• No results found

Wft Hypothecair krediet. Begeleidingsdag 2 - vragen en casuistiek

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Wft Hypothecair krediet. Begeleidingsdag 2 - vragen en casuistiek"

Copied!
23
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Wft Hypothecair krediet

Begeleidingsdag 2 - vragen en casuistiek

(2)

Inhoudsopgave

Hoofdstuk 1 Vragen en casuïstiek 3

1.1 Casus Opfris 3

1.2 Casus Risico’s 6

1.2.1 Bijlage UPO Manuel 8

1.3 Casus Echtscheiding 1 11

1.4 Casus Professioneel Gedrag 12

1.5 Casus Aftrekbare kosten 14

1.6 Casus Starter 15

1.7 Casus Oversluiten 16

1.8 Casus Doorstromer 18

1.9 Casus Echtscheiding 2 20

1.10 Casus Ralph en Mariëlle 22

(3)

Hoofdstuk 1 Vragen en casuïstiek

1.1 Casus Opfris

Rosalie

-Rosalie werkt al jaren via hetzelfde uitzendbureau als communicatie manager bij verschillende bedrijven.

-de afgelopen jaren verdiende zij: €40.000 (2019), €45.000 (2018), €32.000 (2017) en €35.000 (2016);

-Het inkomen volgens de perspectiefverklaring is €42.000;

-ze heeft een ex-partner aan wie zij €500 per maand alimentatie moet betalen.

Ben

-Ben werkt in loondienst bij een grote supermarkt;

-per vier weken verdient hij €2.200 bruto;

-hij ontvangt in mei 8% vakantiegeld;

-aan het einde van het jaar ontvangt hij een vaste eindejaarsuitkering van €2.200.

Vraag 1

Rosalie (45) en Ben (44) gaan samen een woning kopen. Bepaal aan de hand van de onderstaande gegevens het toetsinkomen voor het bepalen van de woonquote. Wat is dit toetsinkomen?

Vraag 2

Een klant heeft een woning aangekocht voor €325.000. Uit het taxatierapport blijkt dat de marktwaarde van de woning €310.000 is.

Kan op basis van deze gegevens de woning met NHG gefinancierd worden?

A. Ja, de woning valt binnen het maximale garantiebedrag van €328.600.

B. Nee, de aankoopprijs van de woning is te hoog.

C. Ja, op basis van de getaxeerde marktwaarde kan er een financiering met NHG verstrekt worden.

Vraag 3

Marieke wil haar restschuld die in 2020 is ontstaan na de verkoop van haar vorige woning meefinancieren bij de aankoop van haar nieuwe woning. Ze wenst de volledige hypotheek met NHG te sluiten.

Wat is juist met betrekking tot deze restschuld met NHG?

A. De restschuld moet minimaal annuïtair worden afgelost.

B. De rente over de restschuld is vijftien jaar lang aftrekbaar.

C. De restschuldfinanciering moet in maximaal 360 maanden worden afgelost.

(4)

Vraag 4

Marit heeft 1 november 2019 haar huidige woning verkocht voor €220.000. Ze moet €3.000 betalen aan de verkopend makelaar. Haar eigenwoningschuld op deze woning was €190.000.

Op 1 februari 2022 koopt Marit een nieuwe woning voor €250.000 k.k. Naast de overdrachtsbelasting bedragen de aankoopkosten €2.000.

Wat wordt de maximale nieuwe eigenwoningschuld voor Marit?

A. €220.000.

B. €230.000.

C. €250.000.

D. €257.000.

Vraag 5

Nico heeft een eigenwoningschuld van €100.000 met een rente van 4%, dit is een aflossingsvrije lening.

Daarnaast heeft hij nog een spaarhypotheek (KEW) van €150.000. Hij betaalt hiervoor een rente van 3,5% en een maandelijkse premie van €200. De WOZ- waarde van de woning is €300.000. Hij trekt alle rente af tegen een IB tarief van 37,35%.

Wat is Nico’s netto maandlast?

Vraag 6

In 2000 heeft Loes een KEW afgesloten met een looptijd van twintig jaar. Het is nu 2020 en de polis expireert. De uitkering bedraagt €170.000. De lifetime vrijstelling bedraagt in 2020 €168.500. Loes lost met de uitkering haar volledige eigenwoningschuld van €150.000 af. De overige €20.000 besteedt ze aan de aankoop van een nieuwe auto. De afgelopen twinitig jaar heeft Loes een premie van €230 per maand betaald.

Hoe groot is het belaste rentebestanddeel in de uitkering van de KEW?

Vraag 7

Tina heeft op 1 december 2010 een eigen woning gekocht en gefinancierd met een aflossingsvrije

eigenwoningschuld (EWS) van €190.000. Op 1 december 2018 heeft ze haar eigen woning verkocht voor €240.000.

Daarna is ze gaan huren. Op 1 april 2020 koopt ze een eigen woning voor €236.000 inclusief kosten. Ze wil hiervoor een nieuwe EWS afsluiten.

Wat is juist met betrekking tot de fiscale behandeling van de nieuwe EWS?

A. De maximale EWS is €186.000. Deze moet volledig en minimaal annuïtair worden afgelost in max 360 maanden.

B. De maximale EWS is €236.000. Deze moet volledig en minimaal annuïtair worden afgelost in max 360 maanden.

C. De maximale EWS is €186.000. Deze valt volledig onder het overgangsrecht.

(5)

Vraag 8

De heer Bos heeft op 1 januari 2008 een eigen woning gekocht en deze volledig gefinancierd met een EWS van

€185.000. Daarnaast heeft hij een Kapitaalverzekering Eigen Woning (KEW) waarbinnen wordt belegd, met een doelkapitaal van €185.000. De maandpremie bedraagt €226. De heer Bos wenst zijn KEW om te zetten in een SEW op basis van sparen.

Aan welke voorwaarden moet de SEW voldoen?

A. Het eindkapitaal mag verhoogd worden, maar de premie niet.

B. De premie mag verhoogd worden, maar het doelkapitaal niet.

C. Het eindkapitaal en de premie mogen niet verhoogd worden.

(6)

1.2 Casus Risico’s

Vraag 1

Ineke is getrouwd met Henk, ze hebben samen een dochter van zes jaar oud. Door een noodlottig ongeval komt Henk te overlijden. Ineke ontvangt na het overlijden van Henk een nabestaandenpensioen van €12.000 per jaar en een nabestaandenlijfrente van €4.000 per jaar. Ineke heeft daarnaast een baan in het onderwijs en verdient daarmee €18.000 per jaar.

Hoeveel bedraagt het totale jaarinkomen van Ineke na overlijden van Henk?

