• No results found

Himmler en Rauter

In document 1 9 3 9 - 1 9 4 5 D E E L 4 (pagina 85-97)

Het geheim van de macht die Heinrich Himmler in het Derde R ijk ging uitoefenen (wij schetsten zijn opkomst in Voorspel), was gelegen in het feit dat hij een opmerkelijk vermogen had om hoge partij- en staatsfuncties in zijn persoon te verenigen en om partij- en staatsorganisaties te versmelten tot nieuwe, alleen aan hem ondergeschikte apparaten. Het lijkt ons niet nodig, die apparaten in hun talloze vertakkingen weer te geven; voldoende is het wanneer wij ons bepalen tot die onderdelen (met uitzondering voor­ eerst van de Waffeti-SS) die direct o f indirect voor de bezettingsgeschiedenis van Nederland van belang waren.

Himmler dan, was van 1929 a f Reichsfiihrer van de S S die in '33 in de vorm van de z.g. Allgemeine S S al vijftigduizend leden telde: een soort ideologisch keurcorps van het Derde R ijk waarin men opgenomen kon worden zonder lid te zijn van de door velen vulgair geachte N SD A P . Met die S S was een geheime inlichtingendienst verbonden: de Sicherheitsdienst o f SD , die geleidelijk opgebouwd werd door een van Himmlers kundigste,

1 W . F. R o ss: Aantekeningen, 6 ju n i 1940, van de bespreking op 4 ju n i 1940 (Prcis.

DE H E E R S E R S

sluwste en wreedste medewerkers, Reinhard Heydrich. De S S was en bleef in theorie een formatie van de partij, maar in feite was er spoedig maar één instantie waarvan de Reichsführer-SS het gezag nog erkende: Hitler, de opperste Führer.

Het leiderschap van de S S en de Sicherheitsdienst gingen Himmler resp. Heydrich spoedig combineren met hoge functies in het Duitse politie­ apparaat. In '36 hadden zij het zover gebracht dat Himmler hoofd was van de gehele Duitse politie (waartoe zowel de politieke en de criminele recherche behoorden als de ‘normale’ politie, de Ordtumgspolizei), terwijl Heydrich de leiding van de politieke recherche (die aanvankelijk alleen in Pruisen Ge­

heime Staatspolizei heette) met die van de Sicherheitsdienst combineerde. Toen

de politieke en de criminele recherche enige tijd later in de Sicherheitspolizei samengevat werden, kregen de vele politieambtenaren die lid waren van de

Aïlgemeine SS, een SS-rang; bovendien werden zij in de SS-administratie

formeel geboekt als leden van de Sicherheitsdienst; ze hadden met die dienst persoonlijk overigens niets te maken, maar een consequentie was wèl dat zij, als zij in uniform dienst deden, het SS-uniform moesten dragen met onder­ aan op de linkermouw de letters ‘SD ’ . In bezet Nederland werd later die lettercombinatie dagelijks door velen gezien; het gevolg was dat daar als regel de Sicherheitspolizei als ‘de SD ’ werd aangeduid - hetgeen zij nu juist niet was.1

Kort na het uitbreken van de oorlog, in september '39, werden Sicherheits­

polizei en SD in een nieuwe organisatie opgenomen: het Reichssicherheits- hauptamt (R S H A ), een monsterlijk groot bureau te Berlijn. D e twee delen

van de Sicherheitspolizei (de politieke en de criminele recherche) werden in gescheiden Amter van dit R S H A ondergebracht: de criminele recherche

(Kriminalpolizei) in Amt V, de politieke recherche in Amt IV . Dat laatste

kreeg het onderzoek naar en de bestrijding van alle tegenstanders van het Derde R ijk als officiële taak; bij de uitvoering daarvan stond het buiten de wet: de Sicherheitspolizei kon doen wat zij wilde; die praktijk was in een uit april '40 daterend, geheim decreet van het R S H A officieel vastgelegd.

