• No results found

brengt de veilige operationele ruimte van de mensheid in gevaar

Er wordt gesteld dat we nu voldoende weten over het functioneren van de systemen van de aarde om grenzen te kunnen afbakenen op planetaire schaal (Rockström et al., 2009a). Dergelijke planetaire grenzen zijn door de mens bepaalde niveaus die zich op een 'veilige' afstand bevinden van de gevaarlijke drempelwaarden waarna negatieve veranderingen in ons milieu onomkeerbaar worden, wat de veerkracht van ecosystemen en het levensonderhoud van de mens in gevaar brengt (Afbeelding 2.5).

Het milieu in Europa in een breder perspectief

Onderzoekers hebben al een planetaire grens van deze aard geschetst, die waarschuwt voor de risico's van klimaatverandering. Beleidsmatig werden deze waarschuwingen vertaald in de 2 °C-drempel: de wereldgemiddelde temperatuur mag met maximum 2 °C boven het pre-industriële niveau uitstijgen om onomkeerbare veranderingen in het klimaat te voorkomen.

Ook voor oceaanverzuring zou een biofysische drempelwaarde kunnen worden bepaald, met name het verzadigingsniveau van aragoniet in het oppervlaktewater (die moet worden in stand gehouden op 80% of meer van het gemiddelde globale pre-industriële oppervlaktezeewater), om ervoor te zorgen dat riffen en de bijbehorende ecosystemen geen ernstige impact ondervinden.

Afbeelding 2�5 Categorieën van planetaire grenzen

Bron: Aangepast naar Rockström et al., 2009b.

Chemische vervuiling Biodiversiteitsverlies Veranderingen in landgebruik Zoetwatergebruik Globale fosforwaarden/stikstofcycli Atmosferische aërosoldeeltjes Ozon in de stratosfeer Klimaatverandering

Verzuring van de oceanen

Systemische veranderingen (systemische processen

op wereldwijde schaal)

Cumulatieve mutaties (geaggregeerde processen op lokale en regionale schaal)

Processchaal regionale drempelwaardenZowel wereldwijde als Onbekende wereldwijde drempelwaarden, maar regionale grenzen

Samenvatting | Deel 1  Inleiding Het milieu in Europa in een breder perspectief

Het milieu in Europa | Toestand en verkenningen 2015 48

De Internationale Hulpbronnenwerkgroep, opgericht door UNEP, stelt dat de algemene omschakeling van bossen of andere soorten land in akkerland niet hoger mag liggen dan 1.640 miljoen hectaren wereldwijd (UNEP, 2014a). Akkerland bestaat momenteel al uit ongeveer 1.500 miljoen hectare, wat ongeveer 10% van het land op onze wereld vertegenwoordigt. Het is vermeldenswaard dat dezelfde beoordeling onder onveranderde omstandigheden tegen 2050 een verdere uitbreiding verwacht met 120–500 miljoen hectare (UNEP, 2014a).

Voor andere processen die betrekking hebben op globale veranderingen kan het moeilijker zijn om een 'veilige operationele ruimte' te bepalen, aangezien er mogelijk geen drempelwaarden bestaan of omdat tussen verschillende regionale of zelfs plaatselijke ecosystemen de drempelwaarden verschillen. In sommige gevallen kan dit te wijten zijn aan wetenschappelijke onzekerheid over de biofysische drempels of omslagpunten voor verschillende processen en hoe ze met elkaar in verband staan. In andere gevallen is het onduidelijk wat de gevolgen zijn van het overschrijden van drempelwaarden of zijn we ons er zelfs niet van bewust dat we ze naderen. Ondanks de onzekerheid zijn er aanwijzingen dat zowel de planetaire en regionale grenswaarden voor een aantal gebieden al zijn overtreden, waaronder die voor het biodiversiteitsverlies, klimaatverandering en de stikstofcyclus (Rockström et al., 2009a). In sommige delen van de wereld zijn de ecologische grenzen voor waterstress, bodemerosie of ontbossing op lokaal of regionaal niveau overschreden.

Dit heeft zowel wereldwijde als regionale gevolgen. Veel regionale zeeën over de hele wereld lijden bijvoorbeeld aan zuurstoftekort (hypoxie) als gevolg van overmatige lozing van voedingsstoffen, wat leidt tot een ineenstorting van de visbestanden. Europa lijdt al aan dit probleem. De Oostzee, als halfgesloten regionale zee met een laag zoutgehalte, wordt momenteel beschouwd als het grootste door mensen veroorzaakte hypoxische gebied in de wereld (Carstensen et al., 2014).

Wanneer we nadenken over hoe en of de ecologische grenzen kunnen worden weerspiegeld in de doelstellingen voor het Europese en nationale milieubeleid, is het van belang om ook rekening te houden met regionale bijzonderheden. Een goed begrip van concepten zoals planetaire grenswaarden kan een zinvol uitgangspunt zijn voor de discussie over de rol van ecologische grenswaarden en beleidsopties op niveaus onder de wereldwijde schaal. Het is echter niet eenvoudig om deze te bepalen en het zal sterk afhangen van regionale en lokale bijzonderheden (Kader 2.2).

Het milieu in Europa in een breder perspectief

Kader 2.2 Hoe kunnen we een veilige operationele ruimte definiëren? Er wordt een academisch debat gevoerd over de beste manier om termen als 'planetaire grenzen' of het bijbehorende concept van een 'veilige operationele ruimte' te definiëren (Rockström et al., 2009a). Bijkomende concepten en discussies zijn te vinden in eerder onderzoek over 'draagkracht' (Daily en Ehrlich, 1992); 'Grenzen aan de groei' (Meadows et al., 1972); 'Kritische belasting' en 'Kritische niveaus' (UNECE, 1979); en 'Veilige minimumnormen' (Ciriacy-Wantrup, 1952). Al in de 18de eeuw werd nagedacht over het garanderen van duurzame bosbouw (von Carlowitz, 1713).

Het toegenomen begrip van ecologische grenzen, ontwikkeld in de loop van de voorbije decennia, doet vragen rijzen over hoe een veilige operationele ruimte kan worden vertaald in een beleidscontext. Het primaire doel van dit onderzoek was niet noodzakelijk om de beleidsvorming rechtstreeks te ondersteunen. Dit onderzoek kan zich echter lenen tot denkoefeningen over hoe milieudoelstellingen en -indicatoren het beste kunnen worden ontwikkeld om het doel 'goed leven, binnen de grenzen van onze planeet' te bereiken. Bij het ontwerpen van een beleid en de indicatoren voor dit beleid, moeten drie problemen worden aangepakt:

• Kennishiaten: er bestaan nog steeds zowel 'bekende onbekenden' alsook 'onbekende onbekenden' wat milieudrempels betreft, zowel op Europees als internationaal niveau. Hetzelfde geldt voor de gevolgen van het overschrijden van deze drempels. Bovendien is het zelfs moeilijk om voor niet-lineaire processen drempelwaarden te definiëren.

• Tekortkomingen van het beleid: zelfs wanneer we over kennis van globale systemen beschikken, kan het beleid tekortschieten ten aanzien van wat vandaag bekend en nodig is om binnen de milieueisen te blijven.

• Tekortkomingen bij de uitvoering: dit is de kloof tussen gemaakte plannen en afgeleverde resultaten. Plannen kunnen bijvoorbeeld in de war worden gebracht door onverenigbaarheid van het beleid voor verschillende sectoren.

3

Outline

GERELATEERDE DOCUMENTEN