• No results found

Hoofdstuk 6 Noorwegen

6.2 Organen met de betekening belast

6.3.3 Betekening van vonnissen

De inrichting van de regeling inzake de betekening van het gerechtelijk vonnis197 hangt uit de aard der zaak samen met het uitgangspunt van de berechting in aanwezigheid van de verdachte. Op grond daarvan kan gemakkelijk het belang worden begrepen van het uitgangspunt van art. 42 CPA. Daarin wordt bepaald dat, als het even kan, het vonnis wordt gewezen meteen na de beraadslaging. Lukt dat en is de verdachte, zoals regel is, aanwezig, dan is de betekening van het vonnis voltooid door de voorlezing ervan. Heeft het gerecht meer tijd nodig voor beraad, dan wordt voor het wijzen van een vonnis een nadere zitting aangewezen.

Het is aan het gerecht om te beslissen op welke wijze het vonnis aan de verdachte zal worden betekend. Voor de keuzemogelijkheden zijn de artikelen 42 CPA en 159a CJA van belang. Met name het tweede en derde lid van laatstgenoemde bepaling zijn in het bijzonder van belang; zij gelden alleen voor de betekening van vonnissen in strafzaken.

Het gerecht heeft in gevolge art. 159 lid 1 CJA de keuze tussen de betekening in aanwezigheid van de verdachte, dan wel door de betekening van de schriftelijke versie van het vonnis. Voor de betekening in aanwezigheid van de verdachte zijn er twee mogelijkheden. Is de verdachte ter zitting aanwezig en komt het meteen na het afsluiten van het onderzoek en de aansluitende beraadslaging tot een vonnis (de hoofdregel), dan kan het vonnis meteen door voorlezing aan de aanwezige verdachte betekend worden (art. 159a lid 2, eerste volzin, CPA), hetgeen dan praktijk is. Is de verdachte niet aanwezig of lukt het niet meteen na de sluiting van het onderzoek ter terechtzitting tot een oordeel te komen, dan kan het mondeling wijzen van het vonnis en het in aanwezigheid van de verdachte betekenen ervan, worden aangehouden tot een nadere, daartoe te organiseren zitting. In dat laatste geval is de verdachte verplicht ter nadere terechtzitting te verschijnen. Als hij niet verschijnt, dan kan voor een nadere zitting worden bevolen dat hij overeenkomstig art. 86 en 87 CPA zal worden meegebracht en ter zitting zal worden geleid teneinde het vonnis betekend te krijgen door het aan te horen.

Door het bepaalde in art. 159a lid 3 CPA bestaat in Noorwegen nog een aparte mogelijkheid om het vonnis aan de verdachte, en wel in zijn

197 Het gaat daarbij om ‘judgements’ als bedoeld in art. 30 CPA: gerechtelijke beslissingen die een einde maken aan de strafvervolging voor een bepaalde instanties. Die gerechtelijke beslissingen worden in art. 30 CPA als vonnissen onderscheiden van ‘decisions’. Dat zijn andere beslissingen in de loop der strafvervolging, met name concrete en meet proces-incidentele ‘orders’ zoals het bevel van het gerecht tot voorgeleiding van de niet verschenen verdachte. Beslissingen van het OM, inclusief sepotbeslissingen vallen niet onder de gerechtelijke beslissingen als bedoeld in dit artikel.

aanwezigheid en dus in persoon, te betekenen. Het artikellid voorziet in het betekenen aan de bij de autoriteiten verschenen verdachte (‘service by appearance’). De verdachte wordt dan door het gerecht gedagvaard te verschijnen op de burelen van het gerecht (‘at the court’s office’) of ten burele van een andere, in de dagvaarding aangewezen, publieke dienst. Daarmee is in het bijzonder het (lokale) politiebureau bedoeld. De verdachte is ook dan weer verplicht aldaar te verschijnen (art. 85 lid 1 onder c CPA) om te vonnis betekend te krijgen (‘obligated to appear for service’); desnoods kan daartoe weer zijn medebrenging worden bevolen, in geval van betekening ook door de met de vervolging belaste autoriteiten (art. 88 CPA). Naar het derde lid van deze bepaling is die voorziening vooral mogelijk als er sinds het wijzen van het vonnis ten minste een maand is verstreken terwijl in die tijd pogingen tot betekening via andere wegen, met name per post of per deurwaarder, weliswaar zijn ondernomen, maar vergeefs zijn gebleken. Eventueel kan aan de verdachte voor deze vorm van betekening door verschijnen een vergoeding voor gemaakte reiskosten worden geboden als dat in geval van onvermogen, aangewezen is om naar de burelen van de aangewezen autoriteit te reizen.

Deze vorm wordt in de praktijk betrekkelijk veelvuldig gebruikt om zeker te zijn van de betekening aan de verdachte/veroordeelde in persoon.