W at nu verder dat R S H A betreft, kwam de Sicherheitsdienst, voorzover zij gegevens over Duitsland en de bezette gebieden verzamelde, in Amt III terecht, voorzover zij zich met de wereld daarbuiten bezig hield, in Amt VI. In Amt I I I viel een gebied als bezet Nederland onder een speciale afdeling:

1 Het is onvermijdelijk dat wij af en toe en vooral bij het citeren uit Nederlandse bronnen in de delen over de bezettingstijd de ‘SD’ zullen vermelden waar eigenlijk van Sicherheitspolizei gesproken moest worden; in die gevallen zullen wij, om ver­ warring met de echte SD (Sicherheitsdienst) te voorkomen, steeds van aanhalings­ tekens gebruik maken.

H I M M L E R S RI J K

Referat II I B 5; daar werden dus alle gegevens verzameld die Sicherheits- polizei en Sicherheitsdienst uit Nederland naar Berlijn stuurden plus de ge­

gevens, die men met betrekking tot Nederland uit andere bronnen kreeg. Het gehele Reichssicherheitshauptamt ressorteerde onder Himmler. Als

C hef der deutschen Polizei had deze evenwel, gelijk gezegd, ook de Ordnungs- polizei onder zich; zij werd op grond van haar uniform meest de ‘Grüne Polizei’ genoemd; de gewone straatpolitie behoorde er toe, maar ook de

politie-te-water, de luchtbeschermingsdienst en de brandweer. O ok deze

Ordnungspolizei werd van een apart Hauptamt uit geleid en maakte daarmee

deel uit van Himmlers SS-rijk.

Dat rijk telde nog meer Hauptdmter. Eén bemoeide zich met de organisatie en administratie der concentratiekampen (het komt in een later deel uit­ voerig ter sprake), een ander, het SS-Hauptamt, met de aanwerving, de ideologische scholing en de training van leden van de S S en de politie. Hoofd van dit SS-Hauptamt was een zeldzaam eigengereide, jegens Himmler zeldzaam kruiperige Zuidduitser, Gottlob Berger; van '40 a f gaf deze on­ aangename intrigant zich ook in Nederland moeite, een maximum aan vrij­ willigers aan te werven voor de Waffen-SS.

D e ideologie waarmee al deze apparaten en organisaties doordrenkt wer­ den, was die van de absolute, meedogenloze gehoorzaamheid aan de Reichs-

fiihrer-SS en van de absolute, meedogenloze superioriteit van het z.g.

‘Arische’ ‘ras’ . Beide begrippen uit het Nazi-jargon plaatsen wij tussen aan­ halingstekens; beide waren het politieke ficties. Ficties evenwel, die voor miljoenen de kracht hadden van religieuze dogma’s welke ook in het per­ soonlijk leven diep ingrepen: elk lid van de (Allgemeine) SS dat in het huwelijk wilde treden, moest Himmler om verlof vragen en daartoe ten genoege van weer een ander Hauptamt (het Rasse- und Siedlungshauptamt) van zich en zijn bruid de ‘raszuiverheid’ bewijzen; de Waffen-SS was minder kieskeurig.

Vraagt men nu: hoe slaagde Himmler er in, de veelheid van de formeel aan hem on dergeschikte organisaties (wij hebben ze lang niet alle opgesomd) persoonlijk te beheersen? - dan moet het antwoord luiden dat dit, al zijn bezeten ijver en al zijn reizen en trekken ten spijt (hij had een eigen vliegtuig), een onmogelijke opgave was. Naarmate zijn SS-rijk groeide, werden de centrifugale tendenzen sterker; maar er bleef toch ook een gelijkgerichtheid bestaan: gelijkgerichtheid op Himmler zelf die bij zijn talloze medewerkers gevoelens van ontzag, ja van aanhankelijkheid wekte, en gelijkgerichtheid op de SS-ideologie. Dat nam niet weg dat Himmler reeds vóór de oorlog de organisatorische beheersing van zijn imperium als een reëel probleem was gaan zien. Hij koos als oplossing (dat werd al in november '37 bepaald) dat,

DE H E E R S E R S

bij het uitbreken van een oorlog, zowel de Allgemeine S S als alle soorten politie plus de Waffen-SS-ccnhcdcn plus de organisaties en bureaus die weer andere manifestaties waren van Himmlers soms volmaakt absurde interesses, regionaal samengevat zouden worden en geplaatst onder een aparte, recht­ streeks aan hem ondergeschikte functionaris: de Höhere S S - und Polizei-

führer - en hier komen wij dan die vreemde titel tegen die Rauter droeg en

die tijdens de bezetting op vrijwel iedereen in Nederland een raadselachtige indruk maakte. Zoals de Reichskommissar zijn Beauftragten aangeduid had als

‘sozusagen kleine Reichskommissare’ , zo had Himmler zijn Höhere S S - und Polizeiführer ‘sozusagen kleine Reichsfiihrer-SS’ kunnen noemen.