Vraag 2

Stel dat Ineke uit de vorige vraag tien jaar na het overlijden van Henk ontslagen wordt en daardoor in plaats van een salaris van €18.000 per jaar, een WW-uitkering ontvangt van €12.600.

Wat zou dan het volledige jaarinkomen van Ineke zijn? Ga ervan uit dat over tien jaar het overige inkomen van Ineke niet veranderd is en dat de regelgeving rondom sociale zekerheid dan ook nog hetzelfde is als nu.

Vraag 3

Manuel (53 jaar) is sinds 1990 werkzaam bij een grote winkelketen. Dit is zijn eerste en enige werkgever waarbij hij inmiddels was doorgegroeid tot leidinggevende. In 2020 wordt Manuel vanwege een reorganisatie ontslagen. In de cao waaronder Manuel valt is geen private aanvulling op de WW geregeld.

Wat is de maximale periode dat Manuel een WW-uitkering ontvangt?

A. 12 maanden.

B. 24 maanden.

C. 30 maanden D. 35 maanden.

Vraag 4

Manuel (uit de vorige vraag) verdiende voor zijn ontslag op jaarbasis €70.000 bruto per jaar. Hoe verloopt het inkomen van Manuel in het eerste jaar na zijn ontslag als hij in de WW terechtkomt?

Vraag 5

Omdat Manuel zijn woonlasten niet meer kan betalen als hij in de WW terechtkomt, sluit hij een

woonlastenverzekering af met een verzekerde uitkering van €400 per maand bij werkloosheid. De premie hiervoor bedraagt €10 per maand.

Hoe wordt de premie en de eventuele uitkering van deze woonlastenverzekering fiscaal behandeld?

A. De premie is fiscaal aftrekbaar, de uitkering belast in box 1.

B. De premie is fiscaal aftrekbaar, de uitkering is onbelast.

C. De premie is niet fiscaal aftrekbaar, de uitkering is onbelast.

(7)

Vraag 6

Jasper (35 jaar) meldt zich ziek bij zijn werkgever. Zijn inkomen bedraagt €48.000. Op welk inkomen heeft Jasper minimaal recht en wie moet dat inkomen betalen?

Vraag 7

Wat gebeurt er als Jasper twee jaar ziek blijft en vervolgens voor 75% arbeidsongeschikt wordt verklaard en dus nog maximaal 25% van zijn laatste loon kan verdienen?

A. Jasper ontvangt dan maximaal 24 maanden een uitkering die gerelateerd is aan zijn laatste loon. Daarna ontvangt Jasper een uitkering die hoger is naarmate hij meer werkt.

B. Jasper ontvangt dan tot aan zijn AOW-leeftijd een uitkering die hoger is naarmate hij meer werkt.

C. Jasper ontvangt dan tot aan zijn AOW-leeftijd 75% van zijn laatste loon.

Vraag 8

Omdat Jasper zijn woonlasten niet meer kan betalen als hij in de WIA terechtkomt, sluit hij een

woonlastenverzekering af met een verzekerde uitkering van €650 per maand bij arbeidsongeschiktheid. De premie hiervoor bedraagt €20 per maand.

Hoe wordt de premie en de eventuele uitkering van deze woonlastenverzekering fiscaal behandeld?

A. De premie is fiscaal aftrekbaar, de uitkering belast in box 1.

B. De premie is fiscaal aftrekbaar, de uitkering is onbelast.

C. De premie is niet fiscaal aftrekbaar, de uitkering is onbelast.

Vraag 9

Manuel heeft een gesprek met een adviseur Hypothecair krediet. Hij heeft zijn UPO (Uniform Pensioenoverzicht) 2020 meegenomen (zie bijlage). De adviseur neemt het UPO door.

Welke uitspraak over het UPO van de adviseur is inhoudelijk correct?

A. U bouwt een ouderdomspensioen op dat een afspiegeling is van uw gemiddelde of laatst verdiende inkomen bij uw werkgever.

B. Uw nabestaandenpensioen is verzekerd op risicobasis. Maar dat is pas nadelig als u zou overlijden nadat u voor uw pensioendatum ontslag heeft genomen.

C. U neemt deel aan een beschikbare premieregeling. Uw pensioenuitkeringen zijn dan afhankelijk van uw levensverwachting en de rentestand op uw pensioendatum.

Vraag 10

Manuel (zie vorige vraag) is sinds 1995 gehuwd op huwelijkse voorwaarden met koude uitsluiting. Zijn er op basis van de beschikbare informatie gevolgen voor de op het UPO vermelde pensioenen als Manuel op 1 januari 2020 zou zijn gescheiden?

A. Nee, vanwege de huwelijkse voorwaarden zijn er geen gevolgen.

B. Ja, zijn ex-echtgenoot heeft recht op €8.220,50 ouderdomspensioen vanaf de 68-jarige leeftijd van Manuel.

De exacte gevolgen voor het nabestaandenpensioen zijn niet te herleiden uit het UPO.

C. Ja, zijn ex-echtgenoot heeft recht op €12.502 nabestaandenpensioen als Manuel zou overlijden. De exacte gevolgen voor het ouderdomspensioen zijn niet te herleiden uit het UPO.

(8)

1.2.1 Bijlage UPO Manuel

6WDQGSHU 20

6WDPH%9

3HQVLRHQIRQGVYRRUPHWDDO

XLWNHULQJVRYHUHHQNRPVW



¼¼

¼

�

� 

 

 







:HONSHQVLRHQNXQWXYHUZDFKWHQ"

 EUXWRSHUMDDU

¼ 

 EUXWRSHUMDDU

¼ 

:DWNULMJWXDOVXPHWSHQVLRHQJDDW"

7RW20KHHIWXELMRQVSHQVLRHQRSJHERXZG

9DQDIWRWMDDU

9DQDIWRWMDDU

9DQDIMDDU]RODQJXOHHIW ¼  EUXWRSHUMDDU

 EUXWRSHUMDDU

¼ 

 EUXWRSHUMDDU

¼ 

9DQDIWRWMDDU

9DQDIWRWMDDU

9DQDI8MDDU]RODQJXOHHIW ¼  EUXWRSHUMDDU

'H$2:YDQGHRYHUKHLGVWDDWQLHWRSGLWRYHU]LFKW'LHYLQGWXRSZZZPLMQSHQVLRHQRYHU]LFKWQO

:DWNULMJHQXZSDUWQHUHQNLQGHUHQDOVXRYHUOLMGW"

