• No results found

Deel III. Duaal leren bekeken door een sociaalrechtelijke bril Een blik op de toekomst

4. Op weg naar een nieuw statuut?

4.1.1. Wat voorafging

Deze masterproef is gestart met het idee om een analyse te maken van de bestaande zwaktes van het statuut duaal leren anno 2020.809 Een inspirerend interview met SYNTRA Vlaanderen heeft geleid tot

het idee om niet alleen een blik op het heden te verwerken in deze masterproef, maar ook te kijken naar de toekomst.810 Duaal leren als sleutel tot levenslang leren onderzoeken met blik op de (nabije)

toekomst gaat een stap verder dan de oorspronkelijke bedoeling van de masterproef. Om het onderzoeksthema uit te breiden is er niet over één nacht ijs gegaan. Maar de teleurstellende cijfers over de opleidingsdeelname in Vlaanderen811 en het rapport van de OESO tonen aan dat er nood is aan een

nieuwe aanpak om van levenslang leren een succesverhaal te maken in Vlaanderen.812 Waarom niet

804 Art. L6321-1 Code du travail France, inwerkingtreding 14 maart 1896,

www.legifrance.gouv.fr/affichCode.do?idArticle=LEGIARTI000041412240&idSectionTA=LEGISCTA000028688646 &cidTexte=LEGITEXT000006072050&dateTexte=20200422.

805 Ibid.

806 CEDEFOP, CVET in Europa, the way ahead., www.cedefop.europa.eu/files/3070_en.pdf, 2015, 110.

807 Deel II. “Duaal leren bekeken door een sociaalrechtelijke bril. Een blik op het heden.”, 4.3. “Financiële incentives

voor de werkgever”.

808 CEDEFOP, “Austria significant increases CVET participation especially in small enterprises.”, 2019,

www.cedefop.europa.eu/en/news-and-press/news/austria-significant-increases-cvet-participation-especially- small-enterprises j° MINISTERY OF EDUCATION AND CULTURE FINLAND, “Reform of vocational upper secondary education.”, minedu.fi/en/reform-of-vocational-upper-secondary-education.

809 I. BEIRENS en H. VAN ELDIK, ACV-BIE, persoonlijke communicatie, 26 oktober 2018. 810 V. DEKOCKER, SYNTRA Vlaanderen, persoonlijke communicatie, 1 maart 2019.

811 STATISTIEK VLAANDEREN, “Opleidingsdeelname (laatste 4 weken) van de bevolking van 25 tot 64 jaar naar

achtergrondkenmerken in het Vlaams Gewest.”, www.statistiekvlaanderen.be/nl/levenslang-leren- opleidingsdeelname.

812 OECD, OECD Skills Strategy Flanders: Assessment and Recommendations., OECD Skills Studies,

154 gebruik maken van de beproefde methode duaal leren, die reeds wordt aangeboden in het secundair onderwijs?

Er bestaat een hele waaier van tegemoetkomingen en financiële voordelen vanuit zowel de nationale als de regionale overheden voor wie wenst zijn competenties te versterken in het kader van leverslang leren. Opleidingscheques, opleidingsverlof, opleidingskrediet en opleidingspremies worden voorzien, maar blijken onvoldoende.813 Dit deel van de masterproef tracht van al deze financiële voordelen één

geheel te maken door het uitwerken van een voorstel om een leerrekening aan te bieden aan iedere beroepsactieve burger tussen 25 en 65 jaar in Vlaanderen.814 Een sterke financiering heeft geen nut

zonder een degelijk wettelijk kader. Gebruikmakend van de bestaande duale leerweg, wordt gezocht naar de juridische mogelijkheden om opleiding te combineren met een ander statuut (werknemer, werkzoekende…).

Alvorens het aanvangen van dit onderzoek dient een groot waarschuwingsteken te worden geplaatst. Daar waar Deel II. “Duaal leren bekeken door een sociaalrechtelijke bril. Een blik op het heden.” zich voornamelijk focust op de wetgeving op niveau van de Vlaamse Gemeenschap en het Vlaamse Gewest, is in dit deel ook de federale wetgeving van groot belang. De belangrijkste bevoegdheden situeren zich nog steeds op niveau van de Vlaamse Gemeenschap, zoals de bevoegdheden alternerende opleiding en de beroepsomscholing- en bijscholing.815 De regeling van de tegemoetkomingen inherent aan de

beroepsopleiding is echter op federaal niveau achtergebleven en niet bij de zesde staatshervorming overgeheveld naar de Vlaamse Gemeenschap.816 Daarnaast blijft de federale overheid bevoegd voor de

premies toegekend aan uitkeringsgerechtigden die een beroepsopleidingen volgen, werknemers die tijdens het werk afwezig zijn om een opleiding te volgen en de financiële omkadering van personen met een beperking die wensen een opleiding te volgen. 817

