• No results found

Fig 5.2: Proces arbeidsre-integratie bezien vanuit hartrevalidatie Monitoring optreden problemen werkhervatting

Beleid bedrijfsarts Nee Problemen Indicatiestelling Screening I: Probleem met werkhervatting? Screening II: Cardiaal-medische belastbaarheid Informatie Screening II op aanvraag BA Ja Ja Patiënt behoefte aan bege- leiding door HR- team? Screening III: Werkbelasting Screening IV: Factoren die werkhervatting belemmeren Interventie binnen HR Overleg MDO Met toestem- ming patiënt afstemmen interventies met BA

ken met de bedrijfsarts. Voorzichtigheid is geboden met rechtstreeks contact met de werkgever, of de door de werkgever aangestelde casemanager. Daarmee mag geen medische informatie uitgewisseld worden. Bovendien moet voorkomen wor- den dat de bedrijfsarts gepasseerd wordt. Om helderheid te bevorderen, commu- niceert het hartrevalidatieteam bij voorkeur alleen met de bedrijfsarts, en niet met de werkgever.

De projectgroep is van mening dat begeleiding bij werkhervatting en monitoring van de werkhervatting door het hartrevalidatieteam gedurende de totale hartre- validatie dient plaats te vinden. Indien het werk na afloop van de overige compo- nenten van hartrevalidatie nog niet (volledig) hervat is, kan een aanvullend traject volgen (bijvoorbeeld begeleiding door het maatschappelijk werk of de ergothera- peut) (zie ook figuur 5.2).

Synthese: aanbevolen stappen met betrekking tot werkhervatting

Op basis van het bovenstaande heeft de projectgroep zes stappen vastgesteld die richtinggevend zijn voor goede begeleiding gericht op werkhervatting. Deze stap- pen zijn weergeven in Tabel I. In Figuur 5.2 wordt het proces van arbeidsre-inte- gratie schematisch weergeven.

Stap 1: Globale screening (deel I en II). Tijdens de intake wordt informatie verzameld over in hoeverre belemmeringen te verwachten zijn bij werkhervatting en cardiaal- medische factoren die de belastbaarheid van de patiënt verminderen. Alleen indien daartoe aanleiding is, vindt uitgebreide screening plaats.

Stap 2: Uitgebreide screening (deel III en IV). Nagegaan wordt of er werkgebonden risi- cofactoren voor nieuwe cardiale incidenten zijn en belemmeringen ten aanzien van werkhervatting.

Stap 3: Multidisciplinair overleg (MDO). In het multidisciplinair overleg wordt afgespro- ken welke knelpunten op welke wijze worden gereduceerd en welke zorgverlener hier- in het initiatief neemt (zie bijlage 9 voor een voorbeeldformulier waarin afspraken kun- nen worden vastgelegd). In de tabellen in bijlage 8 wordt een overzicht gegeven van de diverse knelpunten, met bijbehorende interventies binnen en buiten de hartrevalidatie. Gebruik maken van dit overzicht garandeert dat de werkhervattingsinterventies vol- doende intensief zijn om effect te kunnen sorteren. Uit dit overzicht wordt duidelijk dat ook interventies gericht op de overige doelen van hartrevalidatie (fysiek, psychisch, sociaal en risicogedrag) bijdragen aan werkhervatting. Als gewerkt wordt met een elektronisch patiëntendossier en specifieke software om gegevens voor hartrevalidatie op te slaan, betekent dit ook dat niet alle aspecten van de checklist nogmaals bevraagd hoeven worden. In het multidisciplinair overleg wordt ook afgesproken welke zorgverlener met de bedrijfsarts contact heeft om de interventies af te stem- men, met als doel ongewenste overlap of herhaling van interventies te voorkomen. Dit contact mag alleen opgenomen worden als de patiënt goed is geïnformeerd over het doel van het contact en schriftelijk toestemming heeft verleend. Het is ook mogelijk dat de patiënt ondersteund wordt om dit zelf met de bedrijfsarts en het hartrevalida- tieteam te communiceren.

Stap 4: Melden factoren die de belastbaarheid van de patiënt verminderen aan bedrijfsarts en overleg met bedrijfsarts over interventies. De bedrijfsarts17is eindver-

antwoordelijk voor het geheel van arbeidsgezondheidskundige advisering, afstemming van de diverse onderdelen daarvan en de daarop gebaseerde adviezen aan werkgever

Tabel I Stappen met betrekking tot werkhervatting

17In geval van WW-ers, ZZP-ers, freelancers en uitzendkrachten waarbij de arbeidsrelatie

en werknemer. Van der Meer 2009De bedrijfsarts moet een inschatting maken van de balans tussen de belasting en de belastbaarheid van de patiënt en kunnen adviseren over passende maatregelen. Het is zijn rol om medische gegevens van de werkne- mer te verzamelen, documenteren en beoordelen met als doel begeleiding, en waar relevant (mede)behandeling, gericht op herstel en re-integratie in arbeid.