8ZSDUWQHUNULMJWGDQ

YDQDIXZRYHUOLMGHQWRW]LMKLMMDDULV ¼  EUXWRSHUMDDU

YDQDIMDDU]RODQJKLM]LMOHHIW ¼  EUXWRSHUMDDU

8QLIRUP3HQVLRHQRYHU]LFKW20

8ZSHUVRRQOLMNHJHJHYHQV 01LHXZH

*HERUHQRSRNWREHU�

:HUNJHYHU



8ZSDUWQHU 62XGH

*HERUHQRSVHSWHPEHU2 8ZSHQVLRHQJHJHYHQV 3HQVLRHQXLWYRHUGHU

6RRUWSHQVLRHQUHJHOLQJ

'DWXPLQGLHQVWELMKXLGLJHZHUNJHYHU

'DWXPVWDUWSHQVLRHQRSERXZDDQGH]HSHQVLRHQUHJHOLQJ

8ZLQNRPHQGDWPHHWHOWYRRUXZSHQVLRHQUHJHOLQJ

8ERXZWJHHQSHQVLRHQRSRYHU ELMHHQYROOHGLJGLHQVWYHUEDQG  ,QNRPHQZDDURYHUXZHOSHQVLRHQRSERXZW

3HUFHQWDJHMDDUOLMNVHSHQVLRHQRSERXZ

$DQWDOXXUGDWXSHUZHHNZHUNW

3HUFHQWDJHGDWXZHUNWLQYHUKRXGLQJWRWHHQYROOHGLJGLHQVWYHUEDQG

$OVXWRWMDDUEOLMIWZHUNHQELMGH]HZHUNJHYHUGDQNXQWXDDQSHQVLRHQYHUZDFKWHQ

6WHOXRYHUOLMGWYRRUXMDDUEHQWHQRSKHWPRPHQWYDQRYHUOLMGHQZHUNWXELMGH]HZHUNJHYHU

(ONNLQGNULMJWGDQ

YDQDIXZRYHUOLMGHQWRWGDWKLMRI]LMMDDULVRIDOVXZNLQGVWXGHHUWWRWGDWXLWHUOLMNMDDULV

¼ EUXWRSHUMDDU

/HWRS8ZQDEHVWDDQGHQNULMJHQPRJHOLMNJHHQXLWNHULQJDOVXRYHUOLMGWQDGDWXPHWSHQVLRHQEHQW

JHJDDQHQRIQLHWPHHUELMGH]HZHUNJHYHUZHUNW.LMNRSZZZPLMQSHQVLRHQRYHU]LFKWQOYRRUZDWXZ

QDEHVWDDQGHQNULMJHQDOVXRYHUOLMGWQDGDWXPHWSHQVLRHQEHQWJHJDDQRIZDQQHHUXQLHWPHHUELMGH]H

ZHUNJHYHUZHUNW

ĞŶŝĞƵǁĚŶĂĂƌƵǁƚŽƚĂůĞƉĞŶƐŝŽĞŶ͍<ŝũŬĚĂŶŽƉǁǁǁ͘ŵŝũŶƉĞŶƐŝŽĞŶŽǀĞƌnjŝĐŚƚ͘Ŷů͘

(9)

:DWNULMJWXDOVXDUEHLGVRQJHVFKLNWZRUGW"

$OVXDUEHLGVRQJHVFKLNWZRUGWGDQJDDWXZSHQVLRHQRSERXZGRRU

 EUXWRSHUMDDU

¼

.LMNRSGHSHQVLRHQSODQQHUYRRUZDWXNULMJWDOVXJHGHHOWHOLMNDUEHLGVRQJHVFKLNWZRUGW

+RH]HNHULVXZSHQVLRHQ"

'HKRRJWHYDQXZSHQVLRHQVWDDWQLHWYDVW

‡ 0HQVHQZRUGHQJHPLGGHOGVWHHGVRXGHU:HPRHWHQKHWSHQVLRHQGDDUGRRUODQJHUXLWEHWDOHQ

‡ (HQODJHUHQWHPDDNWSHQVLRHQGXXUGHU

9HUKRJLQJSHQVLRHQ

6WLMJLQJYDQGHSULM]HQ











9HUKRJLQJSHQVLRHQ











9

8

7

6

5

%URQ&HQWUDDO%XUHDXYRRUGH6WDWLVWLHN

9HUODJLQJSHQVLRHQ

EUXWRSHUMDDU

EUXWRSHUMDDU

EUXWRSHUMDDU

EUXWRSHUMDDU

9¼

8¼

7¼

6¼

5¼EUXWRSHUMDDU

2IXLQGHWRHNRPVWHYHQYHHONXQWNRSHQPHWXZSHQVLRHQDOVQXKDQJWDIYDQGHYHUKRJLQJYDQKHW

SHQVLRHQHQYDQGHVWLMJLQJYDQGHSULM]HQ'HDIJHORSHQMDUHQVWHJHQGHSULM]HQHQKHWSHQVLRHQDOV

YROJW

8ZSHQVLRHQIRQGVEHWDDOWGHWRHNRPVWLJHYHUKRJLQJHQYDQXZSHQVLRHQRSJHERXZGHSHQVLRHQXLW

EHOHJJLQJVUHQGHPHQW8KHEWGRRUGH]HYHUKRJLQJHQGHYHUZDFKWLQJYRRUGHNRPHQGHMDUHQQLHW

PHWHHQRRNUHFKWRSYHUKRJLQJHQLQGHWRHNRPVW

8ZSHQVLRHQNDQLQEHSDDOGHVLWXDWLHVZRUGHQYHUODDJG'HDIJHORSHQMDUHQYHUODDJGHGH

SHQVLRHQXLWYRHUGHUKHWSHQVLRHQGDWXKDGRSJHERXZGDOVYROJW

$OVXYROOHGLJDUEHLGVRQJHVFKLNWZRUGWHQDUEHLGVRQJHVFKLNWEOLMIWNULMJWXYDQDIDUEHLGVRQJHVFKLNWKHLG

WRWGDWXMDDUEHQW

'HKRRJWHYDQXZSHQVLRHQVWDDWQLHWYDVWHQNDQLQXLW]RQGHUOLMNHVLWXDWLHVZRUGHQYHUODDJG:LM

KHEEHQWHPDNHQPHWRQGHUPHHUGHYROJHQGH]DNHQ

.LMNRSRQ]HZHEVLWHYRRUPHHULQIRUPDWLHRYHURQ]HILQDQFLsOHVLWXDWLHHQGHGHNNLQJVJUDDGGLH

JHYROJHQNXQQHQKHEEHQYRRUXZSHQVLRHQ

ĞŶŝĞƵǁĚŶĂĂƌƵǁƚŽƚĂůĞƉĞŶƐŝŽĞŶ͍<ŝũŬĚĂŶŽƉǁǁǁ͘ŵŝũŶƉĞŶƐŝŽĞŶŽǀĞƌnjŝĐŚƚ͘Ŷů͘

(10)