Uit bovenstaande omschrijving komt het uitwerken van een nieuw wettelijk kader neer op een uiterst complex geheel. De voorgestelde juridische mogelijkheden om duaal leren in Vlaanderen uit te breiden tot leerrecht voor iedereen hebben uiteraard betrekking op Vlaanderen. Maar om deze voorgestelde hervormingen verder uit te werken, zal er ook een wil tot hervormen moeten bestaan op federaal niveau. In het bijzonder betreffende de financiering is een intensieve samenwerking tussen alle bevoegde overheden in België aangewezen. Deze masterproef legt al de eerste steen door een voorstel

813 Supra Deel II. “Duaal leren bekeken door een sociaalrechtelijke bril. Een blik op het heden.”, 4.3. “Financiële incentives voor de werkgever.” voor een uitvoerige bespreking van deze incentives.

814 Wat ook als aanbeveling werd geformuleerd in het rapport van de OESO. OECD, OECD Skills Strategy Flanders: Assessment and Recommendations., OECD Skills Studies, https://doi.org/10.1787/9789264309791-en, 2019, 38. 815 Art. 4, 16° j° 17° Bijzondere Wet tot hervorming der instellingen van 8 augustus 1980, B.S. 15 augustus 1980. 816 Ibid, Art. 4, 16°.

155 te doen tot hervorming van het statuut duaal leren. Hoe dit concreet moet uitgewerkt worden, rekening houdend met ieders bevoegdheid, is voer voor verder onderzoek.

4.1.2. 2 cruciale hervormingen bepalen kans op slagen duaal leren.

Om van duaal leren een succes te maken in het kader van levenslang leren, wordt in deze masterproef de nadruk gelegd op enerzijds de hervorming van de financiering en anderzijds de hervorming van het bestaande wettelijk kader.

De eerste stap bestaat uit het voorzien van een adequate financiering. Deze mogelijkheid wordt reeds onderzocht door de Vlaamse Regering, die het beschreef in het Regeerakkoord 2019-2024.818 Duaal

leren heeft ook een kostenplaatje. Her voorzien van een leerrekening zou betekenen dat alle subsidies vanuit de overheid, werknemerbijdrages, werkgeverbijdrages,…, worden verzameld op één rekening. Deze virtuele rekening kan geraadpleegd worden wanneer de lerende, ongeacht het statuut, een opleiding wenst te volgen. Het voorzien van een leerrekening maakt geen onderscheid tussen een duale opleiding of een andere opleidingsvorm, maar is wel een cruciale stap in het proces om duaal leren mogelijk te maken voor iedereen.

Daarnaast is er nood aan een nieuw wettelijk kader aangepast aan iedere lerende. Wie 40 jaar oud is en zich wenst bij te scholen, zal niet tevreden zijn met de huidige leervergoeding in het kader van een secundaire duale opleiding.819 Daarom is het van belang dat er nagedacht wordt over welke bouwstenen

er nodig zijn om een nieuw statuut uit te werken. De vier belangrijkste bouwstenen worden onderzocht rekening houdend met enkele Europese best practices in het achterhoofd: de leervergoeding, de arbeidsduur, de sociale rechten en tot slot het evaluatiemechanisme.

Het uitwerken van deze vier bouwstenen leidt tot een ontwerp van een overeenkomst alternerende opleiding 2.0., een bewerking van de bestaande overeenkomst die van toepassing is voor alle duale opleidingen die meer dan 20 uur gemiddeld op jaarbasis op de werkplek bedragen.820 Het is slechts een

ontwerp op basis van beperkt onderzoek in het kader van deze masterproef, maar tast reeds oppervlakkig af of duaal leren een mogelijkheid zou kunnen worden voor iedere lerende.

818 VLAAMSE REGERING, Regeerakkoord 2019-2024, 37-38, www.vlaanderen.be/publicaties/regeerakkoord-van-

de-vlaamse-regering-2019-2024 j° ITINERA, De leerrekening onder de loep. Discussion paper., www.itinerainstitute.org/wp-content/uploads/2019/10/De-Leerrekening-onder-de-loep-Discussion-paper-1.pdf, 2019, 2.

819 Supra Deel II. “Duaal leren bekeken door een sociaalrechtelijke bril. Een blik op het heden.”, Titel 2.3. “De

leervergoeding”.

820 Art. 3, 1° Decr.Vl. van 10 juni 2016 tot regeling van bepaalde aspecten van alternerende opleidinen, BS 17

156