• No results found

Case Overhoeks, Amsterdam Noord (Ymere/HVO)

Vraagstuk/Uitdaging/Kans

Hoe kan een nieuwbouwcomplex van enige omvang, een goede kans bieden om vanaf het begin af aan de zorg en begeleiding van kwetsbare groepen goed te organiseren. Het gaat daarbij om goed samenleven en huurderschap. De uitdaging is om met gerichte beheerafspraken tussen woningcorporatie en zorginstelling enerzijds, en tussen bewoners onderling anderzijds te waarborgen dat de huurderstevredenheid in het complex goed is en de dagelijkse beheerkosten tenminste op gemiddeld niveau zitten.

Context, interventie en betrokkenen

Overhoeks is een nieuwbouwcomplex, bestaande uit 2 woongebouwen met in totaal 133 studioappartementen in Amsterdam-Noord. Tijdens de realisatiefase is besloten 30% van deze woningen beschikbaar te stellen voor de verhuur aan bijzondere doelgroepen. Het uitgangspunt was dat de zorg voor de cliënten onder regie van 1 zorginstelling zou plaatsvinden. Dit idee is en daar is HVO als contractpartij uitgekomen.

Betrokkenen in dit traject waren: • Ymere

• HVO

• 144 bewoners, waarvan 30% vallend onder de doelgroep kwetsbare bewoners. Impact

HVO had op voorhand ideeën en verwachtingen met betrekking tot community building. Vanuit dit opzicht, hadden zij ook de intentie om voor een jaar een community builder in het complex te situeren. Er is gericht gezocht naar kwetsbare huurders die bij dit concept zouden passen. Verder zijn in dit complex, via de Vrankendijke aanpak, per verdieping woonafspraken tussen de bewoners gemaakt. Door dit vooraf te doen leren mensen elkaar in een vroegtijdig stadium al kennen, wordt het makkelijker om met elkaar in contact te komen, en ook om elkaar op ongewenst gedrag aan te spreken.

Leerervaring (uit een eerste evaluatie)

• Bij de start goed doorpraten over definities van type woonvorm/woonruimte, Vrankendijke aanpak en community builder: wanneer is dat een succes, en hoe borgen we de behaalde resultaten. Gericht vragen stellen bij onduidelijkheden.

• Meer samen optrekken in besluiten en aanpak. HVO is een serieuze gesprekspartner met 1/3 van de woningen in het totale project. Ook eerder in het proces een duidelijke planning en aanspreekpunten per onderdeel, met als voorbeeld de verhuurprocessen en de samenwerkingsovereenkomst

• Meer infoverschaffing over de doelgroep vanuit HVO, en vanuit Ymere over o.a. Warmtevoorziening door WarmAanHetIJ.

• Hoe maken we de woonafspraken nog meer van de bewoners zelf? Nu was start vanuit Ymere, wat hebben bewoners nodig om dit zelf te kunnen en/of willen. Hoe kun je dit monitoren.

• Bij een volgend project de gemeente er vroeger bij betrekken. Wanneer er een grote groep cliënten in één keer uitstroomt is het misschien beter dit vooraf met de gemeente af te stemmen. Hierdoor kan de gemeente zich instellen op het werk wat op haar af komt, bijv. in het kader van indicatiestelling.

Case Stek-West, Amsterdam-West (Stadgenoot)

Vraagstuk/Uitdaging/Kans

Nieuwkomers heel nadrukkelijk ook een rol te geven in een community, zorgen dat ze sneller integreren, hun weg kunnen vinden en hiermee ook zichzelf kunnen empoweren.

Context, interventie en betrokkenen

Stek West bestaat uit 90 studio’s en een gemeenschappelijke ruimte. Van de studio’s zijn er 68 bedoeld voor Nederlandse jongeren vanaf 23 jaar. De overige 22 zijn bedoeld voor statushouders. De bedoeling is, dat de bewoners van Stek West samen een community opbouwen. Alle bewoners zetten zich minimaal één uur per week in voor de community. Er is een gemeenschappelijke huiskamer waar samen gegeten kan worden en de bewoners onderhouden samen de moestuin. Iedereen krijgt een buddy toegewezen. Vaak is dat de buurman of buurvrouw, die helpt met praktische zaken, zoals de weg vinden in de buurt of het vertalen van een brief. In elk gebouw wonen twee ‘community builders’, zij zijn de gangmakers, bewaken de gemaakte afspraken en houden in de gaten of het goed gaat met iedereen.

Betrokkenen in dit traject waren: • Stadgenoot

• Voorbij

• De 90 bewoners Impact/leerervaringen

Deze inzichten worden nog in beeld gebracht door contact met Stadgenoot en Voorbij. In totaal hebben 26 deelnemers een bijdrage geleverd via Panel:

• 10 professionals vanuit woningcorporaties • 8 professionals vanuit welzijn/jeugdzorg • 3 professionals vanuit gemeenten • 2 onderzoekers

• 2 ondernemers • 1 HBO student

Ongeveer de 2/3 van de deelnemers heeft ervaring met werken in kwetsbare wijken als frontlinie of praktijkprofessional). Er is een grote diversiteit aan inzichten gedeeld naar aanleiding van de vijf vragen. Toen de deelnemers werden gevraagd de ingebrachte inzichten te interpreteren en/of te combineren, ontstond er wat meer ordening. Een impressie van de bijdragen staat hieronder weergegeven. De verdere duiding daarvan vereist nadere analyse.