0HHUZHWHQ"

:LOWXHHQSHUVRRQOLMNWRWDDORYHU]LFKW"

:LOWXPHHULQ]LFKWLQGHNHX]HVGLHXKHHIW"

+HHIWXYUDJHQ"2IZLOWXHHQZLM]LJLQJGRRUJHYHQ"



3HQVLRHQDDQJURHLIDFWRU$LQ9 ¼

8KHHIWXZIDFWRU$QRGLJDOVXZLOWEHUHNHQHQKRHYHHOILVFDOHUXLPWHXKHHIWRPXZSHQVLRHQDDQWH

YXOOHQPHWOLMIUHQWHV

2SZZZPLMQSHQVLRHQRYHU]LFKWQOVWDDWHHQSHUVRRQOLMNWRWDDORYHU]LFKWYDQKHWSHQVLRHQGDWXYLDXZ

ZHUNKHHIWRSJHERXZGpQYDQGH$2:8]LHWRRNHHQLQVFKDWWLQJYDQXZQHWWRLQNRPHQQD

SHQVLRQHULQJ(QXNXQWXZSHQVLRHQPHWXZKXLGLJHLQNRPHQYHUJHOLMNHQHQVDPHQPHWXZSDUWQHUXZ

JH]DPHQOLMNSHQVLRHQEHNLMNHQ

2S3HQVLRHQ]LHWXZHONHNHX]HVXKHHIW(QYLQGWXLQIRUPDWLHRYHUXZSHQVLRHQUHJHOLQJ

'DDUQDDVWNXQWXRSGHSHQVLRHQSODQQHU]LHQZDWGHLQYORHGYDQGLHNHX]HVLVRSXZHLJHQVLWXDWLH

%HNLMNGDDURRNKRHYHHOXQHWWRNULMJWHQRIGDWJHQRHJYRRUXLVHQZDWXNXQWGRHQRPXZXLWJDYHQHQ

LQNRPHQQDSHQVLRQHULQJRSHONDDUDIWHVWHPPHQ

1HHPGDQFRQWDFWPHWRQVRS2SZHEVLWHHQRSGHSHQVLRHQSODQQHUNXQWXRRNWHUHFKWYRRUPHHU

LQIRUPDWLH:LM]LMQEHUHLNEDDUYLDRQVHPDLODGUHVHQRSRQVWHOHIRRQQXPPHU

ĞŶŝĞƵǁĚŶĂĂƌƵǁƚŽƚĂůĞƉĞŶƐŝŽĞŶ͍<ŝũŬĚĂŶŽƉǁǁǁ͘ŵŝũŶƉĞŶƐŝŽĞŶŽǀĞƌnjŝĐŚƚ͘Ŷů͘

(11)

1.3 Casus Echtscheiding 1

Ronald en Anja zijn in 2015 gehuwd zonder huwelijkse voorwaarden. Daarvoor woonden ze ongehuwd samen.

Ronald en Anja hebben twee kinderen (vijf en drie jaar oud). Ze hebben sinds 2010 een eigen woning met een huidige waarde van €320.000 en een eigenwoningschuld van €250.000 (aflossingsvrij). Daarnaast hebben ze sinds 2010 een spaarrekening eigen woning (SEW) met een opgebouwd saldo van €24.000. Het eindkapitaal is €150.000.

Ronald werkt sinds vijftien jaar in loondienst en bouwt via zijn werkgever pensioen op. Anja is sinds acht jaar zzp’er en heeft vanaf haar start als ondernemer een lijfrenterekening voor haar oudedag waarop ze jaarlijks een bedrag stort.

In 2020 besluiten Ronald en Anja te gaan scheiden.

Vraag 1

Hoe worden de oudedagvoorzieningen van Ronald en Anja verdeeld? Ga ervan uit dat Ronald en Anja in het echtscheidingsconvenant geen afspraken maken die afwijken van de wettelijke bepalingen.

A. Anja heeft recht op een deel van het opgebouwde ouderdomspensioen van Ronald. Ronald heeft geen recht op de lijfrenterekening van Anja.

B. Ronald heeft recht op de helft van de waarde van de lijfrenterekening. Anja heeft geen recht op het opgebouwde pensioen van Ronald.

C. Anja heeft recht op een deel van het opgebouwde ouderdomspensioen van Ronald. Ronald heeft recht op de helft van de waarde van de lijfrenterekening.

D. Zowel de waarde van de lijfrenterekening van Anja als het opgebouwde pensioen door Ronald hoeft niet te worden verdeeld.

Vraag 2

Ronald en Anja hebben afgesproken dat Ronald in de woning blijft wonen en hij Anja uitkoopt. Hoe ziet de eigenwoningschuld (EWS) van Ronald eruit na de uitkoop van Anja? Hierbij hoeft geen rekening te worden gehouden met de SEW.

Vraag 3

Ronald neemt ook de SEW over. Hij verzoekt de bank Anja als rekeninghouder te verwijderen. Kan Ronald de SEW na het verwijderen van Anja als rekeninghouder ongewijzigd laten doorlopen en op de einddatum de uitkering belastingvrij ontvangen?

A. Nee, hiervoor moet Ronald het eindkapitaal met €25.000 verlagen.

B. Ja, als de uitkering lager is dan de lifetimevrijstelling, is de uitkering sowieso onbelast.

C. Ja, als de totale eigenwoningschuld op de einddatum maar minimaal €150.000 bedraagt.

(12)

1.4 Casus Professioneel Gedrag

Vraag 1

Een financieel adviseur vertelt enthousiast tijdens de voetbalwedstrijd van zijn zoon dat hij geslaagd is voor het examen Hypothecair Krediet. Een van de andere ouders wil een afspraak met de adviseur maken om eens te praten over de financiering van een nieuwe woning. De adviseur maakt de afspraak voor dinsdag na het weekend.

Op dinsdag verschijnt de klant mooi op tijd op kantoor en zet een big shopper tas op het bureau van de adviseur.

Hij blijkt een holding te hebben met diverse werk-bv’s en hij heeft vermogen belegd in een trust. Hij vraagt zich af of hij bij de bank moet gaan lenen of bij een van zijn eigen bv’s. Er is geld genoeg beschikbaar want er zit ook een pensioen-bv bij.

Wat is de meest professionele reactie van de adviseur?