Z o waren ze althans bedoeld; in hoeverre zij die bedoeling waar konden maken, hing zowel van de omstandigheden als van hun persoon af.

Die omstandigheden waren buiten Duitslands grenzen gunstiger dan daar­ binnen. Himmler had voor zijn Allgemeine S S Duitsland ingedeeld in districten, Oberahschnitte, die samenvielen met de oude militair-territoriale indeling in Wehrkreise. Zulks had grote voordelen: Duitslands indeling in

Wehrkreise verschilde namelijk van die in ‘provincies’ o f in Gaue van de N SD A P . De Höhere S S - und Polizeiführer zou dus minder snel in competen-

tie-conflicten verzeild raken met, b.v., een Oberprasidetit die vaak tegelijk

Gauleiter was. Bovendien kon de Höhere S S - und Polizeiführer die juist over

een Wehrkreis zijn wakend oog liet gaan en binnen dat gebied alle S S- formaties commandeerde en onmiddellijk kon oproepen, snel tot tegenactie overgaan indien (Hitler en Himmler moeten van '37 a f die mogelijkheid onder ogen gezien hebben) de Wehrmacht ooit pogen zou, het Naziregime ten val te brengen.1 Niettemin: in Duitsland waren de Höhere S S - und

Polizeiführer van het moment a f dat zij in functie traden (september '39), hommes novi: nieuwelingen die, hoewel representanten van een geheimzinnig

en gevreesd, octopus-achtig machtsapparaat met duizend tentakels, toch eerst moesten opboksen tegen de hoogste bestuurs- en partijfunctionarissen die als regel hun gevestigde invloed verdedigden met alle argumenten en, waar nodig, ook met alle listen en lagen die hun jaloerse inborst hun ingaf. De bezette gebieden waren daarentegen in dat opzicht maagdelijk terrein. Daar stonden, ‘in tegenstelling tot Duitsland, waar’ , aldus in ’t Veld, ‘de SS met veel inspanning het eerstgeboorterecht van staat, partij o f Wehrmacht diende te ondermijnen, deze concurrenten op hetzelfde beginpunt als de S S :

1 Drs. N. K. C. A. in ’t Veld wijst op deze factor in de Inleiding van de door hem voor Oorlogsdocumentatie uit te geven documenten uit de archieven der S S ; wij hebben voor hetgeen wij in dit deel over het SS-complex vermelden, op veel plaatsen van deze Inleiding gebruik gemaakt.

H I M M L E R S R I J K

allen moesten zij nog zien . . welke rol zij bij de Neugestaltung van een pas veroverd gebied zouden spelen.’

Himmler greep die kans met beide handen aan.

Ten aanzien van de Neugestaltung van Europa had hij zijn eigen ideeën - ideeën die hij des te gemakkelijker kon gaan verwezenlijken omdat, zoals wij al betoogd hebben, Hitler (behalve ten aanzien van Oost-Europa) nimmer een duidelijke, positieve lijn aangaf. Zeker, de Fiihrcr had Terboven en Seyss-Inquart de opdracht gegeven, Noren resp. Nederlanders voor het nationaal-socialisme te winnen, maar daarmee was geen antwoord gegeven op de vraag, hoe dat ‘nieuwe Europa’, hoe die ‘Nieuwe Orde’ er uit zou zien waarin die twee volkeren een ‘gelijkgerechtigde plaats’ aangeboden werd. Een Goebbels had te dien aanzien geen enkele behoefte aan duidelijkheid.

