• No results found

Wft Inkomen. Examentraining PE - antwoorden en uitwerkingen

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Wft Inkomen. Examentraining PE - antwoorden en uitwerkingen"

Copied!
17
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Wft Inkomen

Examentraining PE - antwoorden en uitwerkingen

(2)

Inhoudsopgave

Hoofdstuk 1 Antwoorden - uitwerkingen 3

1.1 Kennisvragen Wft Basis - antwoorden 3

1.2 Vaardigheidsvragen Wft Basis - antwoorden 10

1.2.1 Casus Jonas 10

1.2.2 Casus Manou en Tim 11

1.3 Vaardigheidsvragen Wft Inkomen - antwoorden - uitwerkingen 12

1.3.1 Casus Klaas Groen 12

1.3.2 Casus Chanelle Veenstra 14

1.3.3 Casus Vink Visvoeder 15

1.3.4 Casus Joyce Verhiest 16

(3)

Hoofdstuk 1 Antwoorden - uitwerkingen

1.1 Kennisvragen Wft Basis - antwoorden

Vraag 1

Heleen werkt al 20 jaar bij de bank en functioneert naar alle tevredenheid. Daarom heeft haar leidinggevende besloten haar een bonus uit te keren. Hoe hoog mag deze bonus maximaal zijn?

A. 20% van de vaste beloning.

B. 25% van de vaste beloning.

C. 100% van de vaste beloning.

Antwoord vraag 1

Het juiste antwoord is: 20% van de vaste beloning. (A)

Een beheerst beloningsbeleid houdt onder andere in dat een bonus in beginsel niet hoger mag zijn dan 20% van de vaste beloning. Deze maatregel is van toepassing op iedereen die in de financiële sector werkt.

Vraag 2

Met ingang van 1 januari 2017 zijn er een aantal belangrijke wijzigingen doorgevoerd in box 3. Wat is een voorbeeld van een wijziging die is doorgevoerd?

A. Het belastingtarief in box 3 is aangepast.

B. Alleen het daadwerkelijk behaalde rendement op het vermogen in box 3 wordt belast.

C. Het heffingsvrij vermogen is naar boven bijgesteld.

Antwoord vraag 2

Het juiste antwoord is: het heffingsvrij vermogen is naar boven bijgesteld. (C)

Met ingang van 1 januari 2017 zijn er een aantal zaken gewijzigd in box 3. Een daarvan is dat het heffingsvrij vermogen naar boven is bijgesteld en voor 2017 op € 25.000 uitkwam. In 2018 is dit verder verhoogd naar € 30.000.

Het belastingtarief in box 3 is gelijk gebleven, namelijk 30%. De wijze waarop het forfaitaire rendement wordt berekend is wel aangepast. Hierbij wordt niet uitgegaan van een daadwerkelijk behaald rendement, maar van een fictief rendement.

Vraag 3

De Belastingdienst komt er in 2018 achter dat Giovanni spaargeld, wat hij in het buitenland heeft ondergebracht, heeft verzwegen voor de Belastingdienst.

Hoe hoog bedraagt de boete die de Belastingdienst Giovanni kan opleggen?

A. 60%.

B. 120%

C. 300%

Antwoord vraag 3

Het juiste antwoord is: 300%. (C)

De inkeerregeling voor zwartspaarders is op 1 januari 2018 vervallen. Dat betekent dat de boete voor zwartspaarders weer terug is op het oude niveau van maximaal 300%.

(4)

Radstaat BV heeft zijn pensioenregeling ondergebracht bij een Algemeen Pensioenfonds. De pensioenregeling valt onder collectiviteitskring I. De bijdrage voor deze collectiviteitskring wordt verhoogd, wat kan hiervan de reden zijn?

A. Een van de andere collectiviteitskringen komt geld tekort.

B. De dekkingsgraad van de collectiviteitskring is te laag.

C. Het aantal deelnemers aan de collectiviteitskring is gedaald.

Antwoord vraag 4

Het juiste antwoord is: de dekkingsgraad van de collectiviteitskring is te laag. (B)

Collectiviteitskringen hebben onderling geen invloed op elkaar. De pensioenbeleggingen van de ene kring zijn strikt gescheiden van de andere kring. Op die manier worden de risico’s ook van elkaar gescheiden. Per collectiviteitskring wordt gekeken of de dekkingsgraad voldoende is en of het eigen vermogen aan de eisen voldoet. Is de dekkingsgraad te laag dan kan het zijn dat de bijdrage toeneemt.

Vraag 5

Het Kifid heeft een nieuwe visie op klachtenbehandeling geformuleerd. Wat houdt dit in?

A. Dat klachten voortaan altijd in behandeling worden genomen, onafhankelijk van de inhoud van de klacht.

B. Dat klanten hun klacht niet meer eerst bij de financiële dienstverlener hoeven neer te leggen.

C. Klanten worden beter begeleid bij de behandeling van hun klacht.

Antwoord vraag 5

Het juiste antwoord is: klanten worden beter begeleid bij de behandeling van hun klacht. (C)

Betere begeleiding van klanten bij de klachtenbehandeling staat centraal. Het Kifid wil meer compassie tonen voor mensen met klachten over de financiële dienstverlening. Daarbij wil Kifid in de klachtenprocedure sturend en actiever optreden en de daadwerkelijke klacht van de consument boven water krijgen. Klanten moeten altijd hun klacht voorleggen bij de financiële dienstverlener daarnaast moet een klacht altijd gegrond zijn, dit is onveranderd.

Vraag 6

Karim zit sinds kort in de Wsnp. De is de reden dat hij nu een leefgeldrekening krijgt. Welke van onderstaande faciliteiten hoort niet standaard bij deze rekening?

