• No results found

Silvia Ziblat, Ricardo Forster en Tomás Abraham

DEEL III. DE NIEUWE GENERATIE: HET TWEEDE ARGENTIJNSE GEZICHT VAN SPINOZA: PASSIES EN POLITIEK 1980-2010

Hoofdstuk 2. Relatieve buitenstaanders in het Spinozaonderzoek

2.4. Silvia Ziblat, Ricardo Forster en Tomás Abraham

Deze drie filosofen zijn alle drie van deze zelfde generatie, universitair docent, joods, en besteden aandacht aan Spinoza in hun onderwijs en in enkele artikelen. Spinoza is bij geen van hen het voornaamste aandachtspunt en ze hebben ook geen boek over Spinoza gepubliceerd. Ziblat en Abraham staan ook met hun activiteiten en contacten verder af van de eerder besproken filosofen. Hun namen komen niet of nauwelijks voor in de netwerken, in de tijdschriften en op de conferenties en congressen waar de anderen elkaar tegenkomen. Voor Forster ligt dat anders. Er is geen duidelijk lijntje of contact tussen hen drie onderling. In hun publicaties heb ik geen specifieke eigen of voor mijn thema interessante invalshoek ontdekt. Daarom bespreek ik deze drie filosofen kort.

Silvia Ziblat: de imaginatio als de plaats van de politiek

Silvia Ziblat is universitair docent aan het departement filosofie dat valt onder de Faculteit Sociale Wetenschappen van de Universiteit van Buenos Aires, waarvan Rubén Dri de leerstoelhouder is. Het departement Filosofie geeft een tijdschrift uit, Diaporías. Ziblat publiceerde daarin een artikel over Spinoza en Buber: Sustancia, sujeto y el conocimiento de lo religioso en Spinoza y Buber.616 Zij bespreekt daarin de TTP van Spinoza, die zij een ‘deskundige en erudiete discussie met alle elementen van de traditionele joodse en christelijke religie’ noemt. Deze discussie is gebaseerd op een bepaalde methode om de Schrift te benaderen. Daar tegenover bespreekt zij Buber, de ‘grote joodse denker van het Gij en ik’, die de Schrift ook leest met een methode, maar met als uitgangspunt de noodzakelijke bevrijding van de hele mensheid. Spinoza had ook een project, maar dat betrof alleen de Hollandse Republiek. Zij vergelijkt dan de twee denkers, en komt op grond van haar kennis van de religieuze bijbelse openbaring, gevoed door de hermeneutische exegese en interpretatie, tot een fundering van een verlossende of bevrijdende visie op de mens.

614 Eduardo Grüner, ‘Las multitudes estan en marcha’. Rebelión Internacional (Buenos Aires: Universidad Popular Madres de Plaza de Mayo), oktober 2001.

615 Eduardo Grüner, ‘La Cosa Política; El retorno de lo trágico en las filosofías ‘malditas’ del siglo XX; Apuntos provisorios para un nuevo fundacionalismo’. In: Atilio Boron (red.), Teoría y filosofía política; La

tradición clásica y las nuevas fronteras, Buenos Aires: Consejo Latinoamericano de Ciencias Sociales

(CLACSO), 1999.

