• No results found

Wft Hypothecair krediet. Examentraining PE - antwoorden en uitwerkingen

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Wft Hypothecair krediet. Examentraining PE - antwoorden en uitwerkingen"

Copied!
36
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Wft Hypothecair krediet

Examentraining PE - antwoorden en uitwerkingen

(2)

Inhoudsopgave

Hoofdstuk 1 Antwoorden en uitwerkingen 3

1.1 Kennisvragen PE Basis 3

1.2 Kennisvragen PE Vermogen 6

1.3 Kennisvragen PE Hypothecair krediet 9

1.4 Vaardigheidsvraag PE Basis 12

1.5 Vaardigheidsvragen PE Vermogen 13

1.6 Vaardigheidsvragen PE Hypothecair krediet 16

Hoofdstuk 2 Bijlagen 22

2.1 Essentieel Informatiedocument 22

2.2 Annuïteitentabel 23

2.3 Financieringslastenpercentages 24

2.4 VFN Leennormen 2020 36

(3)

Hoofdstuk 1 Antwoorden en uitwerkingen

1.1 Kennisvragen PE Basis

Vraag 1

Wanneer moet het IPID aan de klant uitgereikt worden?

A. Tijdens het adviesgesprek.

B. Voor het afsluiten van de verzekering.

C. Voorafgaand aan de 14 dagen bedenktijd.

Antwoord vraag 1

Het juiste antwoord is: voor het afsluiten van de verzekering. (B)

Het IPID moet voorafgaand aan het afsluiten van de verzekering worden verstrekt aan de klant. Ook partijen waarvoor bemiddeling in verzekeringen géén hoofdactiviteit is en die geen vergunningsplicht hebben moeten het IPID verstrekken aan de klant.

Vraag 2

Wat zijn twee voordelen van het gebruik van iDIN voor de klant?

A. De klant hoeft niet iedere keer nieuwe inloggegevens aan te maken en te onthouden.

B. Er is zekerheid over de identiteit van de klant.

C. De klant kan bij iedere organisatie gebruik maken van iDIN.

D. Gegevens die de organisatie nodig heeft over de klant zijn ingevuld, de klant hoeft deze alleen nog maar te controleren.

Antwoord vraag 2 De juiste antwoorden zijn:

-De klant hoeft niet iedere keer nieuwe inloggegevens aan te maken en te onthouden. (A)

-Gegevens die de organisatie nodig heeft over de klant zijn ingevuld, de klant hoeft deze alleen nog maar te controleren. (D)

De belangrijkste voordelen van iDIN voor de klant zijn dat zij niet iedere keer nieuwe inloggegevens hoeven aan te maken en te onthouden. Ze kunnen in plaats daarvan gebruik maken van de inlogmethodes die zij al gewend zijn van hun bank. Daarnaast worden de gegevens die de organisatie nodig heeft over de klant ingevuld, de klant hoeft ze alleen te controleren.

Een belangrijke voordeel voor de organisatie die iDIN aanbiedt is zekerheid over de identiteit van de klant, waarmee ook de kans op identiteitsfraude wordt verkleind. Daarnaast is het een dienst die de klant direct en veilig kan gebruiken. De klant kan niet bij iedere organisatie gebruik maken van iDIN.

(4)

Vraag 3

Mag een zorgverzekeraar het BSN (Burgerservicenummer) verwerken?

A. Nee, dat mag niet volgens de AVG (algemene verordening gegevensbescherming) B. Ja, om te delen met de belastingdienst.

C. Ja, dit is wettelijk geregeld.

Antwoord vraag 3

Het juiste antwoord is: ja, dit is wettelijk geregeld. (C)

Aan het verwerken van een Burgerservicenummer (BSN) zijn op grond van de AVG bijzondere voorwaarden gekoppeld. Een BSN is weliswaar géén bijzonder persoonsgegeven. Maar omdat aan het onzorgvuldig gebruik van een BSN wel grote privacy risico’s hangen, gelden voor het verwerken van een BSN aanvullende regels. Volgens artikel 46 van de Uitvoeringswet AVG mag een wettelijk identificatienummer, zoals een BSN, alleen op basis van de grondslag ‘wettelijke verplichting’ worden verwerkt. Aanbieders moeten in bepaalde situaties het BSN verwerken om te kunnen voldoen aan een wettelijke verplichting. In zo’n geval moet worden aangetoond dat het verwerken van het BSN ‘in een democratische samenleving noodzakelijk’ is. Zorgverzekeraars krijgen persoonsgegevens zoals Burgerservicenummer, naam, geboortedatum, overlijden en woonadres uit de Basisregistratie Personen (BRP). Zij zorgen voor de uitvoering van de Zorgverzekeringswet (Zvw) en de Wet langdurige zorg (Wlz) en zijn op grond van artikel 4 van de Zorgverzekeringswet, verplicht om van degene die een zorgverzekering wil sluiten het Burgerservicenummer op te nemen in de administratie.

Die wettelijke verplichting geldt dus níet in de offertefase. Dus zolang het aanbod in de offerte nog niet is geaccepteerd, en de persoon nog geen klant is, mag de aanbieder het BSN in geen enkel geval verwerken. Ook niet als de klant daarvoor toestemming geeft.

Vraag 4

Wat is het maximale termijn die Stichting PAWW aanvult na een werkloosheiduitkering?

A. 6 maanden.

B. 14 maanden.

C. 24 maanden.

Antwoord vraag 4

Het juiste antwoord is: 14 maanden. (B)

De WW-duur is in de Wet werk en zekerheid verkort van maximaal 38 maanden tot maximaal 24 maanden.

Reparatie is nu mogelijk via een speciaal daarvoor opgericht fonds, de Stichting Private Aanvulling WW (PAWW).

Als de werknemer werkloos raakt, kan hij vanuit Stichting PAWW een aanvulling krijgen op zijn WW-uitkering van 14 maanden. Dat geldt alleen voor werknemers die op basis van de oude wetgeving een langere uitkeringsduur dan 24 maanden WW hadden opgebouwd.

(5)

Vraag 5

Op welk moment is de AOW-leeftijd 67 volgens de Wet temporisering AOW-leeftijd?

A. 2021.

B. 2022.

C. 2024.

Antwoord vraag 5

Het juiste antwoord is: 2024. (C)

Het kabinet heeft onder druk van de vakbonden en vanwege maatschappelijke weerstand geregeld dat de verhoging van de AOW-leeftijd minder snel verloopt dan nu in de wet vastligt. Op 2 juli 2019 heeft de Eerste Kamer hiervoor de Wet temporisering verhoging AOW-leeftijd aangenomen. Deze wet is ingegaan vanaf 2020. Hierdoor is de AOW-leeftijd pas 67 in 2024 in plaats van in 2021.

(6)

1.2 Kennisvragen PE Vermogen

Vraag 6

Sophia heeft een hypothecaire lening (EWS €200.000) en KEW afgesloten in 2006. Deze verzekering heeft een opgebouwde waarde van €100.000. Het doel van de kapitaalverzekering was aflossen van de hypothecaire lening in 2031. Ze besluit om de KEW dit jaar al tot uitkering te laten komen, en met het vermogen een vakantiehuis te kopen in Zeeland.

Moet er inkomstenbelasting worden betaald over de uitkering.

A. Nee, de uitkering is lager dan de vrijstelling van €166.000 en lager dan de eigenwoningschuld.

B. Nee, door de vervallen tijdklemmen is de vrijstelling niet gekoppeld aan de looptijd.

C. Ja, er wordt niet voldaan aan de voorwaarden van een onbelaste uitkering.

Antwoord vraag 6

Het juiste antwoord is: ja, er wordt niet voldaan aan de voorwaarden van een onbelaste uitkering. (C)

Omdat zij de uitkering niet gebruikt om de eigenwoningschuld af te lossen is de uitkering niet vrijgesteld op basis van het besluit vervallen tijdklemmen.

Vraag 7

Pieter bezit 5% van de aandelen van IMPACT BV. Zowel in 2019 als in 2020 is de winstuitkering €35.000. Omdat de tarieven zijn gewijzigd, vraagt Pieter zich af of dit gevolgen voor hem heeft. Moet Pieter meer of minder Vennootschapsbelasting betalen in 2020?

A. Meer belasting in box 2.

B. Meer belasting in box 3.

C. Minder belasting in box 2.

D. Minder belasting in box 3.

Antwoord vraag 7

Het juiste antwoord is: minder belasting in box 3. (C)

Het tarief voor de Vennootschapsbelasting (Vpb) gaat in stapjes omlaag. Daar staat tegenover dat het IB-tarief in box 2 (aanmerkelijk belang) stapsgewijs omhoog gaat.

Die ontwikkeling ziet er als volgt uit:

Belastingjaar Vpb (over winst tot en met

€200.000

Vpb (over winst voor zover hoger dan €200.000

IB-tarief box 2

2019 19% 25% 25%

2020 16,5% 25% 26,25%

2021 15% 21,7% 26,9%

(7)

Vraag 8

Vanaf welk moment heeft iemand bij ontslag recht op een transitievergoeding?

A. Vanaf de eerste werkdag van de medewerker.

B. Als de proeftijd van de medewerker is doorlopen.

C. Als de medewerker minimaal 2 jaar in dienst is.

Antwoord vraag 8

Het juiste antwoord is: vanaf de eerste werkdag van de medewerker. (A)

Tot 1 januari 2020 hadden werknemers alleen recht op een transitievergoeding als zij ten minste 2 jaar in dienst zijn bij de werkgever. Met de invoering van de Wab ontstaat al vanaf de eerste dag recht op een transitievergoeding.

Vraag 9

De pensioenfederatie en het Verbond van Verzekeraars zijn het met de Minister eens om richting de deelnemers duidelijker te communiceren. De deelnemer moet beter op de hoogte zijn over het te verwachten pensioen en dat het pensioen ook meer of minder kan worden. Voortaan worden er scenariobedragen in pensioenoverzichten opgenomen.

