• No results found

Behoefte aan ondersteuning bij ontwikkeling van lessen en gewenste hulpmiddelen

Opleiding Paardenhouderij Theorieles

4.7.3 Behoefte aan ondersteuning bij ontwikkeling van lessen en gewenste hulpmiddelen

Uit de enquêtes:

Docenten: Door docenten gewenste producten/hulpmiddelen om dierenwelzijn beter te kunnen

behandelen 0 10 20 30 40 50 60 70 1 2 3 4 5 6 7 Anders Percentage

Gewenste hulpmiddelen leerlingen

Opleiding Paardenhouderij

1 = Speciaal lesboek dierenwelzijn 2 = Artikelen en discussie op internet 3 = Filmpjes van situaties over dierenwelzijn 4 = Bezoek aan ondernemer/bedrijf 5 = Gesprekken met ondernemer in les 6 = Themadag dierenwelzijn voor hele school

7 = Regelmatige themabijeenkomsten over dierenwelzijn met externe sprekers

Figuur 18

Door docenten gewenste hulpmiddelen voor de behandeling van het thema dierenwelzijn in de lessen Paardenhouderij.

4  resultaten van de opleiding paardenhouder ij

78

Figuur 18 laat zien in welke verhoudingen de 31 docenten over bepaalde hulpmiddelen zouden willen beschikken om dierenwelzijnsthema’s in de lessen te behandelen. De meest gewenste hulpmiddelen zijn:

1. beeldmateriaal van welzijnsknelpunten; 2. beeldmateriaal van houderijsituaties; 3. praktijkcases.

Eén docent (3,2%) heeft niets nodig. Er zijn geen toelichtingen gegeven bij het antwoord ‘anders’.

Leerlingen: Door leerlingen gewenste hulpmiddelen voor docenten om dierenwelzijnsthema’s in

de lessen te behandelen

Leerlingen hebben meerdere hulpmiddelen die ze voor docenten nuttig vinden om dieren- welzijnsthema’s in de lessen te behandelen. De meest gewenste hulpmiddelen zijn: 1. filmpjes van situaties met dierenwelzijn;

2. speciaal lesboek over dierenwelzijn; 3. bezoek aan ondernemer/bedrijf. (zie Figuur 19)

Uit de interviews:

Docenten: Behoefte aan ondersteuning van lessen of professionalisering

Bij alle docenten is er behoefte aan ondersteuning en/of zijn er ideeën voor professionalise- ring. Genoemd zijn:

• professionalisering docenten en stagebieders via (voor docenten) het organiseren van een seminar rond lesmateriaal over dierenwelzijn, hulp bij het schrijven van lesmate- riaal, nascholing voor en door insiders. Enkele docenten hebben aangeboden mee te willen denken als er een cursus gemaakt wordt. Voor stagebieders is er behoefte aan een cursus: ‘hoe huidige bedrijven zich kunnen aanpassen aan de ‘dierenwelzijns- wet’;

• projecten rond dierenwelzijn: via een gezamenlijk KIGO-project van AOC’s, organisaties als bijvoorbeeld KNHS, FNRS en bedrijfsleven waarbij er lesmateriaal dierenwelzijn gemaakt wordt, maar ook een project met leerlingen rond een dierenwelzijnonderwerp waarbij de leerlingen onderzoek moeten doen naar bijvoorbeeld voersoorten of strooi- sel. Dit project kan ook ieder jaar worden herhaald met andere leerlingen. Eveneens

Figuur 19

Door leerlingen gewenste hulpmiddelen voor de behandeling van het thema dierenwelzijn in de lessen Paardenhouderij. 0 10 20 30 40 50 60 70 80 1 2 3 4 5 6 7 8 Anders Percentage

Gewenste hulpmiddelen docenten

Opleiding Paardenhouderij

1 = Beeldmateriaal van voorbeelden houderijsituaties en/of leefomstandigheden dieren 2 = Beeldmateriaal van welzijnsknelpunten

3 = Studiedagen/gastcolleges 4 = Achtergrondkennis 5 = Praktijkcases

6 = Onderzoeksrapporten en beleidsadviezen 7 = Websites/RSS feed/knipselkrant 8 = Niks nodig, gaat prima

4  resultaten van de opleiding paardenhouder ij 79 genoemd is een project met leerlingen rond het bewustzijn van de burger over het zelf houden van paarden en een project met leerlingen en het Primair Onderwijs (PO) waar- bij dierverzorging en paardenhouderij samen kunnen werken.

