• No results found

bewerkstelligen van een transitie voor de lange termijn Het 7de milieuactieprogramma stelt vier belangrijke pijlers vast van een gunstig kader

voor de overgang naar een groene economie: uitvoering, integratie, informatie en investeringen. De eerste twee zijn prominent aanwezig in de hoofdstukken 3–5 en

tabel 6.1, evenals in de in paragraaf 7.2 beschreven benadering. Een doeltreffende tenuitvoerlegging van horizontale instrumenten gericht op integratie, zoals de strategische milieubeoordelingsrichtlijn en de Richtlijn milieueffectrapportage, kan een grotere rol spelen in het kader van overgangen voor de lange termijn. De derde pijler 'informatie' komt overal in dit rapport aan bod en wordt verder behandeld in paragraaf 7.5.

De vierde pijler heeft betrekking op investeringen. Investeringskeuzes – en meer in het algemeen de beschikbaarheid van financiële middelen – zijn belangrijke randvoorwaarden voor transities op de lange termijn. Dit komt deels doordat de systemen die voldoen aan sociale basisbehoeften zoals water, energie en mobiliteit, afhankelijk zijn van dure infrastructuur met een lange levensduur. Investeringskeuzes kunnen derhalve gevolgen op lange termijn hebben voor de werking van deze systemen en de effecten ervan, alsook voor de levensvatbaarheid van alternatieve technologieën. Transities zijn dus deels afhankelijk van het vermijden van investeringen die

bestaande technologieën insluiten, opties beperken of de ontwikkeling van vervangers belemmeren.

De geschatte financiële behoeften voor investeringen in de infrastructuur en innovaties voor een groene economie op Europese en wereldniveau zijn enorm. Voor de

totstandbrenging van een koolstofarme toekomst in de EU is naar schatting jaarlijks 270 miljard euro nodig gedurende 40 jaar (EC, 2011a). Er bestaan mogelijkheden om financiële middelen ter ondersteuning van transities via verschillende kanalen toe te wijzen. Sommige van deze kanalen zijn openbaar en omvatten specifieke initiatieven ondernomen door financiële instellingen in de EU. De uitfasering van milieubelastende subsidies die prijssignalen verstoren, kan ook van invloed zijn op investeringskeuzes en overheidsinkomsten vrijmaken voor investeringen.

Samenvatting | Deel 3 Vooruitblik De systemische uitdagingen aangaan: van visie naar transitie

Het milieu in Europa | Toestand en verkenningen 2015 162

Andere kanalen, bijvoorbeeld pensioenfondsen, zijn te vinden in de particuliere sector. Sommige van deze kanalen, zoals staatsbeleggingsfondsen, bevatten elementen uit zowel de publieke als particuliere sector. Met het oog op de instrumenten waar deze kanalen in kunnen investeren, hebben hybride instrumenten een groot potentieel, met inbegrip van groene obligaties (EEA, 2014s). Er is steeds meer belangstelling voor duurzame en verantwoorde beleggingsstrategieën met fondsen die zijn blijven groeien in de afgelopen jaren (Eurosif, 2014).

Op EU-niveau is de steun voor de groene economie terug te vinden in het meerjarig financieel kader voor de periode 2014-2020 van de EU, dat voorziet in de investering van bijna 1 biljoen euro in duurzame groei, werkgelegenheid en concurrentievermogen, in lijn met de Europa 2020-strategie. Ten minste 20% van de EU-begroting voor 2014–2020 zal worden besteed aan de omvorming van Europa tot een schone en concurrerende koolstofarme economie, met behulp van beleid met betrekking tot de structuurfondsen, onderzoek, landbouw, maritiem beleid, visserij en het LIFE-programma.

Investeringen kunnen tevens ondersteuning bieden bij de opkomst en schaalvergroting van economische, technologische en sociale niche-innovaties die de maatschappij

in staat stellen om op minder schadelijke manieren in haar behoeften te voldoen (Kader 7.1). Investeringen in onderzoek en innovatie spelen een belangrijke rol, evenals investeringen om de verspreiding van nieuwe technologieën en benaderingen te verbeteren. In het Kaderprogramma voor onderzoek en innovatie van de EU (Horizon 2020) ligt de nadruk primair bij het bevorderen van innovatie, en technologische innovaties in het bijzonder. Het gaat tevens in op sociale innovatie aan de hand van verschillende 'maatschappelijke uitdagingen', waarvan maatschappelijke uitdaging 5 inzake klimaatactie, milieu, efficiënt gebruik van hulpbronnen en grondstoffen, bijzonder relevant is is.

