfsv de onderstaande formule gehanteerd:

C x individueel bepaalde premie + (1 -/- C) x sectorale premie.

Hierbij geldt:

C = (Loonsom werkgever -/- Loonsomgrens klein middel) / (Loonsomgrens middel groot -/- Loonsomgrens)

(29)

C is dus de factor die bepaalt voor hoeveel de gedifferentieerde premie is gebaseerd op de individuele premie dan wel op de sectorale premie.

Wanneer we dit invullen krijgen we;

(850.000 -/- 331.000) / (3.310.000 -/- 331.000) = 0,1742 (= 17%)

Artikel 2.6 lid 7 van het Besluit Wfsv stelt dat alle percentages in de sommen die leiden naar de vaststelling van de gedifferentieerde premie naar beneden worden afgerond op twee cijfers achter de komma.

Het individuele deel van de premie telt dus voor 17% mee in de gedifferentieerde premie. Het sectorale deel telt voor 83% (1 -/- C) mee.

Antwoord B is onjuist.

De onderstaande formule bepaalt of de werkgever te maken krijgt met een opslag dan wel met een korting op de premie:

Correctiefactor x (individueel werkgeversrisico % -/- gemiddeld werkgeversrisico %).

Een opslag volgt wanneer het individueel werkgeversrisico % hoger is dan het gemiddeld werkgeversrisico %.

Een korting volgt wanneer het individueel werkgeversrisico% lager is dan het gemiddeld werkgeversrisico%.

Het werkgeverrisico% is door het UWV gegeven. Dit bedraagt 0,41%.

Het individueel werkgeversrisico % wordt als volgt berekend:

WGA schadelast T-/-2

--- x 100%

Gemiddelde loonsom over de jaren T-/- 6 t/m T-/-2)

Wanneer de WGA schadelast in T-/-2 uitkomt op €6.460 en de gemiddelde loonsom was €850.000 dan komt het individueel werkgeversrisico% uit op:

€6.460

--- x 100% = 0,76%

€850.000

Het individueel werkgeversrisico% is bij deze cijfers dus hoger dan het gemiddelde werkgeversrisico%. De stelling dat de werkgever niet te maken krijgt met een premieopslag zolang de schadelasten niet boven de €6.460 uitkomen, klopt dus niet.

Sterker nog: de werkgever krijgt al te maken met een premieopslag wanneer het individueel werkgeversrisico%

uitkomt boven de 0,41%. Vanaf dit percentage komt het individuele percentage immers uit boven het gemiddelde percentage. Zodra de schadelast T-/-2 uitkomt boven de €3.485, krijgt de werkgever te maken met een opslag (€850.000 x 0,41%).

(30)

Antwoord C is onjuist.

De te betalen gedifferentieerde premie ZW is een gewogen gemiddelde van de sectorale premie en een individueel berekende premie. De wegingsfactor hebben we al berekend. Deze is 17% voor het individuele deel van de premie en 83% voor het sectorale deel van de premie. De sectorale premie is ook al bekend. Deze bedraagt voor de ZW 0,44%.

Bij een schadelast van €0 komt de individuele premie uit op de minimumpremie. De minimumpremie is gegeven door het UWV op 0,10%. Maar we kunnen dit voor de zekerheid nog even narekenen.

Het individueel werkgeversrisico% is bij €0 schadelast ook 0%. Het gemiddelde werkgeversrisico% is door het UWV gegeven op 0,26%. Het rekenpercentage is 0,47%

De opslag voor de ZW wordt:

correctiefactor x (individueel werkgeversrisico% -/- gemiddelde werkgeversrisico%) 1,39 x (0 -/- 0,26%) = 0,3614% negatief, dus een korting!

Let op! Ondanks dat in de wetgeving staat dat alle percentages die leiden tot de gedifferentieerde premie tussentijds op twee cijfers achter de komma naar beneden worden afgerond, gebeurt dat in de praktijk bij een gerealiseerde korting NIET. De intentie van de afronding is dat dit gebeurt in het voordeel van de werkgever. De korting wordt juist dus op twee decimalen achter de komma naar boven afgerond!

0,3614% wordt hier dus 0,37%

De individuele premie wordt dan:

Rekenpercentage + (negatieve) opslag = 0,47% -/- 0,37% = 0,10%.

Dit laatste percentage is de reeds hierboven genoemde minimum individuele premie.

De te betalen gedifferentieerde premie wordt hierdoor:

(18% x individuele premie) + (82% x sectorale premie) = (18% x 0,10%) + (82% x 0,44%) = 0,018% + 0,36% = 0,38%.

In euro’s zou de premie in 2020 hierdoor uitkomen op: €850.000 x 0,38% = €3.230.

Dit is minder dan het in antwoord C genoemde bedrag van €3.740. Antwoord C is dus niet correct.

Maar er was nog een wijze om tot deze conclusie te komen.

