• No results found

Verwarring aan Duitse kant

In document 1 9 3 9 - 1 9 4 5 D E E L I O a (pagina 132-140)

In de streken waar de sabotage was gepleegd die wij in het voorafgaande beschreven, bleef zij aan de bevolking niet verborgen: daar lagen de grote wegen op een aantal plaatsen bezaaid met spijkerlatten en glasscherven. Wie van de trein gebruik moest maken, kreeg met grote vertragingen te maken en de telefoonverbindingen vooral met het zuiden des lands waren verstoord. De burgerverzetsgroepen waren evenwel lang niet overal in actie gekomen, gereisd per trein werd er minder dan tevoren en bijna alle particulieren hadden hun telefoonaansluiting verloren. Veel belangrijker in hun effect op de bevolking waren andere factoren: ten eerste de radioberichten omtrent de snelle nadering der Geallieerde legers en de bij uitstek optimistische uitlatingen van oorlogscorrespondenten en commentatoren (‘het nieuws van iedere dag’, zei ik op vrijdagavond 1 september voor Radio Oranje in de aanhef van mijn buitenlands weekoverzicht, ‘spreekt van de snel-naderende ineenstorting van

Duits-tien, wellicht dertig. Zij werden in een vertimmerd kippenhok ondergebracht en de vier initiatiefnemers (‘de staf’) trokken drie-en-dertig andere onderduikers aan die in ploegen als bewakers gingen fungeren. Naast het ‘Prins Bernhard’-kamp was er nog een tweede kamp in een villa in het gehucht Luttenberg ten noordoosten van Raalte; hier werden enkele Duitse militairen en twaalf gedeserteerde 5 5 ’ers vastgehouden. De villa werd in december '44 door de ‘S D ’ overvallen en het schijnt dat twee Duitse deserteurs gefusilleerd zijn. De gevangenen uit het ‘Prins Bemhard’-kamp waren toen al verspreid ondergebracht. Geen van de ‘krijgsgevangenen’ heeft jegens diegenen die de kampen in stand hadden gehouden, verraad gepleegd; zij waren correct behan­ deld.

O N G E O R G A N I S E E R D E T E R U G T O C H T

land’ 1) en ten tweede, met name in het zuiden des lands, de evidente verwarring aan Duitse kant.

Die verwarring vond goeddeels haar oorsprong in de ongeorganiseer­ de terugtocht van Duitse militairen die in hoofdzaak hadden behoord tot de uiteengeslagen divisies van het Duitse Zevende Leger; zij zagen dat in Noord-Frankrijk en België geen enkele verdedigingslinie was inge­ richt en vloeiden derhalve met gebruikmaking van alle middelen waarop zij de hand hadden kunnen leggen, terug in de richting van de Duitse grens, in de richting van de in ’39~’40 gebouwde Westwall; dat doende, sleepten zij de etappediensten mee. Het betrof hier niet alleen militairen van het leger maar ook, ja vaak in de eerste plaats, militairen van de

Lujtwaffe, voorzover dezen niet als gevechtsvliegers plaats konden nemen

in hun toestellen die overhaast naar Duitsland terugvlogen. Velen van die Duitse militairen vervoerden particuliere buit; daarnaast werden uit de étappe-depots goederen oostwaarts getransporteerd op welker behoud prijs werd gesteld. Sommige van die laatste transporten begonnen al toen de Geallieerden nog slechts de Seine hadden bereikt. Zo werd een groot deel van het Bisschoppelijk College te Roermond al in de tweede helft van augustus als pakhuis ingericht. ‘Een week lang’, aldus het bezettings- gedenkboek van het College,

‘werd daar . . . het beste afgeladen wat Frankrijk, België en Nederland te bieden hadden, en dat in ontstellende hoeveelheden: cognac, champagne, Bordeaux- wijnen, likeuren, bonbons, textiel, zeep, odeuren en toiletartikelen, leren hand­ schoenen, rozijnen, conserven en specerijen. Er waren honderdduizenden sigaren en miljoenen sigaretten. D e laatste vracht die binnenkwam, bestond uit een v ijf tons auto boordevol biscuits. D rie okshoofden Bordeaux-wijn lagen . . . op de

cour\ daarachter, onder het afdak, was een hoop tabak opgestapeld van anderhalve meter hoogte, drie meter lengte en een meter diepte.’2

Wij nemen aan dat elders in Limburg en in het oosten van Brabant in de tweede helft van augustus overeenkomstige stapelplaatsen werden geïmproviseerd. Het was slechts een begin. De grote ongeorganiseerde terugtocht manifesteerde zich pas in de laatste dagen van augustus en de eerste van september.

