• No results found

Het beleid voor PmH binnen het departement WVG en andere WVG-entiteiten

In document IN BELGIË (pagina 74-78)

HET VLAAMS BELEID VOOR PERSONEN MET EEN HANDICAP

3. Het beleid voor PmH binnen het departement WVG en andere WVG-entiteiten

Ook het departement WVG en de overige WVG-entiteiten dragen actief bij tot het in Vlaanderen gevoerde beleid ten aanzien van personen met een handicap. Dit maakt het voeren van een inclusief beleid voor personen met een handicap binnen het eigen beleidsdomein mogelijk.

3.1. Het Agentschap Jongerenwelzijn

Kinderen en jongeren met een handicap en hun ouders die nood hebben aan hulp en begeleiding, vragen deze aan bij de Intersectorale Toegangspoort van het Agentschap Jongerenwelzijn. De intersectorale toegangspoort regelt de toegang tot intensieve en ingrijpende vormen van jeugdhulp die niet rechtstreeks toegankelijk zijn, ook voor minderjarigen met een handicap.

3.2. Het departement WVG, Afdeling Welzijn & Samenleving, GBO

Eind 2015 werd een conceptnota rond “geïntegreerd breed onthaal” opgesteld met als doelstellingen het realiseren van een toegankelijke sociale hulp- en dienstverlening en het tegengaan van onderbescherming, en dit in het bijzonder door een betere samenwerking en afstemming te realiseren tussen diverse actoren uit het welzijnslandschap.

Het geïntegreerd breed onthaal (GBO) bestaat uit een samenwerkingsverband tussen minimaal het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn (OCMW), het centrum voor algemeen welzijnswerk (CAW) en de diensten maatschappelijk werk van de ziekenfondsen (DMW).

Om de beoogde doelstellingen te realiseren stemt het samenwerkingsverband ook af met lokale basis- of faciliterende actoren (o.a. samenlevingsopbouw, armoedeverenigingen, huisartsen, thuiszorgdiensten ) én met het meer gespecialiseerde begeleidingsaanbod.

In de periode 2016-2018 liep een eerste pilootfase. Het is de bedoeling het geïntegreerd breed onthaal geleidelijk aan over heel Vlaanderen uit te rollen.

In de komende 3 jaren wordt een project opgezet dat specifiek gericht is op jongvolwassenen met een (vermoeden van) handicap in kwetsbare situaties, die na het verlaten van het onderwijs niet meer opgevolgd worden, en voor wie linken naar hulpverlening gemist worden. Deze jongvolwassenen nemen zelf geen initiatief en hebben een meer proactieve en outreachende aanpak nodig om over meerdere levensdomeinen hun vraag te bekijken: VAPH – tewerkstelling - aanvragen tegemoetkomingen – wonen etc. Men beoogt deze schoolverlaters te bereiken door het GBO in te schakelen. De uiteindelijke doelstelling is ervoor zorgen dat jongeren

in deze kwetsbare doelgroep effectief rechten verkrijgen. Een bijzonder aandachtspunt daarbij is de toeleiding naar een betekenisvolle activiteit in de samenleving en afgestemd op de mogelijkheden: dagbesteding, arbeidsmatige activiteit, activiteit binnen de sociale economie of regulier werk.

Aansluitend bij dit project van het departement WVG zet het VAPH daarom vanaf 2019 gericht bijkomende capaciteit RTH (ter waarde van een bedrag van 750.000 euro) in voor schoolverlaters met een (vermoeden van) handicap die na hun opleiding niet terecht kunnen in het reguliere of beschermde arbeidscircuit. Met de inzet van rechtstreeks toegankelijke handicapspecifieke ondersteuning kan na het schoolverlaten de stap gezet worden naar begeleid werken, waardoor de vaardigheden die de jongeren gedurende hun opleiding verworven hebben, verder benut en uitgebouwd kunnen worden.

3.3. Het Agentschap Kind & Gezin (K&G)

Kind en Gezin is één van de andere agentschappen binnen het beleidsdomein WVG.

Het heeft als opdracht om actief bij te dragen tot het welzijn van jonge kinderen en hun gezinnen door dienstverlening op de beleidsvelden preventieve gezinsondersteuning, kinderopvang en adoptie.

Kind en Gezin is er voor alle kinderen, dus ook voor kinderen die extra ondersteuning nodig hebben. Sinds 2001 is inclusieve kinderopvang structureel voorzien in de regelgeving kinderopvang en wordt ze financieel ondersteund. Kinderopvanginitiatieven kunnen zo een steuntje in de rug krijgen voor hun extra inspanningen.