A. Betaalpas.

B. Betaalrekening.

C. Roodstandfaciliteit.

Antwoord vraag 6

Het juiste antwoord is: roodstandfaciliteit. (C)

Een leefgeldrekening is een eenvoudige betaalrekening, zonder roodstandfaciliteit, maar met een bankpas. Vaak worden dergelijke rekeningen aangehouden in verband met bijvoorbeeld een onder bewindstelling of een Wet schuldsanering natuurlijke personen (Wsnp). De leefgeldrekening is in dergelijke situaties van belang, omdat het de onder bewind gestelde helpt om zijn financiële situatie weer op orde te krijgen. De leefgeldrekening is bedoeld om de rekeninghouder in zijn dagelijkse onderhoud te voorzien.

(5)

Kennisvragen Wft Inkomen - antwoorden

Vraag 7

Werkgever Pennenstreek BV biedt haar werknemers een WGA Hiaatverzekering uitgebreid aan. De premie wordt deels door Pennenstreek BV op het loon van de werknemers ingehouden. Het uit te betalen loon van werknemer Christel komt hierdoor onder het minimum loon uit. Is dit toegestaan?

A. Nee, dit is niet toegestaan.

B. Ja, dit is toegestaan omdat deze verzekering duidelijk in het voordeel is van Christel.

C. Dit is toegestaan tot maximaal 25% van het minimum loon.

Antwoord vraag 7

Het juiste antwoord is: nee, dit is niet toegestaan. (A)

In de Wet aanpak schijnconstructies is een verbod opgenomen voor inhoudingen op het minimum loon. De hoofdregel hierbij is dat de werkgever tenminste het (netto) minimumloon uitbetaalt. Inhoudingen zijn slechts in een aantal uitzonderingen toegestaan. Bijvoorbeeld een inhouding voor de kosten van huisvesting (onder voorwaarden tot maximaal 25% van het WML) en de kosten van een zorgverzekering. Daarnaast zijn inhoudingen op grond van een wettelijke basis toegestaan. Dit is bijvoorbeeld het geval bij pensioenpremies. De wettelijke basis is dan de Pensioenwet. De WGA Hiaatverzekering (standaardvariant) is in de regel onderdeel van de pensioenregeling en deze valt ook onder de Pensioenwet. Die premie mag dus wél worden ingehouden. Of een regeling is toegezegd op grond van de cao doet overigens niet ter zake.

Vraag 8

Op 1 juli 2017 is het Convenant Verzuimverzekeringen ingegaan. Welke verplichting heeft een verzuimverzekeraar op basis van dit convenant?

A. De verzekeraar moet al in de offerte aangeven in welke gevallen de toekomstige premie kan worden verhoogd.

B. De verzekeraar moet in de voorwaarden een Bonus/Malus tabel opnemen waarmee de gevolgen van een hoge schadelast voor de toekomstige premie kan worden bepaald.

C. De verzekeraar moet bij een schademelding de verzekeringnemer informeren welke gevolgen die schademelding heeft voor de toekomstige premie.

Antwoord vraag 8

Het juiste antwoord is: de verzekeraar moet al in de offerte aangeven in welke gevallen de toekomstige premie kan worden verhoogd. (A)

Verzekeraars hebben met het Convenant Verzuimverzekeringen toegezegd in het offerte stadium duidelijk te zijn over:

-het proces van premievaststelling;

-de wijze van premieberekening;

-de aangeboden dienstverlening.

Verzekeraars benoemen daarom in de offerte expliciet de volgende zaken:

-dat ze de premies kunnen aanpassen;

-wanneer ze dat doen;

-op basis waarvan;

-welke mogelijkheden de werkgever dan heeft.

(6)

Wilma (60 jaar) is zelfstandig onderneemster. In het verleden heeft zij een lijfrenteverzekering afgesloten.

Inmiddels heeft de polis een waarde van € 500.000. Ze heeft ook een AOV afgesloten. Hierop heeft ze alleen rubriek B verzekerd met een verzekerd bedrag van € 50.000 per jaar. De polis kent een eindleeftijd van 65 jaar en een eigen risico van 30 dagen. Wilma raakt arbeidsongeschikt en kan hierdoor twee maanden niet werken. Zij heeft gedurende die periode geen inkomen.

Welke van de volgende beweringen is in dit kader juist?

A. De AOV keert uit, maar Wilma moet dan wel rekening houden met het eigen risico. Het eigen risico kan zij opvullen door gedeeltelijk haar lijfrenteverzekering af te kopen.

B. Wilma kan haar lijfrenteverzekering zonder revisierente gedeeltelijk afkopen wegens arbeidsongeschiktheid.

De AOV keert niet uit.

C. De AOV keert niet uit. De lijfrente kan zij deels afkopen maar dan is zij wel revisierente verschuldigd.

Antwoord vraag 9

Het juiste antwoord is: de AOV keert niet uit. De lijfrente kan zij deels afkopen maar dan is zij wel revisierente verschuldigd. (C)

De AOV keert niet uit omdat Wilma alleen rubriek B verzekerd heeft. Rubriek B geeft dekking vanaf het tweede jaar van arbeidsongeschiktheid. De lijfrente kan zij wel afkopen, maar dat kan niet zonder revisierente.

Hiervoor is noodzakelijk dat zij langdurig arbeidsongeschikt is. Uit een doktersverklaring moet blijken dat er de arbeidsongeschiktheid nog minstens 12 maanden duurt.

Vraag 10

De Keizer BV is als grote werkgever sinds 1 januari 2015 eigenrisicodrager voor de WGA.

werknemer Jesse (24) had een tijdelijke arbeidsovereenkomst en zit sinds 4 september 2016 in de WGA;

werknemer Mark (42) had een vaste arbeidsovereenkomst en zit sinds 2 januari 2017 in de WGA;

voor beide werknemers geldt dat ze nog enkele jaren een WGA Vervolguitkering zullen ontvangen.

Voor welke werknemer(s) komen de WGA uitkeringslasten in 2018 voor rekening van De Keizer BV?