A. Hij geeft aan dat hij de totale situatie van de klant in beeld moet brengen om een goed advies te geven. Dit past niet in fixed fee, dus de adviseur geeft aan dit op uurtarief wel voor hem uit te willen werken

B. Bij twijfel aan zijn eigen kunnen de klant hierover informeren en doorverwijzen naar een specialist.

C. Omdat de adviseur het benodigde diploma heeft, kan hij deze klant nu al optimaal adviseren, Hij gaat dus gewoon van start.

D. De klant is gewoon in loondienst, dus de adviseur bewandelt het standaardproces. Omdat er sprake is van loondienst bij de BV hoeft de adviseur de jaarcijfers niet in te zien.

Vraag 2

Frank en Elly komen bij de hypotheekadviseur en willen een woning kopen. De adviseur maakt een volledige inventarisatie. Uit het gesprek blijkt onder meer dat Elly zwanger is. Na de bevalling wil zij nog maar 50% werken en Frank wil dan naar vier dagen werken per week gaan. De adviseur maakt eerst op basis van de huidige inkomensgegevens een advies. De hoogte van de lening past net binnen de wettelijke leennormen. Als de adviseur als uitgangspunt de nieuwe inkomenssituatie neemt is het financieel niet haalbaar. Als hij Frank en Elly hiermee confronteert en aangeeft de hypotheek niet te kunnen verstrekken, draaien zij hun standpunt direct om en geven aan volledig te willen blijven werken.

Als de adviseur vraagt hoe ze dat gaan combineren met de baby, wordt aangegeven dat oma wel gaat oppassen.

“Fulltime?”, vraag de adviseur.” Ja”, antwoorden Frank en Elly volmondig.

Wat is de meest professionele reactie van de adviseur in deze situatie?

Vraag 3

Een adviseur heeft vorige maand een hypotheekaanvraag moeten afwijzen omdat het inkomen onvoldoende was om de gewenste hypotheek te verstrekken. De betreffende klant is een totaalrelatie van het kantoor en zo komt de adviseur hem tegen terwijl hij wacht omdat hij een afspraak heeft met een collega over zijn schadeverzekeringen.

De klant vertelt dat hij de hypotheek toch via een andere partij heeft kunnen regelen.

De adviseur vraagt zich af of hij geen foute berekening heeft gemaakt en hij rekent alles nog een keer na. Hij komt toch echt tot de conclusie dat een gewenste hypotheekbedrag niet haalbaar is. De adviseur neemt contact op met de klant en vraagt of hij inzage kan krijgen in het advies van de andere partij.

(13)

Twee dagen later komt de klant langs met zijn gegevens en dan constateert de adviseur dat de andere partij de huidige persoonlijke lening die de klant bij een bank heeft, met eigen middelen aflost. Daardoor is het mogelijk voor deze klant om de gewenste hogere lening af te sluiten. Op een later moment wordt de schuld bij de andere partij afgelost door een nieuwe persoonlijke lening af te sluiten bij een andere bank. De adviseur wijst de klant erop dat deze werkwijze wettelijk niet is toegestaan. De klant vindt het niet zo spannend, want hij kan zo wel de gewenste hogere hypotheek krijgen.

Wat is de meest professionele reactie van de adviseur?

A. Hij neemt zijn verlies en feliciteert de cliënt dat de hypotheek voor zijn droomhuis alsnog is rondgekomen.

B. De adviseur geeft aan dat als de cliënt het op deze manier wil regelen, dat ook via hem zo geregeld kan worden.

C. Hij maakt hiervan melding bij de verantwoordelijke leidinggevende.

D. Hij zegt dat dit eigenlijk niet zo kan maar dat het de eigen verantwoordelijkheid van de klant is.

Vraag 4

Je hebt een gesprek met Jos. Jos wil graag een luxe appartement aankopen. Tijdens het gesprek toets je Jos op BKR, VIS, EVA en SFH. Uit de laatste toets komt een hit naar voren. Wat doe je op dat moment?

A. Je confronteert Jos met de hit en vraagt hem om uitleg te geven over het hoe en waarom van de hit.

B. Je meldt de hit direct bij je leidinggevende, je laat de klant niets weten en zegt je zijn aanvraag in behandeling neemt.

C. Je belt de direct de politie en houdt de klant in de spreekkamer zodat de politie de zaak kan overnemen.

Vraag 5

Barend en Simone hebben een paar weken geleden een nieuwe woning gekocht. De financiering is passend binnen de geldende leennormen. Dan wordt je gebeld door Barend. Ze willen graag afzien van de koop van de woning want ze zijn nu echt tegen hun droomhuis aangelopen. Omdat de ontbindende voorwaarden nog niet zijn verlopen vragen ze je om een afwijzingsbrief te sturen. De nieuwe hypotheek willen ze dan volgende week bij je komen regelen.

Hoe reageer je op dit verzoek?

A. Je werkt niet mee aan een dergelijk verzoek. De financiering is passend op basis van de geldende leennormen.

B. Je werkt mee aan het verzoek. Zo kun je Barend en Simone helpen om hun droomwoning te kunnen kopen.

C. Je geeft aan dat als ze een afwijzingsbrief van een andere geldverstrekker krijgen dat je dan ook een afwijzingsbrief opstelt.

(14)

1.5 Casus Aftrekbare kosten

Vincent en Patricia hebben op 1 februari 2020 hun eerste woning gekocht voor €190.000. Uit een taxatierapport blijk dat de marktwaarde van de woning €200.000 is. De kosten (betaald uit eigen middelen) voor de aankoop van de woning bestaan uit de volgende posten:

-aankoopmakelaarskosten €1.000;

-advieskosten voor de hypotheek €1.800;

-overdrachtsbelasting €3.800;

-notariskosten voor de hypotheekakte €650;

-notariskosten voor de leveringsakte €500;

-taxatiekosten €450;

-NHG-borgtochtprovisie €1.330.

Vraag 1

Bepaal voor Vincent en Patricia hoe hoog de eenmalig aftrekbare kosten zijn over het belastingjaar 2020.

Vraag 2

Stel dat Vincent en Patricia alle genoemde bijkomende kosten meegefinancierd zouden hebben.

Over welk deel van de lening ten behoeve van deze bijkomende kosten is de rente dan in beginsel aftrekbaar?

(15)

1.6 Casus Starter

Michel (26 jaar) wil graag zijn eerste woning gaan kopen. Michel werkt als ICT- specialist. Hij verdient bruto

€3.600 per maand. Hij ontvangt daarnaast jaarlijks 8% vakantiegeld. Michel heeft een bedrag van €20.000 op zijn spaarrekening staan. Bij het DUO heeft Michiel nog een studieschuld met een oorspronkelijke hoofdsom van

€15.000 die aangegaan is onder het nieuwe leenstelsel (na 2015). Door reguliere aflossingen is het huidige saldo van deze studieschuld momenteel €13.000.

