• No results found

Picard was de hoofdredacteur vanDe Vlaamse Post geworden, terwijl een opstelraad van Domela, Minnaert en Steenhaut de koers zou bewaken. Picard had ook het contact met zijn Nederlandse vriend Frederik Gerretson hersteld, die redacteur was van het in Nederland uitgegeven ballingenbladDe Vlaamse Stem. Beide bladen gingen in februari 1915 van start en beide mannen vonden elkaar op het perspectief van een vrij Vlaanderen binnen een federaal België. Picard zou af-

stemmen op Gerretsons tactiek en zou de confrontatie met Domela aangaan.20 Op 1 april 1915 had Picard geschreven: ‘Wij hebben steeds de Belgische staatseenheid aanvaard. In de staat, die het regeert of regeren zal, moet 't Vlaamse volk zijn hele vrijheid opeisen.’ Enkele dagen later provoceerde hij Domela opnieuw: het doel was ‘niet om naast een Franse, Duitse, Engelse, Hollandse staat, niet om naast een Waals of enig ander staatje een eigen staatje te vormen’. Het Duitse civiele bestuur voelde evenmin voor Domela's radicale strategie die ze

contraproductief achtte voor haarFlamenpolitik en speelde in de kaart van Picard. Daarentegen zag de Duitse legerleiding een bondgenoot in Domela. Minnaert leek niet bij deze schermutselingen betrokken te zijn. Hij recenseerde Beethovens Symfonieën voor de krant en verkondigde desgevraagd dat de opvatting van Picard hem ‘praktischer’ leek dan die van Domela.

Deze intriges speelden zich af tegen de achtergrond van de patstelling van het jaar 1915. Het Belgische leger hoefde van koning Albert niet deel te nemen aan de zinloze loopgraafbestormingen, maar een grote meerderheid van Vlaamse soldaten werd wel gekoeionneerd door Franstalige, Waalse officieren. De opvatting kon veld winnen dat de ‘Vlaamse Leeuwen aan de IJzer dansten voor de Latijnse cultuur’. Sommige Vlaamsgezinden gingen aan hun loyaliteit voorwaarden verbinden: de Belgische oorlogsdoelen moesten Vlaanderen dienen.De Vlaamse Stem schreef dat de godsvrede door Franstalige publicaties werd geschonden en drong aan op een ‘bevrijdend woord’ van de koning.21

Redacteur Gerretson, tevensVertrauensmann van Berlijn, had zich via stromannen en de hulp van Duitse fondsen ingekocht in het Vlaamse blad.22Door zijn optreden ging het een ‘federalistische’ koers varen. Vlaamsgezinden die weigerden de taalstrijd te laten rusten, waren in zijn visie beslist niet onvaderlandslievend. Integendeel, zíj waren de patriotten die net als Willem de Zwijger partij trokken voor hun volk. Gerretson wist hoofdredacteur Alberic Deswarte te verleiden tot een confrontatie met de Belgische regering in Le Havre. Deswarte stelde in juni 1915 Vlaanderens zelfstandigheid binnen België aan de orde. Er moest een belofte komen voor na de oorlog.23Dat ‘woord’ werd uitgelokt door het telegram dat Deswarte en redacteur René De Clercq op 11 juli 1915 aan koning Albert stuurden: ‘Vlamin-

gen en Nederlanders, in duizendtallen te Bussum verenigd, herdenkend in de Guldensporenzege de eerste grondslag van Vlaanderen's en België's

onafhankelijkheid, brengen hun huldegroet aan Uwe Majesteit in vertrouwen in Haar wijs beleid om het zelfstandige Vlaanderen in het onafhankelijke België te vrijwaren.’ Dat was een sluwe tekst. Als het antwoord negatief was, en dat liet zich raden, ondergroef dat de loyaliteit van de Vlamingen. Als het positief was, zou het een premie zetten op het streven naar Vlaamse doeleinden in oorlogstijd. Diezelfde dag drong de Utrechtse studentenafdeling van hetANV, onder aanvoering van de jurist Anton van Vessem, er in een motie bij Von Bissing op aan dat hij de vernederlandsing van de Gentse Hogeschool ter hand zou nemen.

Het antwoord van de koning luidde: ‘Zijne Majesteit meent dat 's lands wettelijke overheden, wanneer de natie de vrije uitoefening harer souvereiniteit zal heroverd hebben, al de maatregelen zullen nèmen, bestemd om de verzuchtingen en de belangen van zijn volk te vrijwaren. Ondertussen doet de Koning een dringend beroep op de Belgen opdat zij voor de vijand geen ander doel noch andere bekommernis zouden hebben dan de vrijmaking van het grondgebied.’ De Clercq zou dit later samenvatten alsVecht en Zwijgt! Vooralsnog bedankte de redactie de koning: ze voegde echter toe dat de Vlamingen bezwaarlijk konden afzien van medezeggenschap over hun levensbelang. Vlaamsgezinden die hun Vlaamse loyaliteit voorop plaatsten heetten voortaanactivisten, een term van de germanist Antoon Jacob, redacteur vanDe Vlaamse Stem.24Depassivisten waren de flaminganten die de godsvrede bewaarden tot na de bevrijding van het land.

In Gent ging het tezelfdertijd om de positie van Picard die inDe Vlaamse Post de federale lijn volgde. Domela wilde het blad gebruiken voor de propaganda voor zijn anti-Belgische programma en wist de helft vanJong-Vlaanderen op zijn hand te krijgen. Hij pleitte voor eenAlgemene Vlaamse Raad van radicale groepen, een regering in wording die in overleg met de bezetter de toekomst van Vlaanderen moest regelen. Op 3 augustus 1915 had de scheuring plaats: ‘Wij, Steenhaut, Kimpe, Thiry, Pintelon, Rens, Domela, eisen Picards aftreding.’ Minnaert probeerde voor de zoveelste keer de twist bij te leggen, maar vond geen gehoor: ‘Hij zegt, even radicaal anti-Belgisch te zijn als de heer Domela en de zijnen, maar ziet in de houding van de heer Picard

slechts een afwijkende taktiek en wil niet het bestaan van een diepe kloof erkennen.’ Niemand kon Minnaert volgen. Er gaapte een afgrond tussen de opvattingen van Picard en Domela. Minnaert liet de conflicten niet tot zich doordringen en bracht geen nieuw gezichtspunt naar voren. Hij schreef in juni enkele uitdagende

hoofdartikelen zoalsVerandert onze richting? en Onze strijd, waarin hij bezwoer de strijd ‘tot in de dood’ voort te zetten.25Kort daarop namen de ‘domelisten’ de krant over. Picard vertrok naar Nederland en werd er correspondent van het pro-Duitse Het Vaderland. Minnaert werkte in Brussel, zodat hij de Gentse perikelen misschien minder goed kon volgen. Hij liet de schooldirectie weten dat hij na de zomer in Nederland ging studeren.

In de lente van 1915 was de grens met Nederland voorzien van een

draadversperring waarop 50.000 Volt was gezet. Minnaert had de papieren om de grens normaal te passeren. Zijn vriend Wirth had voor hem borg willen staan. Hij vertrok niet naar het Amsterdam van de bioloog Hugo de Vries maar naar Leiden. Hij ging naar Nederland voor defysica.