Op welk pensioenovereenkomsten zijn de scenariobedragen van toepassing?

A. Premieovereenkomsten.

B. Kapitaalovereenkomsten.

C. Zowel premieovereenkomsten als kapitaalovereenkomsten.

Antwoord vraag 9

Het juiste antwoord is: zowel premieovereenkomsten als kapitaalovereenkomsten. (C)

De pensioenfederatie en het Verbond van Verzekeraars zijn het met de Minister eens om richting de deelnemers duidelijker te communiceren. De deelnemer moet beter op de hoogte zijn over het te verwachten pensioen en dat het pensioen ook meer of minder kan worden. Voortaan worden er scenariobedragen in pensioenoverzichten opgenomen. Dit is van toepassing op zowel uitkeringsovereenkomsten als premieovereenkomsten. In geval van scenariobedragen wordt er ook rekening met inflatie gehouden. Naast de scenariobedragen willen zij ook het te bereiken pensioen blijven communiceren zoals dat voortvloeit uit de pensioenregeling.

Vraag 10

Jelle is per 1 januari met pensioen gegaan. Vanaf die datum ontvangt hij zowel AOW als een pensioenuitkering.

Op 2 februari gaat Jelle aan het werk bij een andere werkgever. Na een jaar wordt zijn contract niet verlengd. Jelle heeft recht op een WW-uitkering.

Wordt zijn pensioenuitkering gekort op zijn WW-uitkering?

A. Pensioeninkomsten worden niet op zijn WW-uitkering gekort.

B. Pensioeninkomsten worden geheel zijn de WW-uitkering gekort.

C. Pensioeninkomsten worden deels op zijn WW-uitkering gekort.

(8)

Antwoord vraag 10

Het juiste antwoord is: pensioeninkomsten worden niet op zijn WW-uitkering gekort. (A)

Ouderdomspensioen dat al werd ontvangen voorafgaand aan de dienstbetrekking waaruit de betrokkene werkloos is geworden wordt niet aangemerkt als inkomen in verband met arbeid. De hoogte van de WW-uitkering is enkel gebaseerd op het loon uit het dienstverband waaruit de WW-gerechtigde werkloos is geworden.

(9)

1.3 Kennisvragen PE Hypothecair krediet

Vraag 11

Revi wil zijn huidige rentecontract openbreken. Het rentecontract heeft een restant looptijd van 4 jaar en 5 maanden. Welke vergelijkingsrente moet de hypotheekaanbieder hanteren, volgens de AFM Leidraad ‘boeterente’?

A. 4 jaar vaste rente.

B. 5 jaar vaste rente.

C. Het gemiddelde van de 4 en 5 jaar vaste rente.

D. Variabele rente.

Antwoord vraag 11

Het juiste antwoord is: 5 jaar vaste rente. (B)

Hanteer voor de vergelijkingsrente de huidige rente die hoort bij de huidige rentevaste periode. De

vergelijkingsrente is de rente die hoort bij de resterende looptijd van de rentevaste periode. Is dit een gebroken periode, kies dan de hoogst naastgelegen rente. In geval van Revi dus de 5 jaar vaste rente.

Vraag 12

Jan (70 jaar) is alleenstaand en wil zijn woning verbouwen. Jan heef tot aan zijn pensioenleeftijd een eigen zaak gehad. Op dit moment heeft hij alleen inkomen vanuit een AOW-uitkering. Hij heeft geen hypotheekschuld meer op zijn woning. Jan sluit via zijn gemeente een Verzilverlening af voor de verbouwing van zijn woning. Kan hij de rente aftrekken in box 1?

A. Ja, deze is aftrekbaar als negatief inkomen in box 1.

B. Nee, deze verzilverlening is een box 3 hypotheek.

C. Nee, deze lening valt in box 2, omdat Jan een eigen zaak heeft gehad.

Antwoord vraag 12

Het juiste antwoord is: nee, deze verzilverlening is een box 3 hypotheek. (B)

Wanneer een huiseigenaar overwaarde heeft opgebouwd, kan deze overwaarde gebruikt worden om de woning naar eigen smaak aan te passen. De gemeente of provincie bepaalt waar de Verzilverlening voor gebruikt kan worden. De Verzilverlening kan niet gebruikt worden voor periodieke uitkeringen ter aanvulling op het inkomen, een schenking of inkoop van zorg.

Voor de Verzilverlening betaalt de aanvrager maandelijks geen rente of aflossing. De rente wordt namelijk jaarlijks bij de restschuld opgeteld. Aan het einde van de looptijd, bij verkoop van de woning of bij overlijden van de langstlevende schuldenaar moet de lening worden afgelost. Doordat Jan maandelijks geen rente en aflossing betaalt, valt de schuld in box 3.

Vraag 13

Marcel heeft in januari 2018 een taxatierapport op laten maken van zijn huidige woning. De waarde was destijds getaxeerd op €245.000 waarbij de gebruiksoppervlakte wonen was vastgesteld op 146m2. Marcel wil dit jaar zijn hypothecaire financiering wijzigen en heeft daarom opnieuw een taxatierapport nodig. Dezelfde woning wordt getaxeerd op €237.500 waarbij de gebruiksoppervlakte wonen wordt vastgesteld op 131m2. Marcel heeft in de tussentijd zijn woning niet aangepast of verbouwd.

(10)

Marcel vraagt zich af hoe het kan dat de gebruiksoppervlakte wonen in het taxatierapport dit jaar lager is dan in 2018 terwijl hij zijn woning niet heeft aangepast/verbouwd. Hoe is dit verschil te verklaren?

A. Bij de taxatie van dit jaar worden vloeroppervlakte zoals badkamer en toilet niet meegenomen bij de gebruiksoppervlakte wonen, dit werd wel gedaan in 2018.

B. De woning van Marcel heeft veel schuine wanden, dit is van invloed op de gebruiksoppervlakte wonen.

C. De taxateur heeft de meting niet goed verricht waardoor de gebruiksoppervlakte wonen dit jaar afwijkt van de oppervlakte die is gemeten in 2018.

Antwoord vraag 13

Het juiste antwoord is: de woning van Marcel heeft veel schuine wanden, dit is van invloed op de gebruiksoppervlakte wonen. (B)

Vanaf 1 april 2018 is er een nieuw model taxatierapport woonruimte. Eén van de verbeteringen die in dit model zijn verwerkt is het toevoegen van de uniforme meetstaat gebruiksoppervlakte woningen. Vanaf 1 april 2018 wordt binnen de buitenste- of woningscheidende wanden gemeten en uitsluitend de oppervlakte waar de hoogte hoger dan of gelijk aan 1,50 meter is, zoals beschreven in de Meetinstructie.

Vraag 14

Jeroen koopt een huis en wil het voorbehoud van financieringen niet opnemen in de modelkoopovereenkomst.

Wat is juist?

A. De bepaling kan worden doorgehaald in de modelkoopovereenkomst.

B. De bepaling kan worden verwijderd uit de modelkoopovereenkomst.

C. Sinds 1 februari 2018 is het niet meer mogelijk om het voorbehoud van financieringen niet op te nemen in de modelkoopovereenkomst.

Antwoord vraag 14

Het juiste antwoord is: de bepaling kan worden doorgehaald in de modelkoopovereenkomst. (A)

Sinds 1 februari 2018 is de modelkoopovereenkomst voor woningen gewijzigd. Naast het financieringsvoorbehoud staat sindsdien ook het voorbehoud bouwkundige keuring standaard in het modelkoopcontract. Voorbehouden worden nu doorgehaald in plaats van het weghalen van de tekst.

Vraag 15

Wanneer hoeft er geen reservefonds te worden aangehouden door een VvE?

A. Als er de afgelopen twee jaar nog groot onderhoud is uitgevoerd.

B. Als er voldoende geld aanwezig is om de komende twee jaar nog groot onderhoud uit te laten voeren.

C. Als er een bankgarantie is afgegeven.

Antwoord vraag 15

Het juiste antwoord is: als er een bankgarantie is afgegeven. (C)

Vanaf 1 januari 2018 is de Wet verbetering functioneren Vereniging van Eigenaren (VvE’s) in werking getreden.

Deze wet heeft als doel het functioneren van de VvE’s te verbeteren en verduurzaming van gebouwen die in beheer zijn van VvE’s te stimuleren.

(11)

Concreet houdt dit in dat de VvE’s verplicht zijn om geld te reserveren voor regulier onderhoud. Het uitgangspunt dat eigenaren hun bijdrage aan het reservefonds verplicht storten op de rekening van de VvE riep wat weerstand op bij verschillende belanghebbenden. Het gaat hier bij om twee groepen: de kleinere VvE’s en verhuurders van complexen. Voor hen bestaat de mogelijkheid om aan de eisen te voldoen met behulp van een bankgarantie.

Vraag 16

Amir en Anne zijn getrouwd. Zij vragen een hypotheek aan. Door de lagere rente willen zij graag een

hypotheek met NHG. Amir heeft al vier jaar een winkel. Dit is een eenmanszaak. Anne is twee jaar in dienst als onderwijsassistente en heeft een contract voor onbepaalde tijd.

Hoe wordt het inkomen van Amir vastgesteld volgens de regels van NHG?

A. Dit kan alleen met een Inkomensverklaring ondernemers.

B. Dit kan alleen als de geldverstrekker zelf berekent wat het gemiddelde is van de afgelopen drie jaar.

C. Dit kan zowel via een Inkomensverklaring ondernemers als met een berekening van het gemiddelde inkomen van de laatste drie jaar.

