• No results found

Wft Hypothecair krediet. Examentraining PE - vragen en casuistiek

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Wft Hypothecair krediet. Examentraining PE - vragen en casuistiek"

Copied!
27
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Wft Hypothecair krediet

Examentraining PE - vragen en casuistiek

(2)

Inhoudsopgave

Hoofdstuk 1 Vragen en casuïstiek 3

1.1 Kennisvragen Wft Basis 3

1.2 Kennisvragen Wft Vermogen 4

1.3 Kennisvragen Wft Hypothecair krediet 6

1.4 Vaardigheidsvragen Wft Basis 8

1.4.1 Casus Jonas 8

1.5 Vaardigheidsvragen Wft Vermogen 9

1.5.1 Casus Mohamed en Fatima 9

1.5.2 Casus Leonie 9

1.6 Vaardigheidsvragen Wft Hypothecair krediet 10

Hoofdstuk 2 Bijlages 12

2.1 Fiscale en sociale cijfers 2019 12

2.2 Annuïteitentabel 14

2.3 Financieringslastentabellen 16

(3)

Wft Hypothecair krediet examentraining PE - 3

Hoofdstuk 1 Vragen en casuïstiek 1.1 Kennisvragen Wft Basis

Vraag 1

Wat zijn twee voordelen van het gebruik van iDIN voor de klant?

A. De klant hoeft niet iedere keer nieuwe inloggegevens aan te maken en te onthouden.

B. Er is zekerheid over de identiteit van de klant.

C. De klant kan bij iedere organisatie gebruik maken van iDIN.

D. Gegevens die de organisatie nodig heeft over de klant zijn ingevuld, de klant hoeft deze alleen nog maar te controleren.

Vraag 2

Er zijn een aantal belangrijke wijzigingen doorgevoerd in box 3. Wat is een voorbeeld van een wijziging die is doorgevoerd?

A. Het belastingtarief in box 3 is aangepast.

B. Alleen het daadwerkelijk behaalde rendement op het vermogen in box 3 wordt belast.

C. Het heffingsvrij vermogen is naar boven bijgesteld.

Vraag 3

Welke drie kredieten worden geregistreerd bij het BKR?

A. Krediet op de betaalrekening van €500. De rekening hoeft niet aangezuiverd te worden.

B. Hypothecair krediet van €10.000 voor de aanschaf van een auto.

C. Doorlopend krediet. Kredietlimiet €5.000, er is momenteel geen openstaand bedrag.

D. Roodstandfaciliteit van €200.

E. Roodstandfaciliteit van €2.500, de rekening moet iedere maand minimaal 24 uur een positief saldo hebben.

F. Persoonlijke lening van €1.000. Volgende maand is de laatste betalingstermijn.

Vraag 4

Radstaat BV heeft zijn pensioenregeling ondergebracht bij een Algemeen Pensioenfonds. De pensioenregeling valt onder collectiviteitskring I. De bijdrage voor deze collectiviteitskring wordt verhoogd, wat kan hiervan de reden zijn?

A. Eén van de andere collectiviteitskringen komt geld tekort.

B. De dekkingsgraad van de collectiviteitskring is te laag.

C. Het aantal deelnemers aan de collectiviteitskring is gedaald.

Vraag 5

Wat is het doel van PSD II?

A. Meer uniformiteit en standaardisatie in het Europese betalingsverkeer.

B. Meer innovatie en meer concurrentie in het Europese betalingsverkeer.

C. Globalisering van het nationale en internationale betalingsverkeer.

(4)

1.2 Kennisvragen Wft Vermogen

Vraag 6

Jelle is per 1 januari met pensioen gegaan. Vanaf die datum ontvangt hij zowel AOW als een pensioenuitkering.

Op 2 februari gaat Jelle aan het werk bij een andere werkgever. Na een jaar wordt zijn contract niet verlengd. Jelle heeft recht op een WW-uitkering. Wordt zijn pensioenuitkering gekort op zijn WW-uitkering?

A. Pensioeninkomsten worden deels op zijn WW-uitkering gekort.

B. Pensioeninkomsten worden niet op zijn WW-uitkering gekort.

C. Pensioeninkomsten worden geheel zijn de WW-uitkering gekort.

Vraag 7

Sophia heeft een hypothecaire lening (EWS €200.000) en KEW afgesloten in 2006. Deze verzekering heeft een opgebouwde waarde van €100.000. Het doel van de kapitaalverzekering was aflossen van de hypothecaire lening in 2031. Ze besluit om de KEW dit jaar al tot uitkering te laten komen, en met het vermogen een vakantiehuis te kopen in Zeeland. Moet er inkomstenbelasting worden betaald over de uitkering.

A. Nee, de uitkering is lager dan de vrijstelling van €166.000 en lager dan de eigenwoningschuld.

B. Nee, door de vervallen tijdklemmen is de vrijstelling niet gekoppeld aan de looptijd.

C. Ja, er wordt niet voldaan aan de voorwaarden van een onbelaste uitkering.

Vraag 8

De pensioenfederatie en het Verbond van Verzekeraars zijn het met de Minister eens om richting de deelnemers duidelijker te communiceren. De deelnemer moet beter op de hoogte zijn over het te verwachten pensioen en dat het pensioen ook meer of minder kan worden. Voortaan worden er scenariobedragen in pensioenoverzichten opgenomen.

Op welk pensioenovereenkomsten zijn de scenariobedragen van toepassing?

A. Premieovereenkomsten.

B. Kapitaalovereenkomsten.

C. Zowel premieovereenkomsten als kapitaalovereenkomsten.

Vraag 9

Barron heeft een spaarrekening, de rente op deze rekening is 0,25% per jaar. Ook heeft hij een beleggersrekening met een defensief profiel. Barron vindt zijn spaarrente te laag en gaat op zoek naar alternatieven. Via een vriend wordt hij enthousiast gemaakt deel te nemen in een crowdfundingsproject. Hij ontvangt 6% rente over zijn lening en deze wordt in 5 jaar terugbetaald. Welke risico’s loopt Barron als hij hierin gaat deelnemen? (Vier antwoorden zijn juist)

A. Barron kan zijn inleg volledig kwijt raken.

B. Crowdfunding kent geen risico’s.

C. Barron zal minder rendement halen dan zijn huidige beleggingen.

D. Het crowdfundingplatform kan failliet gaan.

E. De investering is niet passend bij zijn doelrisicoprofiel.

F. Barron kan op korte termijn zijn geld niet terugkrijgen.

(5)

Wft Hypothecair krediet examentraining PE - 5 Vraag 10

De werkgever van Tina wil haar graag in dienst houden zodra zij haar AOW-gerechtigde leeftijd bereikt. Welk voordeel heeft de werkgever van Tina als hij haar in dienst houdt?

A. Wanneer Tina ziek is hoeft de werkgever niet langer twee jaar loon door te betalen, maar is deze periode verkort naar maximaal dertien weken.

B. Wanneer ze Tina willen ontslaan, geldt een opzegtermijn van twee maanden in plaats van drie maanden.

C. Wanneer ze Tina in dienst houden, hoeven ze haar slechts het minimumloon uit te betalen doordat ze minder

premies hoeven in te houden.

(6)

1.3 Kennisvragen Wft Hypothecair krediet

Vraag 11

Revi wil zijn huidige rentecontract openbreken. Het rentecontract heeft een restant looptijd van 4 jaar en 5 maanden. Welke vergelijkingsrente moet de hypotheekaanbieder hanteren, volgens de AFM Leidraad ‘boeterente’?

A. 4 jaar vaste rente.

B. 5 jaar vaste rente.

C. Het gemiddelde van de 4 en 5 jaar vaste rente.

D. Variabele rente.

Vraag 12

Bram heeft een mooi appartement gezien. Bram werkt nu een half jaar voor uitzendbureau “aan het werk”

bij bouwbedrijf de Hamer. Daarvoor heeft hij 9 maanden bij datzelfde bouwbedrijf gewerkt, alleen dan via uitzendbureau “handen uit de mouw”. Kan Bram een perspectief verklaring aanvragen?

A. Ja, de perspectiefverklaring kan aangevraagd worden bij uitzendbureau “aan de werk”.

B. Ja, het maakt voor Bram niet uit bij welk uitzendbureau hij de perspectief verklaring aanvraagt, aangezien hij voor dezelfde opdrachtgever is blijven werken.

C. Ja, de perspectiefverklaring kan aangevraagd worden. Beide uitzendbureaus zullen hier dan wel aan mee moeten werken.

D. Nee, het is voor Bram niet mogelijk om een perspectiefverklaring aan te vragen.

Vraag 13

Wat is het doel van Wet verbetering functioneren VvE’s?

A. Het doel van de wet is om achterstallig onderhoud te voorkomen.

B. Het doel is om de VvE te verplichten tot een MJOP voor een periode van minimaal 5 jaar.

C. Het doel is om VvE’s te verplichten tot het doen van een minimale jaarlijkse reservering van 0,5% van de marktwaarde van het appartementencomplex.

Vraag 14

Mark (71) en Marieke (68) willen de aflossingsvrije lening die ze hebben, oversluiten naar een andere

hypotheekverstrekker. Ze willen de rest van hun leven in deze woning blijven wonen. Op basis van de annuïtaire toetsing is het niet mogelijk om de lening over te sluiten. Mark en Marieke hebben een lening van €200.000. De marktwaarde van de woning is ook ongeveer €200.000. Kan je, als adviseur Hypothecair Krediet, in deze situatie maatwerk leveren door de aflossingsvrije hypotheek op werkelijke lasten te toetsen in plaats van annuïtair?

A. Ja, dat is mogelijk als Mark en Marieke kiezen voor een lagere rentevaste periode.

B. Ja, dat is mogelijk aangezien Mark en Marieke beide de AOW-gerechtigde leeftijd hebben bereikt.

C. Nee, dat is niet mogelijk gezien de levensverwachting ontwikkelingen.

D. Nee, dat is niet mogelijk aangezien er geen overwaarde aanwezig is.

(7)

Wft Hypothecair krediet examentraining PE - 7 Vraag 15

Ruben en Iris wonen samen in een koopwoning. De woning is in 2017 aangekocht voor €250.000. Ruben is voor 60% eigenaar en Iris is voor 40% woningbezitter. Ruben heeft al zijn spaargeld in de woning gestoken. Iris heeft een spaarrekening met een saldo van €15.000. In 2018 trouwen Ruben en Iris. Ze maken daarbij geen huwelijkse voorwaarden op. In 2019 erft Ruben €60.000. Bij deze erfenis is geen uitsluitingsclausule opgenomen. Ruben en Iris hebben verder geen bezittingen. Hoeveel bedragen de vermogens van Ruben en Iris?

