• No results found

Nederlander trachtte kalm te blijven onder aarbevingspuin

Zijn linkerhand, rechterelleboog en een knie zijn gehecht. Het gezicht zit onder de wonden en zijn vingers kleuren blauw gekneusd. Toch is Marc Wehmeijer de gelukkigste man ter wereld. Na enkele bange uren werd de 41-jarige Nederlander in Mexico-Stad gered vanonder het puin. „Ik noemde mijn redder ’Salvador’, maar zijn echte naam vertelde hij niet.”

Het is dinsdagmiddag bijna kwart over een als Wehmeijer uit de bus stapt om zijn vierjarige dochtertje Chloe van school te halen. „Ach, ik loop een paar blokken”, denkt hij. Dan vallen plots grote stukken glas, alsof het messen zijn, langs hem kapot op straat. „Ik besef dat het

een aardbeving is, en in een fractie besluit ik niet naar de straatkant, maar naar het gebouw te duiken. Het redde waarschijnlijk mijn leven.”

Twintig seconden, zo schat Wehmeijer, is hij het bewustzijn kwijt. Als hij wakker wordt, zit hij in een schildpadhouding op de grond met zijn hoofd gebogen naar beneden. Het aardbevingspuin drukt zwaar op hem. „Ik kon alleen mijn vingers bewegen.” Omdat hij de telefoon nog in zijn hand heeft, probeert hij te bellen. Maar zelfs dat kost te veel moeite. Dan glijdt het mobieltje uit zijn handen. Al snel begrijpt de Nederlander dat hij in die benarde positie kalm moet blijven, rustig ademhalen en om hulp schreeuwen. „Als ik hier nu sterf, is het een verlies voor de planeet. Ik moet zorgen dat ik overleef!”

Brabantse ouders heeft Wehmeijer en hij groeide op in Zwitserland. Sinds 2008 woont hij met zijn vrouw Anna in Mexico en bestiert een bedrijfje voor zuivering van afvalwater. De duurzame ondernemer, met veertien mensen in dienst, gebruikt Zwitserse technologie om het verkwistende waterverbruik te verbeteren.

Nu, onder het puin, giert Wehmeijer de angst door het lijf als hij merkt dat niemand hem hoort. Mensen schreeuwen, sirenes gieren, een helikopter klinkt en zeker drie hulpverleners klauteren in zijn buurt over het puin. „Ik voel boosheid, omdat ze juist stil moeten zijn. Maar ik weiger op te geven. Het enige relevante zijn mijn vrouw, mijn twee dochters en mijn familie en vrienden. De rest slinkt weg tot volledig onbelangrijk.”

Na twee uur angst, roepen en felle pijn in zijn rechterbeen, lukt het eindelijk een reddingswerker te waarschuwen. Nog eens twintig minuten duurt het om Wehmeijer te bereiken. „Tot eindelijk mijn vingers vrij komen. Dat was zo’n emotioneel moment!” Zijn redder besluit nóg harder te graven, ondertussen elke hulpverlener uitscheldend die in de weg loopt of op het lichaam van Wehmeijer dreigt te gaan staan.

Drie uur na de krachtige aardbeving omsluit de Nederlander met zijn armen het lichaam van zijn redder en komen langzaam ook zijn benen los uit het puin. Op een brancard tilt men hem weg van het puin. „Ik kwam door een haag klappende en joelende mensen. Iedereen vierde mijn redding als overwinning! Ik wilde mijn redder naar zijn naam vragen, maar hij antwoordde niet eens. Hij ging gelijk door met zijn werk.”

115 Pas als Wehmeijer in het ziekenhuis zijn telefoon afgeeft, bellen medici zijn lokale neef Alex en zijn vrouw die in Barcelona verblijft. „Ze dachten dat ik aan het meehelpen was met slachtoffers zoeken.” Als hij in het hospitaal hoort dan zijn been in orde is en berichten van familie en vrienden

binnenstromen, breekt de Nederlander. „Dat was zo’n enorme emotionele ontlading!” Inmiddels is de geluksvogel thuis. Straks haalt hij zijn dochters weer op, die tijdelijk elders zijn opgevangen. „Ik ben zo onder de indruk van de inzet waarmee Mexicanen zich voor mij en anderen hebben ingezet. Zo vaak lijkt dit een land van gruwelijkheden, waar iedereen klaagt over corruptie en onmenselijkheid. Maar dan gebeurt er zo’n aardbeving en alles blijkt exact het tegenovergestelde.”