Antwoord vraag 16

Het juiste antwoord is: dit kan alleen met een Inkomensverklaring ondernemers. (A)

Voor ondernemers die 12 tot 36 maanden actief zijn, is gebruik van de Inkomensverklaring Ondernemers verplicht om in aanmerking te komen voor een hypotheek met NHG. Als een ondernemer langer dan 36 maanden actief is, kon er gekozen worden uit de Inkomensverklaring of IB-aangiftes van de afgelopen drie kalenderjaren.

Dit laatste is per 1 januari 2019 niet meer mogelijk. Er moet voortaan altijd gebruik worden gemaakt van de Inkomensverklaring Ondernemer.

Vraag 17

Bram heeft een mooi appartement gezien. Bram werkt nu een half jaar voor uitzendbureau “aan het werk” bij bouwbedrijf de Hamer. Daarvoor heeft hij negen maanden bij datzelfde bouwbedrijf gewerkt, alleen dan via uitzendbureau “handen uit de mouw”. Kan Bram een perspectief verklaring aanvragen?

A. Ja, de perspectiefverklaring kan aangevraagd worden bij uitzendbureau “aan de werk”.

B. Ja, het maakt voor Bram niet uit bij welk uitzendbureau hij de perspectief verklaring aanvraagt, aangezien hij voor dezelfde opdrachtgever is blijven werken.

C. Ja, de perspectiefverklaring kan aangevraagd worden. Beide uitzendbureaus zullen hier dan wel aan mee moeten werken.

D. Nee, het is voor Bram niet mogelijk om een perspectiefverklaring aan te vragen.

Antwoord vraag 17

Het juiste antwoord is: nee, het is voor Bram niet mogelijk om een perspectiefverklaring aan te vragen. (D)

Sinds 5 juli 2017 is de perspectiefverklaring de marktstandaard voor de vaststelling van het toetsinkomen van flexwerkers. Flexwerkers kunnen deze verklaring aanvragen bij het uitzendbureau als zij daar minimaal een jaar werken, Bram werkt nog maar een half jaar voor uitzendbureau “aan het werk”, het is daardoor voor hem niet mogelijk om een perspectiefverklaring aan te vragen. Het maakt daarbij dus niet uit dat hij al langer aan het werk is voor dezelfde opdrachtgever.

(12)

1.4 Vaardigheidsvraag PE Basis Casus Jonas

Aanleiding voor gesprek

Jonas komt langs op de bank. Hij heeft een achterstand van zes maanden op zijn gas, water en elektriciteit rekening en ze dreigen hem nu af te sluiten. Omdat Jonas dit koste wat het kost wil voorkomen, wil hij een consumptief krediet afsluiten om de achterstand in te lossen en zo aansluiting te houden.

Financiële situatie

Na doorvragen blijkt dat Jonas de achterstand heeft opgelopen toen hij zijn baan is kwijt geraakt. Zijn WW uitkering is te laag om al zijn rekeningen van te kunnen betalen. Wel heeft hij op korte termijn uitzicht op een baan. Hij heeft op dit moment drie sollicitaties lopen waarbij hij in de laatste ronde van de procedure zit. De kans is groot dat een van deze banen wel gaat vallen. Als dat zo is dan houdt hij weer voldoende over om zijn maandelijkse rekeningen van te betalen.

Vraag 18

Jonas wil graag een consumptief krediet om zijn huurachterstand in te lossen. Wat is de meest professionele en inhoudelijk juiste reactie?

A. Ik wil je adviseren om contact op te nemen met de maatschappij die jouw gas, water en elektriciteit levert om te kijken of je tot een betalingsregeling kan komen. Lukt dit niet dan kan je naar de gemeente om te kijken of je in aanmerking komt voor gemeentelijke schuldhulpverlening.

B. Ik kan helaas niets voor je betekenen aangezien de achterstand niet bij ons loopt. Een consumptief krediet gaat niet lukken, aangezien je nu al niet genoeg over houdt in de maand om de vaste lasten te betalen en je daarmee ook geen geld hebt om dit krediet af te lossen.

C. Ik kan namens jou contact opnemen met de maatschappij om te zien of we tot een gezamenlijke oplossing kunnen komen. Zeker aangezien je volgende maand weer een salaris ontvangt en dan de huurlasten weer kan betalen.

Antwoord vraag 18

Het juiste antwoord is: ik wil je adviseren om contact op te nemen met de maatschappij die jouw gas, water en elektriciteit levert om te kijken of je tot een betalingsregeling kan komen. Lukt dit niet dan kan je naar de gemeente om te kijken of je in aanmerking komt voor gemeentelijke schuldhulpverlening. (A)

Jonas heeft financiële problemen vanwege werkloosheid. Nu hij weer zicht heeft op een baan wil hij dit zo snel mogelijk oplossen. In deze situatie kan je Jonas het beste terugverwijzen naar de maatschappij waar zijn gas, water en elektriciteit vandaan komt om te kijken naar een mogelijke oplossing. Lukt dit niet, dan is de gemeentelijke schuldhulpverlening een goed alternatief, aangezien Jonas dan een adempauze kan krijgen van 6 maanden.

De klant wegsturen zonder verder advies is in deze situatie geen juiste oplossing. Ditzelfde geldt voor het zelf contact opnemen met de maatschappij. Dit hoort niet bij jouw taken en dien je daarmee niet zelf te doen.

(13)

1.5 Vaardigheidsvragen PE Vermogen

Casus Mohamed en Fatima

Mohammed en Fatima zijn ongehuwd samenwonend. Ze hebben een gemeenschappelijk woning. De

marktwaarde van de woning is €200.000. De woning is voor 75% (€150.000) eigendom van de Mohammed, 25%

(€50.000) van de woning is in eigendom van Fatima. Mohammed heeft een spaarrekening met een saldo van

€50.000. Fatima heeft een erfenis van €60.000 ontvangen. Het saldo staat op een spaarrekening.

Begin 2020 vraagt Mohammed Fatima ten huwelijk. Haar antwoord op de vraag van Mohammed is volmondig ‘ja’.

In de loop van 2020 trouwen Mohammed en Fatima, zonder daarbij huwelijkse voorwaarden op te stellen.

Vraag 19

Hoeveel bedraagt het individueel vermogen van Mohammed en Fatima na het huwelijk?

A. Ieder heeft een vermogen van €155.000.

B. Mohammed heeft een vermogen van €200.000 en Fatima heeft een vermogen van €110.000.

C. Mohammed heeft een vermogen van €150.000 en Fatima heeft een vermogen van €160.000.

Antwoord vraag 19

Het juiste antwoord is: Mohammed heeft een vermogen van €150.000 en Fatima heeft een vermogen van

€160.000. (C)

Voor een huwelijk (en daarmee gelijkgesteld een geregistreerd partnerschap) dat op of ná 1 januari 2018 wordt gesloten en waarbij géén huwelijkse voorwaarden worden opgemaakt, geldt voortaan een beperkte gemeenschap van goederen.

-Bezittingen en schulden die vóór het huwelijk aanwezig waren, behoren niet tot de gemeenschap maar tot het privévermogen van de betreffende echtgenoot;

-Ontvangen schenkingen en erfenissen die tijdens het huwelijk worden ontvangen behoren niet tot de gemeenschap maar tot het privévermogen van de betreffende echtgenoot. Een uitsluitingsclausule is niet meer nodig;

-Alle overige bezittingen en schulden die tijdens het huwelijk worden verkregen behoren tot de gemeenschap;

-Alle bezittingen en schulden die vóór het huwelijk al gemeenschappelijk waren, behoren tot de gemeenschap. Hierbij maakt het niet uit wat de eigendomsverhouding vóór het huwelijk was. Vanaf het huwelijk zijn beide echtgenoten voor 50% eigenaar;

-Als een echtgenoot met privévermogen investeert in het privévermogen van de andere echtgenoot (of in gemeenschappelijk vermogen) krijgt de investerende echtgenoot een vergoedingsrecht op de andere echtgenoot (of op de gemeenschap). Daarbij is de ‘beleggingsleer’ het uitgangspunt: de hoogte van het vergoedingsrecht is afhankelijk van de waardeontwikkeling van het goed waarin is geïnvesteerd.

(14)

Casus Meulensteen

Bijlage ‘Essentieel Informatiedocument’ (zie hoofdstuk 2 Bijlagen - paragraaf 2.1)

Frits (54 jaar) en Tineke (51 jaar) Meulensteen zijn getrouwd in gemeenschap van goederen. Zij hebben drie kinderen die het huis uit zijn en financieel op eigen benen staan. Frits is werkzaam als leraar tekenen op een middelbare school. Tineke werkt in een damesmodezaak.

Vermogen

-Beleggingsportefeuille €150.000.

-Spaarrekening €130.000.

-Risicoprofiel offensief.

De strategische assetallocatie van een offensief profiel is als volgt:

-Aandelen 70%.

-Obligaties 20%.

-Liquiditeiten 10%.

De beleggingsportefeuille van Frits en Tineke

-Wereldwijd gespreid aandelenfonds €114.000.

-Euro obligatiefonds €36.000.

Wensen

Frits wil na zijn pensionering voldoende financiële armslag houden om alle leuke dingen te doen die ze nu ook doen. Frits en Tineke zijn fanatieke golfers die de hele wereld afreizen om op de meest exotische locaties hun hobby uit te oefenen. Dit willen ze tot op hoge leeftijd blijven doen. Daarnaast willen zij lang in hun huidige eigen woning blijven wonen.

Frits en Tineke hebben contact met jou opgenomen. Zij hebben een tip gekregen van een goede vriend van Frits om te beleggen in een vakantiepark aan de Costa del Sol. Ze kunnen in dat park beleggen door participaties te kopen van €50.000 per stuk. Het park is in eigendom van een Nederlandse financiële onderneming. Frans en Tineke overwegen 1 participatie te kopen. De adviseur Vermogen waarschuwt Frits en Tineke dat het toezicht van de AFM op deze belegging ontbreekt.