A. Ruben heeft een privé vermogen van €60.000, Iris heeft een privé vermogen van €15.000, het

gemeenschappelijk vermogen is de woning van €250.000 Ruben heeft geen privé vermogen, Iris heeft een privé vermogen van €15.000, het gemeenschappelijk vermogen is de woning van €200.000 en de erfenis van

€60.000. Ruben heeft een privé vermogen van €60.000 en 60% van de waarde van de koopwoning, Iris heeft een privé vermogen van €15.000 en 40% van de waarde van de koopwoning . Er is geen gemeenschappelijk vermogen. Ruben heeft een privé vermogen van 60% van de waarde van de koopwoning, Iris heeft een privé vermogen van €15.000 en 40% van de waarde van de koopwoning,. Er is een gemeenschappelijk vermogen van €60.000.

Vraag 16

Roderick heeft een nieuw private lease contract afgesloten. Hij betaalt maandelijks €420, het contract zal 36 maanden lopen. Welk bedrag wordt geregistreerd bij BKR?

Vraag 17

Welke zaken zijn van invloed op het vaststellen van het inkomen voor de perspectiefverklaring?

A. Het huidig inkomen.

B. Het gemiddelde inkomen van de afgelopen drie jaar.

C. Mate van flexibiliteit van de werknemer.

D. Eigen inschatting van de werknemer.

E. Uitkomst van de arbeidsmarktscan.

F. Eerdere werkervaringen, referenties en beoordelingen.

(8)

1.4 Vaardigheidsvragen Wft Basis 1.4.1 Casus Jonas

Aanleiding voor gesprek

Jonas komt langs op de bank. Hij heeft een achterstand van zes maanden op zijn gas, water en elektriciteit rekening en ze dreigen hem nu af te sluiten. Omdat Jonas dit koste wat het kost wil voorkomen, wil hij een consumptief krediet afsluiten om de achterstand in te lossen en zo aansluiting te houden.

Financiële situatie

Na doorvragen blijkt dat Jonas de achterstand heeft opgelopen toen hij zijn baan is kwijt geraakt. Zijn WW uitkering is te laag om al zijn rekeningen van te kunnen betalen. Wel heeft hij op korte termijn uitzicht op een baan. Hij heeft op dit moment drie sollicitaties lopen waarbij hij in de laatste ronde van de procedure zit. De kans is groot dat een van deze banen wel gaat vallen. Als dat zo is dan houdt hij weer voldoende over om zijn maandelijkse rekeningen van te betalen.

Vraag 18

Jonas wil graag een consumptief krediet om zijn huurachterstand in te lossen. Wat is de meest professionele en inhoudelijk juiste reactie?

A. Ik wil je adviseren om contact op te nemen met de maatschappij die jouw gas, water en elektriciteit levert om te kijken of je tot een betalingsregeling kan komen. Lukt dit niet dan kan je naar de gemeente om te kijken of je in aanmerking komt voor gemeentelijke schuldhulpverlening.

B. Ik kan helaas niets voor je betekenen aangezien de achterstand niet bij ons loopt. Een consumptief krediet gaat niet lukken, aangezien je nu al niet genoeg over houdt in de maand om de vaste lasten te betalen en je daarmee ook geen geld hebt om dit krediet af te lossen.

C. Ik kan namens jou contact opnemen met de maatschappij om te zien of we tot een gezamenlijke oplossing

kunnen komen. Zeker aangezien je volgende maand weer een salaris ontvangt en dan de huurlasten weer

kan betalen.

(9)

Wft Hypothecair krediet examentraining PE - 9

1.5 Vaardigheidsvragen Wft Vermogen

1.5.1 Casus Mohamed en Fatima

Mohammed en Fatima zijn ongehuwd samenwonend. Ze hebben een gemeenschappelijk woning. De

marktwaarde van de woning is €200.000. De woning is voor 75% (€150.000) eigendom van de Mohammed, 25%

(€50.000) van de woning is in eigendom van Fatima. Mohammed heeft een spaarrekening met een saldo van

€50.000. Fatima heeft een erfenis van €60.000 ontvangen. Het saldo staat op een spaarrekening.

Begin 2019 vraagt Mohammed Fatima ten huwelijk. Haar antwoord op de vraag van Mohammed is volmondig ‘ja’.

In de loop van 2019 trouwen Mohammed en Fatima, zonder daarbij huwelijkse voorwaarden op te stellen.

Vraag 19

Hoeveel bedraagt het individueel vermogen van Mohammed en Fatima na het huwelijk?

A. Ieder heeft een vermogen van €155.000.

B. Mohammed heeft een vermogen van €200.000 en Fatima heeft een vermogen van €110.000.

C. Mohammed heeft een vermogen van €150.000 en Fatima heeft een vermogen van €160.000.

1.5.2 Casus Leonie

Gebruik bij het beantwoorden van deze vraag de bijlage ‘Fiscale en sociale cijfers’. (te vinden in hoofdstuk 2 ‘Bijlagen’)

Leonie (38 jaar) krijgt van haar lievelingsoom een schenking van €110.000. Leonie gaat met dat geld een

appartement aankopen. Haar oom schenkt eind 2019 een bedrag van €40.000, begin 2020 ontvangt zij €40.000 en eind 2021 het resterende bedrag van €30.000. Ze opteert in haar aangifte voor de verhoogde vrijstelling.

Vraag 20

Hoeveel schenkbelasting is zij verschuldigd? (Rond het antwoord af op twee cijfers achter de komma)

(10)

1.6 Vaardigheidsvragen Wft Hypothecair krediet

Vraag 21

Pieter (53) wil een nieuwe woning kopen in Utrecht. Hij heeft een woning op het oog waarvan de koopprijs

€242.000 bedraagt. Inclusief bijkomende kosten, waaronder €5.000 voor energiebesparende voorzieningen, komt de koopprijs inclusief kosten op €253.000. De marktwaarde van de woning na de energiebesparende voorzieningen bedraagt nog steeds €242.000. Welk bedrag kan Pieter maximaal financieren met NHG?

Toelichting bij het antwoord

Komt u uit op een geheel bedrag? Vul twee nullen achter de komma in.

Komt u uit op een niet geheel bedrag? Vul twee cijfers achter de komma in.

Vraag 22

Anouk heeft vorig jaar haar eerste woning gekocht en hiervoor een hypotheek afgesloten. Er is sprake van veel achterstallig onderhoud. Vooral het dak moet met spoed waterdicht worden gemaakt. Het vervelende is dat Anouk vorige week ontslagen is en nu een WW-uitkering ontvangt. Met dit lagere inkomen kan zij prima rondkomen en zij verwacht binnen het jaar weer aan de slag te kunnen. Zij heeft haar situatie voorgelegd aan de bank waar haar hypotheek loopt. De bank heeft aangegeven dat zij op dit moment Anouk geen lening willen verstrekken om het onderhoud te bekostigen. Maud, de zus van Anouk, geeft haar de tip om eens op de website van de SVn te kijken of zij wel mogelijkheden bieden. Anouk twijfelt tussen de Maatwerklening en de Stimuleringslening. Zij belt met haar financieel adviseur voor raad. Ze wil weten welke lening het beste past in haar situatie. Wat is het inhoudelijk meest juiste antwoord op de vraag van Anouk?

A. “Beste Anouk, in jouw situatie kom je niet in aanmerking voor de Stimuleringslening. Deze lening is voornamelijk bedoeld voor het herstellen van de fundering.”

B. “Beste Anouk, de Maatwerklening sluit het beste aan bij jouw situatie. De Stimuleringslening vergoed investeringen voor energiebesparende voorzieningen, zoals zonnepanelen.”

C. “Beste Anouk, beide leningen kun je aangaan voor noodzakelijke reparaties of onderhoud. Aangezien jij net werkeloos bent geworden kun jij in aanmerking komen voor een Maatwerklening.”

Vraag 23

Inge (25) vindt het tijd worden om op eigen benen te staan, ze wil het ouderlijkhuis uit. Ze besluit op zoek te gaan naar een appartement dichtbij het centrum van Breda. Na een aantal maanden vindt ze daar het ideale appartement. Na wat onderhandelingen heeft Inge het appartement gekocht. Jij hebt met haar een oriëntatiegesprek gehad en ze heeft je nadien gebeld om ook het adviesgesprek te plannen. Na het adviesgesprek heb jij een offerte opgesteld. De offerte is per post naar Inge toegestuurd. Inge heeft de hypotheekofferte

ontvangen en neemt telefonisch contact met je op. Ze begrijpt namelijk niet waar de jaarlijks kostenpercentage voor staat omdat er toch ook al het afgesproken rentepercentage in de offerte staat benoemd. Wat vertel jij Inge?

A. Het Jaarlijks Kosten Percentage (JKP) is het bedrag dat je als vergoeding betaalt aan de bank. Wij brengen naast de rente geen andere kosten in rekening waardoor dit percentage gelijk is aan het rentepercentage.

B. Het Jaarlijks Kosten Percentage (JKP) is het bedrag dat je naast de rente als vergoeding betaalt aan de bank voor extra kosten die in rekening zijn gebracht. Toevallig zijn de rentepercentage en de JKP nu gelijk aan elkaar.

C. Het Jaarlijks Kosten Percentage (JKP) is een andere benaming van het afgesproken rentepercentage. Daarom

komen deze percentages ook met elkaar overeen.

(11)

Wft Hypothecair krediet examentraining PE - 11 Vraag 24

Gebruik bij het beantwoorden van de vraag de bijlages ‘Annuïteitentabel’ en ‘Financieringslastenpercentages’ te vinden in hoofdstuk 2 ‘Bijlages’

Martin (25 jaar) heeft een mooi appartement op Funda gezien. Momenteel woont Martin in een huurwoning.

Martin werkt als koerier, hij heeft een inkomen van €25.000 inclusief vakantiegeld. Martin is alleenstaand.

Na de bezichtiging van het appartement is Martin alleen maar enthousiaster geworden, ondanks dat het

appartementencomplex wel een flinke schilderbeurt kan gebruiken. Wat is de maximale leencapaciteit van Martin op basis van zijn inkomen? Ga uit van een toetsrente van 5%

Toelichting bij het antwoord

Komt u uit op een geheel bedrag? Vul twee nullen achter de komma in.

Komt u uit op een niet geheel bedrag? Vul twee cijfers achter de komma in.

Vraag 25

Wat is voor Martin van belang met betrekking tot de Vereniging van Eigenaren?