1 N og enkele citaten uit deze tekst: ‘Sommige Duitse wapens zijn nog uitstekend; sommige Duitse formaties vechten nog fanatiek. Maar het Duitse leger als geheel is geworden tot een strijdinstrument van de tweede rang . . . Zelfs wanneer we de zware Duitse verliezen in Zuid-Frankrijk geheel buiten beschouwing laten, blijkt dat de Duitsers van hun oorspronkelijke 65 divisies welgeteld 19 over hebben.’ 2 Bisschop­ pelijk College Roermond: Collegeklok 19 4 1—1945. Jaarboek 19 4 1—1945 (z.j.), p. 200-01.

‘Wat wij hier zien’, schreef op zondag 3 september een onbekende inwoner van Maastricht,

‘is ongelooflijk. Deze indrukken zijn niet onder woorden te brengen. Ik w il toch mijn best doen en enige punten vermelden. W ij hebben geen tijd om te eten. W ij weten niet meer o f wij leven, verm oedelijk door het ongelooflijke, het innerlijk geluk.

D ag en nacht trekken over alle w egen onafgebroken autocolonnes, troepenon- derdelen van infanterie, tanks, paarden, geschut in de richting van de Duitse grens. Allerlei soorten auto’s, overladen met soldaten en goederen. O o k vele Rode Kruis-colonnes met personeel. D e soldaten hebben allemaal handgranaten en liggen met mitrailleurs boven op de kappen. O p de spatborden zitten ze o f liggen ze met geweren o f automatische pistolen in de aanslag. Alles is natuurlijk zwaar gecamoufleerd. A lle mogelijke goederen slepen ze mee, zoals fietsbanden, for­ nuizen, stapels Franse renfietsen, en alles wat maar naam heeft en alles nieuw.

... D e colonnes komen soms w el v ijf- tot zesmaal langs en weten waarschijnlijk niet waar zij heen moeten. Zij komen alle van België en worden in de richting van de Duitse grens gezonden tot Roermond toe . . . Het zijn Duitse, Franse en Belgische auto’s die hier voorbij trekken, alles hebben ze meegenomen. Ik heb in een auto voo r onze deur dode kippen en geslachte koebeesten zien liggen... O p alle binnenwegen, weilanden en overal staan de wagens van Vaals tot Valkenburg en zo tot Roermond aaneengesloten.

. . . Van orde en tucht is geen sprake meer. V o o r ons huis ligt momenteel weer een brandweerauto uit Gent met gebroken as. Varkens worden verkocht voor f9 0 , een rijwiel voor f60. Z e hebben bij zich; ik zou beter kunnen opsommen wat zij niet bij zich hebben.’ 1

Een inwoner van Hoensbroek, E Faro, fietste maandagochtend 4 september in de richting van de Maas waar, naar hij bij geruchte had gehoord, Belgische illegale werkers (‘de Witte Brigade’) bezig waren Duitse militairen te ontwapenen — ‘ ’t was echter niet waar.’ Maar:

‘Een tiental Duitse soldaten komt al hozend in een lekke boot over het Julianakanaal. Van Beek naar Sittard passeer ik honderden M offen (ongeregelde troepen) op fietsen zonder banden, met massieve banden en ook op splinternieu­ w e Nederlandse damesfietsen. O o k gekaapte boerenwagens rijden er en allerlei beschlagnahmte auto’s. W ie loopt, heeft in ieder geval ergens een kinderwagen organisiert waarin de bagage wordt gereden o f ook w el wordt deze achter de fiets aan getrokken.’2

1 Brief, 3 sept. 1944, van een onbekende inwoner van Maastricht (Doc II-416, a-3). 2 F. Faro: Aantekeningen 31 aug.-6 sept. 1944, p. 1 (Doc 1-458 A, a-i).