Frits en Tineke ontvangen van de aanbieder van de vakantiewoningen in Spanje een Essentieel- informatiedocument (Eid, zie bijlage).

Vraag 20

Welk risico laat dit document zien?

A. Debiteurenrisico.

B. Marktrisico.

C. Liquiditeitsrisico.

(15)

Antwoord vraag 20

Het juiste antwoord is: Marktrisico. (B)

Het Essentieel-informatiedocument laat zien wat de belegging naar verwachting oplevert in verschillende

scenario’s. Er staat vermeld dat dit afhankelijk is van hoe de markt presteert. Er wordt geen rekening gehouden met de situatie dat de aanbieder niet terug kan betalen (debiteurenrisico) of dat beleggingen ook verkocht kunnen worden op moment dat Frans en Tineke dat wensen (liquiditeitsrisico).

(16)

1.6 Vaardigheidsvragen PE Hypothecair krediet

Vraag 21

Pieter (53) wil een nieuwe woning kopen in Utrecht. Hij heeft een woning op het oog waarvan de koopprijs

€242.000 bedraagt. Inclusief bijkomende kosten, waaronder €5.000 voor energiebesparende voorzieningen, komt de koopprijs inclusief kosten op €253.000.

De marktwaarde van de woning na de energiebesparende voorzieningen bedraagt nog steeds €242.000. Welk bedrag kan Pieter maximaal financieren met NHG?

Toelichting bij het antwoord

Komt u uit op een geheel bedrag? Vul twee nullen achter de komma in.

Komt u uit op een niet geheel bedrag? Vul twee cijfers achter de komma in.

Antwoord vraag 21

Het juiste antwoord is: €247.000.

Er mag maximaal 100% van de marktwaarde gefinancierd worden, verhoogd met de kosten voor

energiebesparende voorzieningen. Dat betekent voor Pieter dat er maximaal €242.000 + €5.000 = €247.000,00 gefinancierd mag worden. Daarnaast moet je er wel rekening mee houden dat de lening bij een woning met energiebesparende voorzieningen, niet hoger mag zijn dan 106% van de marktwaarde. (€256.520) of het absolute bedrag van €328.600 (2020). Je moet uitgaan van de laagste van deze bedragen.

Vraag 22

Anouk heeft vorig jaar haar eerste woning gekocht en hiervoor een hypotheek afgesloten. Er is sprake van veel achterstallig onderhoud. Vooral het dak moet met spoed waterdicht worden gemaakt. Het vervelende is dat Anouk vorige week ontslagen is en nu een WW-uitkering ontvangt. Met dit lagere inkomen kan zij prima rondkomen en zij verwacht binnen het jaar weer aan de slag te kunnen. Zij heeft haar situatie voorgelegd aan de bank waar haar hypotheek loopt. De bank heeft aangegeven dat zij op dit moment Anouk geen lening willen verstrekken om het onderhoud te bekostigen. Maud, de zus van Anouk, geeft haar de tip om eens op de website van de SVn te kijken of zij wel mogelijkheden bieden. Anouk twijfelt tussen de Maatwerklening en de Stimuleringslening. Zij belt met haar financieel adviseur voor raad. Ze wil weten welke lening het beste past in haar situatie.

Wat is het inhoudelijk meest juiste antwoord op de vraag van Anouk?

A. “Beste Anouk, in jouw situatie kom je niet in aanmerking voor de Stimuleringslening. Deze lening is voornamelijk bedoeld voor het herstellen van de fundering.”

B. “Beste Anouk, de Maatwerklening sluit het beste aan bij jouw situatie. De Stimuleringslening vergoed investeringen voor energiebesparende voorzieningen, zoals zonnepanelen.”

C. “Beste Anouk, beide leningen kun je aangaan voor noodzakelijke reparaties of onderhoud. Aangezien jij net werkeloos bent geworden kun jij in aanmerking komen voor een Maatwerklening.”

Antwoord vraag 22

Het juiste antwoord is: “Beste Anouk, beide leningen kun je aangaan voor noodzakelijke reparaties of onderhoud.

Aangezien jij net werkeloos bent geworden kun jij in aanmerking komen voor een Maatwerklening.” (C)

(17)

De voorwaarden voor de Maatwerklening en de Stimuleringslening kunnen per gemeente of provincie verschillen.

Niet alle gemeentes en provincies doen mee aan deze regelingen.

De Maatwerklening is een lening voor noodzakelijke woningverbetering en is bestemd voor aanvragers die door hun financiële situatie geen normale lening af kunnen sluiten. Voorbeelden financiële situatie: gepensioneerd, werkeloos, arbeidsongeschikt of om een andere reden onvoldoende draagkracht. Met de Maatwerklening kan de aanvrager in de woning blijven wonen en wordt een gevaarlijke of onhoudbare situatie opgelost.

De Stimuleringslening is een lening waarmee onderhoud, renovatie en/of restauratie om of aan de woning wordt gefinancierd tegen gunstige voorwaarden. De Stimuleringslening is een lening met een aantrekkelijke rentekorting voor bijvoorbeeld particuliere woningverbetering of funderingsherstel.

Vraag 23

Gebruik bij het beantwoorden van de vraag de bijlages ‘Annuïteitentabel’ en ‘Financieringslastenpercentages’ (zie hoofdstuk 2 paragraaf 2.2 en 2.3)

Martin (25 jaar) heeft een mooi appartement op Funda gezien. Momenteel woont Martin in een huurwoning. Martin werkt als koerier, hij heeft een inkomen van €25.000 inclusief vakantiegeld. Martin is alleenstaand. Na de bezichtiging van het appartement is Martin alleen maar enthousiaster geworden, ondanks dat het appartementencomplex wel een flinke schilderbeurt kan gebruiken.

Wat is de maximale leencapaciteit van Martin op basis van zijn inkomen? Ga uit van een toetsrente van 5%

Toelichting bij het antwoord

Komt u uit op een geheel bedrag? Vul twee nullen achter de komma in.

Komt u uit op een niet geheel bedrag? Vul twee cijfers achter de komma in.

Antwoord vraag 23

Het juiste antwoord is: €102.842,967

Martin heeft een jaarinkomen van €25.000 inclusief vakantiegeld. Voor alleenstaanden met een inkomen tussen de €21.000 en €31.000 mag het financieringslastpercentage met maximaal 3% worden verhoogd. Het financieringslastpercentage mag niet hoger zijn dan het percentage dat hoort bij een toetsinkomen van €31.000.

Het financieringslastenpercentage van Martin wordt dan 26,5%.

Het financieringslastenpercentage bij een toetsinkomen van €25.000 bedraagt 24%. Dit mag met maximaal 3%

worden verhoogd, maar niet hoger zijn dan het percentage dat hoort bij een toetsinkomen van €31.000. Bij een toetsinkomen van €31.000 hoort een financieringslastenpercentage van 26,5%.

De berekening is als volgt:

€25.000 x 26,5% = €6.625 / 12 = €552,083333 (verantwoorde maandelijkse woonlast)

€552,083333 x 186,2816 (annuïteit bij 5%) = €102.842,97

(18)

Vraag 24

Patricia wil graag een consumptief krediet afsluiten.

De volgende gegevens zijn over Patricia bekend:

- Zij is alleenstaande moeder van een dochter van vijf jaar, zij ontvangt geen alimentatie.

- Haar maandinkomen is: €4.090 bruto. Dat is €2.900 netto.

- Haar bruto hypotheeklast is: €800 per maand.

- Lening elders: €100 per maand.

Houd rekening met de volgende gegevens:

- Basisnorm: €903.

- Basishuur: €229.

- Extra buffer: €226.

- Modaal bruto inkomen: €2.700 per maand.

Hoeveel is zijn maximale leencapaciteit?

Toelichting bij het antwoord

Komt u uit op een geheel bedrag? Vul twee nullen achter de komma in.

Komt u uit op een niet geheel bedrag? Vul twee cijfers achter de komma in.

Antwoord vraag 24

Het juiste antwoord is €36.290,00.

Algemene stappen/formules voor deze berekening:

1. Netto maandsalaris vaststellen.

2. Basisnorm vaststellen.

3. (Exclusief) leennorm berekenen: Leennorm = 0,15 x (het netto inkomen van de klant -/- basisnorm -/-basishuur) + basisnorm + buffer.

4. Afloscapaciteit = netto inkomen -/- leennorm -/- woonlasten -/- betaalde alimentatie -/- overige financieringslasten.

5. Maximaal te lenen = afloscapaciteit x 50.

Voor Patricia betekent dit:

1. Netto inkomen: €2.900.

2. Basisnorm: €903.

3. Leennorm: €903 + (15% x €2.900 -/- €229 -/- €903)) + €226 = €1.394,20.

4. Afloscapaciteit: €2.900 -/- €1.394,20 -/- €680 -/- €100 = €725,80. (De woonlasten zijn: €800 -/- 15% = €680. Zijn bruto inkomen is namelijk meer dan anderhalfmaal modaal).

5. Maximale leencapaciteit: €725,80 x 50 = €36.290.

(19)

Vraag 25

Casper heeft tien jaar terug een doorlopend krediet afgesloten. Nu is hij op 1 april 2020 zijn baan kwijtgeraakt en kan hij zijn lasten nog maar moeilijk betalen. Hij slaapt er slecht door en maakt zich druk om zijn financiële situatie.

Hij neemt daarom contact op met de kredietverstrekker.

Wat kan de kredietverstrekker in dit geval voor Casper betekenen?

A. De kredietverstrekker kan een opnameblokkade op het krediet plaatsen om verdere problemen te voorkomen.

B. De kredietverstrekker kan niets voor Casper doen. Hij heeft een overeenkomst gesloten en moet zich aan de daarin gemaakte afspraken houden.