A. Alleen voor Jesse.

B. Alleen voor Mark.

C. Voor zowel Mark als Jesse.

Antwoord vraag 10

Het juiste antwoord is: alleen voor Mark. (B)

Tot 1 januari 2017 kon een werkgever alleen ERD zijn voor het WGA vast risico. Jesse had een tijdelijke

arbeidsovereenkomst. Hij viel dus niet onder het eigenrisicodragerschap. Zijn uitkeringslasten kwamen zodoende voor rekening van het UWV. De werkgever is sinds 1 januari 2017 eigenrisicodrager voor het gehele WGA risico (dus ook voor het voorheen WGA flex risico). De bestaande WGA flex uitkeringslasten blijven volledig achter bij het UWV.

De uitkeringslasten van Mark komen wel voor rekening van De Keizer. Hij heeft sinds 2017 recht op een WGA uitkering. Het dienstverband maakt hierbij vanaf 1 januari 2017 feitelijk niet meer uit.

(7)

Vraag 11

Michael (42) is op 1 april 2016 ziek geworden. Tot 1 april 2017 kreeg hij 100% van zijn loon doorbetaald. Vanaf dat moment nog maar 70%. Per 1 april 2018 is het dienstverband met Michael verbroken wegens langdurige arbeidsongeschiktheid. Michael is voor minder dan 35% arbeidsongeschikt verklaard. Hij krijgt recht op een WW uitkering. Zijn loon werd per maand betaald.

Tot welke datum loopt de referteperiode van Michael waarover zijn dagloon wordt bepaald?

A. Tot februari 2018.

B. Tot 1 april 2017.

C. Tot 1 april 2016 D. Tot 1 februari 2016.

Antwoord vraag 11

Het juiste antwoord is: tot 1 april 2016. (C)

Het dagloonbesluit is per 1 december 2016 voor 35-minners aangepast. Voor de werknemers die minder dan 35%

arbeidsongeschikt zijn en hierdoor hun baan verliezen is de referteperiode verlegd naar het jaar voorafgaande aan hun ziekte. De referte periode van een jaar eindigt voor hen dan op de laatste dag van het aangiftetijdvak voorafgaande aan het aangiftetijdvak waarin de arbeidsongeschiktheid (of ziekte) is ingetreden. Michael is op 1 april 2016 ziek geworden. Zijn referteperiode eindigt voor hem daarom op 31 maart 2016 (deze loopt dus tot 1 april 2016).

Vraag 12

Harold (68) ontvangt AOW en komt voor 8 weken in dienst van Albatros BV. Na vier weken wordt hij ziek en dit blijft hij daarna nog minimaal twee jaar. Wat is hiervan het gevolg?

A. Het dienstverband tussen Harold en zijn werkgever wordt per eerste ziektedag ontbonden. Harold ontvangt nog maximaal 13 weken een ZW uitkering die op de werkgever wordt verhaald.

B. Het dienstverband tussen Harold en zijn werkgever wordt vanaf de eerste ziektedag nog voor minimaal 13 weken voortgezet. De werkgever moet het loon van Harold gedurende die periode doorbetalen.

C. De werkgever van Harold betaalt zijn loon nog tot het einde van de arbeidsovereenkomst door. Daarna ontvangt Harold nog 9 weken een ZW uitkering. Deze ZW uitkering wordt door het UWV op de werkgever verhaald.

Antwoord vraag 12

Het juiste antwoord is: de werkgever van Harold betaalt zijn loon nog tot het einde van de arbeidsovereenkomst door. Daarna ontvangt Harold nog 9 weken een ZW uitkering. Deze ZW uitkering wordt door het UWV op de werkgever verhaald. (C)

De loondoorbetalingsplicht bij ziekte is voor AOW-gerechtigden beperkt tot maximaal 13 weken of tot einde dienstverband wanneer dit korter is. Wanneer de AOW-gerechtigde werknemer ziek uit dienst gaat, en de 13 weken zijn nog niet verstreken, dan krijgt hij recht op een ZW uitkering totdat de termijn van 13 weken is bereikt.

Omdat voor de werknemer geen ZW premies meer worden afgedragen, wordt de ZW uitkering sinds 1 juli 2016 op de werkgever verhaald.

(8)

Hanson B.V. heeft 100 werknemers in dienst en neemt per 5 juli 2018 Rik (57 jaar) in dienst. Rik zat sinds zijn 55ste in de WW. Hij gaat 130% van het minimumloon verdienen.

Op welke van de volgende regelingen kan Hanson B.V. een beroep doen?

A. Op het Lage Inkomensvoordeel.

B. Op het Loonkostenvoordeel voor de oudere werknemer.

C. Op de premiekorting voor de oudere werknemer.

D. Op geen enkele van de genoemde regelingen.

Antwoord vraag 13

Het juiste antwoord is: op het Loonkostenvoordeel voor de oudere werknemer. (B)

De werkgever kan een beroep doen op het Loonkostenvoordeel voor de oudere werknemer. Deze is per 1 januari 2018 in de plaats gekomen van de Premiekorting voor de oudere werknemer. Het Lage Inkomensvoordeel is niet van toepassing omdat Rik meer verdient dan 120% van het minimumloon.

Vraag 14

Chantal (30) bekijkt op de website van haar Pensioenfonds de informatie van haar Pensioen 1-2-3. Hier leest zij het volgende:

-er bestaat mogelijk recht op een aanvullende uitkering bij arbeidsongeschiktheid;

-hiervoor moet de werknemer minimaal 35% arbeidsongeschikt zijn;

-de hoogte van de aanvullende uitkering is afhankelijk van de mate van arbeidsongeschiktheid.

Wat is met betrekking tot deze informatie juist?