616 Silvia Ziblat, ‘Sustancia, sujeto y el conocimiento de lo religioso en Spinoza y Buber’. Diaporías, Revista

Ziblat schreef ook een bijdrage in Cóncavo y convexo: Imaginación, profecía y salvación.617 Zij zoekt de eenheid in de werken van Spinoza, zoals die al eerder gezocht is in het jodendom in het algemeen, in het marraan zijn, in het mysticisme, in het deïsme en in het pantheïsme. Haar uitgangspunt is de eerste vorm van kennen, de imaginatio.618 Uit de imaginatio ontstaat religie en politiek. Het politieke project van Spinoza verheldert de rest. De imaginatio is de plek van de politiek, en niet de rede. Ik zou zeggen: de politiek is de plaats waar de passies en de imaginatio een grote rol spelen, voor zover mensen niet door de rede worden geleid. De logica van het wonder beschermt tegen de angst, het is de geheime strategie van de conatus.619 De Hebreeuwse staat is ontstaan uit de angst. De logica van de profetie verminderde de verschillende vormen van imaginatio tot één gedeelde imaginatio. De onmacht van de menigte leidde tot activiteit en tot politiek. De bijgelovige multitudo is als het ware de opvolger van de profeet. Het spinozistische heil is het profetische antwoord van de menigte op de logica van het wonder. Het volk strijdt voor de vrijheid en tegen de angst. Het heil zit in het goede leven, in groeiend handelings- en denkvermogen. Het zit ook in de heilige bijeenkomsten van mensen die zich projecten voorstellen, en een profetie uitdragen. Het heil is kritisch lezen, evenzeer de Bijbel als de bijbels van onze maatschappij. En het heil kan ook de strijd van de profetie tegen de wonderen zijn, niet filosofisch, maar profetisch.

Zij schreef ook een bijdrage in een boek samengesteld door Rubén Dri, over de moderne rationaliteit in Spinoza’s denken.620 In het boek staan zes bijdragen over het concept rationaliteit, en hoe dat klassieke concept bepaalde aspecten van de duistere en problematische actualiteit kan verhelderen. Ziblat bespreekt in dat kader de spinozistische interpretatie van de schrift in zijn TTP.

Ricardo Forster: de marranen fictie

Ricardo Forster (1957) heeft onder andere een boek geschreven over joodse denkers, samen met Diego Tatián, waarin ook Spinoza voorkomt. Samen met Tatián heeft hij over hetzelfde thema in verschillende (joodse) instellingen seminaires gegeven.621 In die cursussen verzorgt hij het deel over de geschiedenis van het jodendom en Tatián over Spinoza. Een ander boek van hem gaat over de ‘fictie van de marranen’, een concept dat ook in zijn onderwijs terugkomt en dat hij gebruikt voor een tegendraadse lezing van de moderne subjectiviteit.622 Hij gebruikt daarin de figuur van de marraan om de schijnvertoningen van de actualiteit te analyseren. Hij publiceerde ook over Adorno en over Benjamin. Het modernisme en zijn kritiek daarop is een derde thema waarover hij publiceert. In zijn boek over de moderniteit bekritiseert hij het ‘wetenschappelijk–technisch nihilisme dat de hedendaagse wereld domineert’. 623 De geschiedenis van de moderniteit is volgens hem uitgelopen op de ‘orgie van onmenselijkheid in Auschwitz’, de ‘extase van het augustiniaans-cartesiaans subject’. Hij bespreekt de filosofen Spinoza, Marx en Nietzsche die op de kritiek op de moderniteit hebben geanticipeerd met hun kritiek op het moderne antropocentrische subject.

617 Silvia Ziblat, ‘Imaginación, profecía y salvación’. In: González (red.),(1999), pp. 89-97.

618 Ziblat verwijst hiervoor naar Henri Laux, Imagination et religion chez Spinoza; La potentia dans l’histoire, Paris: Vrin, 1993.

619 Ziblat verwijst hier naar Laurent Bove, La stratégie du conatus, Paris: Vrin, 1996.

620 Silvia Ziblat, ‘La racionalidad moderna en el pensamiento de Baruch Spinoza’. In: Rubén R. Dri (red.),

Los caminos de la racionalidad; Mito, filosofía y religión, Buenos Aires: Biblos, 2002, pp. 87-116.

621 Ricardo Forster en Diego Tatián, Mesianismo, nihilismo y redención: de Abraham a Spinoza, de Marx a

Benjamin, .Buenos Aires: Museos de Buenos Aires, 2005.