C. De kredietverstrekker kan ervoor zorgen dat Casper met zijn doorlopend krediet kan overstappen naar een goedkopere kredietverstrekker.

Antwoord vraag 25

Het juiste antwoord is: de kredietverstrekker kan een opnameblokkade op het krediet plaatsen om verdere problemen te voorkomen. (A)

Met de invoering van de Gedragscode in 2019 en 2020 wordt de consument met een doorlopend krediet beter beschermd. Als sprake is van een problematische situatie, bijvoorbeeld bij achterstanden op andere kredieten, wordt het krediet geblokkeerd voor vervolgopnames. Hiermee wordt voorkomen dat de consument in een problematische schuldensituatie terecht komt. De kredietverstrekker is vanuit zijn zorgplicht verplicht om met de consument mee te denken en te kijken naar een mogelijke oplossing. Het mogelijk maken van een overstap naar een goedkopere kredietverstrekker is geen maatregel die de kredietverstrekker kan nemen, dit is aan de kredietverstrekker waar Casper eventueel naar toe over wil stappen.

Vraag 26

Pauline werkt als HR-adviseur bij een groot transportbedrijf. Zij verdient €90.000 per jaar. Pauline heeft een eigen woning en heeft de schuld al jaren geleden volledig afgelost. Zij heeft gehoord dat de Wet Hillen stap voor stap wordt afgebouwd. Zij neemt met jou (financieel adviseur Hypothecair krediet) contact op.

Welke financiële gevolgen heeft dit voor Pauline in 2020 ten opzichte van 2019?

A. Dit heeft geen impact op Pauline omdat zij haar schuld al volledig heeft afgelost.

B. Dit betekent dat Pauline meer moet gaan betalen. Het eigenwoningforfait wordt gedeeltelijk in rekening gebracht. Hierover betaalt Pauline belasting.

C. Dit betekent dat Pauline minder moet gaan betalen. Doordat zij de eigenwoning schuld volledig heeft afgelost wordt het eigenwoningforfait gedeeltelijk in mindering gebracht op haar inkomen.

Antwoord vraag 26

Het juiste antwoord is: dit betekent dat Pauline meer moet gaan betalen. Het eigenwoningforfait wordt gedeeltelijk in rekening gebracht. Hierover betaalt Pauline belasting. (B)

Het eigenwoningforfait (EWF) is een fiscale bijtelling op je belastbaar inkomen. Dit als een soort vergoeding voor het bezit van een eigen woning. De Belastingdienst ziet een eigen huis namelijk als een bron van inkomsten.

Wanneer een belastingplichtige geen of slechts een geringe eigenwoningschuld heeft, kan hij in aanmerking komen voor een extra aftrekpost.

(20)

Indien de voordelen uit eigen woning meer bedragen dan de aftrekbare kosten, komt men in aanmerking voor aftrek wegens geen of geringe eigenwoningschuld. Deze aftrek is gelijk aan de voordelen uit eigen woning verminderd met de aftrekbare kosten. Mensen met een kleine eigenwoningschuld worden via deze extra aftrek gestimuleerd om hun lening af te lossen.

Volgens het huidige kabinet is het stimuleren van aflossen niet langer nodig. Als je een nieuwe hypotheek afsluit, moet deze toch in dertig jaar worden afgelost om de rente te mogen aftrekken. Vanaf 1 januari 2019 wordt de aftrek voor de kleine woningschuld over 30 jaar afgebouwd. Het percentage neemt ieder jaar af met 3,33%. Vanaf 1 januari 2048 vervalt de aftrek helemaal.

Vraag 27 Casus Manon

Bijlage VFN Leennormen vanaf 1 januari 2020 (zie hoofdstuk 2 paragraaf 2.4)

Aanleiding voor gesprek met adviseur

Manon (48 jaar) kan moeilijk rondkomen en neemt contact op in een poging de lasten van haar lening te verlagen.

De adviseur inventariseert tijdens het gesprek met Manon onderstaande gegevens:

Persoonlijke en financiële gegevens

-Manon heeft twee kinderen (een tweeling) van twaalf jaar oud. Ze is sinds de dood van haar man alleenstaand;

-Manon werkt parttime in vaste loondienst;

-Het bruto maandinkomen van Manon is €2.600. Netto is dat €2.080.

-Ze betaalt €650 huur per maand.

-Ze heeft naast haar netto maandinkomen geen andere inkomsten.

Huidige schuldpositie

-De huidige schulden bedragen op dit moment nog €9.500.

-Ze heeft een Doorlopend Krediet met een kredietlimiet van €9.500 tegen een rente van 8%. Het uitstaand saldo is ook €9.500.

Wensen en doelstellingen

Voor Manon is het vooral belangrijk om minder rente te gaan betalen. Ze kan de huidige maandlast van €190 net betalen, maar kan dan bijna niets aflossen. Hierdoor blijft ze de schuld houden. Dit vindt ze erg vervelend.

De adviseur heeft een kredietverstrekker gevonden die een doorlopend krediet van €9.500 aanbiedt tegen een rente van 6%. Alle overige leningvoorwaarden zijn precies hetzelfde als bij haar huidige kredietverstrekker. De adviseur moet nog wel nagaan of de lening passend en verantwoord is voor Manon. De kredietverstrekker rekent met de exclusief normen.

(21)

Mag de adviseur de lening van Manon oversluiten?

A. Nee, Volgens de VFN-leennormen is de lening te hoog voor haar inkomen. Het is een adviseur in dat geval verboden de lening te verstrekken. Ook als het om het oversluiten van een lening gaat.

B. Ja, Volgens de VFN-leennormen is de lening passend en verantwoord bij haar inkomen. Het oversluiten is dus zondermeer toegestaan.

C. Ja, Volgens de VFN-leennormen is de lening weliswaar te hoog op basis van haar inkomen, maar omdat oversluiten in haar belang is, en als kan worden aangetoond dat ze de lasten kan betalen, is het toegestaan de lening te verstrekken.

Antwoord vraag 27

Het juiste antwoord is: ja, Volgens de VFN-leennormen is de lening weliswaar te hoog op basis van haar inkomen, maar omdat oversluiten in haar belang is, en als kan worden aangetoond dat ze de lasten kan betalen, is het toegestaan de lening te verstrekken. (C)

In bepaalde situaties wil de klant zijn bestaande consumptief krediet oversluiten naar een andere aanbieder.

Waarbij deze oversluiting aantoonbaar in het belang is van de klant, kan de kredietaanbieder er voor kiezen om een krediet toch aan te bieden aan de klant. Ook als er niet wordt voldaan aan de VFN leennormen. Om invulling te geven aan het klantbelang zal dan in ieder geval sprake moeten zijn van een lager rentepercentage voor de klant na oversluiting. Daarnaast is bij de vaststelling van het dienen van het klantbelang in ieder geval relevant in welke mate de oversluiting leidt tot verhoging van de kredietsom, verlaging van de aflossingscomponent of verzwaarde verzekeringsdekking in combinatie met adviesgerelateerde kosten.

(22)

Hoofdstuk 2 Bijlagen

2.1 Essentieel Informatiedocument

                             

(23)

2.2 Annuïteitentabel

(24)

2.3 Financieringslastenpercentages

Tabel 1. Financieringslastpercentages voor consumenten die de AOW-leeftijd nog niet hebben bereikt