‘ Wenn heute einer fragt', betoogde hij op 5 april '40 jegens een zorgvuldig

geselecteerd gezelschap Duitse journalisten,

‘ivie denkt IhrEuch das neue Europa, so tniissen wir sagen: wir wissen es nicht. Gewiss haben wir eine Vorstellung. Aber ivcntt wir die in Wortcn Meiden, bringt uns das sofort Feinde und vermehrt die Widerstande. Haben wir erst die Macht, so tvird man schon sehen, und auch wir werden schon sehen, was wir daraus machen können . . . Heute sagen wir ‘Lebensraum’ . Jedcr kam sich vorstellen was er will. Was wir wollen, werden wir schon zur rechten Zeit wissen.’1

Een cynische formulering als ‘Haben wir erst die Macht, so wird man schon

sehen’ , had ook door Hitler gebruikt kunnen worden, en zij stemde in zo­

verre met zijn opvattingen overeen dat hij in '40, ja de gehele oorlog door, op het standpunt stond dat men met de concretisering van die ‘Nieuwe Orde’ niet voorzichtig genoeg kon zijn en dat in elk geval eerst de oorlog gewon­ nen moest worden. Himmlers overtuiging was daarentegen, dat het aan­ geven van een toekomstbeeld het behalen van de overwinning zou bevor­ deren, ja dat juist in en door de oorlog de grondslagen voor het na-oorlogse Europa gelegd moesten worden - een Europa waarin ‘die germanische Völ-

kergemeinschaft’ een dominerende plaats zou innemen. ‘Ich glaube’ , schreef

hij in notities voor een toespraak die hij in november '40 hield,

1 Aangehaald in K . K w ie t: Reichskommissariat Niedcrlande. Versuch und Scheitern

DE H E E R S E R S

‘unter deutscher Führung an die germanische Völkergemeinschaft mit eigener Sprache und Kultur dieser Völker, nicht aber daran dass etwa Norwegen, Schweden, Danemark, Holland und eventuell weitere Gebiete wirtschaftlich, militarisch oder aussenpolitisch tun und machen können was sie wollen. Wie dann diese germanische Welt in 50 oder 100 Jahren aussehen wird, das kann man nicht wissen, wohl aber ahnen: sieführt am Ende

zurn grossgermanischen Staat, wie wir vorher zum grossdeutschen Reich gekommen sind.’1

Himmlers opvatting was, dat men zonder dralen, integendeel: zeer be­ wust, zeer systematisch, in de ‘staten’ die bezet waren, de ‘levende volks­ krachten’ moest opsporen, versterken en bundelen die midden in de mili­ taire worsteling de grondslag zouden gaan leggen voor die ‘germanische

Völkergemeinschaft’ - waarbij het natuurlijk verstandig was, de woorden ‘unter deutscher Führung’ alleen tegenover uit Duitsers bestaande auditoria te

gebruiken. Het was een visie die in de S S (waar men in de eerste plaats ‘Duits’ voelde, dacht en handelde) veelal gezien werd als een van de vele eigenaardigheden van de Reichsführer die men met tolerante onverschillig­ heid over zich heen moest laten gaan - maar die visie had voor een deel van de ‘intellectuelen’ in die kring haar aantrekkelijke kanten, en zeker ook voor een van oorsprong Grenzdeutscher als Seyss-Inquart. Die visie vergde óók, dat de Höhere S S - und Polizeiführer in landen als Noorwegen en Nederland niet alleen een politietaak kregen, maar ook en tegelijk een politieke opdracht: de voorbereiding van de ‘Germaanse volkerengemeenschap’ . In Noorwegen werd de toekomstige ontwikkeling die Himmler voor de geest stond, al aangegeven door het feit dat het gezagsgebied van de aan Terboven toe­ gevoegde Höhere S S - und Polizeiführer aangeduid werd als de ‘Oberabschnitt

Nord’, terwijl het uit Noren (en Denen) te vormen Waffen-SS-tegiment dat

in april '40 opgericht werd, de naam ‘Nordland’ kreeg; Rauters territorium kreeg de aanduiding ‘ Oberabschnitt Nord-West’ en het corresponderende

Waffen-SS-regiment zou ‘ Westland’ heten. Men ziet: de termen ‘Noorwegen’

en ‘Nederland’ waren verdwenen. Dat was opzet.