A. Martin moet uit (laten) zoeken of hij lid kan worden van de VvE.

B. Het is voor Martin verstandig om na te gaan hoeveel er al gereserveerd is in het reserveringsfonds van de VvE.

C. Martin moet nagaan of er een splitsingsakte is opgesteld voor het appartementencomplex door de VvE.

(12)

Hoofdstuk 2 Bijlages

2.1 Fiscale en sociale cijfers 2019

Fiscale en sociale cijfers 2019

per 1 januari 2019

BELASTINGEN Inkomstenbelasting Tarief box 1

Belastbaar inkomen Vóór AOW Vanaf AOW

Van T/m % Totaal % Totaal

0 € 20.384 36,65% € 7.470 18,75% € 3.822

20.384 € 34.300 38,10% € 12.771 20,20% € 6.633

34.300 € 68.507 38,10% € 25.803 38,10% € 19.665

68.507 € - 51,75% € - 51,75% € -

Geboren vóór 01-01-1946

Voor een belastingplichtige die geboren is vóór 01-01-1946 geldt in plaats van het bedrag van € 34.300 het bedrag van € 34.817.

Aft rekbare kosten eigen woning

De aft rekbare kosten met betrekking tot een eigen woning zijn in de vierde schijf aft rekbaar tegen 49%.

Aft rek wegens geen of geringe eigenwoningschuld

De aft rek wegens geen of geringe eigenwoningschuld is beperkt tot 96 2/3%.

Winst uit onderneming

Kleinschaligheidsinvesteringsaft rek Van T/m Investeringsaft rek

0 € 2.300 € 0

2.300 € 57.321 28% van het investeringsbedrag

57.321 € 106.150 € 16.051

€ 106.150 € 318.449 € 16.051 verminderd met 7,56% van het gedeelte van het investeringsbedrag dat € 106.150 te boven gaat

€ 318.449 € - € 0

Oudedagsreserve

% Maximaal

OR-dotatie 9,44% € 8.999

Ondernemersaft rek

Zelfstandigenaft rek 7.280

Startersaft rek 2.123

Aft rek speur- en ontwikkelingswerk 12.775

Extra aft rek speur- en ontwikkelingswerk (starters) 6.391

Stakingsaft rek 3.630

Meewerkaft rek

Meer uren dan Minder uren dan Aft rek

525 875 1,25%

875 1.225 2,00%

1.225 1.750 3,00%

1.750 - 4,00%

MKB-winstvrijstelling

MKB-winstvrijstelling 14%

Uitgaven voor inkomensvoorzieningen Jaarruimte = 13,3% PG -/- toevoeging OR -/- 6,27A Premiegrondslag = inkomen (max. € 107.593) -/- franchise AOW-franchise

2019 € 12.275 2018 € 12.129 2017 € 12.032 2016 € 11.996 2015 € 11.936 2014 € 11.829 2013 € 11.829 2012 € 11.829

Maximale jaarruimte 12.678

Maximale reserveringsruimte (jonger dan 56 jaar en 4 maanden) 7.254 Maximale reserveringsruimte (ouder dan 56 jaar en 4 maanden) 14.322 Jaaruitkering tijdelijke oudedagslijfrenten 21.741

Afkoop lijfrente vrij van revisierente 4.404

Stakingslijfrente

Ouder dan 61 jaar en 4 maanden / 45% of meer arbeids-

ongeschikt / staken van de onderneming door overlijden € 459.688 Ouder dan 51 jaar en 4 maanden / direct ingaande lijfrente € 229.852

Overige gevallen € 114.932

Eigenwoningforfait

Van T/m Op jaarbasis

0 € 12.500 0,00%

12.500 € 25.000 0,25%

25.000 € 50.000 0,35%

50.000 € 75.000 0,50%

75.000 € 1.080.000 0,65%

€ 1.080.000 € - € 7.020 vermeerderd met 2,35% van de waarde voor zover deze uitgaat boven € 1.080.000

Kamerverhuurvrijstelling

Kamerverhuurvrijstelling 5.367

Vrijstelling KEW, SEW, BEW

2019 2018 2017

Vrijstelling € 166.000 € 164.000 € 162.500

Tarief box 2 25%

Tarief box 3 30%

Grondslag Sparen Beleggen Forfaitair rendement

Van T/m 0,13% 5,60%

0 € 71.650 67% 33% 1,94%

71.650 € 989.736 21% 79% 4,45%

€ 989.736 € - 0% 100% 5,60%

Schuldendrempel 3.100

Heff ingvrij vermogen 30.360

Vrijstelling kapitaal- en uitvaartverzekeringen 7.118

Vrijstelling contant geld 534

Vrijstelling groene beleggingen 58.540

Vrijstelling kapitaalverzekeringen (vóór 14-09-1999) € 123.428 Heff ingskortingen

Algemene heff ingskorting

Van T/m Vóór AOW Vanaf AOW

0 € 20.384 € 2.477 € 1.268

€ 20.384 € 68.507 € 2.477 - 5,147% x (belast- baar inkomen uit werk en woning - € 20.384)

€ 1.268 - 2,633% x (belast- baar inkomen uit werk en woning - € 20.384)

€ 68.507 € - € 0 € 0

Arbeidskorting

Van T/m Vóór AOW Vanaf AOW

0 € 9.694 1,754% x arbeidsinkomen 0,898% x arbeidsinkomen

€ 9.694 € 20.940 € 170 + 28,712% x (arbeids-

inkomen - € 9.694) € 88 + 14,689% x (arbeids- inkomen - € 9.694)

€ 20.940 € 34.060 € 3.399 € 1.740

€ 34.060 € 90.710 € 3.399 - 6% x (arbeids-

inkomen - € 34.060) € 1.740 - 3,069% x (arbeids- inkomen - € 34.060)

€ 90.710 € - € 0 € 0

Inkomensafhankelijke combinatiekorting

Van T/m Vóór AOW Vanaf AOW

0 € 4.993 € 0 € 0

€ 4.993 € 17.491 11,45% x (arbeidsinkomen

- € 4.993) 11,45% x (arbeidsinkomen - € 4.993)

€ 17.491 € 29.753 € 1.431 + (11,45% x (arbeids- inkomen - € 17.491)) € 1.431

€ 29.753 € - € 2.835 € 1.431

Ouderenkorting

Van T/m Vanaf AOW

0 € 36.783 € 1.596

€ 36.783 € 47.423 € 1.596 - 15% x (verzamelinkomen - € 36.783)

€ 47.423 € - € 0

Alleenstaande ouderenkorting 429

Jonggehandicaptenkorting 737

Levensloopverlofkorting 215

Korting voor groene beleggingen* 0,70%

(13)

Wft Hypothecair krediet examentraining PE - 13

Aanslaggrens inkomstenbelasting

Aanslaggrens inkomstenbelasting € 46

Successiewet

Vrijstellingen erfbelasting

Partners € 650.913

Invalide kinderen € 61.840

(Klein)kinderen € 20.616

Ouders € 48.821

Overige verkrijgers € 2.173

Vrijstellingen schenkbelasting

Kinderen € 5.428

Kinderen (eenmalig) € 26.040

Kinderen (studie) € 54.246

Eigen woning € 102.010

Overige verkrijgers € 2.173

Tarief successiewet

Van T/m Partners en

kinderen Klein-

kinderen Overige verkrijgers

€ 0 € 124.727 10% 18% 30%

€ 124.727 € - 20% 36% 40%

Partners (er kan maar één partner zijn):

• Gehuwden (niet gescheiden van tafel en bed) en geregistreerd partners.

• Samenwoners: beiden meerderjarig, gezamenlijke huishouding blijkende uit BRP (6 maanden bij erfbelasting en 2 jaar bij schenkbelasting), notarieel samenlevingscontract, geen bloedverwant in rechte lijn.

• Samenwoners: beiden meerderjarig, 5 jaar onafgebroken gezamenlijke huishouding blijkende uit BRP, geen bloedverwant in rechte lijn tenzij mantelzorg (alleen voor erfbelasting, niet voor schenkbelasting).

Vennootschapsbelasting

Belastbaar bedrag Tarief

Van T/m %

€ 0 € 200.000 19%

€ 200.000 € 0 25%

Vrijstelling bedrijfsopvolging per onderneming

Ondernemingsvermogen Vrijstelling

Van T/m %

€ 0 € 1.084.851 100%

€ 1.084.851 € - 83%

Aanspraken ingevolge een pensioenregeling

Maximum pensioengevend salaris € 107.593

Middelloonstelsel 1,875%

Eindloonstelsel 1,657%

Minimale AOW-franchise Middelloonstelsel

Van T/m AOW-franchise

0,000% 1,701% € 11.008

1,701% 1,788% € 12.426

1,788% 1,875% € 13.785

Minimale AOW-franchise Eindloonstelsel

Van T/m AOW-franchise

0,000% 1,483% € 12.456

1,483% 1,570% € 14.060

1,570% 1,657% € 15.599

SOCIALE ZEKERHEID Premies

Premies volksverzekeringen

Wet Werkgever Werknemer Over ten hoogste

AOW 0 % 17,90% € 34.300 per jaar

ANW 0 % 0,10% € 34.300 per jaar

WLZ 0 % 9,65% € 34.300 per jaar

Voor een belastingplichtige die geboren is vóór 01-01-1946 geldt in plaats van het bedrag van € 34.300 het bedrag van € 34.817.

Premies werknemersverzekeringen

Wet Werk-

gever Werk-

nemer Zelf-

standige Over ten hoogste

WAO/WIA-basispremie 6,46% - - € 55.927 p/j

Zvw-inkomens-

afhankelijke bijdrage 6,95% - 5,70% € 55.927 p/j

Bijdrage kinderopvang 0,50% - - € 55.927 p/j

Maximumdagloon € 214,28

Uitkeringen

Algemene Ouderdomswet (AOW)*

Situatie Maand Vakantie-

uitkering Tegemoet-

koming Jaartotaal Alleenstaande € 1.190,58 € 72,44 € 25,23 € 15.459 Partner met AOW € 809,81 € 51,75 € 25,23 € 10.641 Partner zonder AOW

(incl. toeslag)** € 1.619,62 € 103,50 € 25,23 € 20.980

* Inkomensvrijstelling: (15% x minimumloon) + (1/3 van het meerdere).

** De toeslag wordt verlaagd met 10% bij een huishoudinkomen vanaf

€ 2.827,01 per maand. De toeslag geldt alleen nog maar voor mensen die vóór 01-01-2015 AOW-gerechtigd waren of als gevolg van de verhoging van de AOW-leeftijd vóór 01-04-2015 AOW-gerechtigd zijn.