De woning die Michel op het oog heeft is een eengezinswoning die hij kan kopen voor €155.000 k.k. Gezien de staat van de woning moet Michel deze flink gaan verbouwen. Gelukkig is hij zelf erg handig en ook zijn vader die reeds met pensioen is, wil hem graag meehelpen om het huis helemaal te renoveren. Michel verwacht hiervoor €40.000 nodig te hebben. Michel heeft de woning al laten taxeren en de waarde bedraagt €157.500 vóór verbouwing en €185.000 ná verbouwing.

Michel heeft al wat onderzoek gedaan en weet dat hij onder andere te maken krijgt met de volgende kosten:

-taxatiekosten €500;

-notariskosten €1.200 (leveringsakte + hypotheekakte);

-advieskosten €2.100.

Wensen Michel

-Michel houdt van zekerheid en wil daarom de rente voor twintig jaar vastzetten.

-Michel vindt een overlijdensrisicoverzekering niet nodig omdat hij alleenstaand is.

-Michel wil geen verzekering tegen arbeidsongeschiktheid of werkloosheid vanwege de hoogte van de premie en het geringe risico.

-Michel wil zo weinig mogelijk eigen geld inzetten voor de aankoop van de woning.

Vraag 1

Kijkende naar de wensen die Michel heeft, welke tegenstrijdigheid zit hier dan in?

A. Michel wil zekerheid, maar hij wil zo weinig mogelijk eigen geld in brengen.

B. Michel wil zekerheid, maar hij wil geen overlijdensrisicoverzekering afsluiten.

C. Michel wil zekerheid, maar hij wil geen verzekering tegen arbeidsongeschiktheid.

Vraag 2

Hoeveel kan Michel lenen op basis van zijn inkomen als hij de rente twintig jaar vast zet tegen 3,2%?

Vraag 3

Hoeveel eigen geld moet Michiel minimaal inzetten voor de aankoop van zijn woning?

(16)

1.7 Casus Oversluiten

Bas (37 jaar) en Mirthe (34 jaar) hebben in 2012 hun eerste woning gekocht. Ze willen graag hun hypothecaire lening oversluiten vanwege de huidige lage rentestand. De huidige marktwaarde van de woning is €216.000.

Hypothecaire lening Bas en Myrthe

Bas en Mirthe hebben de woning gefinancierd met een aflossingsvrije lening van €200.000. De rente is in 2012 voor 15 jaar vastgezet op 5%. Daarnaast hebben Bas en Myrthe in 2012 een Kapitaalverzekering Eigen Woning op basis van beleggingen. De inleg op deze KEW bedraagt €75 per maand. Het opgebouwde kapitaal is momenteel

€5.000. Het doelkapitaal is €60.000.

Overige gegevens Bas en Mirthe

-Bas is in vaste dienst en heeft een bruto maandinkomen van €3.200;

-Mirthe werkt parttime in vaste dienst en heeft een bruto maandinkomen van €1.600;

-Bas en Mirthe sparen maandelijks €150 op een spaarrekening, waarop nu een saldo staat van €15.000.

Wensen van Bas en Mirthe

-Bas en Mirthe willen profiteren van de lage rente, maar ook niet teveel risico lopen op plotseling hogere maandlasten. Ze willen de rente wederom 20 jaar vastzetten tegen een rente van 2,2%;

-De boeterente voor het vervroegd aflossen is €30.000. Daarnaast maken ze advieskosten (€750) en

taxatiekosten (€500) voor het oversluiten. Omdat ze bij dezelfde bank blijven betalen ze geen notariskosten;

Vraag 1

Bereken voor Bas en Mirthe binnen hoeveel maanden zij de kosten van het oversluiten terugverdienen indien ze de bijkomende kosten uit eigen middelen betalen. (Rond af op hele maanden)

Vraag 2

Stel dat de resterende rentevaste periode van de lening van Bas en Myrthe 88 maanden bedraagt. De geldverstrekker biedt een huidige rente aan van zeven jaar voor 1,2% en voor acht jaar van 1,4%. Van welke vergelijkingsrente moet de geldverstrekker dan uitgaan voor het berekenen van de boete conform de leidraad van de AFM?

A. €1,2%

B. Een gewogen gemiddelde tussen de 1,2% en 1,4%

C. 1,4%

Vraag 3

Bas en Mirthe hebben onvoldoende spaargeld om de boete te betalen. Ze willen daarom de totale oversluitkosten middels een annuïtaire lening meefinancieren. De looptijd van deze lening is 15 jaar en de rente bedraagt 2,2%.

Binnen hoeveel maanden hebben Bas en Myrthe nu de kosten van het oversluiten terugverdiend?

Vraag 4

Het alternatief dat de geldverstrekker voor het meefinancieren van de oversluitkosten aanbiedt aan Bas en Myrthe is zuivere rentemiddeling.

Hoeveel rente gaan Bas en Myrthe betalen na zuivere rentemiddeling?

(17)

Ga uit van de volgende gegevens:

-resterende rentevaste periode zeven jaar;

-huidige contractrente 5%;

-nieuwe rentevaste periode vijftien jaar;

-huidige marktrente vijftien jaar vast 2,2%.

Vraag 5

Wat zou het antwoord op de vorige vraag zijn geweest als de geldverstrekker geen zuivere rentemiddeling aan zou bieden, maar rentemiddeling via de uitsmeermethode (waarbij de boete wordt uitgesmeerd)?

(18)

1.8 Casus Doorstromer

Tim (44) en Nicole (42) gaan voor het eerst (ongehuwd) samenwonen en hebben een woning gekocht. Tim heeft zijn huidige koopwoning onlangs verkocht. De verkoop passeert op 28 december 2020 bij de notaris. Nicole is starter op de woningmarkt. De nieuwe woning betrekken Tim en Nicole op 15 december 2020.

Gegevens oude woning en financiering Tim

Tim heeft zijn huidige woning gekocht in 1999. Deze woning is destijds gefinancierd met een spaarhypotheek van

€100.000 en een aflossingsvrije hypotheek van €62.000. De opgebouwde waarde in de KEW is momenteel €40.000 en de maandelijkse inleg is €150. Het garantiekapitaal op de einddatum is €100.000. Bij overlijden keert de KEW direct €100.000 uit.

Tim heeft zijn woning nu verkocht voor €250.000. De makelaarskosten die hij moet betalen bedragen €2.000.

Gegevens nieuwe woning Tim en Nicole

Tim en Nicole kopen samen de nieuwe woning voor €400.000. Dit is ook de getaxeerde marktwaarde en WOZ- waarde. Er komen nog €12.000 aan kosten koper bij.