A. Deze informatie staat in laag 1 en wordt verder uitgewerkt in laag 2 en 3.

B. Deze informatie staat in laag 2 en wordt verder uitgewerkt in laag 3.

C. Deze informatie staat alleen in laag 3.

Antwoord vraag 14

Het juiste antwoord is: deze informatie staat in laag 2 en wordt verder uitgewerkt in laag 3. (B)

In laag 1 staat alleen algemene informatie. Bijvoorbeeld of er wel of geen arbeidsongeschiktheidspensioen is geregeld. Het minimale percentage arbeidsongeschiktheid dat benodigd is voor een aanvullende uitkering staat daar nog niet genoemd. Wanneer er een arbeidsongeschiktheidspensioen is, dan staan hiervan in laag 2 enkele kenmerken in hoofdlijnen. Bijvoorbeeld hoeveel procent arbeidsongeschikt de werknemer moet zijn voor een aanvullende uitkering en dat de hoogte van de uitkering afhankelijk is van de mate van arbeidsongeschiktheid.

Vervolgens zijn in laag 3 alle details van de regeling opgenomen (in het reglement).

Vraag 15

Een Adviseur Inkomen adviseert een klant over een arbeidsongeschiktheidsverzekering. Dit advies is gebaseerd op het inkomen van die klant. Waarom mag de Adviseur Inkomen deze persoonlijke gegevens op grond van de Algemene verordening gegevensbescherming (AVG) in zijn dossier bewaren?

A. Omdat de klant expliciet toestemming geeft voor het bewaren van deze gegevens.

B. Omdat het verzamelen van deze informatie voortkomt uit een wettelijke verplichting.

C. Omdat het belang voor het bewaren van deze gegevens voor de adviseur zwaarder weegt dan het belang van de klant.

(9)

Antwoord vraag 15

Het juiste antwoord is: omdat het verzamelen van deze informatie voortkomt uit een wettelijke verplichting. (B) Om persoonsgegevens te mogen verzamelen moet er een grondslag aanwezig zijn. De zes mogelijke grondslagen zijn:

-toestemming;

-vitaal belang;

-wettelijke verplichting;

-overeenkomst;

-algemeen belang;

-gerechtvaardigd belang.

In dit geval is de adviseur wettelijk verplicht voor het advies een klantprofiel op te stellen. Onderdeel van dit klantprofiel is de financiële positie.

Vraag 16

Mike (geboren in 1961) raakt in het tweede kwartaal van 2019 werkloos. Op het moment van zijn ontslag heeft hij 40 jaar in loondienst gewerkt. Hij krijgt recht op 24 maanden WW. Mike heeft volgens zijn cao recht op een WW aanvulling vanuit de Stichting PAWW.

Met hoeveel maanden wordt zijn uitkering aangevuld door de stichting PAWW?

A. 12 maanden.

B. 14 maanden.

C. 24 maanden.

Antwoord vraag 16

Het juiste antwoord is: 14 maanden (B)

De PAWW is ontwikkeld om de Private Aanvulling van de WW en loongerelateerde WGA te realiseren. In het Sociaal Akkoord 2013 hebben werknemers- en werkgeversorganisaties afgesproken op cao-niveau een private aanvulling van maximaal 14 maanden WW te introduceren.

Voor het toekennen van een PAWW uitkering wordt na afloop van de WW en/of WGA Loongerelateerde uitkering gekeken naar de tekst van de WW en/of de WIA zoals die gold op 31 december 2015. Indien de werknemer volgens die oorspronkelijke wetteksten langer recht op een uitkering gehad zou hebben, dan vult de PAWW de uitkering de resterende periode aan alsof de oorspronkelijke wet nog steeds van toepassing is.

Mike is geboren in 1961 en heeft op het moment van zijn ontslag in 2019 40 jaar gewerkt. Dat betekent dat hij op 1 januari 2016 al het maximale aantal maanden WW-recht had opgebouwd. Van die oorspronkelijke 38 maanden, zijn vanaf 1 april 2019, 24 maanden over. De PAWW zorgt voor een reparatie naar de oorspronkelijke 38 maanden volgens de wetgeving geldend op 31 december 2015.

(10)

1.2 Vaardigheidsvragen Wft Basis - antwoorden 1.2.1 Casus Jonas

Aanleiding voor gesprek

Jonas komt langs op de bank. Hij heeft een achterstand van zes maanden op zijn gas, water en elektriciteit rekening en ze dreigen hem nu af te sluiten. Omdat Jonas dit koste wat het kost wil voorkomen, wil hij een consumptief krediet afsluiten om de achterstand in te lossen en zo aansluiting te houden.

Financiële situatie

Na doorvragen blijkt dat Jonas de achterstand heeft opgelopen toen hij zijn baan is kwijt geraakt. Zijn WW uitkering is te laag om al zijn rekeningen van te kunnen betalen. Wel heeft hij op korte termijn uitzicht op een baan. Hij heeft op dit moment drie sollicitaties lopen waarbij hij in de laatste ronde van de procedure zit. De kans is groot dat een van deze banen wel gaat vallen. Als dat zo is dan houdt hij weer voldoende over om zijn maandelijkse rekeningen van te betalen.

Vraag 17

Jonas wil graag een consumptief krediet om zijn huurachterstand in te lossen. Wat is de meest professionele en inhoudelijk juiste reactie?

A. Ik wil je adviseren om contact op te nemen met de maatschappij die jouw gas, water en elektriciteit levert om te kijken of je tot een betalingsregeling kan komen. Lukt dit niet dan kan je naar de gemeente om te kijken of je in aanmerking komt voor gemeentelijke schuldhulpverlening.

B. Ik kan helaas niets voor je betekenen aangezien de achterstand niet bij ons loopt. Een consumptief krediet gaat niet lukken, aangezien je nu al niet genoeg over houdt in de maand om de vaste lasten te betalen en je daarmee ook geen geld hebt om dit krediet af te lossen.

C. Ik kan namens jou contact opnemen met de maatschappij om te zien of we tot een gezamenlijke oplossing kunnen komen. Zeker aangezien je volgende maand weer een salaris ontvangt en dan de huurlasten weer kan betalen.