Algemene Nabestaandenwet (ANW)*

Situatie Maand Vakantie-

uitkering Tegemoet-

koming Jaartotaal Nabestaandenuitkering € 1.204,39 € 86,94 € 17,12 € 15.701 Nabestaandenuitkering

(verzorging) € 767,11 € 62,11 € 17,12 € 10.156 Kostendelersnorm € 767,11 € 62,11 € 17,12 € 10.156 Wezen tot 10 jaar € 385,40 € 27,82 € 17,12 € 5.164 Wezen 10-16 jaar € 578,11 € 41,73 € 17,12 € 7.644 Wezen 16-21/27 jaar € 770,81 € 55,64 € 17,12 € 10.123

* Inkomensvrijstelling: (50% x minimumloon) + (1/3 van het meerdere).

Werkhervatting Gedeeltelijk Arbeidsgeschikten - vervolguitkering (WGA) Arbeidsongeschiktheidspercentage Uitkeringspercentage van wettelijk

minimumloon

80% of meer 70,00%

65%-80% 50,75%

55%-65% 42,00%

45%-55% 35,00%

35%-45% 28,00%

Brutominimumloon

Leeftijd Minimumloon Minimumloon

per maand Minimumloon per jaar

22 100,00% € 1.615,80 € 20.941

21 86,15% € 1.373,45 € 17.800

20 70,95% € 1.131,05 € 14.658

19 55,75% € 888,70 € 11.518

18 48,14% € 767,50 € 9.947

17 40,04% € 638,25 € 8.272

16 34,97% € 557,45 € 7.225

15 30,41% € 484,75 € 6.282

Loonbelasting

Gebruikelijk loon DGA € 45.000

(14)

2.2 Annuïteitentabel

(15)

Wft Hypothecair krediet examentraining PE - 15

(16)

2.3 Financieringslastentabellen

BIJLAGEN

BIJLAGE 1 - FINANCIERINGSLASTTABELLEN ACCEPTATIECRITERIA

Bijlage 1a - Financieringslasttabel acceptatiecriteria tot AOW-leeftijd (deel 1)

Toetsrente in percentages Bruto

inkomen

in euro's <=1,000 1,001- 1,500 1,501- 2,000 2,001-

2,500 2,501- 3,000 3,001-

3,500 3,501- 4,000 4,001-

4,500 4,501- 5,000 5,001-

5,500 5,501- 6,000 >=6,001

- 12,0% 12,5% 13,5% 14,0% 14,5% 15,0% 16,0% 16,5% 17,0% 17,5% 17,5% 18,0%

21.000 12,0% 12,5% 13,5% 14,0% 14,5% 15,0% 16,0% 16,5% 17,0% 17,5% 17,5% 18,0%

21.500 12,5% 13,5% 14,5% 15,0% 15,5% 16,0% 16,5% 17,5% 18,0% 18,5% 19,0% 19,0%

22.000 13,0% 13,5% 14,5% 15,0% 15,5% 16,5% 17,5% 18,0% 19,0% 19,5% 20,0% 20,0%

22.500 13,0% 13,5% 14,5% 15,5% 16,5% 17,5% 18,5% 19,0% 19,5% 20,0% 21,0% 21,5%

23.000 13,5% 14,0% 15,0% 16,0% 17,0% 18,0% 19,0% 20,0% 20,5% 21,0% 21,5% 22,0%

23.500 14,0% 14,5% 15,5% 16,5% 17,5% 18,5% 19,5% 20,5% 21,0% 22,0% 22,5% 23,0%

24.000 14,0% 14,5% 16,0% 17,0% 18,0% 19,0% 20,0% 21,0% 22,0% 22,5% 23,5% 24,0%

24.500 14,5% 15,5% 16,5% 17,5% 18,5% 19,5% 20,5% 21,5% 22,5% 23,5% 24,0% 24,5%

25.000 14,5% 15,5% 16,5% 17,5% 18,5% 20,0% 21,0% 22,0% 23,0% 24,0% 24,5% 25,5%

26.000 15,0% 16,0% 17,5% 18,5% 19,5% 20,5% 21,5% 23,0% 24,0% 25,0% 26,0% 27,0%

27.000 15,5% 17,0% 18,0% 19,5% 20,5% 21,5% 22,5% 23,5% 25,0% 26,0% 27,0% 28,0%

28.000 16,0% 17,0% 18,5% 19,5% 20,5% 21,5% 23,0% 24,0% 25,5% 26,5% 27,5% 28,5%

29.000 16,0% 17,0% 18,5% 19,5% 20,5% 22,0% 23,5% 24,5% 25,5% 27,0% 28,0% 29,0%

30.000 16,0% 17,5% 19,0% 20,0% 21,0% 22,0% 23,5% 24,5% 26,0% 27,0% 28,0% 29,0%

31.000 17,0% 18,0% 19,5% 20,5% 21,5% 22,5% 24,0% 25,5% 26,5% 28,0% 29,0% 30,0%

32.000 17,0% 18,5% 19,5% 20,5% 21,5% 22,5% 24,0% 25,5% 26,5% 28,0% 29,0% 30,0%

33.000 17,0% 18,5% 19,5% 20,5% 21,5% 22,5% 24,0% 25,5% 26,5% 28,0% 29,0% 30,0%

34.000 17,0% 18,5% 19,5% 20,5% 21,5% 22,5% 24,0% 25,5% 26,5% 28,0% 29,0% 30,0%

35.000 17,0% 18,5% 19,5% 20,5% 21,5% 22,5% 24,0% 25,5% 26,5% 28,0% 29,0% 30,0%

36.000 17,0% 18,5% 19,5% 20,5% 21,5% 22,5% 24,0% 25,5% 26,5% 28,0% 29,0% 30,0%

37.000 17,0% 18,5% 19,5% 20,5% 21,5% 22,5% 24,0% 25,5% 26,5% 28,0% 29,0% 30,0%

38.000 17,0% 18,5% 19,5% 20,5% 21,5% 22,5% 24,0% 25,5% 26,5% 28,0% 29,0% 30,0%

39.000 17,0% 18,5% 19,5% 20,5% 21,5% 22,5% 24,0% 25,5% 26,5% 28,0% 29,0% 30,0%

40.000 17,0% 18,5% 19,5% 20,5% 21,5% 22,5% 24,0% 25,5% 26,5% 28,0% 29,0% 30,0%

41.000 17,0% 18,5% 19,5% 20,5% 21,5% 22,5% 24,0% 25,5% 26,5% 28,0% 29,0% 30,0%

42.000 17,0% 18,5% 19,5% 20,5% 21,5% 22,5% 24,0% 25,5% 26,5% 28,0% 29,0% 30,0%

43.000 17,0% 18,5% 19,5% 20,5% 21,5% 22,5% 24,0% 25,5% 26,5% 28,0% 29,0% 30,0%

44.000 17,5% 18,5% 20,0% 21,0% 22,0% 23,0% 24,0% 25,5% 26,5% 28,0% 29,0% 30,0%

45.000 17,5% 18,5% 20,0% 21,0% 22,0% 23,0% 24,0% 25,5% 26,5% 28,0% 29,0% 30,0%

46.000 17,5% 18,5% 20,0% 21,0% 22,0% 23,0% 24,5% 25,5% 26,5% 28,0% 29,0% 30,0%

47.000 17,5% 18,5% 20,0% 21,0% 22,0% 23,0% 24,5% 25,5% 26,5% 28,0% 29,0% 30,0%

48.000 17,5% 18,5% 20,0% 21,0% 22,0% 23,0% 24,5% 25,5% 26,5% 28,0% 29,0% 30,0%

49.000 18,0% 19,0% 20,0% 21,0% 22,0% 23,0% 24,5% 25,5% 26,5% 28,0% 29,0% 30,0%

50.000 18,0% 19,0% 20,0% 21,0% 22,0% 23,5% 24,5% 26,0% 27,0% 28,0% 29,0% 30,0%

51.000 18,0% 19,0% 20,5% 21,5% 22,5% 23,5% 24,5% 26,0% 27,0% 28,0% 29,0% 30,0%

52.000 18,0% 19,0% 20,5% 21,5% 22,5% 23,5% 24,5% 26,0% 27,0% 28,0% 29,0% 30,0%

(17)

Wft Hypothecair krediet examentraining PE - 17

Voorwaarden & Normen 2019-1, geldig vanaf 1 januari 2019

Bijlage 1a - Financieringslasttabel acceptatiecriteria tot AOW-leeftijd (deel 2) Toetsrente in percentages Bruto

inkomen

in euro's <=1,000 1,001- 1,500 1,501-

2,000 2,001- 2,500 2,501-

3,000 3,001- 3,500 3,501-

4,000 4,001- 4,500 4,501-

5,000 5,001- 5,500 5,501-

6,000 >=6,001 53.000 18,0% 19,0% 20,5% 21,5% 22,5% 23,5% 24,5% 26,0% 27,0% 28,0% 29,0% 30,0%

