• No results found

Argumenten tégen legalisering

In document Een nieuw drugsbeleid? (pagina 58-63)

Legalisering: pro en contra

4 Meningen, feiten en alternatieven; de discussie in de VS

4.5 Argumenten tégen legalisering

Is legalisering een capitulatie voor misdadige drugskartels en dealers en wordt daarmee het verkeerde signaal aan het publiek gegeven dat drugs ‘veilig’ zijn in plaats van dat ze ‘onherroepelijk’ tot verslaving leiden?100 De critici van prohibitiebeleid gaan ervan uit dat iedereen het er wel over eens is dat de huidige politiek gefaald heeft. Het publiek zou zich inmiddels tegen het beleid gekeerd hebben en legalisering willen in plaats van het huidige verbod op drugs.101 Een sterk punt van de voorstanders van het huidige drugsbeleid is evenwel dat het algemene publiek het beleid niet afwijst. Het zijn toch hoofdzakelijk intellectuelen en redacties van tijdschriften die daar

kanttekeningen bij plaatsten en aan de legaliseringsoptie de voorkeur geven? Uit een recent opinieonderzoek in de VS bleek dat de Amerikaanse bevolking weliswaar sterk betwijfelt of de wars on drugs succes hebben gehad. Maar ze geven er toch de voorkeur aan dit beleid voort te zetten.102 Bedenkelijker, vanuit Nederlands perspectief, is dat er in de VS maar beperkte steun is voor extra inspanningen op het gebied van de hulpverlening. Drugspreventie en de inspanningen van de zijde van justitie zijn nog steeds populair. En, geheel in lijn met de kenmerken van de war on drugs, ziet men het gebruik van illegale drugs vooral als een moreel in plaats van een gezondheidsprobleem. Slechts een minderheid van het publiek is voor legalisering. De meerderheid van de onderzoekspopulatie meent zelfs dat de aan drugs gerelateerde misdaad na legalisering zal toenemen. De angst voor legalisering zit er zelfs zó diep in dat zelfs als de verwachte toename niet waar zou zijn toch nog 75 procent tegen legalisering is.103

Legalisering van drugs - afhankelijk van de omvang van het scala aan middelen dat daarmee gemoeid is - beïnvloedt onherroepelijk de relatie tussen arts en patiënt en de rol van apothekers bij de verstrekking van middelen. Mag na legalisering van artsen en farmacologen overigens worden verwacht c.q. worden geëist dat ze drugs voorschrijven en toedienen, ook als het veiligheids- en werkzaamheidsprofiel daarvan nog niet geheel duidelijk is en/of gezondheidsbedreigend is? Dansereau en Dansereau menen van niet. Uitgaande van de wijze waarop heden eisen worden gesteld aan legale psychoactieve stoffen zou de productie en distributie van drugs binnen het kader van de farmaceutische industrie moeten plaatsvinden. Maar daarmee haalt deze industrie zich een enorme verantwoordelijkheid op de hals. Het is

niet waarschijnlijk dat deze daartoe bereid is, aldus deze auteurs. Ook de huidige financieringsstructuur van de gezondheidszorg is ongeschikt voor de distributie van drugs. Bovendien heeft – althans in de VS - lang niet iedereen daar toegang toe.104

Van de overheid mag verwacht worden dat zij risico's beheerst. Staat dat legalisering niet in de weg? Volgens legaliseerders is het zeker zo dat drugs gevaren in zich bergen, maar hun suggestie is dat het risicoprofiel gunstiger wordt. Een ingebracht bezwaar tegen legalisering is echter dat drugs fysiologisch en psychisch schadelijk zijn voor de persoon die het gebruikt. Daarom moeten ze verboden worden. Het laatste woord is hierover nog lang niet gezegd. Probleem met de legalisering van drugs is verder de relatie met de medicijnenwetgeving. Bepaalde drugs zijn ook geregistreerd als

geneesmiddel of vormen daarvan een bestanddeel. Aan drugs, indien ze gebruikt worden als genotsmiddel, kunnen uiteraard niet dezelfde eisen worden gesteld zoals werkzaamheid, effectiviteit, en bijwerkingen, als aan gewone medicijnen. Wat moeten we ons dan voorstellen bij de gedachte van het op de markt brengen van veilige drugs? Is het reëel aan roesmiddelen niet dezelfde strenge eisen te stellen als aan medicijnen?

In het hieronderstaande kader staat een - vaak als kritiek bedoelde - uiteenzetting van de gevolgen van legalisering volgens een aantal tegenstanders van zulk beleid.

Excursie: vragen bij legalisering

Is legalisering een simplistische, kortzichtige oplossing van een complex probleem met raakvlakken op de terreinen volksgezondheid, economie, justitie en de overige maatschappelijke sectoren?

Schwartz somt de volgende reeks vragen op die bij legalisering een rol (kunnen) spelen:105

- Hoe verhinderen we dat gewelddadige en antisociale adolescenten legale drugs kopen?

- Wat is de uitvoerbaarheid en wat zijn de kosten van het verkopen en bewaken van drugs in aparte winkels of door de overheid gecontroleerde verkooppunten?