Indien sprake is van cardiaal-medische factoren die de belastbaarheid van de patiënt verminderen en niet te verbeteren zijn (training) (zie hoofdstuk 4) dan moet dit op aan- vraag van de bedrijfsarts en na schriftelijke toestemming van de patiënt (zie code gegevensverkeer, ook voor voorbeeldbrieven) Doppegieter 2002, schriftelijk aan de bedrijfsarts gemeld worden. Patiënten zullen meestal zelf met de vraag van de bedrijfsarts komen om deze informatie te leveren. De bedrijfsarts mag deze informatie niet aan de werkgever verstrekken, conform geldende beroepsregels. Ook moeten de interventies met de bedrijfsarts afgestemd worden. Het verdient aanbeveling om dit volgens een locaal opgesteld protocol te doen.

Stap 5. Uitvoeren interventies. Vanuit het hartrevalidatieteam worden bij door de patiënt verwachtte problemen de aanwezige belemmeringen aangepakt die binnen de setting van de hartrevalidatie behandeld kunnen worden (zie bijlage 8).

Daarnaast kunnen bedrijfsartsen werkaanpassingen regelen, doorverwijzen naar spe- cifieke ondersteuning door een medewerker van de arbodienst of iemand die is inge- huurd door de werkgever. Tenslotte kan de bedrijfsarts zelf door informatie en counse- ling de psychische belastbaarheid van de patiënt vergroten.

Stap 6. Monitoring van werkhervatting. Voor alle patiënten met betaald werk wordt tij- dens de hartrevalidatie bijgehouden in hoeverre zij het werk hervatten, en in hoeverre de belemmeringen, indien aanwezig, succesvol behandeld kunnen worden. Indien het werk niet (of slechts gedeeltelijk) hervat wordt, vindt de verdiepende screening (III en IV) plaats en worden in overleg met de bedrijfsarts interventies voor specifieke belem- meringen alsnog ingezet. Hierbij wordt ook rekening gehouden met de wettelijke ter- mijnen zoals vastgelegd in de WvP.

Aanbevelingen

• De projectgroep beveelt aan dat de begeleiding uit de volgende 6 stappen bestaat: globale screening, uitgebreidere screening, multidisciplinair over- leg waarin interventies worden geselecteerd, overleg met de bedrijfsarts c.q. verzekeringsarts van het UWV, uitvoeren van de interventies en monito- ring van werkhervatting.

• Het is sterk aan te bevelen dat er, met schriftelijke toestemming van de patiënt, altijd gecommuniceerd wordt met de bedrijfsarts over 1) de belast- baarheid (gegevens van de ergometrie en cardiaal-medische factoren zoals ischemie) en 2) het interventieplan vanuit de hartrevalidatie.

• Deze communicatie moet volgens de richtlijnen van de KNMG verlopen en is bij voorkeur vastgelegd in een lokaal protocol om juridische fouten te voor- komen.

• Het is sterk aan te bevelen zo vroeg mogelijk in de hartrevalidatie werkher- vatting ter sprake te brengen, een interventieplan op te stellen en de bege- leiding van werkhervatting te starten.

• De projectgroep is van mening dat interventie(s) gericht op het wegnemen van eventuele belemmerende factoren voor de werkhervatting op maat moe- ten zijn, dat wil zeggen aansluiten op de knelpunten geconstateerd in de screening (bijlage 8).

Diversiteit

De sociaaldemografische kenmerken van hartpatiënten in relatie tot werkhervat- ting komen overeen met de bevindingen in de algemene bevolking. In het alge- meen hervatten oudere werknemers na ziekteverzuim minder snel. Hoewel ou- deren minder verzuimen, verzuimen ze, als ze verzuimen, langer. Dit heeft ermee te maken dat de gezondheidsproblemen vaak ernstiger zijn, waardoor het herstel langer duurt. Ook zijn er dan meer werkaanpassingen nodig. Deze werkaanpas- singen zijn niet altijd goed mogelijk. Verder vinden we in de algemene populatie dat vrouwen het werk minder snel hervatten dan mannen. Dit wordt verklaard door een complex van factoren. Een belangrijke reden is, dat vrouwen vaker werk doen waarin het relatief minder gemakkelijk is om te re-integreren dan mannen en dat zij minder goed begeleid worden bij werkhervatting. De Rijk 2002, De Rijk 2008Voor mannelijke patiënten is sterk aangetoond dat ervaren werkdruk, al dan niet in combinatie met weinig sturingsmogelijkheden op het werk, de kans op een recidief vergroot. In het algemeen geldt dat de bewijzen voor vrouwen min- der sterk zijn. Dit kan mogelijk verklaard worden doordat vrouwen vaak nog veel andere rollen vervullen dan de rol van werknemer.

Voor zover daar onderzoek naar gedaan is, hervatten allochtone werknemers minder snel het werk. Er zijn aanwijzingen dat gezondheidsbeleving van allochto- ne patiënten hierin een rol speelt, maar ook dat problemen bij de hervatting door de omgeving vaak ten onrechte worden toegeschreven aan de cultuur van de pa- tiënt, wat de re-integratie doet stagneren. Meershoek 2005Tenslotte hervatten werknemers met een lager functieniveau over het algemeen minder goed omdat er minder alternatieve mogelijkheden zijn en er vaak minder begeleiding gege- ven wordt. Deze groepen werknemers hebben dus over het algemeen intensieve- re begeleiding nodig.

Aanbeveling

• De projectgroep is van mening dat bij vrouwelijke, oudere en/of allochtone patiënten intensievere begeleiding geboden moet worden bij arbeidsre-inte- gratie, omdat ze over het algemeen minder snel het werk hervatten.

5.5 Interventies gericht op het beïnvloeden van risicogedrag

18