54.000 18,5% 19,5% 20,5% 21,5% 22,5% 24,0% 25,0% 26,0% 27,0% 28,0% 29,0% 30,0%

55.000 18,5% 19,5% 20,5% 21,5% 22,5% 24,0% 25,0% 26,0% 27,0% 28,5% 29,0% 30,0%

56.000 18,5% 19,5% 21,0% 22,0% 23,0% 24,0% 25,0% 26,0% 27,0% 28,5% 29,5% 30,5%

57.000 19,0% 20,0% 21,5% 22,5% 23,5% 24,5% 25,5% 26,5% 27,5% 28,5% 29,5% 30,5%

58.000 19,0% 20,5% 21,5% 22,5% 23,5% 24,5% 25,5% 26,5% 27,5% 28,5% 29,5% 30,5%

59.000 19,0% 20,5% 21,5% 22,5% 23,5% 25,0% 26,0% 27,0% 28,0% 29,0% 30,0% 30,5%

60.000 19,5% 20,5% 21,5% 22,5% 24,0% 25,0% 26,0% 27,0% 28,0% 29,0% 30,0% 31,0%

61.000 19,5% 20,5% 21,5% 23,0% 24,0% 25,0% 26,5% 27,5% 28,5% 29,5% 30,5% 31,0%

62.000 19,5% 20,5% 22,0% 23,5% 24,5% 25,5% 26,5% 27,5% 28,5% 29,5% 30,5% 31,5%

63.000 20,0% 21,0% 22,0% 23,5% 24,5% 25,5% 27,0% 28,0% 29,0% 30,0% 31,0% 31,5%

64.000 20,0% 21,0% 22,0% 23,5% 24,5% 26,0% 27,0% 28,0% 29,0% 30,0% 31,0% 32,0%

65.000 20,0% 21,0% 22,5% 23,5% 25,0% 26,0% 27,0% 28,5% 29,5% 30,5% 31,5% 32,0%

66.000 20,0% 21,0% 22,5% 24,0% 25,0% 26,0% 27,5% 28,5% 29,5% 30,5% 31,5% 32,5%

67.000 20,5% 21,5% 22,5% 24,0% 25,0% 26,5% 27,5% 28,5% 29,5% 30,5% 31,5% 32,5%

68.000 20,5% 21,5% 23,0% 24,0% 25,5% 26,5% 28,0% 29,0% 30,0% 31,0% 32,0% 33,0%

69.000 20,5% 21,5% 23,0% 24,0% 25,5% 27,0% 28,0% 29,0% 30,0% 31,0% 32,0% 33,0%

70.000 20,5% 21,5% 23,0% 24,5% 25,5% 27,0% 28,0% 29,0% 30,5% 31,5% 32,5% 33,0%

71.000 20,5% 21,5% 23,0% 24,5% 25,5% 27,0% 28,0% 29,5% 30,5% 31,5% 32,5% 33,5%

72.000 20,5% 22,0% 23,0% 24,5% 26,0% 27,0% 28,5% 29,5% 30,5% 31,5% 32,5% 33,5%

73.000 20,5% 22,0% 23,5% 24,5% 26,0% 27,0% 28,5% 29,5% 31,0% 32,0% 33,0% 33,5%

74.000 20,5% 22,0% 23,5% 24,5% 26,0% 27,5% 28,5% 30,0% 31,0% 32,0% 33,0% 34,0%

75.000 20,5% 22,0% 23,5% 25,0% 26,0% 27,5% 28,5% 30,0% 31,0% 32,0% 33,0% 34,0%

76.000 20,5% 22,0% 23,5% 25,0% 26,0% 27,5% 29,0% 30,0% 31,0% 32,5% 33,5% 34,5%

77.000 20,5% 22,0% 23,5% 25,0% 26,5% 27,5% 29,0% 30,0% 31,5% 32,5% 33,5% 34,5%

78.000 21,0% 22,0% 23,5% 25,0% 26,5% 27,5% 29,0% 30,0% 31,5% 32,5% 33,5% 34,5%

79.000 21,0% 22,5% 23,5% 25,0% 26,5% 28,0% 29,0% 30,5% 31,5% 32,5% 33,5% 34,5%

80.000 21,0% 22,5% 24,0% 25,0% 26,5% 28,0% 29,0% 30,5% 31,5% 32,5% 34,0% 35,0%

81.000 21,0% 22,5% 24,0% 25,5% 26,5% 28,0% 29,5% 30,5% 31,5% 33,0% 34,0% 35,0%

82.000 21,0% 22,5% 24,0% 25,5% 27,0% 28,0% 29,5% 30,5% 32,0% 33,0% 34,0% 35,0%

83.000 21,0% 22,5% 24,0% 25,5% 27,0% 28,0% 29,5% 31,0% 32,0% 33,0% 34,0% 35,0%

84.000 21,0% 22,5% 24,0% 25,5% 27,0% 28,5% 29,5% 31,0% 32,0% 33,0% 34,0% 35,5%

85.000 21,0% 22,5% 24,0% 25,5% 27,0% 28,5% 29,5% 31,0% 32,0% 33,5% 34,5% 35,5%

86.000 21,0% 22,5% 24,0% 25,5% 27,0% 28,5% 30,0% 31,0% 32,0% 33,5% 34,5% 35,5%

87.000 21,0% 22,5% 24,0% 25,5% 27,0% 28,5% 30,0% 31,0% 32,5% 33,5% 34,5% 35,5%

88.000 21,5% 22,5% 24,0% 25,5% 27,0% 28,5% 30,0% 31,0% 32,5% 33,5% 34,5% 35,5%

89.000 21,5% 23,0% 24,5% 25,5% 27,0% 28,5% 30,0% 31,5% 32,5% 33,5% 34,5% 36,0%

(18)

Bijlage 1a - Financieringslasttabel acceptatiecriteria tot AOW-leeftijd (deel 3) Toetsrente in percentages Bruto

inkomen

in euro's <=1,000 1,001- 1,500 1,501-

2,000 2,001- 2,500 2,501-

3,000 3,001- 3,500 3,501-

4,000 4,001- 4,500 4,501-

5,000 5,001- 5,500 5,501-

6,000 >=6,001

90.000 21,5% 23,0% 24,5% 26,0% 27,0% 28,5% 30,0% 31,5% 32,5% 34,0% 35,0% 36,0%

91.000 21,5% 23,0% 24,5% 26,0% 27,5% 28,5% 30,0% 31,5% 32,5% 34,0% 35,0% 36,0%

92.000 21,5% 23,0% 24,5% 26,0% 27,5% 28,5% 30,0% 31,5% 32,5% 34,0% 35,0% 36,0%

93.000 21,5% 23,0% 24,5% 26,0% 27,5% 29,0% 30,0% 31,5% 33,0% 34,0% 35,0% 36,0%

94.000 21,5% 23,0% 24,5% 26,0% 27,5% 29,0% 30,0% 31,5% 33,0% 34,0% 35,0% 36,0%

95.000 21,5% 23,0% 24,5% 26,0% 27,5% 29,0% 30,5% 31,5% 33,0% 34,0% 35,5% 36,5%

96.000 21,5% 23,0% 24,5% 26,0% 27,5% 29,0% 30,5% 31,5% 33,0% 34,0% 35,5% 36,5%

97.000 21,5% 23,0% 24,5% 26,0% 27,5% 29,0% 30,5% 31,5% 33,0% 34,5% 35,5% 36,5%

98.000 21,5% 23,0% 24,5% 26,0% 27,5% 29,0% 30,5% 32,0% 33,0% 34,5% 35,5% 36,5%

99.000 21,5% 23,0% 24,5% 26,0% 27,5% 29,0% 30,5% 32,0% 33,0% 34,5% 35,5% 36,5%

100.000 21,5% 23,0% 24,5% 26,0% 27,5% 29,0% 30,5% 32,0% 33,0% 34,5% 35,5% 36,5%

101.000 21,5% 23,0% 24,5% 26,0% 27,5% 29,0% 30,5% 32,0% 33,0% 34,5% 35,5% 36,5%

102.000 22,0% 23,5% 25,0% 26,5% 27,5% 29,0% 30,5% 32,0% 33,0% 34,5% 35,5% 37,0%

103.000 22,0% 23,5% 25,0% 26,5% 28,0% 29,0% 30,5% 32,0% 33,5% 34,5% 35,5% 37,0%

104.000 22,0% 23,5% 25,0% 26,5% 28,0% 29,0% 30,5% 32,0% 33,5% 34,5% 35,5% 37,0%

105.000 22,0% 23,5% 25,0% 26,5% 28,0% 29,5% 30,5% 32,0% 33,5% 34,5% 36,0% 37,0%

106.000 22,0% 23,5% 25,0% 26,5% 28,0% 29,5% 30,5% 32,0% 33,5% 34,5% 36,0% 37,0%

107.000 22,0% 23,5% 25,0% 26,5% 28,0% 29,5% 30,5% 32,0% 33,5% 34,5% 36,0% 37,0%

108.000 22,0% 23,5% 25,0% 26,5% 28,0% 29,5% 31,0% 32,0% 33,5% 34,5% 36,0% 37,0%

109.000 22,0% 23,5% 25,0% 26,5% 28,0% 29,5% 31,0% 32,0% 33,5% 34,5% 36,0% 37,0%

110.000 22,0% 23,5% 25,0% 26,5% 28,0% 29,5% 31,0% 32,0% 33,5% 35,0% 36,0% 37,0%

Het financieringslastpercentage mag met maximaal 3 procentpunten worden verhoogd indien sprake is van:

21.000,- en lager is dan 1.000,-. Hierbij geldt wel dat het verhoogde financieringslastpercentage niet hoger mag zijn dan het financieringslastpercentage dat behoort bij een toetsinko 1.000,-.

(19)

Wft Hypothecair krediet examentraining PE - 19

Voorwaarden & Normen 2019-1, geldig vanaf 1 januari 2019

Bijlage 1b - Financieringslasttabel acceptatiecriteria vanaf AOW-leeftijd (deel 1) Toetsrente in percentages Bruto