Overige gegevens Tim en Nicole

-Tim is volledig en duurzaam arbeidsongeschikt.

-Hij ontvangt een IVA uitkering van €10.000 bruto per jaar inclusief vakantiegeld.

-Nicole verdient €3.750 per maand (exclusief vakantiegeld).

-Het te bereiken ouderdomspensioen van Nicole is €29.400.

-Het nabestaandenpensioen voor Tim bij overlijden van Nicole voor de pensioendatum is €27.500.

-Tim en Nicole hebben €50.000 aan vrij besteedbaar vermogen.

Wensen van Tim en Nicole

-Tim wil de spaarhypotheek voortzetten als dat mogelijk is.

-Ze willen zo min mogelijk eigen geld investeren, ze willen in elk geval minimaal €30.000 overhouden voor onvoorziene uitgaven.

-Ze willen daarom maximaal financieren, maar alleen voor zover de rente aftrekbaar is -Ze willen de rente vastzetten voor twintig jaar. De rente is dan 2,5%.

-Tim en Nicole vinden het belangrijk dat de ander in de woning kan blijven wonen wanneer één van hen overlijdt.

(19)

Vraag 1

Hoe ziet de eigenwoningschuld er uit voor Tim en Nicole, rekening houdend met hun wensen?

Vraag 2

Tim en Nicole vertellen aan de adviseur Hypothecair krediet dat ze ergens hebben gelezen dat het verstandig zou zijn om een ‘interne draagplichtovereenkomst’ op te stellen. Ze vragen de adviseur wat zo’n overeenkomst als voordeel heeft.

Welk antwoord van de adviseur op deze vraag van Tim en Nicole is inhoudelijk correct?

A. Door het opstellen van zo’n overeenkomst wordt het eigenwoningverleden van Tim voor 50% aan Nicole toegerekend. Hierdoor kunnen jullie meer aflossingsvrij lenen.

B. Door het opstellen van zo’n overeenkomst voorkomen jullie dat de hypotheekrente over een deel van de leningen niet aftrekbaar is.

C. Door het opstellen van zo’n overeenkomst beloven jullie aan elkaar samen de lasten te zullen dragen voor alle leningen die jullie samen afsluiten.

Vraag 3

Tim maakt zich zorgen over het inkomen dat hij heeft op het moment dat Nicole zou komen te overlijden. Hoeveel bedraagt het bruto jaarinkomen van Tim op het moment dat Nicole is overleden?

Vraag 4

De geldverstrekker beoordeelt het bruto inkomen van Tim bij overlijden van Nicole (zie antwoord vorige vraag) als bestendig en neem dit volledig mee in de berekening van het bedrag dat Tim maximaal zou kunnen lenen als Nicole overlijdt.

Voor welk bedrag moet Tim een overlijdensrisico verzekering afsluiten op het leven van Nicole zodat hij in de woning kan blijven wonen als Nicole overlijdt? (Ga ervan uit dat ze voor de aankoop van de woning een hypotheek afsluiten van €300.000 en ga uit van een looptijd van 360 maanden over de hele hypotheek)

(20)

1.9 Casus Echtscheiding 2

Bert en Francine (beide 38 jaar oud) zijn sinds 14 februari 2014 gehuwd (algehele gemeenschap van goederen).

Ze hebben geen kinderen. Ze wonen in het huis dat Bert destijds in 2008 heeft gekocht. De adviseur Hypothecair krediet heeft de volgende gegevens van Bert en Francine uit het dossier gehaald:

Huidige gegevens:

Waarde woning (WOZ) €330.000

Hoogte hypotheek (volledig box 1) €360.000 Leningdeel 1 aflossingsvrij 4% nog vier jaar vast €160.000 Leningdeel 2 spaarhypotheek 3% nog vier jaar vast €200.000

Inleg spaarverzekering €200 per maand

Overlijdensrisicodekking €200.000 op beide levens.

Waarde spaarverzekering (KEW) €40.000

Inkomen Bert €60.000 bruto per jaar.

Inkomen Francine €35.000 bruto per jaar.

Gezamelijk spaargeld €20.000

Wensen Bert en Francine

Bert en Francine besluiten om te gaan scheiden. Bert wenst in de woning te blijven wonen, hij krijgt de woning en de schuld toegewezen. Bert krijgt de volledige KEW en €15.000 van het spaargeld toegewezen ter compensatie van de onderwaarde van de woning.

Vraag 1

Welke vragen die de adviseur Hypothecair krediet kan stellen in het inventarisatiegesprek met Bert zijn het meest relevant? Let op: twee antwoorden zijn juist.

A. Hoeveel alimentatie gaat u ontvangen?

B. Wilt u de hypotheek sluiten met NHG?

C. Wilt u zekerheid over uw maandelijkse lasten?

D. Wilt u bij arbeidsongeschiktheid in de woning kunnen blijven wonen?

E. Wilt u de rente tien of twintig jaar vastzetten?

Vraag 2

Het huwelijk van Bert en Francine wordt na zes jaar (in 2020) ontbonden. Francine wil binnen een jaar een nieuwe woning kopen voor haarzelf. Heeft Francine bij het aangaan van een volgende eigenwoningschuld binnen een jaar recht op overgangsrecht en hoelang heeft zij nog recht op renteaftrek over haar nieuwe eigenwoningschuld?

A. Ze heeft recht op overgangsrecht over maximaal €180.000. De rente hierover is aftrekbaar voor een periode van achttien jaar.

B. Ze heeft recht op overgangsrecht over maximaal €180.000. De rente hierover is aftrekbaar voor een periode van 360 maanden.

C. Ze heeft geen recht op overgangsrecht. Maar over een nieuwe eigenwoningschuld heeft ze over de eerste

€180.000 nog maar achttien jaar renteaftrek.

D. Ze heeft geen recht op overgangsrecht. Over een nieuwe eigenwoningschuld heeft ze maximaal 360 maanden renteaftrek.

(21)

Vraag 3

Na twee weken komt Bert voor een vervolgafspraak. Hij wil toch niet in de woning blijven wonen aangezien het hem te veel herinneringen aan Francine oproept. Francine gaat akkoord met de verkoop. Ze willen wel de eigenwoningschuld verlagen en hopen dat de woning vervolgens snel kan worden verkocht.

Welke van onderstaande aandachtspunten voor Bert en Francine is onjuist?

A. Ze kunnen de spaarverzekering onbelast laten uitkeren en gebruiken voor een verlaging van hun eigenwoningschuld.

B. Als ze nu hun eigenwoningschuld verlagen, verlagen ze hun recht op overgangsrecht. Echter, dit recht herleeft als ze tijdig een nieuwe eigenwoningschuld aangaan.