Debetrente <=1,000

% 1,001–

1,500

% 1,501–

2,000

% 2,001–

2,500

% 2,501–

3,000

% 3,001–

3,500

% 3,501–

4,000

% 4,001–

4,500

% 4,501–

5,000

% 5,001–

5,500

% 5,501–

6,000

%

>=6,001

% toetsinkom

en

13,5% 14,0% 15,0% 15,5% 16,5% 17,0% 17,5% 18,5% 19,0% 19,5% 20,0% 20,5%

21.500 13,5% 14,0% 15,0% 15,5% 16,5% 17,0% 17,5% 18,5% 19,0% 19,5% 20,0% 20,5%

22.000 13,5% 14,5% 15,5% 16,0% 17,0% 18,0% 18,5% 19,0% 20,0% 20,5% 21,0% 21,5%

22.500 14,0% 14,5% 15,5% 16,5% 17,5% 18,5% 19,5% 20,0% 20,5% 21,5% 22,0% 22,5%

23.000 14,0% 15,0% 16,0% 17,0% 18,0% 19,0% 20,0% 21,0% 21,5% 22,0% 22,5% 23,5%

23.500 14,5% 15,5% 16,5% 17,5% 18,5% 19,5% 20,5% 21,5% 22,0% 23,0% 23,5% 24,0%

24.000 14,5% 16,0% 17,0% 18,0% 19,0% 20,0% 21,0% 22,0% 23,0% 23,5% 24,5% 25,0%

24.500 15,0% 16,0% 17,0% 18,0% 19,5% 20,5% 21,5% 22,5% 23,5% 24,5% 25,0% 25,5%

25.000 15,0% 16,5% 17,5% 18,5% 20,0% 21,0% 22,0% 23,0% 24,0% 25,0% 26,0% 26,5%

26.000 16,0% 17,0% 18,0% 19,0% 20,5% 21,5% 23,0% 24,0% 25,0% 26,0% 27,0% 28,0%

27.000 16,5% 17,5% 18,5% 19,5% 21,0% 22,5% 23,5% 25,0% 26,0% 27,0% 28,0% 29,0%

28.000 16,5% 18,0% 19,0% 20,0% 21,5% 22,5% 24,0% 25,5% 26,5% 27,5% 28,5% 29,5%

29.000 16,5% 18,0% 19,0% 20,0% 21,5% 23,0% 24,0% 25,5% 26,5% 27,5% 28,5% 29,5%

30.000 16,5% 18,0% 19,0% 20,0% 21,5% 23,0% 24,0% 25,5% 26,5% 27,5% 28,5% 29,5%

31.000 17,0% 18,5% 19,5% 20,5% 22,0% 23,0% 24,0% 25,5% 26,5% 27,5% 28,5% 29,5%

32.000 17,0% 18,5% 19,5% 20,5% 22,0% 23,0% 24,0% 25,5% 26,5% 27,5% 28,5% 29,5%

33.000 17,0% 18,5% 19,5% 20,5% 22,0% 23,0% 24,0% 25,5% 26,5% 27,5% 28,5% 29,5%

34.000 17,0% 18,5% 19,5% 20,5% 22,0% 23,0% 24,0% 25,5% 26,5% 27,5% 28,5% 29,5%

35.000 17,0% 18,5% 19,5% 20,5% 22,0% 23,0% 24,0% 25,5% 26,5% 27,5% 28,5% 29,5%

36.000 17,0% 18,5% 19,5% 20,5% 22,0% 23,0% 24,0% 25,5% 26,5% 27,5% 28,5% 29,5%

37.000 17,0% 18,5% 19,5% 20,5% 22,0% 23,0% 24,0% 25,5% 26,5% 27,5% 28,5% 29,5%

38.000 17,0% 18,5% 19,5% 20,5% 22,0% 23,0% 24,0% 25,5% 26,5% 27,5% 28,5% 29,5%

39.000 17,0% 18,5% 19,5% 20,5% 22,0% 23,0% 24,0% 25,5% 26,5% 27,5% 28,5% 29,5%

40.000 17,0% 18,5% 19,5% 20,5% 22,0% 23,0% 24,0% 25,5% 26,5% 27,5% 28,5% 29,5%

41.000 17,0% 18,5% 19,5% 20,5% 22,0% 23,0% 24,0% 25,5% 26,5% 27,5% 28,5% 29,5%

42.000 17,0% 18,5% 19,5% 20,5% 22,0% 23,0% 24,0% 25,5% 26,5% 27,5% 28,5% 29,5%

43.000 17,0% 18,5% 19,5% 20,5% 22,0% 23,0% 24,0% 25,5% 26,5% 27,5% 28,5% 29,5%

44.000 17,0% 18,5% 19,5% 20,5% 22,0% 23,0% 24,0% 25,5% 26,5% 27,5% 28,5% 29,5%

45.000 17,5% 18,5% 19,5% 20,5% 22,0% 23,0% 24,0% 25,5% 26,5% 27,5% 28,5% 29,5%

46.000 17,5% 18,5% 19,5% 20,5% 22,0% 23,0% 24,0% 25,5% 26,5% 27,5% 28,5% 29,5%

47.000 17,5% 18,5% 19,5% 20,5% 22,0% 23,0% 24,0% 25,5% 26,5% 27,5% 28,5% 29,5%

48.000 17,5% 18,5% 19,5% 20,5% 22,0% 23,5% 24,5% 25,5% 26,5% 27,5% 28,5% 29,5%

49.000 17,5% 18,5% 19,5% 20,5% 22,0% 23,5% 24,5% 25,5% 26,5% 27,5% 28,5% 29,5%

50.000 17,5% 19,0% 20,0% 21,0% 22,0% 23,5% 24,5% 25,5% 26,5% 27,5% 28,5% 29,5%

51.000 18,0% 19,0% 20,0% 21,0% 22,0% 23,5% 24,5% 25,5% 26,5% 27,5% 28,5% 29,5%

52.000 18,0% 19,0% 20,0% 21,0% 22,0% 23,5% 24,5% 25,5% 26,5% 27,5% 28,5% 29,5%

(25)

53.000 18,0% 19,0% 20,0% 21,0% 22,5% 23,5% 24,5% 26,0% 26,5% 27,5% 28,5% 29,5%

54.000 18,0% 19,0% 20,0% 21,0% 22,5% 23,5% 24,5% 26,0% 27,0% 27,5% 28,5% 30,0%

55.000 18,0% 19,0% 20,0% 21,0% 22,5% 23,5% 24,5% 26,0% 27,0% 28,0% 28,5% 30,0%

56.000 18,0% 19,5% 20,5% 21,5% 22,5% 23,5% 24,5% 26,0% 27,0% 28,0% 29,0% 30,0%

57.000 18,5% 19,5% 20,5% 21,5% 23,0% 24,0% 25,0% 26,0% 27,5% 28,5% 29,0% 30,0%

58.000 18,5% 20,0% 21,0% 22,0% 23,0% 24,0% 25,0% 26,5% 27,5% 28,5% 29,5% 30,5%

59.000 19,0% 20,0% 21,0% 22,0% 23,5% 24,5% 25,5% 26,5% 27,5% 28,5% 29,5% 30,5%

60.000 19,0% 20,0% 21,0% 22,0% 23,5% 24,5% 25,5% 27,0% 27,5% 28,5% 29,5% 31,0%

61.000 19,0% 20,5% 21,5% 22,5% 23,5% 25,0% 26,0% 27,0% 28,0% 29,0% 30,0% 31,0%

62.000 19,5% 20,5% 21,5% 23,0% 24,0% 25,0% 26,0% 27,0% 28,0% 29,0% 30,0% 31,0%

63.000 19,5% 20,5% 21,5% 23,0% 24,0% 25,5% 26,5% 27,5% 28,5% 29,5% 30,5% 31,0%

64.000 19,5% 21,0% 22,0% 23,0% 24,5% 25,5% 26,5% 27,5% 28,5% 29,5% 30,5% 31,5%

65.000 20,0% 21,0% 22,0% 23,5% 24,5% 25,5% 27,0% 28,0% 29,0% 30,0% 31,0% 31,5%

66.000 20,0% 21,0% 22,0% 23,5% 24,5% 26,0% 27,0% 28,0% 29,0% 30,0% 31,0% 32,0%

67.000 20,0% 21,0% 22,5% 23,5% 25,0% 26,0% 27,0% 28,5% 29,5% 30,5% 31,0% 32,0%

68.000 20,5% 21,5% 22,5% 24,0% 25,0% 26,0% 27,5% 28,5% 29,5% 30,5% 31,5% 32,5%

69.000 20,5% 21,5% 22,5% 24,0% 25,0% 26,5% 27,5% 28,5% 29,5% 30,5% 31,5% 32,5%

70.000 20,5% 21,5% 23,0% 24,0% 25,5% 26,5% 27,5% 29,0% 30,0% 31,0% 32,0% 32,5%

71.000 20,5% 21,5% 23,0% 24,0% 25,5% 26,5% 28,0% 29,0% 30,0% 31,0% 32,0% 33,0%

72.000 20,5% 21,5% 23,0% 24,5% 25,5% 27,0% 28,0% 29,0% 30,0% 31,0% 32,0% 33,0%

73.000 20,5% 22,0% 23,0% 24,5% 25,5% 27,0% 28,0% 29,0% 30,5% 31,5% 32,5% 33,0%

74.000 20,5% 22,0% 23,0% 24,5% 26,0% 27,0% 28,0% 29,5% 30,5% 31,5% 32,5% 33,5%

75.000 20,5% 22,0% 23,5% 24,5% 26,0% 27,0% 28,5% 29,5% 30,5% 31,5% 32,5% 33,5%

76.000 20,5% 22,0% 23,5% 24,5% 26,0% 27,0% 28,5% 29,5% 30,5% 31,5% 32,5% 33,5%

77.000 20,5% 22,0% 23,5% 25,0% 26,0% 27,5% 28,5% 29,5% 31,0% 32,0% 33,0% 34,0%

78.000 21,0% 22,0% 23,5% 25,0% 26,0% 27,5% 28,5% 30,0% 31,0% 32,0% 33,0% 34,0%

79.000 21,0% 22,0% 23,5% 25,0% 26,5% 27,5% 29,0% 30,0% 31,0% 32,0% 33,0% 34,0%

80.000 21,0% 22,0% 23,5% 25,0% 26,5% 27,5% 29,0% 30,0% 31,0% 32,0% 33,0% 34,0%

81.000 21,0% 22,0% 23,5% 25,0% 26,5% 28,0% 29,0% 30,0% 31,5% 32,5% 33,5% 34,5%

82.000 21,0% 22,0% 23,5% 25,0% 26,5% 28,0% 29,0% 30,5% 31,5% 32,5% 33,5% 34,5%

83.000 21,0% 22,0% 23,5% 25,0% 26,5% 28,0% 29,0% 30,5% 31,5% 32,5% 33,5% 34,5%

84.000 21,0% 22,0% 23,5% 25,0% 26,5% 28,0% 29,5% 30,5% 31,5% 32,5% 33,5% 34,5%

85.000 21,0% 22,0% 23,5% 25,0% 26,5% 28,0% 29,5% 30,5% 31,5% 33,0% 34,0% 35,0%

86.000 21,0% 22,0% 23,5% 25,0% 26,5% 28,0% 29,5% 30,5% 32,0% 33,0% 34,0% 35,0%

87.000 21,0% 22,0% 23,5% 25,0% 26,5% 28,0% 29,5% 31,0% 32,0% 33,0% 34,0% 35,0%

88.000 21,0% 22,0% 23,5% 25,0% 26,5% 28,0% 29,5% 31,0% 32,0% 33,0% 34,0% 35,0%

89.000 21,5% 22,0% 23,5% 25,0% 26,5% 28,0% 29,5% 31,0% 32,0% 33,0% 34,0% 35,0%

90.000 21,5% 22,5% 23,5% 25,0% 26,5% 28,0% 29,5% 31,0% 32,0% 33,5% 34,5% 35,5%

91.000 21,5% 22,5% 24,0% 25,0% 26,5% 28,0% 29,5% 31,0% 32,5% 33,5% 34,5% 35,5%

92.000 21,5% 22,5% 24,0% 25,5% 26,5% 28,0% 29,5% 31,0% 32,5% 33,5% 34,5% 35,5%

93.000 21,5% 22,5% 24,0% 25,5% 26,5% 28,0% 29,5% 31,0% 32,5% 33,5% 34,5% 35,5%

(26)

