• No results found

Effecten van beleid

In document Een nieuw drugsbeleid? (pagina 79-81)

Legalisering: pro en contra

7 Effecten van beleid – gebruik en criminaliteit In dit hoofdstuk gaat het vooral over de bedoelde en onbedoelde effecten

7.1 Effecten van beleid

Critici van het door westerse landen gevoerde drugsbeleid menen bij voorbaat een punt gescoord te hebben door hun afwijzing van een strakke wetgeving en handhavingspraktijk daaromtrent. Uit vergelijkend onderzoek kan echter deze a priori veronderstelling omtrent de negatieve gevolgen van een repressief beleid niet hard gemaakt worden. Drugsonderzoeker Reuband komt na vergelijkend onderzoek in verschillende West-Europese landen tot de conclusie dat wanneer de aandacht wordt gevestigd op de prevalentie van cannabisgebruik het eigenlijk geen verschil maakt of een liberaal of een repressief beleid, onder andere gericht op beperking van de beschikbaarheid van cannabis, wordt gevoerd.157 Informele sociale normen zijn volgens hem van veel groter belang. Hij concludeert dat niet zozeer de vraag naar het formele beleid maar de vraag onder welke sociaal-culturele condities welk beleid welke

specifieke effecten bewerkstelligt relevant is. Reuband noemt het de paradox van

het drugsdebat zoals dat in veel West-Europese landen wordt gevoerd, dat terwijl bepaalde trends en een bepaalde prevalentie in een bepaald land geïnterpreteerd kunnen worden als het resultaat van het gevoerde beleid, dezelfde ontwikkelingen en resultaten ook gevonden kunnen worden in een land met een geheel andere beleid.158 Hieruit mag natuurlijk niet

geconcludeerd worden dat het voeren van nationaal beleid daarom irrelevant is. Het kan prima aansluiten op nationale omstandigheden en behoeften en in zoverre een – voor het land in kwestie – belangrijke symbolische werking hebben.

In sociaal-culturele verschillen ligt wellicht een antwoord besloten op de vraag waarom een bepaald land dit type beleid voert, en waarom in het ene land meer wordt gebruikt en er meer drugsproblemen zijn dan in een ander land. Reuband stelt dat het gebruik het hoogst is in de minder ontwikkelde landen, zoals Spanje, waar de snelle veranderingen gevoelens van frustratie hebben opgewekt bij degenen die niet van de economische boom hebben kunnen profiteren.159 Ook in Nederland komt drugsgebruik meer dan

gemiddeld voor bij ‘restgroepen’ - achterblijvers en jonge migranten. Bij hen is de bereidheid te experimenteren met alternatieve levenswijzen, waaronder drugs, en de bereidheid risico's te nemen relatief groot. Op deze manier proberen zij - hoe dan ook - hun eigen leven als een project vorm te geven. Het onderzoek van Reuband maant tot voorzichtigheid bij het formuleren van al te snelle conclusies over het succes of het falen van het gevoerde beleid, of het doortrekken van parallellen tussen gebeurtenissen in verschillende tijdsperioden. Net zoals het Nederlandse drugsbeleid al te makkelijk als ‘bewijs’ voor de juistheid van een liberaal beleid wordt opgevoerd, zo staat de Amerikaanse Drooglegging (1920-1933) model voor de bewijsvoering dat een verbod altijd ‘leidt tot criminaliteit’ en dat

legalisering dus de oplossing is. Farrell en Strang noemen het ironisch dat de mislukking van het alcoholverbod tegenwoordig een centrale rol speelt in het debat over het verbieden van drugs: even naïef als de drankbestrijders voorspellingen deden over het verdwijnen van sociale misstanden zijn nu de voorstanders van legalisering over de reductie van de misdaad.160

De Baare heeft een interessante analyse gemaakt van de onbedoelde gevolgen van overheidsbeleid inzake alcohol en drugs.161 In het onderstaande kader worden enkele begrippen nader toegelicht.

Onbedoelde effecten van interventies

Het denken over onbedoelde gevolgen heeft in de sociologie een belangrijke impuls gekregen door het werk van Merton, die vooral bekendheid kreeg als bedenker van het mechanisme van de self-fullfilling prophecy. Merton wierp twee belangrijke vragen op waar beleidsmakers zich rekenschap van moeten geven:

1. in hoeverre kunnen gevolgen worden toegeschreven aan bepaald handelen? - de vraag naar de causaliteit;

2. is er sprake (geweest) van intentioneel handelen? - de vraag naar de overeenkomst tussen het oorspronkelijke motief en het uiteindelijke resultaat.

In het verlengde van deze kernproblemen heeft De Baare de volgende systematische indeling opgesteld van onbedoelde gevolgen:162

- onbedoelde gevolgen zijn voorzien of niet voorzien;

- voorziene onbedoelde gevolgen vormen een positief, negatief of irrelevant bijeffect;

- onvoorziene onbedoelde gevolgen kunnen positief zijn in relatie tot de doelstelling, of positief zijn maar in geen relatie staan tot de doelstelling; - onvoorziene onbedoelde gevolgen gaan ofwel in tegen het

oorspronkelijk streven (een tegenbedoeld, tegengesteld,

contraproductief, averechts, pervers of regressief effect), ofwel ze zijn nadelig maar niet strijdig met het oorspronkelijk streven;

- onvoorziene onbedoelde gevolgen kunnen irrelevant zijn voor de actor. Naast het werk van de socioloog Merton is dat van Sieber in dit verband interessant. Deze heeft zeven mechanismen beschreven die onbedoelde effecten van interventies in de sociale werkelijkheid kunnen bewerkstelligen. Hij noemt:163

- functionele verstoring - de interventie ontwricht een sociaal systeem; - exploitatie - misbruik maken van de mogelijkheden die interventie biedt; - doelverschuiving - instrumentele waarden worden eindwaarden; - provocatie - verzet tegen de interventie en het verboden-vruchteffect; - classificatie - een onjuiste indeling kan leiden tot verzet of self-fullfilling

prophecy;

- overvraging - een spanning tussen verwachtingen en middelen; - geruststelling - het symbolisch karakter van beleid versterkt op termijn

onvrede.

Om de effecten van overheidsbeleid nader toe te lichten volgen hieronder twee casussen. De eerste heeft betrekking op de Amerikaanse Drooglegging en de tweede op het Nederlandse cannabisbeleid.

7.2 Casus 1: Lessen van de Amerikaanse Drooglegging

In document Een nieuw drugsbeleid? (pagina 79-81)