V E R S L A G E N V A N O O G G E T U I G E N

Breda, 4 september (waarnemingen van een inwoner, Joris van den Bergh):

‘O p de G raaf Engelbrechtlaan (de nieuwe nog onbebouwde brede autoweg, die de Rijsbergse w eg met de Baronielaan verbindt) trokken de vluchtende wereldveroveraars langs mij heen. Het was een verheugende, echt verkwikkende janboel. M en leefde er totaal van op. Feldgrauen die gisteren nog beefden voor de Duitse godheid die O ffizier heet, staken nu de tong tegen die geweldige uit. N o g geen tien meter van mij vandaan bleef een auto, waarin vier hoofdofficieren waren gezeten, en panne. Zij zeulden de auto aan de kant van de w eg en prutsten met hun hoogm oedige vingers aan de motor. Deze bleef halsstarrig weigeren. T w ee der officieren snelden toen de w eg op om te trachten een open vrachtauto, die vol soldaten zat, aan te houden. Zij wilden hun wagen door hen laten slepen. 'Scheisse' schreeuwden de soldaten en de vrachtauto reed door. Kameraadschap bestond niet meer. Halflege auto’s weigerden te stoppen om nog wat afgetobde soldaten op te nemen. Links van mij lag een soldaat kreunend op het betonnen wegdek. Slapend was hij van een auto gevallen. Zijn kameraden zagen hem vallen, maar de auto reed door. ’n Vrachtwagen vol soldaten sleepte een andere auto vol soldaten. Het touw waaraan de auto werd gesleept, brak. M en schreeuwde en vloekte, en ’n onderofficier trok woedend zijn revolver. ‘ Scheisse!’ ... en de voorste wagen reed door.

... Bezopen soldaten zaten op een wagen te zingen ‘ Wir haben den K rieg verloren!' Anderen zwaaiden met cognacflessen en bralden dat de oorlog afgelopen was en dat ze nach Hause gingen. En deze w ilde jachtende bende werd geflankeerd door rijen afgesloofde wrakkige soldaten die zich voortsleepten tot zij niet meer konden en aan de rand van de w eg neerzegen . . . Er waren er die hun laarzen hadden uitgetrokken en op gezwollen kousenvoeten voortsjokten.’ 1

De schrijver Antoon Coolen, ondergedoken in Vught, zag een week lang de Duitse colonnes in de richting van Hedel o f Nijmegen rijden:

‘ Het is alles door elkaar. Een kleine pantserkolonne, fouragewagens, Rode Kruis-wagens, infanterie, artillerie, veldkeukens met zwaar gewapende jongens er op, die, puilend van de granaten, soms halthouden, naar beneden springen en geweldig stoken in hun fornuis, jongens van de Luji[w affe\, van de organisatie Todt, maar ’t rijdt allemaal en alles heeft gew eldig haast. Honderden auto’s met slechts één inzittende: de man aan het stuur. M otoren met twee, drie man er op. Volgeladen vrachtwagens, en van alles wordt m eegesjouwd: kachels, ketels, wasmachines, dorsmachines, zaaimachines, geslachte varkens, ganzen, kippen, schapen, geiten, kasten, stoelen, stofzuigers, paarden twee, drie aan leidsels mee. Soms, bij een oponthoud, proberen ze handel te drijven, maar veel succes hebben

B E Z E T N E D E R L A N D , Z O M E R ' 4 4

ze niet. Er rijden sproeiwagens met een paar man er op, gemeentelijke vuilnis­ wagens, lange rijen autobussen met de opvallende Belgische en Brabantse plaats­ namen hunner routes, rijtuigen, koetsen, landouwers, sulkies met een dravertje er voor. V elen zijn ook te voet, maar w ie met een fiets langs die w e g staat, is die fiets kwijt, de vordering is een kwestie van een seconde.

. . . Tussen de colonnes en door de auto’s telkens gepasseerd, rijdt een stoomwals, die van alle kanten door Duitsers is beklommen. Er lopen Duitsers met volgeladen kinderwagens, en er zijn er zowaar, die zich met een verm oeid slingerbeen voortduwen op autopeds. Er is niet de minste orde meer. Niem and trekt zich van een ander iets aan. W at voort kan, snort voort en passeert zo haastig m ogelijk een kameraad te voet die niet meer kan o f het troepje, dat langs de w eg staat met een auto waar iets aan hapert.

. . . In de middag houden som m ige colonnes rust, de wagens rijden een zijweg in. Daar, onder de bomen, gaan de soldaten liggen. Anderen stappen brutaal de tuintjes der huizen in, zetten zich op de tuinmeubels, kaarten o f schaken, halen drinkwater, luieren en hangen.’ 1

Uit een rapport van een Arnhemmer, C. F. van Oosterhout, geschreven op donderdag 7 september:

‘Sinds vorige w eek vrijdag gaat een vrijwel nim m er onderbroken en soms tot drie naast elkaar rijdende files aangedikte colonne Duits oorlogsmateriaal door Arnhem. Aanvankelijk reden de formaties kennelijk bijeen doch langzamerhand manifesteerde zich een steeds groter wordende mate van gebrek aan ordelijkheid. Wagens van allerlei legeronderdelen reden dooreen ... Het betrof in den beginne troepenonderdelen, die uit Parijs en onmiddellijke om geving kwamen met als bestemming plaatsen achter de IJssel. In der haast was van alles meegevoerd, ook burgers. Verschillende vrouw en bevonden zich in de wagens. M aandag trof ik soldaten die uit België werden geëvacueerd. O o k hier verscheidene vrouw en en hele gezinnen van Rexisten. O o k kwamen met deze troepen mee Vlaamse nationaal-socialisten, die deel uitmaakten van Duitse militaire formaties. Alles ging richting Achterhoek en T w en te’2

-verder kwamen de troepen vooreerst niet. Het Oberkommando der Wehr­

macht had namelijk opdracht gegeven, gedesorganiseerde eenheden en

alleen o f in kleine groepjes vluchtende Duitse militairen aan de Duitse grens tegen te houden; men wilde voorkomen dat de Duitse burger­ bevolking te zien kreeg wat de Nederlandse zag.

Waar de in Nederland aangekomen militairen onder te brengen?

1 Antoon Coolen: Bevrijd vaderland (1945), p. 130 -31. 2 C. F. van Oosterhout: Rap­ port, 7 sept. 1944, p. 1 (Doc II-59, a-12).

E E N D E E L V A N D E ‘ W E H R M A C H T ’ V L U C H T

Alleen de Kriegsmarine had in ons land, nl. bij Zwolle, een kampement ingericht, kort na D-Day al, om eventueel verspreid terugtrekkende militairen op te vangen - de Wehrmachtbefehlshaber, generaal Christiansen dus, had niets voorbereid. Ortskommandanten troffen snel de eerste maat­ regelen. In de Achterhoek en in grote delen van Overijssel werden op zondag 3 september bijna alle schoolgebouwen gevorderd1 en een dag later, maandag 4 september, werd in het centrum en westen des lands, wellicht ook elders, van de vrachtauto’s en autobussen die nog reden, een groot deel in beslag genomen; de gemeente Utrecht verloor die dag alle autobussen die nog in rijdbare staat waren. De Wehrmacht had het meeste van dit materieel nodig, maar aannemelijk is dat een deel gebruikt werd om Duitse burgers te vervoeren - de Reichskommissar had namelijk op zaterdag de evacuatie gelast van alle Rijksduitsers; wij komen hier in hoofdstuk 4 nog op terug maar stippen hier al aan dat het vertrek van enkele tienduizenden van die Rijksduitsers op zondag en maandag na­ tuurlijk allerwegen de indruk versterkte dat er voor de Wehrmacht geen houden meer aan was.

Tot die indruk werd in het zuiden des lands door de daar gestatio­ neerde formaties van de Wehrmacht bijgedragen. De Kriegsmarine ont­ ruimde op maandag haar depots in Vlissingen en elders in de Zeeuwse wateren (in Vlissingen werden alle machinerieën van een reparatiebedrijf van de Kriegsmarine vernield), en eigener beweging trok de staf van een lazaret van de Kriegsmarine uit Bergen op Zoom noordwaarts en die van de grote wasserij van de Kriegsmarine uit Haarlem oostwaarts. Groter nog was de verwarring bij de onderdelen van de Lujtwaffe. Van de vliegvelden in het zuiden des lands stegen de Duitse toestellen op. Startbanen, hangars en munitie-bergplaatsen werden opgeblazen — het geluid van die explo­ sies was in grote delen van Limburg en Noord-Brabant te horen. ‘Bilder

Jast panikartigen Zurückjlutens waren’, aldus de Admiral in den Niederlanden

in een terugblik op de periode 3—21 september '44,

‘ im ganzen südlichen Raum festzustellen, daarunter z ivile Dienststellen, N S B ’er usw., Lufiwaffedienststellen aller A rt, auch Flakeinheiten gaben (ob mit Befehl, ist unbekannt) Einsatzorte und Stellungen a u f unter meist gleichzeitiger Vernichtung oft umfangreicher Vorrate, z .B . Benzin, M inen, Bomben, M unition und Verpflegung. Selbst aus dem Raum e Amsterdam sind Lujtwaffendienststellen ausgewichen, z .B . Flakgruppe und L u jt- waffenlazarett.'2

' Die vordering werd verlengd; in die delen des lands moest dus in geïmproviseerde lokalen onderwijs worden gegeven. 2 Admiral in den Niederlanden: 'Abschliessender Stimmungsbericht fü r die Z eil 3 . - 2 1 . I X (25 sept. 1944) (CDI, 16.103-04).

