• No results found

Biodiversiteit betekent variëteit van levensvormen en omvat alle levende organismen in de atmosfeer, op het land en in het water. Het omvat diversiteit binnen en tussen de soorten, habitats en ecosystemen. Biodiversiteit ondersteunt het functioneren van ecosystemen en het leveren van ecosysteemdiensten. Ondanks deze voordelen en ondanks het belang van biodiversiteit voor mensen, gaat de biodiversiteit verder verloren, vooral omwille van de druk die menselijke activiteiten veroorzaken.

Veranderingen in natuurlijke en seminatuurlijke habitats, inclusief verlies, versnippering en afbouw, zorgen voor aanzienlijke negatieve effecten door stadsuitbreiding,

versterking van de landbouw, de buitengebruikstelling van grond en intensief beheerde bossen. Overexploitatie van natuurlijke hulpbronnen, in het bijzonder visserij, blijft een groot probleem. De versnelde vestiging en verspreiding van invasieve uitheemse soorten is niet alleen een belangrijke drijvende kracht achter biodiversiteitsverlies, het veroorzaakt ook aanzienlijke economische schade (EEA, 2012g, 2012d). De toenemende invloed van klimaatverandering heeft al gevolgen voor soorten en habitats, omdat andere bedreigingen erger worden. Deze impact zal naar verwachting in de komende decennia steeds belangrijker worden (EEA, 2012a). De vermindering van bepaalde vormen van vervuiling, zoals de uitstoot van zwaveldioxide (SO2) is bemoedigend; maar andere vervuiling, zoals atmosferische stikstofdepositie, blijft een probleem (EEA, 2014). In 2010 was het duidelijk dat noch aan de wereldwijde, noch aan de Europese

doelstelling voor het stopzetten van biodiversiteitsverlies was voldaan, ondanks de belangrijke vooruitgang die werd geboekt met de maatregelen voor natuurbescherming in Europa. Deze vooruitgang omvatte de uitbreiding van het Natura 2000-netwerk

Trends en verkenning: terrestrische- en zoetwaterbiodiversiteit

Trends voor de komende 5–10 jaar: een groot deel van de beschermde soorten en habitats bevinden zich in een ongunstige toestand.

Verkenning voor de komende 20 jaar en later: de onderliggende oorzaken van biodiversiteitsverlies zijn niet positief veranderd. Het beleid moet in zijn volledigheid worden uitgevoerd om verbeteringen te behalen.

¨

Voortgang met betrekking tot de verwezenlijking van beleidsdoelstellingen: niet op schema voor het stopzetten van algemeen biodiversiteitsverlies (Biodiversiteitsstrategie), maar sommige meer specifieke doelstellingen worden bereikt.

Natuurlijk kapitaal beschermen, in stand houden en verbeteren

van beschermde gebieden en het herstel van een aantal wilde diersoorten, bv. grote carnivoren. In 2011 heeft de Europese Commissie de biodiversiteitsstrategie voor 2020 goedgekeurd, met als hoofddoelstelling 'het biodiversiteitsverlies en de achteruitgang van ecosysteemdiensten in de EU uiterlijk in 2020 een halt toe te roepen en zoveel mogelijk ongedaan te maken, en tevens de bijdrage van de EU tot het verhoeden van het wereldwijde biodiversiteitsverlies op te voeren'. Deze doelstelling wordt aangevuld door zes doelstellingen, gericht op het in stand houden en herstellen van de natuur, het in stand houden en versterken van ecosystemen en hun diensten, het aanpakken van de specifieke drijvende krachten achter biodiversiteitsverlies (landbouw, bosbouw, visserij, invasieve uitheemse soorten) en het globaal biodiversiteitsverlies.

Er is nog veel onbekend over de volledige toestand en trends van de biodiversiteit in Europa en hoe zij betrekking hebben op het functioneren van ecosystemen en het verlenen van ecosysteemdiensten op lange termijn. Toch wekken de beschikbare gegevens over beschermde diersoorten en habitats bezorgdheid op. De beoordeling van Artikel 17 van de Habitatrichtlijn voor 2007–2012 toont ons aan dat slechts 23% van de dier- en plantsoorten en 16% van de habitattypes werd geoordeeld dat hun staat van instandhouding gunstig was (Afbeelding 3.2). De onderverdeling per ecosysteemtype toont dat voor zowel soorten als habitats het algemene percentage dat zich in een gunstige toestand bevindt hoger ligt in landgebonden ecosystemen dan in zoetwater- en mariene ecosystemen.