Antwoord vraag 17

Het juiste antwoord is: ik wil je adviseren om contact op te nemen met de maatschappij die jouw gas, water en elektriciteit levert om te kijken of je tot een betalingsregeling kan komen. Lukt dit niet dan kan je naar de gemeente om te kijken of je in aanmerking komt voor gemeentelijke schuldhulpverlening. (A)

Jonas heeft financiële problemen vanwege werkloosheid. Nu hij weer zicht heeft op een baan wil hij dit zo snel mogelijk oplossen. In deze situatie kan je Jonas het beste terugverwijzen naar de maatschappij waar zijn gas, water en elektriciteit vandaan komt om te kijken naar een mogelijke oplossing. Lukt dit niet, dan is de gemeentelijke schuldhulpverlening een goed alternatief, aangezien Jonas dan een adempauze kan krijgen van 6 maanden.

De klant wegsturen zonder verder advies is in deze situatie geen juiste oplossing. Ditzelfde geldt voor het zelf contact opnemen met de maatschappij. Dit hoort niet bij jouw taken en dien je daarmee niet zelf te doen.

(11)

1.2.2 Casus Manou en Tim

Aanleiding voor gesprek

Manou en Tim wonen sinds kort samen in Twente bij de grens met Duitsland. Reden voor de verhuizing is de baan die Manou heeft gevonden in Duitsland. Het bevalt tot nu toe erg goed en ze hebben het ontzettend naar hun zin in Twente. Wel zijn ze bewust in Nederland blijven wonen, aangezien ze een kinderwens hebben en hun kinderen graag in Nederland willen laten opgroeien. Naar aanleiding van de verhuizing willen Manou en Tim een nieuwe gezamenlijke betaalrekening openen bij een andere bank. De betreffende bank heeft namelijk een filiaal in de woonplaats van Manou en Tim en dat vinden ze beiden wel erg handig, mochten ze een keer vragen hebben.

Financiële situatie

Manou en Tim hebben de volgende wensen met betrekking tot de gezamenlijke betaalrekening:

-de betaalrekening moet op beide namen komen te staan;

-zowel Manou als Tim willen een betaalpas van de rekening;

-beiden willen kunnen internetbankieren en mobiel bankieren om overzicht te houden.

Vraag 18

Voor het openen van de betaalrekening moeten Manou en Tim een formulier invullen om de fiscale woonplaats te bepalen.. Tim en Manou vragen zich af waarom ze nu ineens dit formulier moeten invullen, bij hun oude bank hebben ze dit nog nooit gedaan.

Wat is de beste professionele en inhoudelijk juiste reactie?

A. De reden dat u dit formulier nu in moet vullen, heeft te maken met het feit dat jullie nieuwe klanten zijn. Door middel van het formulier kan worden vastgesteld of de Belastingdienst uw gegevens door moet geven aan de Belastingdienst van een ander land. Zo wordt geprobeerd belastingontduiking te voorkomen.

B. Het invullen van dit formulier hoort bij het beleid van onze bank. Op die manier willen we voorkomen dat het misgaat met uw belastingaangifte, aangezien u vlakbij de grens woont.

C. Door dit formulier in te vullen voorzien jullie ons in nog meer gegevens die bijdragen aan het geven van een passend advies. Vandaar dat wij dit van jullie vragen.

Antwoord vraag 18

Het juiste antwoord is: de reden dat u dit formulier nu in moet vullen, heeft te maken met het feit dat jullie nieuwe klanten zijn. Door middel van het formulier kan worden vastgesteld of de Belastingdienst uw gegevens door moet geven aan de Belastingdienst van een ander land. Zo wordt geprobeerd belastingontduiking te voorkomen. (A) Financiële instellingen zijn verplicht bepaalde gegevens over hun klanten te verstrekken aan de Belastingdienst om belastingontduiking te voorkomen. Een van de gegevens

die hiervoor nodig is, is de fiscale woonplaats van klanten. Op die manier wordt ervoor gezorgd dat de financiële gegevens van de klant aan het juiste land worden doorgegeven. Nieuwe klanten of klanten die een nieuw product openen moeten het CRS-formulier invullen.

(12)

1.3 Vaardigheidsvragen Wft Inkomen - antwoorden - uitwerkingen 1.3.1 Casus Klaas Groen

Klaas Groen is DGA van Hoveniersbedrijf Groenwerken BV. Zijn bedrijf is gespecialiseerd in de aanleg en het onderhoud van dak- en geveltuinen. Door de unieke manier van werken en de garantie die Groenwerken kan afgeven op de aangelegde daktuinen, heeft Klaas inmiddels een flink aantal bedrijfsmatige klanten in Nederland en België.

Loonsom:

2014 : € 970.000 2015 : € 1.080.000 2016 : € 1.130.000

Voor de jaren 2017 en 2018 wordt een loonsom verwacht van € 1.200.000.

Eigenrisicodragerschap:

Groenwerken BV werd op 1 januari 2016 eigenrisicodrager voor de WGA vast en de ZW flex. Het

eigenrisicodragerschap is in 2017 gecontinueerd. Klaas heeft bij Verzekeraar De Blauwe NV een WGA-ERD verzekering afgesloten. De premie van deze verzekering bedraagt 1,25% per jaar.

Re-integratiekosten:

Om medewerkers die langdurige ziek dreigen te worden, zo goed mogelijk te laten re-integreren, heeft

Groenwegen een aantal jaren terug contact gezocht met een gespecialiseerd re-integratiebedrijf. Jaarlijks maakt Groenwegen BV € 9.000 re-integratiekosten. Hiervan heeft 75% betrekking op re-integratiekosten in het eerste jaar van ziekte en 25% op re-integratiekosten na het eerste jaar van ziekte.

Verzekeraar De Blauwe NV geeft uit hoofde van de WGA-ERD verzekering een vergoeding voor deze kosten. Van de kosten in het eerste jaar van ziekte wordt 50% vergoed en van de kosten in het tweede jaar wordt 75% vergoed.

