• No results found

Het ministerie van Financiën

In document Uit onverdachte bron (pagina 103-106)

politiek-bestuurlijke domein6

6.2 Het ministerie van Financiën

Van het ministerie van Financiën is de directie Financiële Markten, afdeling Integriteit het meest betrokken bij de keten ongebruikelijke transacties.

105

Ketenpartners in het politiek-bestuurlijke domein

53 Kamerstukken II, 1998-1999, 26 269, nrs. 4-5; Opsporing in uitvoering, Rapport van de Tijdelijke commissie evaluatie opsporingsmethoden, juni 1999, p. 185.

Deze afdeling en directie vallen onder het directoraat-generaal Generale Thesaurie. Andere afdelingen die vallen onder dezelfde directie zijn: Algemeen Beleid, Financiële Stabiliteit, Effectenverkeer, Marktgedrag en Centraal kasbeleid.

De directie Financiële Markten

De directie Financiële Markten ontwikkelt beleid en zorgt voor wetgeving voor het goed functioneren van de financiële sector. Het gaat om branches die letterlijk staan of vallen met het vertrouwen dat in ze wordt gesteld: het effectenwezen, de banken en het verzekeringswezen. De directie zorgt voor de structuur van het toezicht op de financiële sector. De nadruk ligt niet alleen op de bewaking van de stabiliteit van individuele instellingen en het financiële stelsel, maar ook op het gedrag van marktpartijen richting de consument. De directie waakt ook over de kwaliteit van het dagelijks toezicht op de financiële markten. Ze onderhoudt daarom nauwe contacten met de financiële toezichthouders. Ze vertegenwoordigt in internationaal verband Nederland in de onderhandelingen over richtlijnen van de

Europese Unie op het gebied van de financiële sector. De directie Financiële Markten telt ongeveer 90 medewerkers.54

De afdeling Integriteit speelt een belangrijke rol met het oog op de integriteit van de financiële sector en de bestrijding van witwassen. De afdeling is verantwoordelijk voor analyse, beleidsvorming en regelgeving ten aanzien van vraagstukken op het terrein van integriteit van de financiële markten, waaronder verbeteringen in de handhavingsketen van de financiële toezicht-wetgeving, herziening en intensivering van de anti-witwaswetgeving in Nederland en het bestrijden van witwassen in nationaal en internationaal verband.55In vergaderingen van de FATF treedt het ministerie van Financiën namens het Koninkrijk op als delegatieleider.

Concrete, aan de keten ongebruikelijke transacties te relateren taken zijn: – het ontwikkelen van beleid met betrekking tot het functioneren van

financiële markten;

– het bevorderen van een slagvaardige en doeltreffende institutionele inrichting van het toezicht op de financiële markten en ontwikkeling van beleid en regelgeving dienaangaande;

– het bevorderen van de integriteit van de financiële sector, ontwikkelen van beleid en regelgeving m.b.t. de strijd tegen witwassen van geld, zowel op nationaal als internationaal terrein;

– het coördineren van de vertegenwoordiging van Nederland in internatio-nale overlegvormen op het terrein van de financiële markten en bevorde-ren van een cross-sector consistente inbbevorde-reng.

106 Uit onverdachte bron

54 Bron: www.minfin.nl. 55 Staatsalmanak 2003, p. M7.

Met deze taken houden zich diverse medewerkers bezig. Respondenten hebben daarover verschillende meningen. In de eerste plaats wordt gecon-stateerd dat de bezetting van het ministerie van Justitie nogal schril afsteekt tegenover wat het ministerie van Financiën aan menskracht beschikbaar heeft. Dat werkt onvermijdelijk door in de aandacht voor het thema witwas-sen. Die verschilt sterk tussen het ministerie van Financiën en het ministerie van Justitie. Het ministerie van Financiën legt veel druk op het ministerie van Justitie om voortvarend aan de slag te zijn met het thema. Onder de leiding van een krachtig minister pakt het ministerie van Financiën in toe-nemende mate zelf (zij het behoedzaam) beleidsthema’s op waarvan men eerder zou verwachten dat ze onder de hoede van het ministerie van Justitie plaatsvinden. Daarbij zoekend naar mogelijkheden om de invloed breder uit te strekken dan het departement en de daaronder ressorterende diensten sec. Dat leidt tot een wat gespannen situatie tussen de verwachtingen en percepties van de beide departementen en de mate waarin ze worden waargemaakt.

Naar de mening van een aantal respondenten gaat Financiën daarin te ver. Als voorbeelden daarvan worden aangehaald de aandacht voor het Functio-neel Parket en de wens tot een financiële politie. In dat verband viel ons een passage op in de Integriteitsnota van december 2001. Daarin wordt ten aan-zien van nota bene de handhavingsparagraaf fijntjes opgemerkt dat er ‘tevens een eigen analyse van het ministerie van Financiën aan ten grond-slag ligt, die in de zomermaanden van 2001 is gemaakt en die (dus) van een bredere strekking was dan alleen de invalshoek van terrorismebestrijding’.56 Voor anderen gaat de aandacht van het ministerie van Financiën juist niet ver genoeg en wordt ze als voorwaarde gezien om zaken op gang te krijgen of tot een goed einde te brengen. Tegelijkertijd wordt van de krachtige positie van het ministerie van Financiën binnen o.a. het witwasdossier en de maatregelen als gevolg van de nota Integriteit Financiële Sector ook

dankbaar gebruikgemaakt. Met wederom als voorbeeld het voor elkaar krijgen van het Functioneel Parket en het onderstrepen van de aandacht voor het creëren van een financiële politie.

Het ministerie van Financiën is erop gebrand dat een duidelijker inzicht wordt verkregen in de resultaten van de Wet MOT. In het bijzonder voor de bijdrage van als verdacht bepaalde transacties aan opsporingsonderzoeken. Bij het toestemmen in de uitbreiding van het MOT-BLOM eind 2001 heeft het ministerie van Financiën min of meer als conditie meegegeven dat zij het in relatie tot die uitbreiding nadrukkelijk over de effectiviteit wilde hebben.57Enerzijds wordt dit ingegeven door zorg over het draagvlak voor het meldsysteem als zodanig, maar vooral ook door de conclusie uit de

107

Ketenpartners in het politiek-bestuurlijke domein

56 Kamerstukken II, jaar 2001-2002, 28 106 nr. 2, p. 28 Integriteit Financiële Sector en Terrorismebestrijding. 57 Die discussie is zijdelings af en toe in de Begeleidingscommissie MOT aan de orde geweest, tot het moment

tweede Mutual Evaluation van de FATF uit 1997. Voor de derde evaluatie eind 2003, door het IMF, is het ministerie van Financiën het eerste aan-spreekpunt. Door het ministerie van Financiën wordt gehoopt dat de voor-spelbare uitkomst op het punt van de opvolging van verdachte transacties, enige impact tot gevolg zal hebben.

Anders dan vanuit de beleidsontwikkeling heeft het ministerie van Finan-ciën in relatie tot de keten ongebruikelijke transacties ook de gezags- en uitvoeringsverantwoordelijkheid voor de taken van de FIOD-ECD.

Het ministerie van Financiën is vanuit diverse directies betrokken bij werk-groepen van het FEC.58

6.3 Het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties

In document Uit onverdachte bron (pagina 103-106)