- In hoevere is het verkooppunt voldoende concurrerend ten opzichte van de illegale straathandel?

- Moeten gebruikers geregistreerd worden? - Wat zijn de sociale gevolgen van registratie? - Hoe aantrekkelijk wordt de verpakking? - Hoe wordt de potentie van de drug gereguleerd?

- Worden ook geneesmiddelen verkocht tegen de bijwerkingen van bepaalde drugs? En zo nee: waarom niet?

- Worden ook parafernalia zoals schone spuiten, rookattributen e.d. verkocht?

- Hoe wordt de komst van buitenlandse bezoekers tegengehouden? - Wordt adverteren toegestaan?

Is legalisering een ‘high-risk’ alternatief in de war on drugs?106 De argumenten voor legalisering zijn bekend. Inciardi en McBride noemen:107

- de prijzen van drugs zouden dalen;

- de gebruikers kunnen bij staatswinkels hun spullen krijgen; ze hoeven niet meer zich te prostitueren of te stelen;

- er is afname criminaliteit, dus is er minder politie, justitie en gevangeniscapaciteit nodig;

- de productie, het transport en de handel komen uit de criminele sfeer c.q. uit handen van de georganiseerde criminaliteit;

- er is afname van het risico van een corrupte overheid of geïntimideerd overheidspersoneel;

- er zijn geen draconische maatregelen meer nodig wat een positief gegeven is voor de burgerrechten.

Ook al zou dat waar zijn, er blijven na legalisering nog legio vragen over. Inciardi en McBride wijzen op de volgende:108

- Welke drugs moeten gelegaliseerd worden? Volgens welke criteria en wie stelt die criteria vast?

- Wat moet of mag de potentie zijn van de te verkopen drugs?

- Zijn er leeftijdsgrenzen gesteld en andere beperkingen voor wie wel en wie niet mag gebruiken of kopen? Moeten daarin nog differentiaties per middel worden aangebracht?

- Mogen bepaalde drugs alleen verkocht worden aan hen die daar al afhankelijk van zijn? En wat gebeurt er als deze verslaafden ineens ook een ander middel willen?

- Wat doen we met experimentele gebruikers? Krijgen zij toegang tot de legale markt?

- In wat voor hoeveelheden worden de middelen verkocht?

- Waar moeten de drugs verkocht worden? Over de toonbank zoals in drogisterijen, via postorderbedrijven (of recent: teleshopping) of anderszins? Zijn straks sommige gelegaliseerde drugs alleen via een recept of vergunning verkrijgbaar? Moeten de gebruikers daarvoor eerst een arts visiteren? Welke beperkingen kunnen aan dit recept gesteld worden? Hoe vaak zijn deze recepten te herhalen?

- Uit welke landen komen de grondstoffen van de drugs? Met welke handelsbeperkingen, specificaties, restricties op hoeveelheid, potentie, zuiverheid e.d.?

- Wordt de markt geheel vrij, waarbij de industrie de prijzen bepaalt alsook de niveaus van zuiverheid en potentie? Wat voor soort

advertenties zijn toegestaan? Worden voor bepaalde middelen nadere bijzonderheden opgesteld?

- Wat voor restricties moeten worden opgesteld ten aanzien van het gebruik? Worden bepaalde beroepsgroepen ervan uitgesloten of wordt het gebruik aan nadere regels onderworpen?

- Worden bepaalde etablissementen toegestaan drugs (en zo ja welke) te ‘serveren’? Hoe wordt dat geregeld als er ook niet-gebruikers kunnen komen? Als ook op of rond het werk gebruikt mag worden: komen daar aparte pauzes voor?

- Wat voor overheidsbureaucratie is er nodig om de legalisering in goede banen te leiden? Wat voor straffen moeten er staan op het niet naleven van de nieuwe regelgeving?

Volgens Inciardi en McBride is de uitleg die John Stuart Mills geeft aan ‘vrijheid’ onvoldoende om de legalisering van drugs te ondersteunen. De schade aan anderen is actueel, niet potentieel.

Ook Zohn heeft zich eraan gewaagd een aantal consequenties door te denken. Hij geeft de volgende opsomming:109

- Wie zal de drugs verkopen? De private markt of de overheid? Als privaat: monopolie of concurrentie? Wie reguleert? Hoe worden de prijzen vastgesteld? Mogen de verkopers nieuwe drugs introduceren? Zijn (als concurrentie mogelijk is) advertenties toegestaan? Zo nee, waarom niet? Mogen ‘aanbiedingen’ worden gedaan? Mogen nieuwe drugs worden ontworpen en aangeboden? Is export toegestaan?