Wanneer de te betalen gedifferentieerde premie bij een loonsom van €850.000 uitkomt op €3.740, dan betekent dit dat de gedifferentieerde premie in een percentage was uitgekomen op 0,44% (€850.000 x 0,44% = €3.740).

En dit percentage is gelijk aan de sectorale premie. Wanneer we weten dat bij €0 schadelast, het individuele deel van de premie altijd op de minimumpremie uitkomt (in dit geval 0,10%), en de totaal te betalen gedifferentieerde premie een gewogen gemiddelde is van de sectorale en individuele premie, dan moet de gedifferentieerde premie altijd lager uitkomen dan op 0,44%.

(31)

Antwoord D is juist.

De private ERD premie bedraagt 0,74%. De Dolfijn kan minimaal €85 premie besparen. Op een loonsom van

€850.000 is dat een besparing van 0,01% op de premie.

Dat betekent dat de premie van de private ERD Verzekering minimaal 0,01% goedkoper is dan de publieke Whk premie. Dit minimale verschil van 0,01% wordt bereikt bij de laagst mogelijke publieke Whk premie. En de laagste mogelijke Whk premie wordt bereikt bij een schadelast van €0 in het jaar T-/-2. De laagst mogelijke gedifferentieerde Whk premie zou dan moeten uitkomen op 0,75%.

Zoals we hierboven al een keer hebben berekend, komt het individuele deel van de gewogen premie bij een schadelast van €0 uit op de minimumpremie. De minimum WGA premie is gegeven door het UWV. Deze bedraagt:

0,18%.

De sectorale premie is gegeven in de casus. Deze bedraagt 0,87%.

De wegingsfactor hadden we hierboven al berekend. In de totale gedifferentieerde premie weegt de individuele premie voor 17%, en de sectorale premie voor 83%. De gedifferentieerde premie wordt dus:

(17% x 0,18%) + (83% x 0,87%) = 0,03% + 0,72% = 0,75%

Het klopt dus dat de laagst mogelijke gedifferentieerde WGA premie 0,75% is.

De premie van de private verzekeraar bedraagt 0,74%. Het minimale verschil bedraagt dus 0,01%. Op een loonsom van €850.000 is dat €85 per jaar.

Voor de volledigheid:

Voorgaand hebben we gezien dat bij een schadelast van €0 in het jaar T-/-2, de individuele premie uitkomt op de minimumpremie. Deze is gegeven door het UWV (0,18% in dit geval).

We kunnen deze ook zelf berekenen.

Het individueel werkgeversrisico% bij een schadelast van €0 in het jaar T-/-2 is 0%.

Het gemiddeld werkgeversrisico% is gegeven door het UWV. Deze bedraagt voor de WGA 0,41%.

De correctiefactor is ook gegeven. Deze bedraagt 1,42.

Het rekenpercentage is gegeven. Deze bedraagt 0,77%

De opslag is:

Correctiefactor x (individueel werkgeversrisico% -/- gemiddeld werkgeversrisico%) 1,42 x (0% -/- 0,41%) = 0,59% -/-

(Let op de afronding naar boven! Het betreft hier een negatieve opslag, ofwel een korting. Afronden in het voordeel van de werkgever).

Individuele premie = rekenpercentage + (negatieve) opslag = 0,77% -/- 0,59% = 0,18%.

Bij een schadelast van €0 kan je er dus altijd van uitgaan dat het UWV uitgaat van de minimumpremie.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Na een grondige analyse heeft de adviseur Pensioen geadviseerd om te kiezen voor een algemeen pensioenfonds (APF) als uitvoerder van de nieuwe pensioenregeling.. Hiermee kan

Het juiste antwoord is: de reden dat u dit formulier nu in moet vullen, heeft te maken met het feit dat jullie nieuwe klanten zijn.. Door middel van het formulier kan

Martin heeft een jaarinkomen van €25.000 inclusief vakantiegeld. Voor alleenstaanden met een inkomen tussen de €21.000 en €31.000 mag het financieringslastpercentage met maximaal

Omdat voor de werknemer geen ZW premies meer worden afgedragen, wordt de ZW uitkering sinds 1 juli 2016 op de werkgever verhaald.... Rik zat sinds zijn 55ste in

Het contract voldoet niet aan de wettelijke bepalingen omdat de arbodienst geen vergoeding geeft voor een second opinion... 1.4.4 Casus

Het juiste antwoord is: jullie kunnen beiden worden aangesproken voor het terugbetalen van de schuld.(B) In de casus staat vermeld dat Tarik en Leyla het krediet samen af

Het juiste antwoord is: Marco en Milan kunnen de rekening alleen gezamenlijk openen, aangezien ze nog niet bekend zijn bij de bank.. Daarom moeten zij zich

Ook sluiten ze een aansprakelijkheidsverzekering voor particulieren (AVP) met gezinsdekking af, verzekerd bedrag €1.000.000 en een eigen risico €150 voor schade veroorzaakt door