inkomen

in euro's <=1,000 1,001- 1,500 1,501-

2,000 2,001- 2,500 2,501-

3,000 3,001- 3,500 3,501-

4,000 4,001- 4,500 4,501-

5,000 5,001- 5,500 5,501-

6,000 >=6,001

- 15,5% 16,0% 16,5% 16,5% 17,0% 17,0% 17,5% 17,5% 17,5% 18,0% 18,0% 18,0%

21.500 15,5% 16,0% 16,5% 16,5% 17,0% 17,0% 17,5% 17,5% 17,5% 18,0% 18,0% 18,0%

22.000 16,5% 17,0% 17,5% 18,0% 18,0% 18,5% 18,5% 19,0% 19,0% 19,5% 19,5% 19,5%

22.500 17,0% 18,0% 18,5% 19,0% 19,5% 19,5% 20,0% 20,0% 20,0% 20,5% 21,0% 21,0%

23.000 18,0% 18,5% 19,5% 20,0% 20,5% 20,5% 21,0% 21,0% 21,0% 22,0% 22,0% 22,5%

23.500 18,5% 19,5% 20,0% 20,5% 21,5% 21,5% 22,0% 22,5% 22,5% 23,0% 23,0% 23,5%

24.000 19,0% 20,0% 20,5% 21,5% 22,0% 22,5% 23,0% 23,5% 23,5% 24,0% 24,0% 24,5%

24.500 19,5% 20,0% 21,0% 22,0% 22,5% 23,0% 23,5% 24,0% 24,5% 24,5% 25,0% 25,0%

25.000 19,5% 20,5% 21,5% 22,0% 23,0% 23,5% 24,0% 24,5% 25,0% 25,5% 25,5% 26,0%

26.000 19,5% 20,5% 21,5% 22,5% 23,5% 24,0% 25,0% 25,5% 26,0% 26,5% 26,5% 27,0%

27.000 20,0% 21,0% 22,0% 23,0% 24,0% 24,5% 25,5% 26,0% 26,5% 27,0% 27,5% 28,0%

28.000 20,0% 21,0% 22,0% 23,0% 24,0% 25,0% 26,0% 26,5% 27,0% 27,5% 28,0% 28,5%

29.000 20,5% 21,5% 22,5% 23,5% 24,5% 25,0% 26,0% 27,0% 27,5% 28,0% 28,5% 29,0%

30.000 20,5% 21,5% 22,5% 23,5% 24,5% 25,5% 26,5% 27,0% 28,0% 28,5% 29,0% 29,5%

31.000 21,5% 22,5% 23,5% 24,5% 25,5% 26,5% 27,5% 28,0% 29,0% 30,0% 30,5% 31,0%

32.000 21,5% 22,5% 23,5% 25,0% 26,0% 26,5% 27,5% 28,5% 29,5% 30,0% 31,0% 31,5%

33.000 21,5% 22,5% 24,0% 25,0% 26,0% 27,0% 28,0% 28,5% 29,5% 30,5% 31,0% 31,5%

34.000 21,5% 22,5% 24,0% 25,0% 26,0% 27,0% 28,0% 29,0% 29,5% 30,5% 31,0% 32,0%

35.000 21,5% 22,5% 24,0% 25,0% 26,0% 27,0% 28,0% 29,0% 30,0% 30,5% 31,5% 32,0%

36.000 22,0% 23,0% 24,0% 25,0% 26,0% 27,5% 28,5% 29,5% 30,0% 31,0% 31,5% 32,5%

37.000 22,0% 23,0% 24,0% 25,0% 26,5% 27,5% 28,5% 29,5% 30,5% 31,0% 32,0% 32,5%

38.000 22,5% 23,5% 24,5% 25,5% 26,5% 27,5% 28,5% 29,5% 30,5% 31,5% 32,0% 32,5%

39.000 22,5% 23,5% 24,5% 25,5% 26,5% 27,5% 28,5% 29,5% 30,5% 31,5% 32,0% 33,0%

40.000 23,0% 24,0% 25,0% 26,0% 26,5% 27,5% 28,5% 29,5% 30,5% 31,5% 32,0% 33,0%

41.000 23,0% 24,0% 25,0% 26,0% 27,0% 28,0% 28,5% 29,5% 30,5% 31,5% 32,5% 33,0%

42.000 23,5% 24,5% 25,5% 26,5% 27,0% 28,0% 29,0% 29,5% 30,5% 31,5% 32,5% 33,0%

43.000 23,5% 24,5% 25,5% 26,5% 27,5% 28,5% 29,0% 30,0% 31,0% 31,5% 32,5% 33,0%

44.000 23,5% 25,0% 26,0% 27,0% 28,0% 29,0% 29,5% 30,5% 31,0% 32,0% 33,0% 33,5%

45.000 23,5% 25,0% 26,5% 27,5% 28,5% 29,5% 30,0% 31,0% 32,0% 32,5% 33,5% 34,0%

46.000 24,0% 25,5% 27,0% 28,0% 29,0% 30,0% 31,0% 31,5% 32,5% 33,0% 34,0% 34,5%

47.000 24,0% 25,5% 27,0% 28,5% 29,5% 30,5% 31,5% 32,5% 33,0% 34,0% 34,5% 35,5%

48.000 24,5% 26,0% 27,5% 28,5% 30,0% 31,0% 32,0% 33,0% 33,5% 34,5% 35,0% 36,0%

49.000 24,5% 26,0% 27,5% 29,0% 30,5% 31,5% 32,5% 33,5% 34,0% 35,0% 35,5% 36,5%

50.000 24,5% 26,0% 27,5% 29,0% 30,5% 32,0% 33,0% 34,0% 34,5% 35,5% 36,0% 36,5%

51.000 24,5% 26,0% 27,5% 29,0% 31,0% 32,5% 33,5% 34,0% 35,0% 36,0% 36,5% 37,0%

52.000 24,5% 26,0% 27,5% 29,0% 31,0% 32,5% 34,0% 34,5% 35,5% 36,5% 37,0% 37,5%

53.000 24,5% 26,0% 27,5% 29,0% 31,0% 32,5% 34,0% 35,0% 36,0% 36,5% 37,5% 38,0%

(20)

Bijlage 1b - Financieringslasttabel acceptatiecriteria vanaf AOW-leeftijd (deel 2) Toetsrente in percentages Bruto

inkomen

in euro's <=1,000 1,001- 1,500 1,501-

2,000 2,001- 2,500 2,501-

3,000 3,001- 3,500 3,501-

4,000 4,001- 4,500 4,501-

5,000 5,001- 5,500 5,501-

6,000 >=6,001

54.000 24,5% 26,0% 27,5% 29,0% 31,0% 32,5% 34,0% 35,5% 36,5% 37,0% 38,0% 38,5%

55.000 24,5% 26,0% 27,5% 29,0% 31,0% 32,5% 34,0% 36,0% 36,5% 37,5% 38,0% 39,0%

56.000 25,0% 26,5% 28,0% 29,0% 31,0% 32,5% 34,0% 36,0% 37,0% 38,0% 38,5% 39,5%

57.000 25,0% 26,5% 28,0% 29,5% 31,0% 32,5% 34,0% 36,0% 37,5% 38,0% 39,0% 39,5%

58.000 25,0% 26,5% 28,0% 29,5% 31,0% 32,5% 34,0% 36,0% 37,5% 38,5% 39,5% 40,0%

59.000 25,0% 26,5% 28,0% 29,5% 31,0% 32,5% 34,0% 36,0% 37,5% 39,0% 39,5% 40,5%

60.000 25,0% 26,5% 28,0% 29,5% 31,5% 32,5% 34,0% 36,0% 37,5% 39,0% 40,0% 41,0%

61.000 25,0% 26,5% 28,0% 29,5% 31,5% 33,0% 34,0% 36,0% 37,5% 39,0% 40,5% 41,0%

62.000 25,0% 26,5% 28,0% 29,5% 31,5% 33,0% 34,5% 36,0% 37,5% 39,0% 40,5% 41,5%

63.000 25,0% 26,5% 28,0% 29,5% 31,5% 33,0% 34,5% 36,0% 37,5% 39,0% 40,5% 42,0%

64.000 25,5% 27,0% 28,5% 30,0% 31,5% 33,0% 34,5% 36,0% 37,5% 39,0% 40,5% 42,0%

65.000 25,5% 27,0% 28,5% 30,0% 31,5% 33,0% 34,5% 36,0% 37,5% 39,0% 40,5% 42,5%

66.000 25,5% 27,0% 28,5% 30,0% 31,5% 33,0% 34,5% 36,5% 37,5% 39,0% 40,5% 42,5%

67.000 26,0% 27,5% 29,0% 30,5% 32,0% 33,5% 34,5% 36,5% 38,0% 39,0% 40,5% 42,5%

68.000 26,0% 27,5% 29,0% 30,5% 32,0% 33,5% 35,0% 36,5% 38,0% 39,0% 40,5% 42,5%

69.000 26,0% 27,5% 29,0% 30,5% 32,0% 33,5% 35,0% 36,5% 38,0% 39,5% 40,5% 42,5%

70.000 26,0% 27,5% 29,0% 31,0% 32,5% 34,0% 35,0% 36,5% 38,0% 39,5% 40,5% 42,5%

71.000 26,5% 28,0% 29,5% 31,0% 32,5% 34,0% 35,5% 37,0% 38,0% 39,5% 41,0% 42,5%

72.000 26,5% 28,0% 29,5% 31,0% 32,5% 34,0% 35,5% 37,0% 38,0% 39,5% 41,0% 42,5%

73.000 26,5% 28,0% 29,5% 31,0% 33,0% 34,5% 35,5% 37,0% 38,5% 39,5% 41,0% 42,5%

74.000 26,5% 28,0% 29,5% 31,5% 33,0% 34,5% 36,0% 37,5% 38,5% 40,0% 41,0% 42,5%

75.000 26,5% 28,0% 30,0% 31,5% 33,0% 34,5% 36,0% 37,5% 38,5% 40,0% 41,0% 42,5%

76.000 26,5% 28,0% 30,0% 31,5% 33,0% 34,5% 36,0% 37,5% 39,0% 40,0% 41,5% 42,5%

77.000 26,5% 28,0% 30,0% 31,5% 33,5% 35,0% 36,0% 37,5% 39,0% 40,5% 41,5% 42,5%

78.000 26,5% 28,0% 30,0% 31,5% 33,5% 35,0% 36,5% 38,0% 39,0% 40,5% 41,5% 42,5%

79.000 26,5% 28,0% 30,0% 32,0% 33,5% 35,0% 36,5% 38,0% 39,0% 40,5% 41,5% 43,0%

80.000 26,5% 28,0% 30,0% 32,0% 33,5% 35,0% 36,5% 38,0% 39,5% 40,5% 42,0% 43,0%

81.000 26,5% 28,0% 30,0% 32,0% 33,5% 35,0% 36,5% 38,0% 39,5% 41,0% 42,0% 43,0%

82.000 26,5% 28,0% 30,0% 32,0% 33,5% 35,5% 37,0% 38,0% 39,5% 41,0% 42,0% 43,0%

83.000 26,5% 28,0% 30,0% 32,0% 33,5% 35,5% 37,0% 38,5% 39,5% 41,0% 42,0% 43,5%

84.000 26,5% 28,0% 30,0% 32,0% 34,0% 35,5% 37,0% 38,5% 40,0% 41,0% 42,5% 43,5%

85.000 26,5% 28,0% 30,0% 32,0% 34,0% 35,5% 37,0% 38,5% 40,0% 41,0% 42,5% 43,5%

86.000 26,5% 28,0% 30,0% 32,0% 34,0% 35,5% 37,0% 38,5% 40,0% 41,5% 42,5% 43,5%

87.000 26,5% 28,0% 30,0% 32,0% 34,0% 35,5% 37,0% 38,5% 40,0% 41,5% 42,5% 44,0%

88.000 26,5% 28,0% 30,0% 32,0% 34,0% 35,5% 37,0% 38,5% 40,0% 41,5% 42,5% 44,0%

89.000 26,5% 28,0% 30,0% 32,0% 34,0% 35,5% 37,5% 39,0% 40,5% 41,5% 43,0% 44,0%

90.000 26,5% 28,0% 30,0% 32,0% 34,0% 36,0% 37,5% 39,0% 40,5% 41,5% 43,0% 44,0%

(21)