B E Z E T N E D E R L A N D , Z O M E R ' 4 4

Er heerste, aldus een rapport van de het zuiden des lands bestrijkende

Feldkommandantur 674, ‘eine gefahrlich um sich greifende Sprengpsychosë'; in

Tilburg en Den Bosch konden Wehrmachtkommandanturen slechts op het nippertje voorkomen dat grote benzinedepots in vlammen opgingen en in Venlo had de Ortskommandant een telefonisch bevel van generaal Christiansen nodig om te verhinderen dat een Duitse genie-officier de bruggen over de Maas liet opblazen. Veel hinder hadden de Wehrmacht­

kommandanturen voorts van de wilde requisities. ‘Solche Zugriffe, die', aldus

opnieuw Feldkommandantur 674,

‘ zunachst durch zurückziehende Truppen, in G ebiet ostwarts der M aas auch durch H itler-Ju gend und Organisation Todt, erfolgten, wurden sowohl in Tilburg als auch in Eindhoven und Venlo a u f die Fahrzeuge der Wehrmachtkommandantur ausgedehnt. A u s geschlossenen Garagen wurden Kraftfahrzeuge . . . herausgeholt . . . In Hertogenbosch gingen Formationen des Fallschirm-Armeeoberkommandos . . . gelegentlich dazu über, allen in nördlicher Richtung marschierenden oder fahrenden kleineren Trupps . . . die Waffen, und zw a r mit besonderer Vorliebe Pistolen ('da selbst benötigt’ ) wegzunehmen . . . Auch mit Fdtlen von Plünderung von Lebens- und Genussmitteln wurden alle Kommandanturen wiederholt befasst'2 —

die Duitse militairen ‘trokken’ (een beeld uit Roermond) ‘boerderijen en weiden binnen en stalen als raven. Het leek wel wat op toestanden in de Dertigjarige Oorlog.’3 Burgers werden (een beeld uit Breda) ‘op straat zelfs beroofd van armbanden, horloges, gouden ringen, vulpennen en -potloden enz., terwijl uit de winkels en kantoren schrijfmachines, kas­ registers e.d. werden weggehaald.’4

Kon men aan deze en dergelijke verschijnselen die zich vrij onverhoeds hadden voorgedaan en die in een paar dagen tijds in het zuiden des lands het beeld van de gedisciplineerde Wehrmacht radicaal hadden wegge­ vaagd, een andere conclusie verbinden dan dat Nederland eenvoudig open lag voor de naderende Geallieerde overwinnaars? Zo dacht men er kennelijk ook in Londen over. Op zondagavond 3 september maakte Radio Oranje bekend dat koningin Wilhelmina prins Bernhard had benoemd tot bevelhebber der Nederlandse strijdkrachten en die bekend­ making was in ‘een belangrijke mededeling namens Hare Majesteit de Koningin’ vervat waarin tot de luisteraars in bezet gebied (dat waren toch

1 W BN , Feldkommandantur 674, I c: ‘ Monatsbericht' (sept. 1944), p. 5 (CDI). 2 A.v., p. 3. 3 Bisschoppelijk College Roermond: Collegeklok 19 4 1- 19 4 5 , p. 205. 4 A. Hal-lema: Breda vertelt van zijn bevrijding, 2 8 -3 0 oktober 1944 (1947), p. 80.

L I G T N E D E R L A N D O P E N ?

nog wel enkele honderdduizenden) als haar woorden werd weergegeven: ‘Gij weet dat de bevrijding voor de deur staat’ ; in diezelfde uitzending werd de tekst van een boodschap van generaal Eisenhower voorgelezen waarin het heette: ‘Het uur der bevrijding, waarop Nederland zo lang heeft gewacht, is nu zeer nabij.’

Vier-en-twintig uur later, op maandagavond, hoorde men minister­ president Gerbrandy een toespraak houden waarin hij, ‘nu de Geallieerde legers in hun onweerstaanbare opmars de Nederlandse grens overschre­ den hebben’, de bondgenoten namens de bevolking ‘een hartelijk wel­ kom’ toeriep; toen enkele uren later, kort voor middernacht, in het Nederlands Nieuws van de B B C nader werd gepreciseerd dat de Geal­ lieerden Breda hadden bereikt, was dit de vonk die het kruitvat van hooggespannen verwachtingen op dinsdag 5 september in nagenoeg het gehele land tot explosie zou brengen.

H O O F D S T U K 3

In document 1 9 3 9 - 1 9 4 5 D E E L I O a (pagina 132-140)