622 Ricardo Forster, ‘La ficción marrana: claves para una lectura a contrapelo de la subjetividad moderna’. In: idem, Crítica y sospecha; Los claroscuros de la cultura moderna. Buenos Aires: Paidos, 2003, pp. 133-170.

Forster is filosoof, socioloog en essayist. Hij studeerde in México en aan de Universidad del Salvador in Buenos Aires. Hij is universitair docent Ideeëngeschiedenis aan de Faculteit Sociale Wetenschappen van de Universiteit van Buenos Aires, en universitair docent aan het departement Filosofie en Kunstgeschiedenis van de Faculteit Sociale Wetenschappen van de Argentijnse Hebreeuwse Universiteit Bar-Ilan. Evenals Diego Tatian nam hij in 1999 deel aan het vierdaagse internationale congres ‘Enseñanza y pensamiento Judío Contemporáneo, de B. Spinoza a E. Levinas’. Dit congres werd georganiseerd door de Fundación Auge, in samenwerking met de Hebreeuwse Universiteit in Jeruzalem, en vond plaats op de filosofische faculteit van de Universiteit in Mendoza, Argentinië. Tatián sprak over Amistad y comunidad en Spinoza en Forster over Walter Benjamin, filósofo judío? Van de Hebreeuwse Universiteit van Jeruzalem sprak Shalom Rosenberg over Spinoza y el Judaísmo: 300 años teológicos y políticos.

Forster zit in hetzelfde intellectuele netwerk waarvan Horacio González, Eduardo Grüner en Diego Tatián deel uit maken, en waar onder andere de uitgave van het cultureel filosofische en politieke tijdschrift Confines, en de deelname in de Fundación Proyecto al Sur onder vallen. Deze laatste is een stichting waarin sinds ongeveer 15 jaar psychoanalytici, critici, kunstenaars en academici samenkomen, activiteiten als tentoonstellingen en studiedagen organiseren en publicaties uitgeven. In 2008 verscheen van Forster een artikel in de landelijke krant Pagina 12, met de titel Entre Spinoza y Hobbes o el miedo, la inseguridad y la politica.624 Volgens Forster creëren de media door hun berichtgeving een beleving van onzekerheid bij de bevolking. Deze leidt tot angst, de klassieke passie die de mensheid al van oudsher teistert. Het is een trieste passie die de overheid als legitimering kan gebruiken om dwang en geweld te gebruiken en de burgers in toenemende mate aan vrijheidsbeperkingen te onderwerpen. De Italiaanse filosoof Remo Bodei heeft in zijn Geometría de las pasiones twee verschillende manieren van modern politiek denken over de vrees als passie geschetst, waarvoor in de 17e eeuw Spinoza en Hobbes de toon hebben gezet.625 Voor de ‘Hollandse jood’ Spinoza is de angst een trieste passie die mensen verhindert hun eigen weg te volgen, en die hen de tiran laat accepteren. Daartegenover is de angst voor Hobbes een positieve en redelijke passie, die het mogelijk maakt dat mensen afzien van een toestand van permanent conflict. Spinoza is de voorvechter van een democratische traditie, van autonomie en vrijheid, en hij legt de duistere achtergrond bloot die nog steeds in de intensieve productie van sociale angst aanwezig is. Hobbes laat het beslissende belang zien van de angst als regelaar van sociale en politieke praktijken, als de werkelijke limiet van alle orde. Als Forster kijkt naar de voortdurende aanwezigheid van angst in het moderne politieke denken, dan is dat onontbeerlijk om te begrijpen hoe in onze tijd alle materiële en symbolische middelen worden ingezet om regressieve ‘reflexen’ weer te activeren. Vooral in de derde wereld is er sprake van een gebrek aan normen in de marginale gebieden. Dat leidt tot geweld, en de rechtse partijen gebruiken dat voor het oproepen van vooroordelen en van angst. Politiek ‘nieuw rechts’ is eigenaar van de informatiekanalen. De rechtse politici pleiten voor waakzaamheid en voor het beperken van vrijheden en het uitbreiden van de politiemacht. Ze staan tegenover een regering die erfgenaam is van een links populisme. Deze wil de sociale ongelijkheid terugdringen en iets realiseren van wat ooit de welvaartsstaat werd genoemd. Daarom wordt ze door rechts beschuldigd van achterhaalde revolutionaire ideeën, terwijl men heel goed weet dat daar geen enkel verband tussen bestaat. De angst is nu een prima bondgenoot om een draai naar rechts te maken. Door angst gedreven worden is het ergste dat een maatschappij kan gebeuren. Het leidt tot het accepteren van geweld. Spinoza wist al dat angst altijd slecht is. De maatschappij infantiliseert erdoor.

