• No results found

vooral de laatste kilometers veel regen. Daar had ik al

Een gebeurtenis van uitzonderlijk belang die plaatsvond in 1453 gaf de priorij van San Martín nieuwe bekendheid en Frómista kreeg de bijnaam "Villa del Milagro".

Een zekere Pedro Fernández de Teresa leende geld van een Jood genaamd Matudiel Salomón.

Toen de termijn was verstreken, gaf hij de lening niet terug en de Jood meldde hem bij de kerkelijke autoriteit, die hem excommuniceerde.

De man, toen hij geëxcommuniceerd werd, betaalde het geld aan de Jood, maar nam niet de moeite om zijn fout te bekennen en op te helderen. Pedro Fernández werd ernstig ziek en vroeg om een biecht bij de priester van San Martín, Fernández Pérez de la Monja, die de laatste sacramenten kwam toedienen.

Toen de priester hem het formulier wilde geven, werd het met zoveel kracht aan de pateen bevestigd dat hij het niet kon scheiden. Verbaasd vroeg de priester de zieke man of hij enige zonde had verborgen of geëxcommuniceerd was. Pedro herinnerde zich wat er met Matudiel was gebeurd en legde het uit aan de priester, die hem vrijsprak en hem een ander formulier gaf om de communie te ontvangen. Later nam Pérez de la Monja de vorm van het wonder aan, zoals het op de patine stond, en plaatste het in San Martín in hechtenis. In het huis waar de gebeurtenis plaatsvond, wordt de stola van de priester, die al gerafeld is, bewaard en de zogenaamde

"wondersteen" is nog steeds te zien bij de deur.

Fromista telt 767 inwoners en werd rond 1066 gesticht.

59 Frómista

De klim waarover was gesproken diende zich vrij snel aan. Een klim van slechts één kilometer maar wel met gemiddeld 12% stijgen. Een echte kuitenbijter en ook het moment dat ik zonder Raeanne ben doorgelopen omdat mijn wandeltempo een stuk hoger ligt.

Onwillekeurig denk ik aan de stijgingspercentages in de bekende wielerrondes. De Giro, Tour en Vuelta. Ik kan met diep respect kijken naar deze koersen omdat het zo verschrikkelijk zwaar moet zijn.

Het stevige ontbijt gaf mij voldoende energie waardoor ik de klim goed kon verteren. Het was wel zweten uiteraard. Er komt bij een dergelijke proeve bijna altijd een soort van competitie gevoel naar boven. Ik geef het maximale en ga daarbij vaak door meerdere pijngrenzen. Dit gebeurde op iedere klim tot dusver en zou ook op de overige beklimmingen gebeuren.

Boven op de top van de klim heb ik even flink uitgeblazen alvorens met 18%

te dalen. Mijn hoop dat de inspanning voor vandaag daarmee klaar was bleek ijdel te zijn. Door de hoeveelheid regen van de afgelopen weken en vandaag waren lange stukken wandelpaden verworden tot modderpaden. Glibberend en glijdend liep ik over het pad waarbij ik enkele keren uit mijn schoenen leek te glippen omdat deze in de modder werden vastgezogen. Gedurende meerdere kilometers was een normale voetafwikkeling onmogelijk. Het irriteerde mij. Mijn regenbroek en voor de gelegenheid aangetrokken overschoenen zaten onder de modder uiteraard. Ondanks de ongemakken was de route naar Fromísta wel mooi. En wederom grijs.

Fromísta ligt in de provincie Palencia. Wederom heb ik een grens overgestoken en wanneer ik bekijk waar ik ben vermoed ik dat Palencia gevolgd door de provincie Leon de komende tien dagen mijn “thuis” is.

Daarna is het nog ‘slechts’ 155kilometer naar Santiago de Compostella.

60 Frómista Onderweg ben ik Maureen weer tegengekomen. We spraken over onze reden voor de Camino en over een ogenschijnlijk terugkerend thema bij veel pelgrims: loslaten en aardig zijn voor jezelf. Door ons gesprek zijn we onze oriëntatie voor waar we waren kwijt en vergisten we ons in de locatie en waar we iets konden eten. Dat bleek dus nergens binnen afzienbare tijd te kunnen. Gelukkig hadden we beiden iets eten bij ons voor dergelijke momenten. Op een droog moment hebben we een zijltje neergelegd in het gras en zijn pal langs de route wat gaan eten. Ik had wat hamburgerbroodjes en een blikje sardientjes en met wat geïmproviseerd bestek lukte het mij de sardienen op het broodje te krijgen zonder onder de vette olie te zitten. Het smaakte prima en beide namen we de tijd.

Maureen had een albergue geboekt in een klein stadje voor Frómista. Ik liep met haar mee en overwoog kort om op deze plek te blijven. Het was echter nog vroeg. De laatste 6 kilometer van vandaag heb ik alleen gelopen en ik voelde mij na een tiental minuten wat somber. De druilerige regen hielp niet en ik voelde een lichte spijt dat ik niet met Maureen was gebleven. Het was fijn met haar. Een sympathieke, spontane pensionada die alweer een tijdje in Frankrijk woont. Aan het begin van de middag kwam ik aan in Fromísta.

De albergue in Frómista ging echter pas om 13:30 open. Ik was er een uur eerder wat de gelegenheid gaf om in een bar nog even een broodje te eten.

Doorlopen was voor mij geen optie meer. Mijn voeten waren na de glibberende natte dag net iets te gevoelig. Eenmaal in de albergue volgde de gebruikelijke routine van douchen en siësta. Ik ben blij met vandaag. Blij en content met mijzelf en dankbaar voor deze Camino en alles en iedereen die daar deel van uitmaken.

ging halen. Het is niet zo dat je een gegeven paard niet in de bek mag kijken.

De dag van aankomst dien je voor een eventueel ontbijt te betalen. Iets dat de meeste pelgrims doen. Ik heb mij laten vertellen dat de albergues naarmate je dichter bij Santiago komt de prijzen omhoog gaan en de kwaliteit achteruit. Wat aannemelijk is, maar niet helemaal waar. Dat het naarmate je dichter bij Santiago komt steeds drukker wordt is waar. Het aanbod van slaapmogelijkheden wordt ook groter en daartussen is er zeker een verschil in kwaliteit en prijs.

Het aantal pelgrims neemt de laatste jaren enorm toe. In 1978 werden er bijvoorbeeld slechts 13 pelgrims geteld die de tocht hadden volbracht. In

Het stadscentrum van Carrión de los Condes, aan de oevers van de rivier de Carrión, herbergt verschillende middeleeuwse religieuze gebouwen met een belangrijke artistieke waarde en is een doorgangsplaats voor pelgrims die de Franse route van de Camino de Santiago afleggen.

Diverse archeologische vondsten laten zien dat de plaats al in tijden vóór de pre-Romeinse culturen bewoond was. Sporadische vondsten in de 19e eeuw van palmpijlpunten, typisch voor de klokbekercultuur, ondersteunen deze stelling.

De volledige naam Carrión de los Condes verschijnt in het jaar 1522, in het testament van Aldonza Manrique. Hij was de markies van Aguilar de Campoo.

Carrión telt 2069 inwoners.