94.000 21,5% 22,5% 24,0% 25,5% 27,0% 28,0% 29,5% 31,0% 32,5% 33,5% 34,5% 35,5%

95.000 21,5% 22,5% 24,0% 25,5% 27,0% 28,0% 29,5% 31,0% 32,5% 33,5% 35,0% 36,0%

96.000 21,5% 22,5% 24,0% 25,5% 27,0% 28,0% 29,5% 31,0% 32,5% 34,0% 35,0% 36,0%

97.000 21,5% 22,5% 24,0% 25,5% 27,0% 28,5% 29,5% 31,0% 32,5% 34,0% 35,0% 36,0%

98.000 21,5% 22,5% 24,0% 25,5% 27,0% 28,5% 29,5% 31,0% 32,5% 34,0% 35,0% 36,0%

99.000 21,5% 22,5% 24,0% 25,5% 27,0% 28,5% 30,0% 31,0% 32,5% 34,0% 35,0% 36,0%

100.000 21,5% 22,5% 24,0% 25,5% 27,0% 28,5% 30,0% 31,0% 32,5% 34,0% 35,0% 36,5%

101.000 22,0% 23,0% 24,0% 25,5% 27,0% 28,5% 30,0% 31,0% 32,5% 34,0% 35,5% 36,5%

102.000 22,0% 23,0% 24,5% 25,5% 27,0% 28,5% 30,0% 31,0% 32,5% 34,0% 35,5% 36,5%

103.000 22,0% 23,0% 24,5% 26,0% 27,0% 28,5% 30,0% 31,5% 33,0% 34,5% 35,5% 36,5%

104.000 22,0% 23,0% 24,5% 26,0% 27,5% 28,5% 30,0% 31,5% 33,0% 34,5% 35,5% 36,5%

105.000 22,0% 23,0% 24,5% 26,0% 27,5% 28,5% 30,0% 31,5% 33,0% 34,5% 35,5% 36,5%

106.000 22,0% 23,0% 24,5% 26,0% 27,5% 29,0% 30,0% 31,5% 33,0% 34,5% 35,5% 36,5%

107.000 22,0% 23,0% 24,5% 26,0% 27,5% 29,0% 30,0% 31,5% 33,0% 34,5% 35,5% 36,5%

108.000 22,0% 23,0% 24,5% 26,0% 27,5% 29,0% 30,0% 31,5% 33,0% 34,5% 35,5% 37,0%

109.000 22,0% 23,0% 24,5% 26,0% 27,5% 29,0% 30,5% 31,5% 33,0% 34,5% 36,0% 37,0%

110.000 22,0% 23,0% 24,5% 26,0% 27,5% 29,0% 30,5% 31,5% 33,0% 34,5% 36,0% 37,0%

(27)

Tabel 2. Financieringslastpercentages voor consumenten die de AOW-leeftijd reeds hebben bereikt

Debetrente <=1,000

% 1,001–

1,500

% 1,501–

2,000

% 2,001–

2,500

% 2,501–

3,000

% 3,001–

3,500

% 3,501–

4,000

% 4,001–

4,500

% 4,501–

5,000

% 5,001–

5,500

% 5,501–

6,000

%

>=6,001

% toetsinkom

en

15,5% 16,0% 16,5% 16,5% 17,0% 17,0% 17,5% 17,5% 17,5% 18,0% 18,0% 18,0%

21.500 15,5% 16,0% 16,5% 16,5% 17,0% 17,0% 17,5% 17,5% 17,5% 18,0% 18,0% 18,0%

22.000 16,5% 17,0% 17,5% 18,0% 18,0% 18,5% 18,5% 19,0% 19,0% 19,0% 19,5% 19,5%

22.500 17,5% 18,0% 18,5% 19,0% 19,5% 19,5% 20,0% 20,0% 20,5% 20,5% 20,5% 21,0%

23.000 18,0% 19,0% 19,5% 20,0% 20,5% 21,0% 21,0% 21,5% 21,5% 22,0% 22,0% 22,0%

23.500 19,0% 19,5% 20,5% 21,0% 21,5% 22,0% 22,0% 22,5% 23,0% 23,0% 23,0% 23,5%

24.000 19,5% 20,0% 21,0% 21,5% 22,0% 22,5% 23,0% 23,5% 23,5% 24,0% 24,0% 24,5%

24.500 19,5% 20,5% 21,0% 22,0% 22,5% 23,0% 23,5% 24,0% 24,0% 24,5% 25,0% 25,0%

25.000 20,0% 20,5% 21,5% 22,0% 23,0% 23,5% 24,0% 24,5% 24,5% 25,0% 25,5% 25,5%

26.000 20,0% 21,0% 22,0% 23,0% 23,5% 24,0% 24,5% 25,0% 25,5% 26,0% 26,5% 26,5%

27.000 20,5% 21,5% 22,5% 23,5% 24,0% 25,0% 25,5% 26,0% 26,5% 27,0% 27,5% 27,5%

28.000 20,5% 21,5% 22,5% 23,5% 24,5% 25,5% 26,0% 26,5% 27,0% 27,5% 28,0% 28,5%

29.000 21,0% 22,0% 23,0% 24,0% 25,0% 25,5% 26,5% 27,0% 28,0% 28,5% 29,0% 29,5%

30.000 21,0% 22,0% 23,0% 24,0% 25,0% 26,0% 27,0% 27,5% 28,0% 29,0% 29,5% 30,0%

31.000 21,5% 22,5% 23,5% 24,5% 25,5% 26,5% 27,5% 28,5% 29,0% 30,0% 30,5% 31,0%

32.000 21,5% 22,5% 24,0% 25,0% 26,0% 27,0% 28,0% 28,5% 29,5% 30,0% 31,0% 31,5%

33.000 21,5% 23,0% 24,0% 25,0% 26,0% 27,0% 28,0% 29,0% 29,5% 30,5% 31,0% 31,5%

34.000 21,5% 23,0% 24,0% 25,0% 26,5% 27,5% 28,0% 29,0% 30,0% 30,5% 31,5% 32,0%

35.000 21,5% 23,0% 24,0% 25,0% 26,5% 27,5% 28,5% 29,5% 30,0% 31,0% 31,5% 32,5%

36.000 22,0% 23,0% 24,0% 25,5% 26,5% 27,5% 28,5% 29,5% 30,5% 31,0% 32,0% 32,5%

37.000 22,0% 23,0% 24,0% 25,5% 26,5% 27,5% 28,5% 29,5% 30,5% 31,5% 32,0% 32,5%

38.000 22,5% 23,5% 24,5% 25,5% 26,5% 27,5% 28,5% 29,5% 30,5% 31,5% 32,0% 33,0%

39.000 22,5% 23,5% 24,5% 25,5% 26,5% 27,5% 28,5% 29,5% 30,5% 31,5% 32,5% 33,0%

40.000 22,5% 23,5% 24,5% 25,5% 26,5% 27,5% 28,5% 29,5% 30,5% 31,5% 32,5% 33,0%

41.000 23,0% 24,0% 25,0% 26,0% 27,0% 27,5% 28,5% 29,5% 30,5% 31,5% 32,5% 33,0%

42.000 23,0% 24,0% 25,0% 26,0% 27,0% 28,0% 29,0% 29,5% 30,5% 31,5% 32,5% 33,0%

43.000 23,5% 24,5% 25,5% 26,5% 27,5% 28,0% 29,0% 30,0% 31,0% 31,5% 32,5% 33,5%

44.000 24,0% 25,0% 26,0% 27,0% 28,0% 28,5% 29,5% 30,5% 31,0% 32,0% 33,0% 33,5%

45.000 24,0% 25,5% 26,5% 27,5% 28,5% 29,0% 30,0% 31,0% 31,5% 32,5% 33,5% 34,0%

46.000 24,0% 25,5% 27,0% 28,0% 29,0% 30,0% 30,5% 31,5% 32,5% 33,0% 34,0% 34,5%

47.000 24,0% 25,5% 27,0% 28,5% 29,5% 30,5% 31,5% 32,0% 33,0% 34,0% 34,5% 35,5%

48.000 24,5% 26,0% 27,5% 29,0% 30,0% 31,0% 32,0% 32,5% 33,5% 34,0% 35,0% 36,0%

49.000 24,5% 26,0% 27,5% 29,0% 30,5% 31,5% 32,5% 33,0% 34,0% 34,5% 35,5% 36,0%

50.000 24,5% 26,0% 27,5% 29,0% 30,5% 32,0% 33,0% 33,5% 34,5% 35,0% 36,0% 36,5%

51.000 24,5% 26,0% 27,5% 29,0% 30,5% 32,0% 33,0% 34,0% 35,0% 35,5% 36,5% 37,0%

(28)