Wft Hypothecair krediet examentraining PE - 21

Voorwaarden & Normen 2019-1, geldig vanaf 1 januari 2019

Bijlage 1b - Financieringslasttabel acceptatiecriteria vanaf AOW-leeftijd (deel 3) Toetsrente in percentages Bruto

inkomen

in euro's <=1,000 1,001- 1,500 1,501-

2,000 2,001- 2,500 2,501-

3,000 3,001- 3,500 3,501-

4,000 4,001- 4,500 4,501-

5,000 5,001- 5,500 5,501-

6,000 >=6,001

91.000 26,5% 28,0% 30,0% 32,0% 34,0% 36,0% 37,5% 39,0% 40,5% 42,0% 43,0% 44,0%

92.000 26,5% 28,0% 30,0% 32,0% 34,0% 36,0% 37,5% 39,0% 40,5% 42,0% 43,0% 44,0%

93.000 26,5% 28,0% 30,0% 32,0% 34,0% 36,0% 37,5% 39,0% 40,5% 42,0% 43,0% 44,0%

94.000 26,5% 28,0% 30,0% 32,0% 34,0% 36,0% 37,5% 39,0% 40,5% 42,0% 43,0% 44,5%

95.000 26,5% 28,0% 30,0% 32,0% 34,0% 36,0% 37,5% 39,0% 40,5% 42,0% 43,0% 44,5%

96.000 26,5% 28,0% 30,0% 32,0% 34,0% 36,0% 37,5% 39,0% 40,5% 42,0% 43,0% 44,5%

97.000 26,5% 28,0% 30,0% 32,0% 34,0% 36,0% 37,5% 39,0% 40,5% 42,0% 43,0% 44,5%

98.000 26,5% 28,0% 30,0% 32,0% 34,0% 36,0% 37,5% 39,0% 40,5% 42,0% 43,0% 44,5%

99.000 26,5% 28,0% 30,0% 32,0% 34,0% 36,0% 37,5% 39,0% 40,5% 42,0% 43,0% 44,5%

100.000 26,5% 28,0% 30,0% 32,0% 34,0% 36,0% 37,5% 39,0% 40,5% 42,0% 43,0% 44,5%

101.000 26,5% 28,0% 30,0% 32,0% 34,0% 36,0% 37,5% 39,0% 40,5% 42,0% 43,0% 44,5%

102.000 26,5% 28,0% 30,0% 32,0% 34,0% 36,0% 37,5% 39,0% 40,5% 42,0% 43,0% 44,5%

103.000 26,5% 28,0% 30,0% 32,0% 34,0% 36,0% 37,5% 39,0% 40,5% 42,0% 43,0% 44,5%

104.000 26,5% 28,0% 30,0% 32,0% 34,0% 36,0% 37,5% 39,0% 40,5% 42,0% 43,0% 44,5%

105.000 26,5% 28,0% 30,0% 32,0% 34,0% 36,0% 37,5% 39,0% 40,5% 42,0% 43,0% 44,5%

106.000 26,5% 28,0% 30,0% 32,0% 34,0% 36,0% 37,5% 39,0% 40,5% 42,0% 43,0% 44,5%

107.000 26,5% 28,0% 30,0% 32,0% 34,0% 36,0% 37,5% 39,0% 40,5% 42,0% 43,0% 44,5%

108.000 26,5% 28,0% 30,0% 32,0% 34,0% 36,0% 37,5% 39,0% 40,5% 42,0% 43,0% 44,5%

109.000 26,5% 28,0% 30,0% 32,0% 34,0% 36,0% 37,5% 39,0% 40,5% 42,0% 43,0% 44,5%

110.000 26,5% 28,0% 30,0% 32,0% 34,0% 36,0% 37,5% 39,0% 40,5% 42,0% 43,0% 44,5%

Het financieringslastpercentage mag met maximaal 3 procentpunten worden verhoogd indien sprake is van:

21.000,- en lager is dan 1.000,-. Hierbij geldt wel dat het verhoogde financieringslastpercentage niet hoger mag zijn dan het

1.000,-.

(22)

Bijlage 1c - Financieringslasttabel acceptatiecriteria tot AOW-leeftijd voor gedeelten van het hypothecair krediet waarvan de rente niet fiscaal aftrekbaar is (deel 1)

Toetsrente in percentages Bruto

inkomen

in euro's <=1,000 1,001- 1,500 1,501-

2,000 2,001- 2,500 2,501-

3,000 3,001- 3,500 3,501-

4,000 4,001- 4,500 4,501-

5,000 5,001- 5,500 5,501-

6,000 >=6,001

- 11,5% 11,5% 12,0% 12,0% 12,5% 12,5% 12,5% 12,5% 13,0% 13,0% 13,0% 13,0%

21.000 11,5% 11,5% 12,0% 12,0% 12,5% 12,5% 12,5% 12,5% 13,0% 13,0% 13,0% 13,0%

21.500 12,0% 12,0% 12,5% 12,5% 12,5% 13,0% 13,0% 13,0% 13,5% 13,5% 13,5% 13,5%

22.000 12,0% 12,5% 12,5% 13,0% 13,0% 13,0% 13,5% 13,5% 13,5% 14,0% 14,0% 14,0%

22.500 12,5% 13,0% 13,0% 13,0% 13,5% 13,5% 14,0% 14,0% 14,0% 14,5% 14,5% 14,5%

23.000 13,0% 13,0% 13,5% 13,5% 14,0% 14,0% 14,0% 14,5% 14,5% 14,5% 15,0% 15,0%

23.500 13,0% 13,5% 13,5% 14,0% 14,0% 14,5% 14,5% 14,5% 15,0% 15,0% 15,0% 15,5%

24.000 13,5% 14,0% 14,0% 14,5% 14,5% 14,5% 15,0% 15,0% 15,0% 15,5% 15,5% 15,5%

24.500 14,0% 14,0% 14,5% 14,5% 15,0% 15,0% 15,0% 15,5% 15,5% 15,5% 16,0% 16,0%

25.000 14,0% 14,5% 14,5% 15,0% 15,0% 15,5% 15,5% 15,5% 16,0% 16,0% 16,0% 16,5%

26.000 14,5% 15,0% 15,0% 15,5% 15,5% 16,0% 16,0% 16,5% 16,5% 16,5% 17,0% 17,0%

27.000 15,0% 15,5% 15,5% 16,0% 16,0% 16,5% 16,5% 17,0% 17,0% 17,0% 17,5% 17,5%

28.000 15,5% 16,0% 16,0% 16,5% 16,5% 17,0% 17,0% 17,5% 17,5% 17,5% 18,0% 18,0%

29.000 15,5% 16,0% 16,5% 16,5% 17,0% 17,0% 17,5% 17,5% 17,5% 18,0% 18,0% 18,0%

30.000 16,0% 16,0% 16,5% 16,5% 17,0% 17,0% 17,5% 17,5% 18,0% 18,0% 18,0% 18,5%

31.000 16,5% 16,5% 17,0% 17,5% 17,5% 18,0% 18,0% 18,0% 18,5% 18,5% 19,0% 19,0%

32.000 16,5% 17,0% 17,0% 17,5% 17,5% 18,0% 18,0% 18,5% 18,5% 19,0% 19,0% 19,0%

33.000 16,5% 17,0% 17,0% 17,5% 18,0% 18,0% 18,5% 18,5% 18,5% 19,0% 19,0% 19,0%

34.000 16,5% 17,0% 17,0% 17,5% 18,0% 18,0% 18,5% 18,5% 18,5% 19,0% 19,0% 19,0%

35.000 16,5% 17,0% 17,0% 17,5% 18,0% 18,0% 18,5% 18,5% 18,5% 19,0% 19,0% 19,0%

36.000 16,5% 17,0% 17,0% 17,5% 18,0% 18,0% 18,5% 18,5% 18,5% 19,0% 19,0% 19,0%

37.000 16,5% 17,0% 17,0% 17,5% 18,0% 18,0% 18,5% 18,5% 18,5% 19,0% 19,0% 19,5%

38.000 16,5% 17,0% 17,5% 17,5% 18,0% 18,0% 18,5% 18,5% 19,0% 19,0% 19,0% 19,5%

39.000 16,5% 17,0% 17,5% 17,5% 18,0% 18,0% 18,5% 18,5% 19,0% 19,0% 19,0% 19,5%

40.000 17,0% 17,0% 17,5% 17,5% 18,0% 18,5% 18,5% 19,0% 19,0% 19,0% 19,5% 19,5%

41.000 17,0% 17,0% 17,5% 18,0% 18,0% 18,5% 18,5% 19,0% 19,0% 19,0% 19,5% 19,5%

42.000 17,0% 17,5% 17,5% 18,0% 18,0% 18,5% 18,5% 19,0% 19,0% 19,5% 19,5% 19,5%

43.000 17,0% 17,5% 17,5% 18,0% 18,0% 18,5% 18,5% 19,0% 19,0% 19,5% 19,5% 20,0%

44.000 17,0% 17,5% 18,0% 18,0% 18,5% 18,5% 19,0% 19,0% 19,5% 19,5% 19,5% 20,0%

45.000 17,0% 17,5% 18,0% 18,0% 18,5% 18,5% 19,0% 19,0% 19,5% 19,5% 20,0% 20,0%

46.000 17,5% 17,5% 18,0% 18,5% 18,5% 19,0% 19,0% 19,5% 19,5% 20,0% 20,0% 20,0%

47.000 17,5% 18,0% 18,0% 18,5% 18,5% 19,0% 19,0% 19,5% 19,5% 20,0% 20,0% 20,5%

48.000 17,5% 18,0% 18,0% 18,5% 19,0% 19,0% 19,5% 19,5% 20,0% 20,0% 20,5% 20,5%

49.000 17,5% 18,0% 18,5% 18,5% 19,0% 19,0% 19,5% 19,5% 20,0% 20,0% 20,5% 20,5%

50.000 18,0% 18,0% 18,5% 18,5% 19,0% 19,5% 19,5% 20,0% 20,0% 20,0% 20,5% 20,5%

51.000 18,0% 18,0% 18,5% 19,0% 19,0% 19,5% 19,5% 20,0% 20,0% 20,5% 20,5% 20,5%

52.000 18,0% 18,5% 18,5% 19,0% 19,0% 19,5% 20,0% 20,0% 20,0% 20,5% 20,5% 21,0%

(23)

Wft Hypothecair krediet examentraining PE - 23

Voorwaarden & Normen 2019-1, geldig vanaf 1 januari 2019

Bijlage 1c - Financieringslasttabel acceptatiecriteria tot AOW-leeftijd voor gedeelten van het hypothecair krediet waarvan de rente niet fiscaal aftrekbaar is (deel 2)