Nederland werd door Himmler beschouwd als een ‘Land reinblütiger

Germanen’2 en de taak die een Seyss-Inquart en een Rauter daar te verrichten

hadden, was volgens hem geen andere dan om (wij citeren een brief van Himmler aan de Reichskommissar) ‘neun Millionen germanisch-niederdeutscher

Menschen die Jahrhunderte lang dem Deutschtum entfremdet wurden, mit fester und

1 Aantekeningen voor een toespraak op 28 nov. 1940, aangehaald door H . D . Loock: Quisling, Rosenberg und Terboven, p. 270. 2 ‘Richtlinien zur Gewintiung

doch sehr weicher Hand’ (het is o f men R ab l opnieuw hoort!) ‘wieder zurück- zuholen und der deutsch-germanischen Gemeinschaft wieder einzuführen.’1 Daarbij

speelde Himmler a f en toe met het denkbeeld dat men de Friezen uiteindelijk in één territoriaal verband moest brengen met de Duitse Oost-Friezen - een gedachte die in '42 Hitlers hartelijke instemming vond.2 Himmler en Hitler braken zich overigens geen van beiden het hoofd over de vraag wat in dat ene territoriale verband de plaats van Groningers en Drenten zou worden. Maar de fantasie van de Reichsführer-SS ging nog verder: herfst '42 g a f hij nauwkeurig aan, op welke plaatsen in Nederland de ‘Friedensgarnisonen der

Waffen-SS’ gelegerd zouden worden.3 Zijn belangstelling voor ons land was

heel veel groter dan die van Hitler. Veel tijd om er op bezoek te komen, had ook hij niet (hij is er toch minstens v ijf keer geweest, Hitler nooit), maar hij liet zich via al zijn organen uitgebreid, ja haast dagelijks voorlichten over de gehele ontwikkeling. Uiteraard waren daarbij van speciale betekenis de voor­ lichting van en het contact met de man die in Nederland (neen: in Westland) als Höhere S S - und Polizeiführer fungeerde: Rauter.

R A U T E R

*

Hanns Albin Rauter was in 1892 in Klagenfurt geboren.4 Zijn vader, een sterk ‘Duits’ voelende Oostenrijker, was er een tamelijk vermogend opper­ houtvester. De jonge Rauter (tweede zoon uit een gezin met zeven kinderen) wilde te Graz bouwkundig ingenieur worden maar in '14 werd zijn studie door de eerste wereldoorlog onderbroken. Vier jaar lang diende hij als officier in het Oostenrijks-Hongaarse leger; tweemaal werd hij zwaar gewond. Evenals Seyss-Inquart bracht hij het tot Oberleutnant. Aanvankelijk was hij ingezet aan het Italiaanse front, later op de Balkan. Daar hielp hij in Albanië een korps van vrijwilligers vormen; hij werd er zelfs, schreef hij later, ereburger van de plaats waar hij als inlichtingenofficier werkzaam was.8

1 Brief, 7 jan. 19 4 1, van H im m ler aan Seyss-Inquart (a.v., 622). 2 Hitlers Tisch-

gesprache im Führerhauptquartier 19 4 1-19 4 2 , p. 254-55 (5 april 1942); Hitler’s Table

Talk 19 4 1-19 4 4 , p. 506 (29 mei 1942). 3 Brief, 29 okt. 1942, van de Leiter der Reichsstelle fü r Raumordmmg aan zijn vertegenwoordiger in D en Haag, H . R o lo ff (VuJ, Abt. Planung, 51000-01). 1 Gegevens over zijn levensloop in zijn eigen over­

zicht uit 1935 (B D C , 5636-40) en in N . W . Posthumus en L. de Jo n g, Verslag eerste gesprek met R auter (23 jan. 1947) (Doc I-1380, h-2). 6 B rief, 13 ju n i 1944, van Rauter aan SS-Brigadeführer Fitzthum (H SSuPF, 2 b).