1. Verwachtingen bij professionals over samenleven

Er is een grote diversiteit aan verwachtingen en zorgen onder professionals. Zo zijn er verwachtingen dat men elkaar helpen wil in de wijk, dat men over het algemeen tolerant is en dat niet kwetsbare bewoners kwetsbaardere bewoners steunen. Echter, er wordt in kwetsbare buurten ook toenemende problematiek gerelateerd aan zorg, overlast, criminaliteit, vervuiling ervaren. Hierdoor staan de leefbaarheid en de kwaliteit van samenleven in sommige wijken onder druk. Vaak komt in de bijdragen terug dat een inclusieve samenleving van waarde is, maar dat dit alleen kan als er goede afspraken over beheer en zorg gemaakt kunnen worden. Ook komt in de bijdragen het beeld naar voren dat “hoog over” analyses een deel van de problematieken niet naar voren brengt en hierdoor ook een deel van de mogelijke oplossingen niet in beeld komt.

2. Verwachtingen van bewoners over samenleven (volgens professionals)

Sommige deelnemers antwoorden bij deze vraag nog vanuit de bril van professional. Anderen stappen echt in de schoenen van de bewoners en beschrijven de verschillende verwachtingen van bewoners. “Mensen willen weten waar ze aan toe zijn. Geen informatie geven leidt tot wantrouwen

richting de overheid (en de corporatie).” “Ik zie ook veel mensen die weinig verwachtingen hebben van hun buren en gewoon druk zijn met hun eigen leven en sores”. “Ik weet niet of bewoners zich identificeren met ‘kwetsbare wijken’. Ik zie veel bewoners die betrokken zijn bij hun wijk en er iets van willen maken.” “Veel bewoners weten niet precies wat hun rechten zijn of hoe hun ideeën om te zetten in actie. Dit is wel wat ze willen, maar er moeten trekkers zijn. Soort buurtambassadeurs. Hen verleiden om uit hun stoel te komen.”

3. Vooronderstellingen van professionals over het van benutten veerkracht van bewoners

In de bijdragen komt enerzijds het belang van begeleiden en ondersteunen aan de orde en aan de andere kant het belang van loslaten, overlaten. Ook komt het bredere perspectief aan bod; de mate van veerkracht van de wijk in verhouding tot de mate van concentratie van problematiek. “Externe begeleiding

wordt als onmisbaar gezien”. “Te veel professionals denken dat mensen geholpen zijn bij korte interventies/brandjes blussen, het overnemen en oplossen voor de mensen. Dat maakt mensen niet veerkrachtiger.” ”De knuffelvrijwilliger: iemand die actief is gelijk op alles in willen zetten” “Veerkracht is er maar heeft aandacht nodig; neiging om het over te nemen, weg te halen en zelf te doen. Regie uit handen geven is nog eng en spannend.” “Aanname dat door verdunnen van de problematiek door minder instroom van kwetsbaren en meer instroom van financieel sterkere bewoners de veerkracht vanzelf herstelt.”

4. Perspectieven over wat wel/ niet werkt bij samenleven in kwetsbare wijk:

Veel bijdragen zijn gericht op het belang van ontmoeting en fysieke plekken in de buurt zoals buurtkamers en buurttuinen. Ook de kracht van kleine groepen die samenwerken en het verschil maken komt vaker aan bod in de bijdragen. "Kleine krachtige groepen met een compact aansprekend initiatief kunnen veel

verschil maken.” “Voor open gesprekken over de uitdagingen in de buurt, benoem samen wat aandacht nodig heeft en geef die aandacht ook. Speeltuinbeheer, vakantieactiviteiten, eigenzinnige initiatieven buiten de professionele werkelijkheid om: dat soort dingen.” “Community building kan een tool zijn. Momenteel doen wij daar experimenten mee. Idee hierachter: bekend maakt bemind --> minder wederzijds onbegrip/wantrouwen.” “Gelijkwaardig partnerschap: Heel veel en duidelijke communicatie en informatie uitwisseling, zodat mensen snappen wat kan en niet kan, waar ze zelf regie op hebben en wat ze kunnen verwachten."

5. Perspectieven over wat wel/niet werkt bij het benutten van veerkracht van bewoners

Als het gaat om autonomie en ruimte geven komt in veel van de bijdragen het aansluiten bij de behoeften, talenten en diversiteit in de wijk en het benutten van informele netwerken evenals het realiseren van nieuwe netwerken/verbindingen aan de orde. “Mensen (be)vragen en op zoek gaan naar talenten van

mensen en intrinsieke motivatie. Faciliteer.” “De persoon in relatie tot zijn omgeving helpen het op te lossen i.p.v. zelf oplossen.” “Maak geld beschikbaar voor straatfeesten, straatbbq's en andere burgerinitiatieven. Geef de woningcorporatie ook weer mandaat hierin te investeren, dit wordt nu belemmerd door de Woningwet.” “Betrek bewoners bij wijkplannen/gebiedsplannen.” “Geef mensen vrijheid in het verbeteren van hun wijk. Autonomie. Zo vergroot je hun eigen verantwoordelijkheid.” “Zet ook in op informele netwerken, het helpen van de buren.” “Maak bij community building gebruik van de inzet van studenten die wonen in ruil voor bijdrage in de wijk.” “Bij nieuwbouw sturen op gemeenschappen en

Enkele bouwstenen: leren van wat al werkt binnen de huidige kaders