Het UWV geeft geen vergoeding voor deze kosten.

2018:

Klaas overweegt om in 2018 weer terug te keren naar het publieke stelsel. Indien hij hiervoor kiest dan brengt het UWV voor het premiejaar 2018 een gedifferentieerde premie in rekening voor het WGA risico van 0,94%.

Huidige zieke en arbeidsongeschikte werknemers:

Charles (54) had een vaste aanstelling. Hij is door een bedrijfsongeval arbeidsongeschikt geraakt. Het UWV heeft voor hem een restverdiencapaciteit vastgesteld van 30% van zijn laatstverdiende inkomen. Zijn dienstverband is beëindigd. Hij ontvangt sinds 2015 een WGA uitkering van € 10.000 per jaar.

Caroline (34) was sinds 1 april 2016 in dienst met een halfjaarcontract. Zij werd op 15 augustus 2016 ziek en is dat gebleven. Haar dienstverband is op 1 oktober 2016 beëindigd. Naar verwachting zal zij door het UWV voor 50%

arbeidsongeschikt worden verklaard.

Bas (24) had een dienstverband voor drie maanden vanaf 1 februari 2017. Hij heeft 15 april 2017 een

verkeersongeval gehad en is nu volledig arbeidsongeschikt. Naar verwachting zal zijn revalidatie lang duren en zal

(13)

Vraag 19

Wat is op grond van de gegeven informatie het verschil in totale kosten voor Groenwerken BV wanneer Klaas besluit om per 1 januari 2018 terug te keren naar het UWV?

Toelichting

Kom je uit op een geheel getal? Vul twee nullen achter de komma in.

Kom je uit op een niet geheel getal? Vul twee cijfers achter de komma in.

Antwoord vraag 19

Het juiste antwoord is: €1.342,50.

Bij terugkeer naar het UWV brengt het UWV een gedifferentieerde WGA premie in rekening van € 1.200.000 x 0,94% = € 11.280. De re-integratiekosten zijn € 9.000. Totale kosten zodoende € 20.280.

Wanneer Groenwerken BV eigenrisicodrager blijft bedragen de kosten:

Premie De Blauwe NV: € 1.200.000 x 1,25% = € 15.000 Re-integratiekosten: € 9.000.

Totale kosten: € 24.000.

Van De Blauwe NV ontvangt Groenwerken BV echter een vergoeding voor de re-integratiekosten:

Kosten eerste jaar: € 9.000 x 75% x 50% = € 3.375.

Kosten tweede jaar: € 9.000 x 25% x 75% = € 1.687,50

Totale vergoeding: € 5.062,50

Totale kosten na vergoeding re-integratiekosten: € 24.000 -/- € 5.062,50 = € 18.937,50.

Het verschil in kosten tussen de publieke verzekering en de private verzekering bedraagt zodoende:

€ 20.280 -/- € 18.937,50 = € 1.342,50.

Vraag 20

Indien Klaas besluit om vanaf 2018 eigenrisicodrager te blijven. Van welke werknemer worden dan vanaf 2018 WGA lasten aan Groenwerken BV doorbelast?

Geef per werknemer aan of er vanaf 2018 wel of niet WGA lasten aan Groenwerken worden doorbelast.

A. Charles - wel of niet B. Caroline - wel of niet C. Bas - wel of niet Antwoord vraag 20

A. Charles: niet

Charles ontvangt sinds 2015 een WGA uitkering. Hij was vast in dienst. Toen de werkgever in 2016

eigenrisicodrager werd voor de WGA-vast, vielen de uitkeringslasten van Charles onder de staartlasten. Omdat de werkgever een middelgrote werkgever was (en is), kwamen die staartlasten aanvankelijk deels voor rekening van de werkgever en bleven ze deels achter bij het UWV.

(14)

geworden, voor rekening komen van het UWV. Dat betekent dat vanaf 2017 de WGA lasten van Charles volledig voor rekening komen van het UWV. Dus ook de WGA lasten in 2018.

B. Caroline: niet

Caroline is in 2016 ziek geworden. Zij had een tijdelijk dienstverband en viel daarom aanvankelijk onder het WGA-flex risico. In 2016 kon de werkgever nog geen eigenrisicodrager zijn voor het WGA-flex risico. Dat werd de werkgever wel vanaf 2017, maar de staartlasten van werkgevers die op of na 1 juli 2015 eigenrisicodrager zijn geworden, blijven vanaf 1 januari 2017 volledig achter bij het UWV. Dat geldt uiteraard ook voor de staartlasten van het WGA-flex risico voor werkgevers die reeds eigenrisicodrager waren voor het WGA-vast risico en die ervoor hebben gekozen vanaf 1 januari 2017 voor het volledige WGA risico eigenrisicodrager te zijn.

C. Bas: wel

Bas had een tijdelijk dienstverband en heeft zijn eerste ziektedag in 2017. Hij valt daarom onder wat tot 1 januari 2017 het WGA-flex risico werd genoemd. De werkgever heeft het WGA eigenrisicodragerschap (van voor 2017) in 2017 gecontinueerd. De werkgever is vanaf dat moment dus eigenrisicodrager voor het gecombineerde WGA risico (vast en flex). De WGA lasten van Bas vallen dus onder het eigenrisicodragerschap. Deze worden niet als staartlasten gezien omdat de lasten zijn ontstaan tijdens het eigenrisicodragerschap en niet tijdens de publiek verzekerde periode.

1.3.2 Casus Chanelle Veenstra

Chanelle Veenstra (36) is zelfstandig architecte. Ze werkt op projectbasis voor gerenommeerde architectenbureaus en projectontwikkelaars. Ze zit voor haar werk veel en lang achter elkaar in de auto.

Arbeidsongeschiktheidsverzekering

Chanelle heeft enkele jaren terug een arbeidsongeschiktheidsverzekering afgesloten. Het verzekerde bedrag per jaar bedraagt € 40.000 en kent een eigen risicoperiode van 6 maanden.