52.000 24,5% 26,0% 27,5% 29,0% 30,5% 32,0% 33,5% 34,5% 35,5% 36,0% 37,0% 37,5%

53.000 24,5% 26,0% 27,5% 29,0% 30,5% 32,0% 33,5% 35,0% 36,0% 36,5% 37,5% 38,0%

54.000 25,0% 26,5% 28,0% 29,5% 31,0% 32,5% 34,5% 35,5% 36,0% 37,0% 37,5% 38,5%

55.000 25,0% 26,5% 28,0% 29,5% 31,0% 32,5% 34,5% 36,0% 36,5% 37,5% 38,0% 39,0%

56.000 25,0% 26,5% 28,0% 29,5% 31,0% 32,5% 34,5% 36,0% 37,0% 38,0% 38,5% 39,0%

57.000 25,0% 26,5% 28,0% 29,5% 31,0% 32,5% 34,5% 36,0% 37,5% 38,0% 39,0% 39,5%

58.000 25,0% 27,0% 28,5% 30,0% 31,5% 33,0% 34,5% 36,0% 37,5% 38,5% 39,5% 40,0%

59.000 25,0% 27,0% 28,5% 30,0% 31,5% 33,0% 34,5% 36,0% 37,5% 39,0% 39,5% 40,5%

60.000 25,5% 27,0% 28,5% 30,0% 31,5% 33,0% 34,5% 36,0% 37,5% 39,0% 40,0% 40,5%

61.000 25,5% 27,0% 28,5% 30,0% 31,5% 33,0% 34,5% 36,0% 37,5% 39,0% 40,5% 41,0%

62.000 25,5% 27,0% 28,5% 30,0% 31,5% 33,0% 34,5% 36,0% 37,5% 39,0% 40,5% 41,5%

63.000 25,5% 27,0% 28,5% 30,0% 31,5% 33,5% 34,5% 36,0% 37,5% 39,0% 40,5% 41,5%

64.000 25,5% 27,0% 28,5% 30,0% 31,5% 33,5% 35,0% 36,0% 37,5% 39,0% 40,5% 42,0%

65.000 25,5% 27,0% 28,5% 30,0% 31,5% 33,5% 35,0% 36,0% 38,0% 39,0% 40,5% 42,5%

66.000 25,5% 27,0% 28,5% 30,0% 31,5% 33,5% 35,0% 36,0% 38,0% 39,0% 40,5% 42,5%

67.000 26,0% 27,0% 28,5% 30,0% 32,0% 33,5% 35,0% 36,0% 38,0% 39,5% 40,5% 42,5%

68.000 26,0% 27,5% 29,0% 30,5% 32,0% 33,5% 35,0% 36,5% 38,0% 39,5% 40,5% 42,5%

69.000 26,0% 27,5% 29,0% 30,5% 32,0% 33,5% 35,0% 36,5% 38,5% 39,5% 41,0% 42,5%

70.000 26,0% 27,5% 29,0% 31,0% 32,5% 33,5% 35,0% 36,5% 38,5% 40,0% 41,0% 42,5%

71.000 26,5% 28,0% 29,5% 31,0% 32,5% 34,0% 35,5% 37,0% 38,5% 40,0% 41,5% 42,5%

72.000 26,5% 28,0% 29,5% 31,0% 32,5% 34,0% 35,5% 37,0% 38,5% 40,0% 41,5% 42,5%

73.000 26,5% 28,0% 29,5% 31,0% 32,5% 34,0% 35,5% 37,0% 38,5% 40,0% 41,5% 43,0%

74.000 26,5% 28,0% 30,0% 31,5% 33,0% 34,5% 36,0% 37,0% 38,5% 40,0% 41,5% 43,0%

75.000 26,5% 28,5% 30,0% 31,5% 33,0% 34,5% 36,0% 37,5% 38,5% 40,0% 41,5% 43,0%

76.000 26,5% 28,5% 30,0% 31,5% 33,0% 34,5% 36,0% 37,5% 39,0% 40,0% 41,5% 43,0%

77.000 27,0% 28,5% 30,0% 31,5% 33,0% 34,5% 36,0% 37,5% 39,0% 40,5% 41,5% 43,0%

78.000 27,0% 28,5% 30,0% 32,0% 33,5% 35,0% 36,5% 37,5% 39,0% 40,5% 41,5% 43,0%

79.000 27,0% 28,5% 30,5% 32,0% 33,5% 35,0% 36,5% 38,0% 39,0% 40,5% 41,5% 43,0%

80.000 27,0% 28,5% 30,5% 32,0% 33,5% 35,0% 36,5% 38,0% 39,0% 40,5% 42,0% 43,0%

81.000 27,0% 28,5% 30,5% 32,0% 33,5% 35,0% 36,5% 38,0% 39,5% 40,5% 42,0% 43,0%

82.000 27,0% 28,5% 30,5% 32,0% 34,0% 35,5% 36,5% 38,0% 39,5% 40,5% 42,0% 43,0%

83.000 27,0% 28,5% 30,5% 32,0% 34,0% 35,5% 37,0% 38,0% 39,5% 41,0% 42,0% 43,5%

84.000 27,0% 28,5% 30,5% 32,0% 34,0% 35,5% 37,0% 38,5% 39,5% 41,0% 42,0% 43,5%

85.000 27,0% 28,5% 30,5% 32,0% 34,0% 35,5% 37,0% 38,5% 40,0% 41,0% 42,5% 43,5%

86.000 27,0% 28,5% 30,5% 32,0% 34,0% 35,5% 37,0% 38,5% 40,0% 41,0% 42,5% 43,5%

87.000 27,0% 28,5% 30,5% 32,0% 34,0% 35,5% 37,0% 38,5% 40,0% 41,5% 42,5% 43,5%

88.000 27,0% 28,5% 30,5% 32,0% 34,0% 35,5% 37,0% 38,5% 40,0% 41,5% 42,5% 44,0%

89.000 27,0% 28,5% 30,5% 32,0% 34,0% 35,5% 37,0% 38,5% 40,0% 41,5% 42,5% 44,0%

90.000 27,0% 28,5% 30,5% 32,0% 34,0% 35,5% 37,0% 38,5% 40,0% 41,5% 43,0% 44,0%

91.000 27,5% 28,5% 30,5% 32,5% 34,0% 35,5% 37,0% 38,5% 40,0% 41,5% 43,0% 44,0%

92.000 27,5% 28,5% 30,5% 32,5% 34,0% 35,5% 37,0% 38,5% 40,0% 41,5% 43,0% 44,0%

(29)

93.000 27,5% 28,5% 30,5% 32,5% 34,0% 35,5% 37,0% 38,5% 40,0% 41,5% 43,0% 44,0%

94.000 27,5% 28,5% 30,5% 32,5% 34,0% 35,5% 37,0% 38,5% 40,0% 41,5% 43,0% 44,0%

95.000 27,5% 28,5% 30,5% 32,5% 34,0% 35,5% 37,0% 38,5% 40,0% 41,5% 43,0% 44,0%

96.000 27,5% 28,5% 30,5% 32,5% 34,0% 35,5% 37,0% 38,5% 40,0% 41,5% 43,0% 44,0%

97.000 27,5% 28,5% 30,5% 32,5% 34,0% 35,5% 37,0% 38,5% 40,0% 41,5% 43,0% 44,0%

98.000 27,5% 28,5% 30,5% 32,5% 34,0% 35,5% 37,0% 38,5% 40,0% 41,5% 43,0% 44,0%

99.000 27,5% 28,5% 30,5% 32,5% 34,0% 35,5% 37,0% 38,5% 40,0% 41,5% 43,0% 44,0%

100.000 27,5% 28,5% 30,5% 32,5% 34,0% 35,5% 37,0% 38,5% 40,0% 41,5% 43,0% 44,0%

101.000 27,5% 28,5% 30,5% 32,5% 34,0% 35,5% 37,0% 38,5% 40,0% 41,5% 43,0% 44,5%

102.000 27,5% 28,5% 30,5% 32,5% 34,0% 35,5% 37,0% 38,5% 40,0% 41,5% 43,0% 44,5%

103.000 27,5% 28,5% 30,5% 32,5% 34,0% 35,5% 37,0% 38,5% 40,0% 41,5% 43,0% 44,5%

104.000 27,5% 28,5% 30,5% 32,5% 34,0% 35,5% 37,0% 38,5% 40,0% 41,5% 43,0% 44,5%

105.000 27,5% 28,5% 30,5% 32,5% 34,0% 35,5% 37,0% 38,5% 40,0% 41,5% 43,0% 44,5%

106.000 27,5% 28,5% 30,5% 32,5% 34,0% 35,5% 37,0% 38,5% 40,0% 41,5% 43,0% 44,5%

107.000 27,5% 28,5% 30,5% 32,5% 34,0% 35,5% 37,0% 38,5% 40,0% 41,5% 43,0% 44,5%

108.000 27,5% 28,5% 30,5% 32,5% 34,0% 35,5% 37,0% 38,5% 40,0% 41,5% 43,0% 44,5%

109.000 27,5% 28,5% 30,5% 32,5% 34,0% 35,5% 37,0% 38,5% 40,0% 41,5% 43,0% 44,5%

110.000 27,5% 28,5% 30,5% 32,5% 34,0% 35,5% 37,0% 38,5% 40,0% 41,5% 43,0% 44,5%

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

De eigen woning blijft voor een periode van maximaal twee jaar aangemerkt als een eigen woning in de situatie dat de belastingplichtige niet langer de woning bewoont (in het kader

Michel (26 jaar) wil graag zijn eerste woning gaan kopenA. Michel werkt als

Barron heeft een spaarrekening, de rente op deze rekening is 0,25% per jaar.. Ook heeft hij een beleggersrekening met een

Het juiste antwoord is: wanneer Tina ziek is hoeft de werkgever niet langer twee jaar loon door te betalen, maar is deze periode verkort naar maximaal dertien

Het juiste antwoord is: het totale leenbedrag dat wordt geregistreerd is 65% van de maandtermijn x het aantal maanden van het

Het juiste antwoord is: wanneer Tina ziek is hoeft de werkgever niet langer twee jaar loon door te betalen, maar is deze periode verkort naar maximaal dertien

Het juiste antwoord is: de reden dat u dit formulier nu in moet vullen, heeft te maken met het feit dat jullie nieuwe klanten zijn.. Door middel van het formulier kan

Indien de belastingplichtige tijdelijk elders verblijft wordt de woning toch nog als eigen woning aangemerkt indien die woning gedurende minimaal 1 jaar op basis van de