Tomás Abraham: Spinoza en Deleuze voor iedereen

624 Ricardo Forster, ‘Entre Spinoza y Hobbes o el miedo, la inseguridad y la politica’, Pagina/12, 13 november 2008.

Tomás Abraham is leerstoelhouder Filosofie aan de Universiteit van Buenos Aires. Samen met Abel I. Pugliese van de Universiteit van Berlijn heeft hij sinds 2000 een project Intieme geschiedenis van de filosofie, waarin filosofen, filosofische problemen en discussies behandeld worden in brieven en getuigenissen van filosofen.626 Spinoza zit in het project met de briefwisseling met Van Blijenbergh, bekend als de ‘brieven over het kwaad’, en met het begin van de TIE. Tomás Abraham publiceerde vanaf 1989 (Los senderos de Foucault) een twintigtal boeken, en een bijdrage in een boek over Sartre, waaraan ook een paar andere van de eerder besproken filosofen hebben meegewerkt.627 Twee vroege boeken van hem die niet meer verkrijgbaar zijn, zijn gratis digitaal beschikbaar op zijn site: La Guerra del Amor (uit 1992) en Los Senderos de Foucault (uit 1989) 628 In La guerra del amor beschrijft hij de politieke, filosofische en culturele situatie in Argentinië vanaf de jaren ’90. In de filosofen en in de cultuur spelen met name Foucault en Lacan voor hem een belangrijke rol.

Vanaf 1984 heeft Tomás Abraham een seminario op de donderdag. Het wordt bezocht door een groep liefhebbers van de filosofie, die bestaat uit docenten van verschillende universiteiten, andere beroepsgroepen, waaronder boekhouders, acteurs, psychoanalytici, filmrecensenten en studenten. De leeftijd van de deelnemers ligt tussen de 19 en de 79. Abraham presenteert zijn groep als de eerste libertijnse filosofiegroep. Er wordt vrijuit gediscussieerd over het thema dat aan de orde is. In de academische wereld wordt daar vreemd en bevooroordeeld tegen aangekeken. In 2003 en 2004 is het werk van Deleuze bestudeerd en besproken. Dat was hard werken, ogen en oren moesten er aan wennen, schrijft Abraham. Deleuze heeft twee kanten: de systeembouwer, waar ‘zijn’ Duns Scotus, Spinoza en Nietzsche onder meer bijhoren. En hij heeft een ‘sismische’ kant, waar Artaud, Francis Bacon en Kafka deel van uitmaken.629 In 2006 werd opnieuw Deleuze gelezen, elke bijeenkomst met een thema en een deelnemer als inleider. Twee keer kwam Spinoza aan de orde: Deleuze en de politieke analyse: Spinoza en Kafka en Spinoza met Deleuze. Op zijn site staat ook een door hem geschreven Geschiedenis van de Filosofie waarvan onder andere de hoofdstukjes 40 tot en met 47 over Spinoza in Amsterdam en zijn filosofie gaan, en hoofdstukken 48 tot en met 50 respectievelijk over Macherey’s Hegel ou Spinoza, over Spinoza y Deleuze, en over de TTP.

