• No results found

Na een korte en gebroken nacht in Carreço ben ik na een ontbijt de naam alleen al roept associaties bij mij op alsof het de naam is voor het beloofde land. Het is in ieder geval

het einde van het Portugese deel van deze Camino. Ik genoot onderweg van al het moois dat ik onder ogen krijg. Rotsen, heiden, strand, en een afwisselende vegetatie. Samen met de blauwe lucht, de opkomende zon en de altijd aanwezige blauwe zee bevind ik mij in een droom die na een dik uur plots ophoudt te bestaan. De weg hield op. Waar ik het ene moment onder schaduwrijke bomen doorloop is het andere moment een doodlopend pad.

In aanbouw vermoed ik.

Google maps heeft mij - vorig jaar en ook nu weer - op weg kunnen helpen in het vinden van de normale route, zonder helemaal terug te lopen. Maar al

Het begin van de geschiedenis van A Guarda begint rond 10.000 voor Christus toen kleine groepen Mesolithische mannen zich vestigden op de hellingen van de berg Tecla die aan de Miño rivier grenst. Er zijn vele archeologische opgravingen gedaan. Waaronder de castro de Santa Trega op. Een ommuurde stad met poorten naar het noorden en zuiden. Daarin zijn nog restanten te zien van de weginrichting, huizen, grachten en watertanks en ovens.

Deze plek heeft een archeologisch museum waar verschillende oude culturen worden

tentoongesteld die zich in A Guarda hebben gevestigd. In de vitrines kun je stukken zien uit het paleolithicum (messen met twee facetten, pikhouwelen), uit het neolithicum (gepolijste messen, keramiek), uit de bronstijd (sikkels, dolken), uit de Castreña-cultuur (gesneden stenen, keramiek en bronzen en gouden sieraden) en uit de Romeinse tijd (terra sigilatta , tegels, amforen, munten).

A Guarda telt ongeveer 10.000 inwoners.

139 A Guarda

het moois dat hieraan voorafging maakte de desillusie van het komende uur gevoelsmatig veel groter door noodgedwongen langs de provinciale weg te (moeten) lopen. Iets wat niet heel veilig voelt. De auto’s rijden snel en relatief dicht langs mij. Ik loop aan de linkerkant van de weg het snelverkeer tegemoet zodat ik in ieder geval niet in de rug verrast wordt. Wanneer ik weer back on track ben loop ik de twee Engelse zussen van gisteren weer tegen het lijf. Met enkele afzonderlijke tussenpozen hebben we met elkaar opgelopen en hadden wat interessante gesprekken over werk. Over zinvol werk. Over werkdruk en het over de eigen grenzen gaan. Niet meer de tijd nemen om te “voelen” hoe het met je gaat. Even stilstaan. We begrepen elkaar goed. En ik betrap mijzelf erop dat ik zelf ook wel even mag stilstaan.

Ik voel een druk om op tijd in Santiago te arriveren zodat ik het eigenlijke doel van deze Camino – wandelen naar Finisterre en Muxía - nog kan voltooien.

De dames lopen echt snel en dat betekent dat ik een beetje op mijn maximale comfortabele snelheid loop en zo mogelijk wat afbreuk doet aan de omgeving om mij heen. Met elkaar bereikten we Caminha. Een stadje dat een prettige en vredige sfeer uitademde toen we er doorheen liepen. En vandaar is de veerpont naar A Pasaxe, naar Spanje. Het was vijf over twaalf toen we daar aankwamen en de laatste veerpont was zojuist vertrokken. Daar had ik niet op gerekend. De volgende ging pas om zeven uur in de avond.

Maar wat mij gisteren in Carreço al werd verteld, er zijn ook boottaxi’s waar je voor vijf euro naar de overkant kan. We kochten snel een kaartje en ik ook meteen een quiche met groenten en een muffin voor het zoetje. Met de quiche nog achter mijn kiezen kwam een vriendelijke en zeer potige kerel ons halen om mee te varen. We voeren met een snelle rode stalen sloep waar de verf vanaf bladderde en de motor flinke dieselwalmen uitspuugde. Een type sloep waarvan je de langzame soortgenoten ook in de grachten van Amsterdam ziet. En snel ging het! Binnen tien minuten waren we aan de overkant. Het was een heerlijke overtocht. De koele zeewind in mijn gezicht en door mijn haar. De klappen van de sloep op de deinende golven maken

140 A Guarda dat ik met een grote grijns rondom kijk. Mijn ogen geknepen tegen de felheid van de zon en de weerspiegeling op het water laat ik af en toe mijn handen in het water glijden om de koelte ervan op te vangen. Het is het beste moment van de dag.

Wanneer we de overkant bereiken hebben we een tijdreis gemaakt van plus één uur. Spanje ligt in een andere tijdzone. De overkant voelt wel een beetje als een deceptie. Het is leeg en stil in A Pasaxe. Zo leeg dat ik het voor elkaar krijg een belangrijke wegwijzer te missen. Dat heeft me een half uur extra lopen gekost en dat valt dan uiteindelijk wel mee. Als ik in A Guarda aankom dan valt de oude stad zeker op. Ik zie op de duidelijke markeringspalen van de provincie Galicië dat het vanaf hier in A Guarda nog 160 kilometer is naar Santiago. Tenzij je een paaltje mist.

Ik slaap in Albergue du Peregrinos A Guarda aan de Estrada Baiona. Voor vijf euro. Ik krijg er zelfs schone dekens en kussen bij. Wanneer ik mijn slaapplek heb ingericht was ik met de handen mijn kleding en hang ze te drogen op het binnenterrein. Er staat een stevige wind en het binnenterrein ligt in de schaduw van de gebouwen ernaast. Met de wasknijpers die ik bij heb lukt het mij om de kleren voldoende vast op te hangen waarna ik besluit naar het strand te gaan aan het Praia de Fedorento. De zon schijnt en daarmee is het goed uit te houden. Het praia ligt in een kleine baai waar de rotsen de golven breken. Ik zie de Engelse zussen liggen en een Italiaanse moeder en dochter die ik in Carreço ontmoette lopen voorbij over de weg. Morgenochtend loop ik daar ook.

Op de terugweg koop ik wat brood, beleg en fruit voor morgen. Het is dan zondag en de winkels zijn dicht. Ik besluit om een biertje te drinken in het dorp en geniet van de Spaanse lekkernij die ik erbij krijg.

Mijn kleren zijn nog wat vochtig. Aan mijn bed laat ik ze verder droger.

Morgen een nieuwe dag.

141 Baiona