De EU heeft zich onvoorwaardelijk verbonden aan de modernisering van haar industriële basis door de invoering van technologische innovatie te versnellen. Ze heeft als beleidsdoelstelling vastgesteld dat de verwerkende industrie voor 2020 goed is voor een aandeel van 20% van het bbp in de EU. Indien hierbij eco-innovatieve oplossingen worden nagestreefd, biedt deze doelstelling de kans om economische, werkgelegenheids-, milieu- en klimaatdoelstellingen met elkaar te verenigen.

De systemische uitdagingen aangaan: van visie naar transitie

Naast investeringen in nieuwe technologieën, is er ook de noodzaak voor uitgaven gericht op het signaleren, beoordelen, beheren en bekendmaken van de risico's die gepaard kunnen gaan met innovatie. Van oudsher wordt minder dan 2% van de middelen uit door de EU gefinancierd publiek onderzoek toegewezen aan onderzoek om mogelijke gevaren voor de gezondheid van nieuwe technologieën in beeld te brengen. Een aandeel van 5-15% zou verstandig lijken, afhankelijk van de relatieve nieuwheid van de technologie en van de mogelijke persistentie, het bioaccumulatiepotentieel en de ruimtelijke spreiding (Hansen and Gee, 2014).

Kader 7.1 Innovaties die een langdurige transitie naar duurzaamheid kunnen ondersteunen

Als onderdeel van de voorbereiding van deze samenvatting SOER 2015, heeft het EMA een groep van 25 belanghebbenden uit de wetenschap, het bedrijfsleven, de politiek en het maatschappelijk middenveld bijeengeroepen om van gedachten te wisselen over de vooruitzichten voor het milieu in Europa. Tijdens deze besprekingen hebben de deelnemers vier clusters van innovaties geïdentificeerd die potentieel transities kunnen ondersteunen in de systemen die het voedsel, de mobiliteit en de energie van Europa leveren

Collaboratief gebruik is gericht op de manieren waarop consumenten producten of diensten doeltreffender of hulpbronnenefficiënter kunnen verkrijgen. Dit kan betekenen dat de manieren waarop wordt voldaan aan de vraag van de consument, radicaal veranderen, met inbegrip van een verschuiving van individuele beslissingen naar een georganiseerde of collectieve vraag.

Prosumentisme maakt het onderscheid tussen producent en consument kleiner en kan worden beschouwd als een vorm van collaboratief gebruik. Een voorbeeld hiervan zijn gedistribueerde energieproductiesystemen, die mogelijk zijn gemaakt door technologische innovaties, zoals slimme meters en netten.

Sociale innovatie houdt het ontwikkelen van nieuwe concepten, strategieën en organisatievormen in om beter te voldoen aan de maatschappelijke behoeften. Beide bovenstaande voorbeelden zijn voorbeelden van sociale innovatie, met prosumentisme als een sociale innovatie die mede mogelijk is gemaakt door technologische innovatie. Sociale innovatie is een probleemoplossende aanpak met een sterk potentieel voor het tot stand brengen van nieuwe sociale verbanden en is misschien wel het meest cruciale element dat nodig is voor het bevorderen van de overgang naar duurzaamheid. Eco-innovatie en eco-ontwerp gaan verder dan technologische innovatie om de milieudimensie in het beleid op te nemen door ofwel de milieueffecten van producten of productieprocessen te verminderen, ofwel milieuaspecten in het productontwerp en de levenscyclus te integreren. Het verkrijgen van energie uit voedselafval, multitrofe landbouw en de isolatie van gebouwen met gerecycleerde papierproducten zijn slechts enkele voorbeelden van eco-innovatie en eco-ontwerp.

Samenvatting | Deel 3 Vooruitblik De systemische uitdagingen aangaan: van visie naar transitie

Het milieu in Europa | Toestand en verkenningen 2015 164

Tot slot spelen fiscale maatregelen een belangrijke rol bij het sturen en bevorderen van investeringen. Eco-innovaties kunnen moeilijkheden ondervinden als het gaat om de concurrentie met gevestigde technologieën, aangezien de marktprijzen zelden een weerspiegeling vormen van de totale milieu- en sociale kosten van het gebruik van hulpbronnen. Door het aanpassen van de prijzen, kunnen belastinghervormingen marktprikkels corrigeren, evenals inkomsten genereren die kunnen worden geïnvesteerd in eco-innovaties. De hervorming van milieuschadelijke subsidies is belangrijk, met name op het gebied van landbouw en energie. Ondanks de groeiende belangstelling voor de bevordering van hernieuwbare energie, profiteerden de Europese sectoren voor fossiele brandstof en kernenergie in 2012 bijvoorbeeld nog altijd van een aanzienlijk aantal ondersteunende maatregelen, waardoor de overheidsbegrotingen in tijden van crisis nadelig werden beïnvloed (EEA, 2014e).

7�5

Verbreding van de kennisbasis is een voorwaarde voor

het beheer van een transitie voor de lange termijn

Outline

GERELATEERDE DOCUMENTEN