626 http://www.psicomundo.com/argentina/agenda2002/filosofia.htm; en via de zeer uitgebreide site La

página de Tomás Abraham, waar ook alle brieven en andere documenten te lezen en te downloaden zijn

(Spaanstalig): http://www.tomasabraham.com.ar

627 Tomás Abraham, ‘El rojo y el gris’. In: González e.a. (2006), pp. 207-214.

628 Tomás Abraham, La Guerra del Amor, Buenos Aires: Planeta, 2002; idem, Madrid: Dilema, 2006.

Hoofdstuk 3. Uitbreiding en verspreiding van het Spinozaonderzoek 3.1. Diego Tatián: passies en politiek bij Spinoza

Diego Tatián is al een aantal keren genoemd omdat hij in verschillende publicaties een historisch overzicht heeft gegeven van het spoor van Spinoza in Argentinië, waarvan ik een dankbaar gebruik maak. In dit hoofdstuk komt hij uitgebreid aan de orde als filosoof, die niet alleen veel over Spinoza heeft geschreven, maar ook de initiatiefnemer is van bijeenkomsten over Spinoza en van vertalingen en uitgaven van en over Spinoza. In deel II heb ik Tatiáns’ bespreking van de eerste Spinozareceptie in Argentinië bij de betreffende filosofen vermeld en in dit deel heb ik hetzelfde gedaan voor de filosofen van de nieuwe generatie. In dit hoofdstuk gaat het om de eigen filosofische geschriften van Tatián en zijn activiteiten.

Diego Tatián (1965) studeerde in 1989 af in de filosofie aan de Universiteit van Córdoba. Hij heeft zich beziggehouden met Kant, Nietzsche en Heidegger.630 Hij promoveerde in 1996 in Córdoba in de filosofie met een proefschrift over Heidegger.631 Van 1996 tot 2000 studeerde hij met een beurs van de Scuola di Alti Studi de la Fondazione Collegio San Carlo di Modena in Italië filosofie en cultuurwetenschappen. Hij is in 2000 in Modena magna cum laude gepromoveerd in de cultuurwetenschappen bij Remo Bodei. Zijn onderzoek had als onderwerp passies en politiek in de 17e eeuw, en zijn proefschrift had als titel: De amicitia a communitas. Pasiones y política en Spinoza. Hij heeft dit proefschrift later omgewerkt tot zijn eerste boek over Spinoza, La cautela del salvaje. Pasiones y política en Spinoza, dat in 2001 in Argentinië is gepubliceerd.632 Hij is momenteel onderzoeker en universitair docent aan het departement Filosofie van de faculteit Filosofie en Menswetenschappen van de Universiteit van Córdoba. Tatián is (het lijkt een karakteristiek van veel Argentijnse filosofen) veelzijdig en actief; hij doceert, schrijft en organiseert, en dat op verschillende terreinen. Hij draagt regelmatig bij aan vaktijdschriften en culturele publicaties met filosofische en cultuur-kritische essays.633 Hij vertaalde werk van Heidegger, Derrida, Pareyson, Agambe, Bodei, Jünger, Deleuze en Blanqui. Hij is directeur van de reeks El libertino erudito, uitgaven over bijzondere klassieke denkers en werken in de filosofie.634 Als zevende publicatie in deze reeks verscheen in 2007 het Tratado de los tres impostores. Moisés, Jesús Cristo, Mahoma. La vida y el espíritu del señor Benoît de Spinosa, in een vertaling van Diego Tatián, die ook de inleiding schreef en de bibliografie verzorgde. Diego Tatián schrijft ook poëzie en verhalen, in de Argentijnse traditie van bijvoorbeeld Borges.635 Over Borges en andere schrijvers heeft Tatián ook geschreven, ook dit weer net als veel andere Argentijnse filosofen.636 Tatián beschrijft hoe hij door een enthousiasmerend gesprek met de - in Argentinië befaamde - filosoof, marxistische Gramscispecialist en politiek activist José Aricó bij Spinoza is gekomen, en er nooit meer van af is geraakt. Zoals ik in mijn verantwoording van de volgorde van de besproken

630 Diego Tatián, ‘Kant, la revolución y la paz’, Nombres 19(2005); Diego Tatián, Desde la línea; Dimensión

política en Heidegger, Córdoba: Alción, 1997.