Rugklachten

De vele kilometers die Chanelle in haar auto moet afleggen hebben haar tol geëist. Ze kampt sinds kort met heftige rugklachten. Volgens haar arts moeten deze klachten met intense fysiotherapie in een half jaar verdwenen zijn. Maar hiervoor mag ze de komende maanden niet of nauwelijks autorijden.

Inkomen

Over 2016 en 2017 verdiende Chanelle een gemiddeld inkomen van € 50.000 per jaar. Haar tijdelijke

arbeidsongeschiktheid heeft invloed op het inkomen van Chanelle. Ze kan nog wel wat thuiswerken, maar omdat ze niet meer op locatie kan werken verwacht ze zeker € 15.000 aan inkomen mis te lopen waardoor haar inkomen in 2018 zal uitkomen op circa € 35.000. Dit is zeer onwenselijk voor Chanelle.

Lijfrenterekening

Chanelle beschikt over een lijfrenterekening waarop ze inmiddels een kapitaal heeft gespaard van € 60.000. Ze heeft gehoord dat een lijfrentekapitaal in geval van arbeidsongeschiktheid kan worden afgekocht. Ze wil hier meer over weten en heeft contact gezocht met een adviseur Inkomen om haar hierover te adviseren.

Chanelle is bereid haar lijfrentekapitaal in te zetten om haar inkomensderving op te vangen.

(15)

Vraag 21

Wat is op basis van deze informatie de meest juiste reactie van de Adviseur Inkomen? (Let op: de combinatie van twee antwoorden is juist)

A. Je kunt je lijfrentekapitaal in 2018 afkopen tot maximaal € 50.000.

B. Je kunt je lijfrentekapitaal in 2018 eventueel volledig afkopen.

C. Je hoeft bij langdurige arbeidsongeschiktheid geen inkomstenbelasting en geen revisierente te betalen bij afkoop van je lijfrentekapitaal.

D. Wanneer je je lijfrente afkoopt in 2018 moet je wel revisierente betalen.

E. Je kunt je lijfrentekapitaal in 2018 afkopen tot een bedrag van maximaal € 40.644.

F. Je hoeft bij afkoop van je lijfrentekapitaal in 2018 geen revisierente te betalen.

Antwoord vraag 21 De juiste antwoorden zijn:

-je kunt je lijfrentekapitaal in 2018 eventueel volledig afkopen. (B)

-wanneer je je lijfrente afkoopt in 2018 moet je wel revisierente betalen. (D)

Volgens artikel 18 van de uitvoeringsregeling inkomstenbelasting 2001 is van langdurige arbeidsongeschiktheid sprake wanneer:

-uit een recente verklaring van een arts blijkt dat de belastingplichtige door ziekte of gebreken op het moment waarop de verklaring is afgegeven niet in staat is volledig de werkzaamheden te verrichten waarmee vóór het ontstaan van de arbeidsongeschiktheid het inkomen hoofdzakelijk werd verdiend en hiertoe vermoedelijk in de twaalf maanden na de afgifte van de verklaring ook niet in staat zal zijn, of

-aannemelijk is dat de belastingplichtige periodieke uitkeringen van privaat- of publiekrechtelijke aard wegens arbeidsongeschiktheid ontvangt of gaat ontvangen.

Chanelle voldoet dus niet aan de voorwaarden om haar lijfrentekapitaal in 2018 af te kopen zonder revisierente.

Ze voldoet niet aan de criteria die wet stelt aan langdurige arbeidsongeschiktheid. Haar arbeidsongeschiktheid zal naar verwachting slechts een half jaar duren. Daarnaast ontvangt ze geen uitkering vanuit een

arbeidsongeschiktheidsverzekering.

1.3.3 Casus Vink Visvoeder

Jurgen van der Vink (45) is DGA van Vink Visvoeders BV. De afgelopen jaren is het bedrijf flink gegroeid en zijn er veel medewerkers bij gekomen.

Omdat Jurgen veel belang hecht aan een gezond personeelsbeleid heeft hij de hulp ingeroepen van een Adviseur Inkomen. Hij heeft de adviseur gevraagd een voorstel te maken voor een aantal belangrijke werknemersverzekeringen.

Uiteraard heeft Jurgen oog voor preventie en re-integratie. Hiervoor heeft hij een contract afgesloten bij Arbodienst ABC.

Dit contract heeft de volgende kenmerken:

klachtenprocedure : opgenomen

bedrijfsarts meldt beroepsziekten : niet opgenomen

bedrijfsarts adviseert over preventie : opgenomen

bedrijfsarts verleend bijstand bij de begeleiding van zieke werknemers : niet opgenomen

(16)

casemanager : niet opgenomen

vergoeding kosten van second opinion : niet opgenomen

preventief spreekuur bedrijfsarts : opgenomen

bedrijfsarts bezoekt werkplek : opgenomen

Jurgen vraagt de Adviseur Inkomen of dit contract voldoet aan de wettelijke eisen.

Vraag 22

Wat is de meest juiste reactie van de Adviseur Inkomen?

A. Ondanks dat het contract een aantal belangrijke elementen mist, voldoet het wel aan de wettelijke bepalingen.

B. Het contract voldoet niet aan de wettelijke bepalingen omdat de bedrijfsarts beroepsziekten niet meldt.

C. Het contract voldoet niet aan de wettelijke bepalingen omdat de arbodienst geen casemanager inschakelt.

D. Het contract voldoet niet aan de wettelijke bepalingen omdat de arbodienst geen vergoeding geeft voor een second opinion.

Antwoord vraag 22

Het juiste antwoord is: het contract voldoet niet aan de wettelijke bepalingen omdat de bedrijfsarts beroepsziekten niet meldt. (B)

Volgens de nieuwe Arbowet is de werkgever verplicht een basiscontract met een Arbodienst of bedrijfsarts af te sluiten. In dit basiscontract zijn een aantal wettelijk verplichte bepalingen opgenomen.

