• No results found

Domela en Minnaert torpederen De Vlaamse Stem

Na de aanvaring met de Belgische regering had Deswarte zich gedistantieerd van de loop van de gebeurtenissen. De Clerq en Jacob namen de redactie vanDe Vlaamse Stem over en werden daarop per Koninklijk Besluit ontheven van hun leraarsfunctie.32De Clerq dichtte toen zijnAan die van Havere, omdat zij niet wisten dat Vlaanderen in België lag, met het refrein:33

‘Heb ik geen recht, ik heb geen land; Heb ik geen brood, ik heb geen schand; Vlaanderen, Vlaanderen, met hand en tand Sta ik recht voor u,

Vecht voor U!’

Het activisme had zijn eerste martelaars. Er kwamen protesten, want de Vlaamse volksdichter René De Clercq was een grootheid! Een petitie werd ondertekend door jonge schrijvers zoals Paul van Ostaijen en Willem Elsschot.34De Vlaamse Stem stond voortaan op het standpunt dat de eenheidsstaat België moest plaatsmaken voor een federaal stelsel van zelfbestuur. Het blad propageerde de leuzeEerst Vlaming, dan Belg. Niemand wist dat Gerretson feitelijk over het blad beschikte.

Uit deze maanden stamt een curieus epistel van Minnaert, waarin hij de historicus Gerretson uitlegt waarom hij een afkeer had van de geschiedschrijving:35‘Er zijn wel wetten in de geschiedenis; maar niemand kent ze. Ja, zelfs nog geenregels zijn bekend. De geschiedenis is tot hiertoe niets anders dan een wetenschappar après. Ze kan niet voorspellen. En het bewijs is dat de ene zo, de andere zus voorspelt.’ Hij ging een stap verder: ‘Al de zogezegde ‘theorieën’ dezer ‘geleerden’ schaden niet, en ze mogen er hele inktkokers vol aan schrijven, zolang ze het levende frisse handelen niet komen belemmeren. Moest België nu toch eens verdwijnen, dan zouden ze een paar jaar later bewijzen dat het onvermijdelijk was en zo moest zijn, enz. Men doe dus aan geschiedenis wanneer men niets beters te doen heeft. (Met Paulus zeg ik: ‘Het is toch beter dan branden of stelen’!) Maar men late de geschiedenis buiten de Vlaamse Beweging.’ Minnaert, wellicht in de ban van Nietzsches kritiek op het historicisme van Hegel,36wilde niets van psychologie, sociologie of geschiedenis weten.

Inmiddels had dezelfde Gerretson zijn proeve vanFlamenpolitik voorgelegd aan de Duitse gezant in Den Haag.37ZijnMemorandum met de titel Deutschland, Flandern, Holland was een uitgekiend actieprogramma voor de bezetter. De Vlaamse Stem zou pleiten voor federalisme en neutraliteit voor België, wat zowel voor Nederland als Duitsland aantrekkelijk was. Voor de Belgische regering zou dat onaanvaardbaar zijn: ‘Haar weigering zou het Vlaamse volk duidelijk maken dat het zijn heil elders moest vinden, namelijk bij Duitsland en de vredesconferentie.’ Een selecte groep van bekende flaminganten moest dan een ‘minimumprogramma’ opstellen en een ‘volkspetitie’ organiseren. Na herhaalde weigeringen van de regering-Havere zou het Duitse bestuur ermee kunnen instemmen.De Vlaamse Stem moest een essentiële rol spelen:38‘het blad staat officieel volkomen vrij en op een na, de steller van ditMemorandum, zijn alle aandeelhouders, redacteuren, medewerkers en administrateurs volkomen overtuigd dat men met een Hollands-Vlaamse onderneming te doen heeft. Het is van het grootste belang dat dit zo blijve.’