Inclusieve kinderopvang is de opvang van kinderen met een specifieke zorgbehoefte samen met kinderen zonder specifieke zorgbehoeften. Centraal staat een kwaliteitsvolle opvang “om de hoek” voor elk kind. Ouders van een kind met een specifieke zorgbehoefte hebben het recht om te kiezen tussen reguliere en gespecialiseerde opvang. Dit sluit aan bij de visie uit de conceptnota Perspectief 2020 en respecteert het Internationaal Verdrag inzake de rechten van personen met een handicap.

In 2014 werden de Centra voor Inclusieve Kinderopvang (CIK) opgericht. Zij bieden zelf inclusieve opvang aan en sensibiliseren en ondersteunen opvanglocaties in het versterken van hun inclusieve werking. Actueel zijn er vijftien centra operationeel die binnen hun zorgregio ondersteuning aanbieden. Iedere organisator binnen deze regio’s kan hier gratis beroep op doen: groeps- en gezinsopvang en opvang van baby’s en peuters en van schoolkinderen. Afhankelijk van de vraag, kan er langdurig ondersteuning geboden worden of kan men beroep doen op een netwerk van professionals.

Recent keurde de Vlaamse regering op voorstel van Jo Vandeurzen, huidig Vlaams minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin, definitief het ontwerp van decreet goed over de fusie van de agentschappen Kind en Gezin en Jongerenwelzijn. Dit eengemaakte agentschap krijgt als naam Opgroeien, naar analogie van andere Vlaamse agentschappen als Innoveren en Ondernemen of Wonen. Ook de doelgroep jongeren met een handicap wordt in het decreet concreet beschreven, in het bijzonder wat

betreft het aanbod voor jongeren met een gedrags- en emotionele stoornis (Ges+) en de observatie- en behandelingscentra (OBC’s).Verwacht wordt dat de fusie tegen 1 januari 2020 effectief voltrokken zal zijn.

Vermeldenswaard in deze context is ook dat de Vlaamse regering op 1 maart 2019 principieel besliste om het besluit over rechtstreeks toegankelijke hulp (RTH) voor personen met een handicap aan te passen. Bedoeling is laagdrempelige, snel inzetbare hulp te voorzien dicht bij het gezin en vooral ook in meer inclusieve contexten.

Specifiek wordt er een nieuwe functie voorzien die een combinatie is van praktische ondersteuning en begeleiding (globale individuele ondersteuning). Deze ondersteuning vindt primair plaats in contexten waar er al een vorm van opvang of ondersteuning is, met name inclusieve kinderopvang of onderwijscontexten.

3.4. Agentschap Zorg & Gezondheid

Vanuit de Vlaamse Sociale Bescherming (VSB) wordt aan mensen die veel zorg nodig hebben een zorgbudget toegekend. Er zijn 3 pijlers: het zorgbudget voor zwaar zorgbehoevenden, het zorgbudget voor ouderen met een zorgnood en het zorgbudget voor personen met een handicap.

Het zorgbudget voor personen met een handicap, ook wel «het basisondersteuningsbudget»

genoemd, is een budget van 300 euro/maand voor zowel kinderen als volwassenen met een mentale of fysieke beperking die aan bepaalde voorwaarden voldoen. Dit bedrag wordt automatisch toegekend en hoeft dus niet aangevraagd te worden. Het bedrag is bedoeld om er zorg en ondersteuning mee te vergoeden, maar de besteding ervan hoeft niet verantwoord te worden.

Het zorgbudget wordt uitbetaald door de zorgkassen.

Personen met een handicap en de gezinnen waar ze deel van uitmaken kunnen ook beroep doen op de hulp van diensten voor gezinszorg en aanvullende thuiszorg.

Onder gezinszorg verstaan we onder meer verzorging (hulp bij het wassen, aankleden, verzorgen), hulp in het huishouden (koken, wassen, strijken) en indien nodig een doorverwijzing naar andere zorgverleners. Aanvullende thuiszorg kan bestaan uit schoonmaken, oppashulp en eventueel ook het uitvoeren van kleine karweitjes.

Personen die beroep doen op deze diensten betalen een gebruikersbijdrage per uur.

Hoofdstuk 2 – Deel 4

HET WAALS BELEID VOOR PERSONEN

In document IN BELGIË (pagina 74-78)