D E H E E R S E R S

Bitter stemde het hem dat hij, na de verloren oorlog onder duizend moei­ lijkheden terugkerend, door links-revolutionaire elementen al op het station te Graz ontwapend werd. Spoedig was hij er commandant van een rechts studentenbataljon; de studie schoot er bij in. In de jaren die volgden, was Hanns Rauter haantje-de-voorste bij acties, conspiraties en gevechten, ener­ zijds tegen de Slowenen die in het Oostenrijks-Zuidslavisch grensgebied woonden (maar aan de Freikorps-ictïes tegen de Polen in Opper-Silezië nam hij ook deel), anderzijds tegen de Oostenrijkse socialisten en communisten die Rauter onder het smalende begrip ‘die Kommune’ placht samen te vatten. In '3 1 belandde hij wegens deelneming aan een mislukte rechts-autoritaire staatsgreep die door de Steirischer Heimatschutz ondernomen werd, korte tijd in de gevangenis; van dat in Stiermarken opgerichte semi-militaire corps (dat bewapend was met uit regeringsmagazijnen gestolen geweren) was Rauter de militaire leider.

Tevoren al had de leiding van de Steirischer Heimatschutz, die geen Joden opnam en de hakenkruisvlag voerde, met de Oostenrijkse N S D A P samen­ gewerkt (Rauter persoonlijk had Hitler in '2 1 in Miinchen voor het eerst ontmoet) - na de mislukte Putsch werd die samenwerking hechter en in '33 kwam het tot een overeenkomst: de Heimatschutz zou in de N S D A P opgaan. Met de verwezenlijking van die overeenkomst maakte de partijleiding te Miinchen evenwel geen haast. Dit was een van de redenen waarom de nu ruim veertigjarige Rauter (nog steeds geen lid van de N S D A P , en hij zou het nooit worden ook) graag op een aanbod van Himmler inging om officier te worden in diens persoonlijke staf. Dat gaf hem ook meer status bij het eigenlijke werk dat hij in die jaren deed: de organisatie van het in Oostenrijk naar binnen smokkelen van de gelden die daar illegaal verdeeld werden onder

N S D A P ’eis die brodeloos geworden waren o f onder de familieleden van N S D A P ’ers die gevangen zaten; per jaar was hier een bedrag van 2 min Rm.

mee gemoeid. Van zijn onmiddellijke superieur, de leider van het N S D A P -

Flüchtlingshilfswerk, verw ierf Rauter zich hierbij de hoogste lof: ‘Rassisches Gesamtbild: gut. Charakter: tadellos. Wille: zah und stark. Gesunder Menschen- verstand: logisch und weitblickend. Nationalsozialistische Weltanschauung: tadellos’ - enzovoort, enzovoort.1

Himmler was met deze strijdbare 5 5 -officier hogelijk ingenomen. In november '38 gaf hij hem de administratieve leiding van de SS-Oberab-

schnitt Südost met als standplaats Breslau. Daar verw ierf Rauter zich al on­

middellijk ‘besondere Verdienste . . . bei der reibungslosen Durchführung der

1 SS-Gruppenführer W. Rodenbücher: ‘Personalbericht’ over Rauter (mei 1935)

R A U T E R

Judenaktion am g jio November 1938’1 (de ‘Reichskristallnacht’). Eind '391

begin '40 kreeg hij de gelegenheid, zich zowel in Silezië als in een ge­ annexeerd deel van Polen grondig in te werken op de terreinen die door de Sicherheitspolizei, de Sicherheitsdienst en de Ordnungspolizei bestreken werden. Het was een onderscheiding dat naast zijn onmiddellijke superieur, de Höhere S S - und Polizeiführer Südost, alleen hij door Himmler als candidaat genoemd werd voor de functie van Höhere S S - und Polizeiführer in bezet Nederland; in het al gememoreerde gesprek dat Hitler en Himmler op 22 mei voerden, viel de keus op SS-Brigadeführer Rauter.

Afgezien nog van de duels waarin Hanns Rauter als Korps-student ver­ wikkeld geraakt was (zijn gelaat droeg er de sporen van), had hij van '14 af bijna twintig jaar lang gevochten - gevochten als militair dan wel als lid o f leider van rechts-autoritaire bewegingen. Voor niets anders had hij tijd ge­

In document 1 9 3 9 - 1 9 4 5 D E E L 4 (pagina 85-97)