• No results found

Minnaert kon begin 1915 als vervanger bij zijn Atheneum aan de slag, misschien vanwege het tekort aan docenten als gevolg van de oorlogshandelingen. Ook aan het meisjesatheneum kreeg hij een deelbetrekking. Hij werd naast zijn leraarsbanen en het bestuurswerk voorDodonaea in beslag genomen door het voornemen van Jong-Vlaanderen om met steun van de Duitsers een dagblad op te richten. De Gentse pers was verdwenen vanwege de weigering onder Duitse censuur te werken. Er was behoefte aan gedrukt papier al was het maar vanwege de

overlijdensadvertenties. De aanstaande hoofdredacteur Picard dacht dat het blad na een voorzichtig begin de Jong-Vlaamse ideeën zou kunnen verspreiden: het zou ‘de splijtzwam van een ten ondergang neigend België, de dageraad van een eigen Vlaanderen’ moeten worden.

Jong-Vlaanderen besloot tot een sondering van enkele leiders van de Vlaamse Beweging om zich een draagvlak te verwerven. Dat verplichtte hen tot een optreden in het openbaar. Op 4 februari 1915 belegden ze in Hotel Royal een avond voor een twintigtal flaminganten.13Alfons Sevens vanDe Vlaamse Blok noemde het aanvaarden van Duitse hulp landverraad, ‘een afschuwelijke misdaad jegens Vlaanderen’. De aanwezigen onder wie Minnaerts oom Gillis raadden de onderneming af. Minnaert zat de bijeenkomst voor en kapte het ver-

hitte debat bruusk af: ‘Het blad is gesticht en komt uit.’ Een week later mislukte een tweede bijeenkomst en besloten deJong-Vlamingen persoonlijk contact op te nemen met enkele voorlieden. Vandaar dat professor Fredericq op 14 februari een kaartje aantrof van ‘Dr Marcel Minnaert’.14

In zijnDagboek had de historicus Fredericq op 20 augustus 1914 de Keizer vervloekt als ‘volkenmoordenaar’. Hij was samen met zijn collega Pirenne in december 1914 gegijzeld. Hij had op 3 februari 1915 van zijn liberale vriend Van Hauwaert gehoord dat jonge radicalen een ‘bond’ wilden stichten. De dag erop had hij van Pirenne vernomen dat diens leerling Picard een weekblad wilde beginnen. Hij had aangetekend: ‘Indien Picard & de Van Roy's dat met Marcel Minnaert aangaan, zal het een mooi blad van ruziemakers en papierscheurders worden.’ Op 10 februari was hem mondeling verslag gedaan van de bijeenkomst in Royal. Hij had genoteerd: ‘Minnaert, die reeds zijn neef Marcel gekapitteld heeft, zal hem deze avond nogmaals gaan spreken om hem te smeken die zedelijke zelfmoord niet te begaan.’ De dag erop was de 79-jarige Minnaert bij hem langsgekomen om te zeggen dat zijn neef, gesteund door zijn onverstandige moeder, voor martelaar poseerde en niet te overreden was:15‘Hij beweert, dat het blad een zeer gematigd neutraal blad zal zijn en dat hij er niets anders dan wetenschap en muziek in behandelen zal. Het zal toch verschijnen, wat men ook doe.’

Op beide bijeenkomsten was dominee Domela aanwezig geweest. Op 12 februari had Fredericq geschreven: ‘Zij zelfmoorden zich, die arme jongens van de eerste broek; maar ds. Domela moet vliegen.’ Fredericq was dus op de hoogte toen Minnaert op 15 februari bij hem langskwam.

FredericqsDagboek doet verslag: Hij zegt: ‘In 't hoofdartikel willen wij ons doel nader toelichten: 't recht verdedigen, de waarheid huldigen,’ (‘Dat is niet mogelijk onder de Duitse censuur’, onderbreek ik. ‘Inderdaad, doch binnen de perken dier censuur.’!!!), ‘de Vlaamse taalrechten verdedigen met de Vlaamse taalwetten in de hand, die volgens de Haagse Conventie geëerbiedigd worden.’ (Van de Duitsers zouden zij, die brave heren, geen Vlaamse Hogeschool aannemen, omdat het tegen de Haagse Conventie zou zijn.) Zo verkoopt hij eerst wat langdradige en ingewikkelde rimram. Ik laat hem bijna zonder onderbreking voortgaan. Dan stel ik hem de volgende vragen: Wie

zijn de stichters en medewerkers? Hij antwoordt ontwijkend zonder namen. - Vanwaar komt het geld? - Nogmaals antwoordt hij ontwijkend. Enige Vlaamse vrienden doen het. Er is niet veel geld nodig. Men zal stellig geld winnen, enz. - Daarenboven: een vriend is naar Nederland vertrokken om er geld rond te halen. Ik onderbreek hem plotseling: ‘Domela??’ - ‘Juist, Professor.’ (Hij was in de val gelopen. Die bekentenis is goud waard.) Nog een vraag: Welke betrekkingen met de Duitsers? - ‘Door Domela in betrekking met dr. Wirth, lector aan de Hogeschool te Berlijn, maar Nederlander van geboorte.’ - Ik: ‘Neen, Duitser van vaders kant, genaturaliseerd Duitser, officier in 't Duitse leger, een gewapende vijand van België, geen Nederlander.’ Minnaert verklaart ten slotte dat zij van de Duitse overheid ‘alle gemakken ontvangen hebben tot stichting en verspreiding van hun blad, automobiel,Schein om naar Ingooigem Stijn Streuvels een feuilleton te gaan afkopen, enz.

Nu wist ik genoeg en had ik er genoeg van. Ik zei hem, dat hij achter een inktpot zijn vaderland nu niet verdedigen kon, maar wel aan de IJzer gelijk zijn makkers der Universiteit, of in de gelederen der Duitsers, indien hij niets voor België gevoelt. - ‘Voor België niets’, zegt hij, ‘voor Vlaanderen alles.’ Ik sta op en zeg hem: ‘Ik vind Uw houdingwalgelijk, al weet ik dat Gij te goeder trouw handelt. Ik kan U niet meer achten en ik verzoek U mijn huis te verlaten. Mijn bloed kookt en 't is beter dat wij scheiden.’ Hij grijpt wanhopig naar zijn hoed. De meid stond in de gang: Ik zeg haar: ‘Gelief mijn heer uit te laten’, en keer hem de rug toe zonder hem de hand te geven als bij 't begin van ons onderhoud. Hij kon het er voor doen. Maar nu is Domela ten minste voor goed ontmaskerd in zijn schijnheilige kuiperij.’ Fredericq noemde Minnaerts moeder in zijnDagboek een zottin.