116

STAP 2 + 3

[event structure: 1]

[spanningsboog: expositie, complicatie]

Het is dinsdagmiddag bijna kwart over een als Wehmeijer uit de bus stapt om zijn vierjarige dochtertje Chloe van school te halen. „Ach, ik loop een paar blokken”, denkt hij. Dan vallen plots grote stukken glas, alsof het messen zijn, langs hem kapot op straat. „Ik besef dat het

een aardbeving is, en in een fractie besluit ik niet naar de straatkant, maar naar het gebouw te duiken.

[event structure: 2]

[spanningsboog: ontwikkeling]

Twintig seconden, zo schat Wehmeijer, is hij het bewustzijn kwijt. Als hij wakker wordt, zit hij in een schildpadhouding op de grond met zijn hoofd gebogen naar beneden. Het aardbevingspuin drukt zwaar op hem. „Ik kon alleen mijn vingers bewegen.” Omdat hij de telefoon nog in zijn hand heeft, probeert hij te bellen. Maar zelfs dat kost te veel moeite. Dan glijdt het mobieltje uit zijn handen. Al snel begrijpt de Nederlander dat hij in die benarde positie kalm moet blijven, rustig ademhalen en om hulp schreeuwen. „Als ik hier nu sterf, is het een verlies voor de planeet. Ik moet zorgen dat ik overleef!”

[event structure: 3]

[spanningsboog: ontwikkeling ]

Nu, onder het puin, giert Wehmeijer de angst door het lijf als hij merkt dat niemand hem hoort. Mensen schreeuwen, sirenes gieren, een helikopter klinkt en zeker drie hulpverleners klauteren in zijn buurt over het puin.

[event structure: 4] [spanningsboog: climax]

Na twee uur angst, roepen en felle pijn in zijn rechterbeen, lukt het eindelijk een reddingswerker te waarschuwen. Nog eens twintig minuten duurt het om Wehmeijer te bereiken. „Tot eindelijk mijn vingers vrij komen.” Zijn redder besluit nóg harder te graven, ondertussen elke hulpverlener uitscheldend die in de weg loopt of op het lichaam van Wehmeijer dreigt te gaan staan.

Drie uur na de krachtige aardbeving omsluit de Nederlander met zijn armen het lichaam van zijn redder en komen langzaam ook zijn benen los uit het puin. Op een brancard tilt men hem weg van het puin. „Ik kwam door een haag klappende en joelende mensen. Iedereen vierde mijn redding als overwinning! Ik wilde mijn redder naar zijn naam vragen, maar hij antwoordde niet eens. Hij ging gelijk door met zijn werk.”

[event structure: 4]

[spanningsboog: ontwikkeling]

Pas als Wehmeijer in het ziekenhuis zijn telefoon afgeeft, bellen medici zijn lokale neef Alex en zijn vrouw die in Barcelona verblijft. „Ze dachten dat ik aan het meehelpen was met slachtoffers zoeken.” Als hij in het hospitaal hoort dan zijn been in orde is en berichten van familie en vrienden

binnenstromen, breekt de Nederlander. [event structure: 5]

[spanningsboog: ontwikkeling]

Inmiddels is de geluksvogel thuis. Straks haalt hij zijn dochters weer op, die tijdelijk elders zijn opgevangen.

117 Chronologie: het hele verhaal is chronologisch

Omgekeerde piramidestructuur: niet aanwezig, gezien het feit dat de situatie van het hoofdpersonage in het hele verhaal wordt beschreven.

Soort Aantal keer

Flashback Flashforward Cliffhanger Parallel verhaal

Soort Aantal keer

Expositie 1

Complicatie 1

Ontwikkeling 4

118

ARTIKEL 23

STAP 1