631 Diego Tatián, La crítica de la metafísica como cuestión política en Heidegger, Córdoba: U.N.V., 1996.

632 Tatián (2001).

633 Diego Tatián, ‘Notas sobre democracia y desencanto’, Lote, nr. 35, Mei 2000.

634 Onder andere zijn verschenen: Julien Offray de la Mettrie, Discurso sobre la felicidad, vert. en voorw. van Diego Tatián, Buenos Aires: El cuenco de plata, 2005 (deel 2 in de serie) en Tratado de los tres impostores.

Moisés, Jesús Cristo, Mahoma. La vida y el espíritu del señor Benoît de Spinosa, vert. en voorw. van Diego Tatián.

Buenos Aires: El cuenco de plata, 2007 (deel 7 in de serie).

635 Diego Tatián, Detrás de las puertas (verhalen), Córdoba: Ferreyra, 2003; Diego Tatián, Lugar sin pájaros (verhalen), Córdoba: Alción, 1998; Diego Tatián, ‘Poesías’, Lote 30(2000) ; Diego Tatián, ‘Albañilería crítica’. In: Enrique Fogwill (red.), Cuentos Argentinos, Santiago: Ril, 2003, pp. 99-108; Diego Tatián, El lado

oscuro (publicatie van de gelijknamige columns in de krant La Voz, 2000-2001), Córdoba: Del Ciclope,

2004; Diego Tatián, ‘Relatos Cortos’. El Interpretador, literature, arte y pensamiento 15(2005).

636 Diego Tatián. Borges y la política, Latin American Network Information Center: http://lanic.utexas.edu/project/etext/llilas/vrp/

filosofen in dit deel al heb gezegd, beschouw ik Tatián als bemiddelaar tussen twee generaties. Hij is recent ook internationaal actief in Europa met betrekking tot Spinoza. Hij gaf in mei 2009 twee lezingen op de Sorbonne in Parijs, op uitnodiging van Chantal Jaquet, die regelmatig in haar Spinoza Seminaire deskundigen uitnodigt. Daarna was hij in Madrid, waar hij een lezing hield en na afloop een gesprek had met het publiek. Tot slot was hij in Milaan te gast op een conferentie over Lipsius en Spinoza. Begin december 2009 sprak hij op het eerste Internationale Spinoza congres aan de Bilgi Universiteit in Istanbul over Czernowitz, Amsterdam, Pau: Spinoza in a Poem of Paul Celan. Voorafgaand aan het congres werd de Turkse vertaling van zijn boek Spinoza y el amor del mundo gepresenteerd.637

Tatiáns’ eerste publicatie over Spinoza is een artikel Una política de la cautela en staat in een bundel samengesteld door Horacio Gonzáles, die ik hiervoor al kort heb besproken.638 Tatián schrijft dat vriendschap al van oudsher een onderwerp is voor (praktisch) filosofische reflectie, en ofwel gerelateerd wordt aan ethiek ofwel aan politiek. Tatián onderzoekt de relatie vriendschap en politiek en haalt Derrida aan, die heeft gewezen op de ambivalentie in het concept vriendschap zelf.639 In de filosofische traditie is er een lijn die vriendschap als vreemd en zelfs vijandig aan de res publica beschouwt, en een lijn die vriendschap verbindt met deugd, rechtvaardigheid en dan ook met politiek. Tatián signaleert dezelfde ambivalentie in Spinoza’s Ethica IV, waar hij het begrip soms gebruikt in het kader van het type sociale verhouding tussen mensen dat radicaal tegenover de tirannie staat, en soms voor de apolitieke houding van de voorzichtigheid. In