• kant-en-klaar lesmateriaal over dierenwelzijn: volledig lesmateriaal dat voldoet aan de eind- termen van de kwalificatiedossiers maar ook lesboeken over dierenwelzijn;

• beeldmateriaal; dit is ondersteunend materiaal onder meer rond goede en slechte voor- beelden van dierenwelzijn;

• debatten met leerlingen en deskundigen over dierenwelzijnonderwerpen. Voorbeelden van deskundigen zijn bekende paardentrainers, mensen van het ministerie, van Aequor, van de Animal Science Group (ASG). Je zou dan stellingen kunnen bedenken en mensen in een forum erop laten reageren. Leerlingen stellen vragen aan de deskundigen;

• excursies naar bedrijven met de leerlingen (bijvoorbeeld de Hitstal in Arnhem). Teamleiders:

Vier van de vijf teamleiders hebben ondersteuningsbehoeften/ideeën genoemd. Eén team- leider weet niet of er ondersteuningsbehoeften zijn. De door de vier teamleiders genoemde ondersteuningsbehoeften betreffen:

• kennisoverdracht door deskundigen zoals gastsprekers die reageren op door de school voorgelegde welzijnsdilemma’s en door lezingen over actuele onderwerpen;

• ontwikkeling van cursussen en lesboeken die functioneel en relevant zijn, bijvoorbeeld rond ethologie en huisvesting;

• ontwikkeling van beeldmateriaal dat functioneel en relevant is;

• debat met leerlingen over de toekomst van de paardenhouderij en/of dierenwelzijnsdi- lemma’s. Het debat kan gehouden worden met bijvoorbeeld FNHO, FNRS, de KWPN en de KNHS en ook politieke partijen en mensen buiten de paardenwereld (burgers). Leerlingen kunnen deze debatten ook zelf organiseren. Een teamleider merkt hierover op: “[…]op dit moment is het heel moeilijk voor leerlingen, die […]verder willen gaan met vee-

houderij of paardenhouderij om dat voor elkaar te krijgen. Want er zijn zoveel regels en dingen te doen, dat ze eigenlijk beperkt worden in het verder ontwikkelen van een eventuele bedrijfs- overname”;

• evenementen richting de burger en bedrijfsleven in het kader van de PvB. Doel is het recht- zetten van een verkeerd beeld bij de burger van de paardenhouderij (de paardenhouderij zou in de ogen van de burger te commercieel zijn).

4.7.4 Behoefte aan actualisatie van kennis over dierenwelzijn Uit de enquêtes:

Docenten: Maximaal percentage omvang betrekking voor actualisatie van kennis rond

dierenwelzijn

De 31 docenten zijn bereid om gemiddeld 5<10% van hun tijd te besteden aan het actualise- ren van de eigen kennis met betrekking tot het welzijn van dieren. Tussen docenten loopt dit percentage uiteen van 0<5% tot 25%. Eén docent heeft ‘anders’ aangegeven, met als toelich- ting dat het op dit moment al als rode draad door de lessen loopt.

4.7.5 Leervragen van leerlingen rond dierenwelzijn Uit de interviews:

Leerlingen: Persoonlijke leervragen rond het thema dierenwelzijn Leerlingen noemen de volgende leervragen:

• Vakken en lessen over dierenwelzijn. Dierenwelzijn als keuzevak introduceren in de boven- bouw en in de onderbouw dierenwelzijn verweven laten met de andere vakken. Lesboe- ken over dierenwelzijn;

• Excursies naar bedrijven zoals een paardenkliniek, paardenfokker, verschillende soorten (groeps)huisvestingspraktijken voor paarden, paarden in het wild, opvangcentra en rusthuizen voor paarden, maar ook excursies naar het buitenland om mensen te helpen (India) of om te leren hoe anderen het doen (Europa);

• Meer wetenschappelijke kennis opdoen via actief onderzoek zoals weten wat er gebeurt als je op verschillende manieren op een paard rijdt (zoals zadeldrukproefjes doen);