Toetsrente in percentages Bruto

inkomen

in euro's <=1,000 1,001- 1,500 1,501-

2,000 2,001- 2,500 2,501-

3,000 3,001- 3,500 3,501-

4,000 4,001- 4,500 4,501-

5,000 5,001- 5,500 5,501-

6,000 >=6,001

53.000 18,0% 18,5% 18,5% 19,0% 19,5% 19,5% 20,0% 20,0% 20,5% 20,5% 20,5% 21,0%

54.000 18,0% 18,5% 19,0% 19,0% 19,5% 19,5% 20,0% 20,0% 20,5% 20,5% 21,0% 21,0%

55.000 18,0% 18,5% 19,0% 19,0% 19,5% 20,0% 20,0% 20,5% 20,5% 20,5% 21,0% 21,0%

56.000 18,5% 18,5% 19,0% 19,5% 19,5% 20,0% 20,0% 20,5% 20,5% 21,0% 21,0% 21,5%

57.000 18,5% 19,0% 19,0% 19,5% 20,0% 20,0% 20,5% 20,5% 21,0% 21,0% 21,5% 21,5%

58.000 18,5% 19,0% 19,5% 19,5% 20,0% 20,5% 20,5% 21,0% 21,0% 21,5% 21,5% 21,5%

59.000 19,0% 19,0% 19,5% 20,0% 20,0% 20,5% 21,0% 21,0% 21,5% 21,5% 21,5% 22,0%

60.000 19,0% 19,5% 20,0% 20,0% 20,5% 20,5% 21,0% 21,0% 21,5% 21,5% 22,0% 22,0%

61.000 19,0% 19,5% 20,0% 20,5% 20,5% 21,0% 21,0% 21,5% 21,5% 22,0% 22,0% 22,5%

62.000 19,5% 19,5% 20,0% 20,5% 20,5% 21,0% 21,5% 21,5% 22,0% 22,0% 22,0% 22,5%

63.000 19,5% 20,0% 20,0% 20,5% 21,0% 21,0% 21,5% 21,5% 22,0% 22,0% 22,5% 22,5%

64.000 19,5% 20,0% 20,5% 20,5% 21,0% 21,5% 21,5% 22,0% 22,0% 22,5% 22,5% 23,0%

65.000 19,5% 20,0% 20,5% 21,0% 21,0% 21,5% 21,5% 22,0% 22,5% 22,5% 22,5% 23,0%

66.000 20,0% 20,0% 20,5% 21,0% 21,5% 21,5% 22,0% 22,0% 22,5% 22,5% 23,0% 23,0%

67.000 20,0% 20,5% 20,5% 21,0% 21,5% 21,5% 22,0% 22,5% 22,5% 23,0% 23,0% 23,0%

68.000 20,0% 20,5% 21,0% 21,0% 21,5% 22,0% 22,0% 22,5% 22,5% 23,0% 23,0% 23,5%

69.000 20,0% 20,5% 21,0% 21,5% 21,5% 22,0% 22,5% 22,5% 23,0% 23,0% 23,5% 23,5%

70.000 20,5% 20,5% 21,0% 21,5% 22,0% 22,0% 22,5% 22,5% 23,0% 23,0% 23,5% 23,5%

71.000 20,5% 21,0% 21,0% 21,5% 22,0% 22,0% 22,5% 23,0% 23,0% 23,5% 23,5% 23,5%

72.000 20,5% 21,0% 21,5% 21,5% 22,0% 22,5% 22,5% 23,0% 23,0% 23,5% 23,5% 24,0%

73.000 20,5% 21,0% 21,5% 21,5% 22,0% 22,5% 22,5% 23,0% 23,0% 23,5% 23,5% 24,0%

74.000 20,5% 21,0% 21,5% 22,0% 22,0% 22,5% 22,5% 23,0% 23,5% 23,5% 23,5% 24,0%

75.000 20,5% 21,0% 21,5% 22,0% 22,0% 22,5% 23,0% 23,0% 23,5% 23,5% 24,0% 24,0%

76.000 20,5% 21,0% 21,5% 22,0% 22,0% 22,5% 23,0% 23,0% 23,5% 23,5% 24,0% 24,0%

77.000 21,0% 21,0% 21,5% 22,0% 22,5% 22,5% 23,0% 23,0% 23,5% 23,5% 24,0% 24,0%

78.000 21,0% 21,5% 21,5% 22,0% 22,5% 22,5% 23,0% 23,0% 23,5% 24,0% 24,0% 24,0%

79.000 21,0% 21,5% 21,5% 22,0% 22,5% 22,5% 23,0% 23,5% 23,5% 24,0% 24,0% 24,5%

80.000 21,0% 21,5% 22,0% 22,0% 22,5% 23,0% 23,0% 23,5% 23,5% 24,0% 24,0% 24,5%

81.000 21,0% 21,5% 22,0% 22,0% 22,5% 23,0% 23,0% 23,5% 23,5% 24,0% 24,0% 24,5%

82.000 21,0% 21,5% 22,0% 22,0% 22,5% 23,0% 23,0% 23,5% 23,5% 24,0% 24,0% 24,5%

83.000 21,0% 21,5% 22,0% 22,5% 22,5% 23,0% 23,5% 23,5% 24,0% 24,0% 24,5% 24,5%

84.000 21,0% 21,5% 22,0% 22,5% 22,5% 23,0% 23,5% 23,5% 24,0% 24,0% 24,5% 24,5%

85.000 21,0% 21,5% 22,0% 22,5% 22,5% 23,0% 23,5% 23,5% 24,0% 24,0% 24,5% 24,5%

86.000 21,5% 21,5% 22,0% 22,5% 23,0% 23,0% 23,5% 23,5% 24,0% 24,0% 24,5% 24,5%

87.000 21,5% 21,5% 22,0% 22,5% 23,0% 23,0% 23,5% 24,0% 24,0% 24,5% 24,5% 24,5%

88.000 21,5% 22,0% 22,0% 22,5% 23,0% 23,0% 23,5% 24,0% 24,0% 24,5% 24,5% 25,0%

89.000 21,5% 22,0% 22,0% 22,5% 23,0% 23,0% 23,5% 24,0% 24,0% 24,5% 24,5% 25,0%

(24)

Bijlage 1c - Financieringslasttabel acceptatiecriteria tot AOW-leeftijd voor gedeelten van het hypothecair krediet waarvan de rente niet fiscaal aftrekbaar is (deel 3)

Toetsrente in percentages Bruto

inkomen

in euro's <=1,000 1,001- 1,500 1,501-

2,000 2,001- 2,500 2,501-

3,000 3,001- 3,500 3,501-

4,000 4,001- 4,500 4,501-

5,000 5,001- 5,500 5,501-

6,000 >=6,001

90.000 21,5% 22,0% 22,5% 22,5% 23,0% 23,5% 23,5% 24,0% 24,0% 24,5% 24,5% 25,0%

91.000 21,5% 22,0% 22,5% 22,5% 23,0% 23,5% 23,5% 24,0% 24,0% 24,5% 24,5% 25,0%

92.000 21,5% 22,0% 22,5% 22,5% 23,0% 23,5% 23,5% 24,0% 24,0% 24,5% 24,5% 25,0%

93.000 21,5% 22,0% 22,5% 23,0% 23,0% 23,5% 23,5% 24,0% 24,5% 24,5% 25,0% 25,0%

94.000 21,5% 22,0% 22,5% 23,0% 23,0% 23,5% 24,0% 24,0% 24,5% 24,5% 25,0% 25,0%

95.000 21,5% 22,0% 22,5% 23,0% 23,0% 23,5% 24,0% 24,0% 24,5% 24,5% 25,0% 25,0%

96.000 21,5% 22,0% 22,5% 23,0% 23,0% 23,5% 24,0% 24,0% 24,5% 24,5% 25,0% 25,0%

97.000 21,5% 22,0% 22,5% 23,0% 23,5% 23,5% 24,0% 24,0% 24,5% 24,5% 25,0% 25,0%

98.000 22,0% 22,0% 22,5% 23,0% 23,5% 23,5% 24,0% 24,0% 24,5% 24,5% 25,0% 25,0%

99.000 22,0% 22,0% 22,5% 23,0% 23,5% 23,5% 24,0% 24,0% 24,5% 25,0% 25,0% 25,0%

100.000 22,0% 22,0% 22,5% 23,0% 23,5% 23,5% 24,0% 24,5% 24,5% 25,0% 25,0% 25,5%

101.000 22,0% 22,5% 22,5% 23,0% 23,5% 23,5% 24,0% 24,5% 24,5% 25,0% 25,0% 25,5%

102.000 22,0% 22,5% 22,5% 23,0% 23,5% 23,5% 24,0% 24,5% 24,5% 25,0% 25,0% 25,5%

103.000 22,0% 22,5% 22,5% 23,0% 23,5% 24,0% 24,0% 24,5% 24,5% 25,0% 25,0% 25,5%

104.000 22,0% 22,5% 22,5% 23,0% 23,5% 24,0% 24,0% 24,5% 24,5% 25,0% 25,0% 25,5%

105.000 22,0% 22,5% 23,0% 23,0% 23,5% 24,0% 24,0% 24,5% 24,5% 25,0% 25,0% 25,5%

106.000 22,0% 22,5% 23,0% 23,0% 23,5% 24,0% 24,0% 24,5% 24,5% 25,0% 25,0% 25,5%

107.000 22,0% 22,5% 23,0% 23,0% 23,5% 24,0% 24,0% 24,5% 24,5% 25,0% 25,0% 25,5%

108.000 22,0% 22,5% 23,0% 23,0% 23,5% 24,0% 24,0% 24,5% 25,0% 25,0% 25,0% 25,5%

109.000 22,0% 22,5% 23,0% 23,0% 23,5% 24,0% 24,0% 24,5% 25,0% 25,0% 25,5% 25,5%

110.000 22,0% 22,5% 23,0% 23,5% 23,5% 24,0% 24,0% 24,5% 25,0% 25,0% 25,5% 25,5%

Het financieringslastpercentage mag met maximaal 3 procentpunten worden verhoogd indien sprake is van:

21.000,- en lager is dan 1.000,-. Hierbij geldt wel dat het verhoogde financieringslastpercentage niet hoger mag zijn dan het financieringslastpercentage dat behoort bij een toetsinko 1.000,-.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Het juiste antwoord is: wanneer Tina ziek is hoeft de werkgever niet langer twee jaar loon door te betalen, maar is deze periode verkort naar maximaal dertien

Het juiste antwoord is: het totale leenbedrag dat wordt geregistreerd is 65% van de maandtermijn x het aantal maanden van het

Hoeveel schadevrije jaren geeft de verzekeraar door aan de nieuwe verzekeraar voor zowel Ruben als Angela.. (Gebruik de bijlage voor het beantwoorden van deze

Het juiste antwoord is: wanneer Tina ziek is hoeft de werkgever niet langer twee jaar loon door te betalen, maar is deze periode verkort naar maximaal dertien

Het juiste antwoord is: de reden dat u dit formulier nu in moet vullen, heeft te maken met het feit dat jullie nieuwe klanten zijn.. Door middel van het formulier kan

Martin heeft een jaarinkomen van €25.000 inclusief vakantiegeld. Voor alleenstaanden met een inkomen tussen de €21.000 en €31.000 mag het financieringslastpercentage met maximaal

Omdat voor de werknemer geen ZW premies meer worden afgedragen, wordt de ZW uitkering sinds 1 juli 2016 op de werkgever verhaald.... Rik zat sinds zijn 55ste in

Het contract voldoet niet aan de wettelijke bepalingen omdat de arbodienst geen vergoeding geeft voor een second opinion... 1.4.4 Casus