De belangrijkste verandering ten opzichte van de beoordeling voor 2001-2006 is de lagere verhouding van beoordelingen waarbij de staat van instandhouding onbekend is, van 31% tot 17% voor soorten en van 18% tot 7% voor habitats, wat wijst op een verbeterde kennis en wetenschappelijke basis. Een groot deel van de soorten (60%) en habitats (77%), geschat in de beoordeling voor 2007–2012, bevinden zich nog steeds in een ongunstige toestand. Voor soorten betekent dit een verhoging ten opzichte van de 52% in de beoordeling voor 2001–2006; voor habitats bedraagt dit cijfer 65%. Omdat er methodologische veranderingen zijn ingevoerd met betrekking tot de vorige rapporteringsperiode, is het onmogelijk te zeggen of dit een achteruitgang van de condities vertegenwoordigt of wijst op een verbeterde kennisbasis. Bovendien kunnen positieve acties, zelfs bij een grotere maatschappelijke respons op biodiversiteitsverlies, tijd kosten vooraleer ze een impact hebben op de toestand van de biodiversiteit. Een belangrijke prestatie was de uitbreiding van het Natura 2000-netwerk van beschermde gebieden tot 18% van het landoppervlak en tot 4% van de mariene wateren van de EU. De instandhouding en het beheer van deze en andere op nationaal niveau toegewezen gebieden (en het verbeteren van hun samenhang door groene

Samenvatting | Deel 2  Europese trends beoordelen Natuurlijk kapitaal beschermen, in stand houden en verbeteren

Het milieu in Europa | Toestand en verkenningen 2015 58

Afbeelding 3.2 Toestand van instandhouding van soorten (bovenaan) en habitats (onderaan) per ecosysteemtype (aantal

beoordelingen tussen haakjes) uit het rapport voor 2007–2012 over Artikel 17 van de Habitatrichtlijn

Bron: EMA. Gunstig Onbekend Ongunstig (onvoldoende) Ongunstig (slecht) 0% 20% 40% 60% 80% 100% Grasland (160) Bossen (229) Heide en struiken (106) Schaars begroeid terrein (105) Moerasland (61) Rivieren en meren (94) Mariene inhammen en overgangswateren (51) Kust (28) Continentaal plat (14) Open oceaan (6)

Toestand van instandhouding van habitats per ecosysteem

0% 20% 40% 60% 80% 100% Steden (72) Akkerland (41) Grasland (609) Bossen (642) Heide en struiken (404) Schaars begroeid terrein (551) Moerasland (528) Rivieren en meren (615) Mariene inhammen en overgangswateren (35) Kust (53) Continentaal plat (55) Open oceaan (66)

Natuurlijk kapitaal beschermen, in stand houden en verbeteren

infrastructuur, zoals wilddoorgangen, te ontwikkelen) is een kritische stap in de bescherming van de biodiversiteit in Europa.

Het bereiken van een aanzienlijk en meetbare verbetering van de toestand van soorten en habitats zal de volledige en daadwerkelijke uitvoering vereisen van de Biodiversiteitsstrategie voor 2020 en de natuurwetgeving van de EU. Het zal ook beleidssamenhang vereisen tussen het toepasselijke sectoraal en regionaal beleid (bv. landbouw, visserij, regionale ontwikkeling en samenhang, bosbouw, energie, toerisme, transport en industrie). Bijgevolg is het lot van de Europese biodiversiteit en de ecosysteemdiensten die het ondersteunt nauw verstrengeld met de beleidsontwikkelingen in deze gebieden.

Bij het aanpakken van biodiversiteit moet Europa ook over de eigen grenzen kijken. Hoge consumptie per capita is uiteindelijk een onderliggende oorzaak voor veel van de drijvende krachten achter biodiversiteitsverlies. In onze steeds globalere economie versnellen internationale handelsketens de afbouw van habitats die zich op grote afstand van de plaats van verbruik bevinden. Bijgevolg moeten de Europese inspanningen om het biodiversiteitsverlies stop te zetten verzekeren dat de druk niet wordt overgedragen naar andere werelddelen, wat het wereldwijde biodiversiteitsverlies zou verergeren.

3�4

Veranderingen in landgebruik en intensivering

bedreigen de ecosysteemdiensten van de bodem en zijn

Outline

GERELATEERDE DOCUMENTEN