C. Ze hebben vanwege de echtscheiding het recht op een boetevrije verlaging van hun eigenwoningschuld.

(22)

1.10 Casus Ralph en Mariëlle

Ralph (43 jaar) en Mariëlle (40 jaar) hebben een onderhoudsgesprek met de adviseur Hypothecair krediet. Zij geven aan dat zij een boot willen kopen. Hiervoor willen zij €75.000 lenen.

Persoonlijke informatie Ralph en Mariëlle

-Ralph en Mariëlle wonen ongehuwd samen. Ze hebben een dochter van drie jaar oud;

-Ralph en Mariëlle hebben een koopwoning;

-Ralph is getrouwd geweest en moet nu nog maandelijks partneralimentatie betalen van netto €300. De alimentatieplicht stopt op 1 januari 2022.

Financiële informatie Ralph en Mariëlle

-netto maandinkomen Ralph €1.900;

-netto maandinkomen Mariëlle €2.200;

-leennorm €1.482;

-netto woonlast €487,50;

-op de gezamenlijke spaarrekening hebben Ralph en Mariëlle €17.000 gespaard. Dit geld is bedoeld voor noodsituaties;

-maandelijks sparen Ralph en Mariëlle €300;

-Ralph en Mariëlle hebben een verpande overlijdensrisicoverzekering . Als één van beiden overlijdt wordt de volledige schuld afgelost uit de overlijdensrisicoverzekering;

-Mariëlle is eigenaar van een auto. Ralph maakt gebruik van een leaseauto via zijn werkgever.

Wensen en doelstellingen Ralph en Mariëlle

-Ralph wil graag een waterskiboot kopen;

-De boot kost €75.000 inclusief trailer;

-Ralph en Mariëlle willen het volledige aankoopbedrag lenen. Het spaargeld willen ze hier niet voor gebruiken;

-Ralph en Mariëlle willen de lening binnen vijftien jaar aflossen;

-Ralph en Mariëlle willen een maandlast die maandelijks gelijk blijft. De maandlast mag maximaal €500 bedragen.

Kennis en ervaring Ralph en Mariëlle

-Ralph heeft in het verleden een autofinanciering gehad, deze is inmiddels terugbetaald;

-Ralph geeft aan dat hij verder niet veel kennis en ervaring heeft met betrekking tot lenen.

Ralph gaat online op zoek naar informatie over geld lenen. Hij komt via Google zo veel informatie tegen dat hij door de bomen het bos niet meer ziet.

Vraag 1

Ralph en Mariëlle willen natuurlijk graag weten hoeveel zij kunnen lenen. Bereken hoeveel Ralph en Mariëlle maximaal kunnen lenen volgens de VFN gedragscode.

(23)

Vraag 2

De actuele rente voor een lening van €75.000 die in vijftien jaar wordt afgelost met een vaste rente gedurende de hele looptijd bedraagt 6%. De annuïteitenfactor die hierbij hoort is 118,5035.

Past deze lening bij Ralph en Mariëlle? Motiveer uw antwoord.

Vraag 3

Ralph wil graag weten hoe het zit als hij en Mariëlle een betalingsachterstand oplopen met betrekking tot hun lening voor de boot. Hij heeft gehoord dat hij dan extra (vertragings-)rente moet betalen.

Wanneer mag de geldverstrekker deze vertragingsrente in rekening brengen?

A. Als Ralph en Mariëlle twee weken na de afgesproken betalingstermijn nog niet hebben betaald.

B. Nadat de geldverstrekker een aanmaning heeft gestuurd en Ralph en Mariëlle een week daarna nog niet hebben betaald.

C. Als de geldverstrekker Ralph en Mariëlle schriftelijk in gebreke heeft gesteld.

D. Nadat de periode die door de geldverstrekker in de gebrekestelling is genoemd voorbij is.

Vraag 4

Wat kan de geldverstrekker doen als in het vervolg van vraag 3 de betalingen voor de lening door Ralph en Mariëlle uitblijven?

A. De boot zonder tussenkomst laten verkopen op een openbare veiling.

B. Een incassobureau inschakelen en een achterstandsmelding doen bij het BKR met code 2.

C. Eisen dat de lening per direct wordt terugbetaald, inclusief achterstallige rente en een boete.

Vraag 5

Omdat ze voor het afsluiten van het krediet een schenking van de vader van Mariëlle hebben ontvangen, hebben Ralph en Mariëlle uiteindelijk een persoonlijke lening afgesloten van €50.000 tegen een rente van 5% op jaarbasis.

De looptijd bedraagt 180 maanden en de maandtermijn bedraagt €395. In de overeenkomst is opgenomen dat er sprake is van de mogelijkheid tot vervroegde boetevrije aflossing met volledige renterestitutie.

Het is nu exact vier jaar later. De schuld is afgelost tot een bedrag van €40.083. Er zijn nog 132 openstaande termijnen.

Hoeveel bedraagt de renterestitutie wanneer Ralph en Mariëlle de lening nu volledig terug zouden betalen?

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Stap 4) Als u meer dan EUR 50 te veel aan rente heeft betaald, dan compenseert Rabobank u. Per product berekent Rabobank compensatie. Voor- en nadeel tussen de producten wordt

In de eer- ste vijfenveertig minuten doet Leg- meervogels zeker niet onder voor de gastheren Er zijn ook in deze vijfen- veertig minuten krijgt Legmeervo- gels de kans om de

Om uw personeel in deze drukke tij- den te laten ontspannen organiseert Tennishal De Ronde Venen de be- drijfscompetitie. Tijdens deze be- drijfscompetitie staan gedurende 6

In het eerste optreden in de 1e klasse werd vorige week thuis tegen titelkandidaat TOP weliswaar verloren met 8-11 maar Atlantis heeft het haar Sas- senheimse

De belanghebbende die rechtstreeks in zijn belang is getroffen en die tegen het ontwerp-besluit een zienswijze heeft ingediend (alsmede degene die redelijkerwijs niet kan

-Tarik en Leyla willen de schuld zo snel mogelijk afbetalen omdat ze het niet fijn vinden om te lenen.. Uiterlijk binnen vier jaar moet de lening

De geldverstrekker beoordeelt het bruto inkomen van Tim bij overlijden van Nicole (zie antwoord vorige vraag) als bestendig en neem dit volledig mee in de berekening van het bedrag

Vraag 3 Bereken voor Henk en Aysel het maandbedrag voor de annuïtaire hypotheek en bereken daarnaast wat Henk en Aysel op het einde van de looptijd aan rente over deze lening