4  resultaten van de opleiding paardenhouder ij

80

• Dierenwelzijnsprojecten, waarin meer geleerd wordt over mishandeling en wat ertegen te doen en hoe je anderen ervan op de hoogte kunt brengen wat het is en wat je ertegen kunt doen;

• Discussies met politieke partijen; vooral die partijen “die weinig met dieren doen” en om te leren hoe zij erover denken. [NB: op een andere locatie tonen de leerlingen juist geen belangstelling voor politiek];

• Uitnodigen gastsprekers zoals toptrainers, wetenschappers die veel weten over de gezond- heid van het paard;

• Meer voorbeeldmateriaal zoals modellen van paarden (een leerling: “[een] heel groot

[model] met alle botten erin”) en filmpjes van hoe dierenwelzijn goed is en wanneer niet

goed; voorbeelden hoe ziekten eruit zien;

• Beter dierenwelzijn voor de dieren op school via het gebruik van grotere aantallen weilanden en paddocks.

4.7.6 Bereidheid tot investering in dierenwelzijn Uit de interviews:

Teamleiders: Investeringsbereidheid en besluitvorming

De bereidheid om in de vorm van projecten te investeren in dierenwelzijn is volgens de teamleiders afhankelijk van een aantal factoren. Geen enkele teamleider sluit deelname aan projecten uit of investeringen, maar of er deelgenomen wordt, hangt onder meer af van de aanwezige behoefte onder docenten voor een project, of dierenwelzijn ook in het kwalifica- tiedossier staat, of een voorstel voor een project functioneel en relevant is en een meerwaar- de heeft, het beeld dat de teamleider heeft van het onderwerp dierenwelzijn, de hoeveelheid KIGO-projecten waar al aan wordt meegewerkt en in hoeverre de structuur van de opleiding ingang biedt voor nieuwe inzichten en elementen.

4.7.7 Mogelijke samenwerkingspartners Uit de interviews:

Teamleiders: Gewenste samenwerkingspartners in dierenwelzijnsarrangementen

Alle teamleiders hebben mogelijke samenwerkingspartners op het oog. Genoemd zijn: samenwerkingspartners uit het onderwijs (vmbo’s, hbo’s, basisscholen), universiteiten (Utrecht, Wageningen), grote spelers in het veld zoals KWPN, KNHS, FNRS, de beroepswe- reld (echter niet alle opleidingen binnen de paardenhouderij zijn beroepsmatig georgani- seerd), samenwerkingspartners binnen projecten die door de Opleidingsraad Paard onder- steund en gepromoot worden, politieke partijen (samenwerking voor een debat).

4.7.8 Open vraag enquête

Aan het eind van iedere enquête is de mogelijkheid geboden aan docenten en leerlingen om vra- gen en opmerkingen te plaatsen. De antwoorden: ‘nee’, ‘niks’, ‘goed’, ‘prima zo’ en blanco ant- woorden of technische vragen zijn buiten beschouwing gelaten bij de analyse.

Docenten:

Inhoudelijke vragen en opmerkingen hebben betrekking op de thema’s:

• Aandacht voor dierenwelzijn op leerbedrijven (praktische uitwerking voor maneges, pensionstallen etc., Aequor dierenwelzijn laten monitoren, vinger aan de pols houden bij stagebedrijven, vragenlijst dierenwelzijn kan in stageopdrachten worden meegegeven); • Aandacht voor dierenwelzijn bij paarden op school (is nodig, is gebrekkig, ongeschikte

ruimte, goed voorbeeld geven, leerlingen laten nadenken en rekening houden met ont- wikkelingen zodat zij hun kennis en handelen kunnen verantwoorden);

• Invloeden buiten de school (aandacht voor de particuliere paardenhouder is nodig, aan- dacht voor de consument die meer voor stukje vlees moet betalen voor meer dierenwel- zijn).

Leerlingen:

Vragen en opmerkingen hebben betrekking op de thema’s:

4  resultaten van de opleiding paardenhouder ij 81 nodig, meer kennis en regels rond huisvesting in les behandelen, meer lessen over het paard zelf nodig, in theorielessen te weinig aandacht voor dierenwelzijn; alleen in dierge- relateerde vakken en bij werken met dieren);

82 5  resultaten van de opleiding par aveter inaire onder steuning

5

Resultaten van de opleiding