In alle gevallen waarin de verdachte aldus op basis van art. 159a, tweede of derde lid, CJA verplicht is ergens te verschijnen om de inhoud van het vonnis door betekening aan hem te vernemen, gaat, mocht hij niet verschijnen, de termijn voor het instellen van een rechtsmiddel lopen op het moment dat de betekening door verschijnen is voorzien: art. 42 lid 2 CPA jo. art. 310 lid 2, tweede volzin CPA. Het gerecht zendt in dat geval alsnog een kopie van het vonnis aan de (afwezige) verdachte, de raadsman en de vervolgende autoriteit met de mededeling dat de beroepstermijn loopt. Deze mededeling wordt niet betekend; het risico van het verlopen van termijnen is voor de afwezige verdachte die zijn verschijningsplicht verzaakt heeft.

Kiest het gerecht voor betekening door verzending van de schriftelijke versie van het vonnis, dan wordt ingevolge art. 159a CJA (allereerst) de weg gevolgd van art. 163a CJA: betekening per post. Zie nader de hierna opgenomen beschrijving van de regeling van de betekening.

Voor wat betreft de rechtsgevolgen van betekening is het volgende van belang. De betekening van de dagvaarding aan anderen dan de verdachte is breed mogelijk (zie hierna); er zijn nogal wat personen aan wie alternatief betekend kan worden. Het gebruik van een van die mogelijkheden om aan een ander dan de verdachte te betekenen, leidt op zichzelf tot het voordeel dat er geldig aan de verdachte is betekend, zodat daarin, in de wijze van betekening, geen belemmering meer ligt om de strafrechtelijke rechtshandhaving door vervolging en berechting van de verdachte voort te zetten. De aldus geldige betekening aan een ander dan de verdachte, betekent echter geenszins dat reeds daardoor ook berechting bij verstek altijd mogelijk is. Berechting bij verstek is in Noorwegen eerder uitzondering, zoals hierna nog zal blijken.

Voor wat betreft de rechtsgevolgen van de betekening van het vonnis is van belang dat, als hoofdregel, een vonnis pas executeerbaar is als ‘partijen’ het (uitdrukkelijk) hebben geaccepteerd, dan wel de rechtsmiddeltermijn verstreken is: art. 50 en art. 452 CPA, al kent Noorwegen ook vormen van dadelijke uitvoerbaarheid van strafvonnissen. De rechtsmiddeltermijn voor de verdachte198 gaat lopen op het moment van het betekenen van het vonnis aan hem, ook als dat is gebeurd door betekening van het vonnis aan anderen dan de verdachte, mits conform de hierna nog te bespreken regeling van de CJA, betekend is.

Als de beroepstermijn verstreken is vóórdat het te betekenen vonnis de verdachte heeft bereikt, is de verdachte niet meteen reeds door het verstrijken van de termijn absoluut en in alle gevallen niet-ontvankelijk in zijn beroep. Door het bepaalde in art. 318 CPA is er een kleine opening. Het appelgerecht of het in art. 320 CPA genoemde, aparte ‘Appeals Committee’ van het Supreme Court, kunnen in zo’n geval het beroep kennelijk niet-ontvankelijk verklaren, maar de wet laat daarop binnen bepaalde grenzen een uitzondering toe als het gerecht meent dat de termijnoverschrijding niet aan de verdachte kan worden verweten. In geval de verdachte is opgeroepen voor de uitspraak van het vonnis maar hij aldaar niet is verschenen (in geval hetwelk krachtens art. 310 lid 2, tweede volzin, de termijn loopt vanaf de betekening van de genoemde oproeping), noemt art. 318 lid 1 onder b nog als grond dat er bijzondere redenen zijn de verdachte toch de behandeling van het appel toe te staan (‘and special reasons indicate that the convicted person should be allowed to have the appeal tried’). Er ligt hier een directe link tussen art. 318 CPA en de wijzen van betekenen als aangeduid in art. 159a CJA: in geval van gebruik van de mogelijkheid van betekening in aanwezigheid van de verdachte, zonodig op het politiebureau, zijn er minder snel ‘special reasons’ als bedoeld in art. 318 CJA om het hoger beroep toch te behandelen. Wordt via de post aan een ander dan aan de verdachte betekend (art. 169a CJA; zie nader hierna) dan hangt de opening die de ‘special reasons’ van art. 318 CPA biedt, af van het feit in hoeverre de verdachte verwijtbaar niet van de inhoud van het te betekenen stuk op de hoogte was.

198

Direct tegen het vonnis (de termijn is dan twee weken: art. 310 CPA), of als ‘cross-appeal’ als en omdat het OM een rechtsmiddel heeft ingesteld (art. 311 CPA; de termijn is dan een week na de betekening aan de verdachte van de mededeling dat het OM een rechtsmiddel heeft ingesteld).