Zo is de bedrijfsarts volgens de Arbowet verplicht beroepsziekten te melden. Dit was overigens ook al in de oude Arbowet een verplichting maar nu kan de bedrijfsarts hiervoor ook worden gesanctioneerd. In het basiscontract hoeft geen casemanager te worden aangesteld. De kosten van een second opinion zijn in beginsel voor rekening van de werkgever. Wel moet de bedrijfsarts een second opinion toestaan.

Andere verplichtingen zijn:

-opnemen klachtenprocedure;

-bedrijfsarts adviseert over preventie;

-bedrijfsarts adviseert bij de begeleiding van zieke werknemers (voorheen stond in de wet dat de bedrijfsarts bijstand moest verlenen);

-werknemers hebben toegang tot een preventief spreekuur bij de bedrijfsarts;

-de bedrijfsarts heeft de mogelijkheid tot het bezoeken van de werkplek;

-werknemers hebben recht op een second opinion (de kosten komen voor rekening van de werkgever en hoeven niet door de Arbodienst te worden vergoed).

1.3.4 Casus Joyce Verhiest

Joyce Verhiest (35 jaar), eigenaresse van een nagelstudio, heeft al haar zakelijke verzekeringen ondergebracht bij Verzekeringsmaatschappij A. Onlangs heeft ze hier ook een arbeidsongeschiktheidsverzekering aangevraagd. Zij heeft hiervoor contact gehad met een Adviseur Inkomen die in dienst is van Verzekeringsmaatschappij A.

Joyce vulde via de website van Verzekeringsmaatschappij A een volledig aanvraagformulier, inclusief gezondheidsverklaring in.

(17)

Verzekeringsmaatschappij A heeft echter de administratie niet goed op orde. Er gaat wat mis met de premie incasso van de overige verzekeringen en ook laat de acceptatie en polis opmaak van de arbeidsongeschiktheidsverzekering erg lang op zich wachten.

Joyce verliest het vertrouwen in Verzekeringsmaatschappij A en wil haar arbeidsongeschiktheidsverzekering nu aanvragen bij Verzekeringsmaatschappij B. Ook Verzekeringsmaatschappij B verzoekt uiteraard om de toezending van een volledig ingevuld aanvraagformulier en gezondheidsverklaring. Joyce heeft echter geen zin weer opnieuw een volledige gezondheidsverklaring in te vullen.

Om geen onnodige tijd te verspillen belt zij daarom met de Adviseur Inkomen van Verzekeringsmaatschappij A. Zij verzoekt hem er voor zorg te dragen dat de digitaal verstrekte informatie op de gezondheidsverklaring rechtstreeks wordt overgedragen aan de medisch adviseur van Verzekeringsmaatschappij B. Zij geeft hiervoor expliciet toestemming.

Vraag 23

Welke reactie van de Adviseur Inkomen is het meest juist en professioneel?

A. Deze gegevens zijn strikt vertrouwelijk en persoonlijk. Die kan ik niet overdragen aan derden, zelfs niet met uw toestemming.

B. U geeft expliciet toestemming om uw gegevens te delen met de genoemde verzekeringsmaatschappij. Ik zorg ervoor dat dit zo snel mogelijk in orde wordt gemaakt.

C. U hebt de aanvraag voor de offerte en de gezondheidsverklaring digitaal ingediend. Alleen papieren dossiers kunnen worden overgedragen.

D. Ik kan uitsluitend de gegevens aan uzelf verstrekken. U moet zelf de gegevens doorgeven aan de andere partijen.

Antwoord vraag 23

Het juiste antwoord is: U geeft expliciet toestemming om uw gegevens te delen met de genoemde verzekeringsmaatschappij. Ik zorg ervoor dat dit zo snel mogelijk in orde wordt gemaakt.(B)

Een nieuw recht binnen de AVG is het recht op dataportabiliteit. Dit is het recht om persoonsgegevens over te dragen. Hiervoor is wel toestemming nodig van de klant. Het recht op dataportabiliteit gaat alléén om digitale gegevens. Papieren dossiers vallen er dus niet onder.

Het is inderdaad mogelijk om de gegevens te verstrekken aan de klant zelf zodat deze zelf de gegevens kan overdragen aan de andere partijen. Maar de klant vraagt nadrukkelijk om de gegevens rechtstreeks over te dragen en dat recht heeft de klant.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Het contract voldoet niet aan de wettelijke bepalingen omdat de arbodienst geen vergoeding geeft voor een second opinion... 1.4.4 Casus

Marcel vraagt zich af hoe het kan dat de gebruiksoppervlakte wonen in het taxatierapport dit jaar lager is dan in 2018 terwijl hij zijn woning niet heeft aangepast/verbouwd.. Hoe

Het juiste antwoord is: wanneer Tina ziek is hoeft de werkgever niet langer twee jaar loon door te betalen, maar is deze periode verkort naar maximaal dertien

Het juiste antwoord is: het totale leenbedrag dat wordt geregistreerd is 65% van de maandtermijn x het aantal maanden van het

Hoeveel schadevrije jaren geeft de verzekeraar door aan de nieuwe verzekeraar voor zowel Ruben als Angela.. (Gebruik de bijlage voor het beantwoorden van deze

Het juiste antwoord is: wanneer Tina ziek is hoeft de werkgever niet langer twee jaar loon door te betalen, maar is deze periode verkort naar maximaal dertien

Het juiste antwoord is: de reden dat u dit formulier nu in moet vullen, heeft te maken met het feit dat jullie nieuwe klanten zijn.. Door middel van het formulier kan

Martin heeft een jaarinkomen van €25.000 inclusief vakantiegeld. Voor alleenstaanden met een inkomen tussen de €21.000 en €31.000 mag het financieringslastpercentage met maximaal