- Als toch de overheid de taak op zich neemt: de lokale, regionale of nationale overheid? Als gemeenten de taak toebedeeld krijgen: kan er chaos ontstaan door een wir war aan regelingen (verschillende drugs aangeboden en voor afwijkende prijzen)? Gaat de overheid adverteren? Verkoopt men alle soorten drugs of slechts een paar, terwijl de resterende overgelaten worden aan de zwarte markt? Neemt men de leiding in de introductie van nieuwe drugs of wordt dat ook aan de zwarte markt overgelaten? Worden de prijzen hoog genoeg gesteld om het gebruik te ontmoedigen maar waardoor er kansen ontstaan voor zwarte dealers die minder te maken hebben met een enorme

bureaucratie en andere vaste kosten? Of worden de prijzen bewust laag gehouden waardoor mogelijk het gebruik op ruimere schaal wordt aangemoedigd? Wordt bewust niet aan minderjarigen verkocht ofschoon zij er voor kunnen zorgen dat een ander dat voor hen doet? Of moeten jongeren hun heil zoeken op de zwarte markt? Moeten minder draagkrachtige mensen hetzelfde bedrag betalen? Wordt dat eventueel wettelijk geregeld? Is de overheid aansprakelijk te stellen als er

onvoorzien ongewenste nevengevolgen plaatsvinden die extra aandacht vereisen? Opent dit de deur voor een nieuwe categorie rechtszaken? Gaat de overheid zorgen voor beschadigde baby's?

- Als onverhoopt besloten wordt drugs te distribueren via door artsen geleide klinieken: zijn zij gebonden aan bepaalde drugs of heeft de distributie op het gehele scala betrekking? Zijn ze alleen gerechtigd tot de verkoop aan verslaafden of aan een ieder die er belang in stelt? Als alleen de eersten: gaan de gewone gebruikers - de meerderheid - niet op de oude voet verder? Wat de verslaafden betreft: wie bepaalt hoeveel genoeg is om hun behoeften te bevredigen? Zullen verslaafden de zaak bedriegen en op hun beurt weer dealers worden? Zullen de verslaafden gedwongen worden een behandeling te ondergaan? En hoe is dat wettelijk geregeld? Wat is een acceptabel aantal recidives? Wat zijn de totale kosten van zo'n programma?

- Als roesmiddelen worden gelegaliseerd, waarom houden we dan nog zo'n uitgebreid systeem van controle en het uitschrijven van reguliere apothekersrecepten in stand? Waarom zouden we morfine e.d. niet gewoon naast de aspirine e.d. bij de drogist verkopen? Waarom verkopen we niet ook de overige psychofarmaca op dezelfde manier? Waarom niet alle geneesmiddelen?

Perfecte legalisering?

Legalisering wordt in het algemeen verhinderd doordat nationaal beleid in hoge mate afhankelijk is van het gedrag van andere, internationale, spelers. Internationale verdragen leggen een verbod op handel en verplichten landen drugsgebruik tegen te werken. Maar ook als deze barrière er niet zou zijn, zijn er legio – vaak nog onbeantwoorde – vragen over de aard en de omvang van het gebruik en het verslavingsgedrag na legalisering van middelen als cocaïne en heroïne. Men kan stellen dat de discussie over legalisering betrekkelijk los staat van de redenen die de gebruikersgroepen zelf hanteren om wel of niet te gebruiken. De inhoud van de wet is daar slechts één van. Verder laten zij zich leiden door allerlei overwegingen omtrent de gezondheidseffecten, morele opvattingen, persoonlijke voor- en afkeuren en ideeën over de voor hen meest wenselijke levensstijl. De vraag is dan: hoeveel mensen zullen meer, of misschien wel minder (hard)drugs gebruiken als ze legaal verkrijgbaar zijn? Het is aannemelijk, maar beslist nog onvoldoende aangetoond voor alle bekende drugs, dat de toename van de verkrijgbaarheid onvermijdelijk betekent dat de consumptie toeneemt. Wellicht vormen de werking en het actuele imago van bepaalde middelen een goede voorspeller voor de zucht naar of juist afkeer van deze middelen. Niets is zeker.

Voor Nadelmann is uiteindelijk niet zozeer de vraag ‘wel of niet legaliseren’ van belang als wel het antwoord op de vraag: ‘gezien de enorme variëteit aan psychoactieve drugs die vandaag en in de toekomst beschikbaar zijn, wat zijn de beste manieren om de productie, distributie en consumptie te reguleren’? Onder het koepelbegrip ‘legalisering’ moet voor dit zeer complexe vraagstuk een antwoord worden gevonden.110 Thornton verkondigt een krachtiger

liberaal standpunt: perfect legalizing zoals hij dat noemt. Zijns inziens zijn de voorstellen die uit de benadering als die van Nadelmann voortvloeien slechts varianten op het bestaande prohibitiebeleid.111 Thornton bepleit een radicale terugtrekking van de bemoeiing van de overheid van de drugsmarkt opdat de toegankelijkheid van drugs voor de consumenten optimaal is. Een dergelijk ‘supermarktmodel’ acht Nadelmann een minder goed uitgangspunt voor nieuw beleid als – wat hij voorstelt – de aanvaarding van het principe van de legale toegang tot drugs, zonder tussenkomst van enige gatekeeper in het contact tussen consument en verkoper.112 Maar ook dan blijft er sprake van een bepaald drugsregiem, een die bovendien flexibel zal moeten kunnen inspelen op nieuwe ontwikkelingen.

In document Een nieuw drugsbeleid? (pagina 58-63)