Maar Domela was er ook nog. Begin september 1915 formuleerden de domelisten Zeven Punten. Daarin zaten nieuwe elementen.39Het zelfstandige Vlaanderen moest een ‘koninkrijk’ worden, dat Duitse vestingen en oorlogshavens kon huisvesten. Domela overhandigde deZeven Punten aan gouverneur Von Bissing, die tot geduld maande. Op 1 november had hetEerste Nationale Congres van Jong-Vlaanderen plaats. Dertien plaatselijke ‘afdelingen’ waren de oogst, overkoepeld door een nationaal bestuur met de Oostendse arts Eugeen Van Oye als voorzitter en Domela als tweede man. Op 5 december kwam eenopenbare ondertekening tot stand van deZeven Punten door een zeventigtal mensen. Met dit stuk trok Domela naar Amsterdam om er adhesiebetuigingen te winnen van enkele redacteuren vanDe Vlaamse Stem. Hij dacht die te kunnen gebruiken om het Duitse gouvernement in België van zijn importantie te overtuigen. Hij riep de hulp in van de welbespraakte Minnaert.

In Amsterdam probeerde de geïrriteerde Gerretson tevergeefs Domela zijn tactiek inzakeDe Vlaamse Stem uit te leggen: hij kon uiteraard niet het achterste van zijn tong laten zien. Domela slaagde er daarentegen in om op 15 december 1915 de hoofdredacteur en de redactiesecretaris vanDe Vlaamse Stem een door Minnaert uitgeschreven briefje te laten ondertekenen waarin ze zich uitspraken voor de

oprichting van een Vlaamse staat: ‘De vijandelijke, van dag tot dag scherper wordende houding der Belgische Regering tegenover de Vlamingen, en het stelselmatig verwerpen van onze rechtvaardige, loyale eis, brengen ons tot de overtuiging dat voor ons Vlaanderen de eindelijke rust en een heilvolle toekomst in een Belgisch staatsverband onmogelijk zijn en dat een Koninkrijk Vlaanderen de enige oplossing is.’ Dit tekenden L. Brulez, M. Minnaert, J. Eggen, R. De Clercq en E. Rietjens en daarmee zegden vier van de vijf ondertekenaars hun ‘voorwaardelijke’ loyalisme jegens België op. Domela strooide rond dat de redacties vanDe Vlaamse Post en De Vlaamse Stem op de Jong-Vlaamse lijn zaten. De avond van 16 december kwam Marcel te Gent aan voor zijn Kerstvakantie. Zijn moeder: ‘Deze avond om half zes zie ik eindelijk uw ogen en uw pince-nez blinken onder het gaslicht van het station.’

Gerretson was razend. Het politieke fundament was aanDe Vlaamse Stem ontvallen. Eind januari zette Gerretson het blad stop. In de loop van 1916 zou het intrekken van de Duitse steun ookDe Vlaamse Post doen sneven.40Domela had beide bladen opgeblazen.De Vlaamse Stem was een jaar lang een gezaghebbend propagandist van het Vlaamse streven geweest. Haar verspreiding onder soldaten was tot aan de redactiewisseling geoorloofd, zodat de soldaten aan het IJzerfront kennis hadden kunnen nemen van oproepen tot zelforganisatie rond Vlaamse eisen. Na de wisseling hadden loyale Vlamingen in Nederland onder leiding van de katholiek Frans Van CauwelaertVrij België opgericht. Eind 1915 kwam in Utrecht het maandbladDietsche Stemmen uit, het blad van De Dietsche Bond, een activistisch alternatief voor het passivistischeANV-Nederland. In 1916 verschenen tevensDe Toorts en De Toekomst, twee Groot-Nederlandse en pro-Duitse maandbladen, waarmee Duits geld gemoeid was. InDe Toorts polemiseerde Minnaert over de medewerking van Nederlanders aan deVlaamse Hogeschool. Want in december 1915 had Von Bissing verklaard dat het Duitse bestuur de Gentse universiteit in een klap zou vernederlandsen.41