• No results found

Analyse foto 1

In document Beeld of Tekst? (pagina 50-55)

BIJSCHRIFTANALYSE-MODEL

4.1 Analyse foto 1

4.1 Analyse foto 1

44 4.1.1 Analyse foto

Analyse van de foto op basis van Iconische, Indexicale en Symbolische inferenties die de kijker maakt.

INFERENTIES

Iconisch Indexicaal Symbolisch

De kijker infereert op basis van de witte lijn op de weg, huizen langs het asfalt en een bord met een

plaatsnaam dat een weg wordt afgebeeld waarover men een stad/dorp binnen rijdt. De functies van deze elementen vertalend naar de werkelijkheid geven een beeld van een weg die leidt naar een stad/dorp. Het wijkt echter af van een normale situatie omdat niet alle elementen op de plek staan waar het hoort. Zoals; ontwricht naambord; scheur in het asfalt en de

omgevallen omheining.

De elementen (ontwricht naambord, scheur in het asfalt, omgevallen omheining van de weg en het licht op de achtergrond dat donker en stoffige is) maken een causale referentie naar een gebeurtenis: een schokkende gebeurtenis. Het licht op de foto is hierbij belangrijk omdat het indiceert dat delen van huizen en wegen die

ontwricht worden, zorgen voor stof die de lucht donker doet kleuren. De donkere, stoffige lucht indiceert in dit geval naar een aardbeving. Het kan ook op een explosie e.d. duiden, maar in samenwerking met de andere elementen is de meest

aannemelijke referentie een aardbeving. De mensen die op de foto staan worden als toeschouwers beschouwd van wat zich heeft afgespeeld op deze foto, een aardbeving.

De foto symboliseert een vernieling van een ramp die heeft plaatsgevonden. Dat het een aardbeving betreft, infereert de kijker, door de ravage aan de weg, de huizen, de omgeving en de donkere stoffige lucht. De pose van de mensen op de foto, is hierbij belangrijk. Ze staan stil om zich geen te kijken en enkelen hebben hun handen in de zakken. De mensen vormen de focus op de foto, waarbij

vernieling rondom hen is te zien. Hoewel sommigen van hen in de richting van de camera kijken, lijkt men zich niet bewust van de fotograaf.

Denotatie Connotatie

Essentie: Witte lijnen, asfalt, huizen, bord met

plaatsnaam -> stad/dorp.

De elementen (ontwricht naambord, scheur in het asfalt, omgevallen omheining van de weg en het licht op de achtergrond dat donker en stoffige is) -> gebeurtenis (waarschijnlijk aardbeving). De mensen op de foto zijn toeschouwers die de gevolgen van een gebeurtenis in zich opnemen.

Gevolg van een aardbeving, waardoor grote delen van een stad/dorp zijn ontwricht. Zoals de huizen en het wegdek. De stad/het dorp is omgeven door een donkere stoffige lucht. Die als het ware over de stad/het dorp hangt.

Subniveaus: Geen gewone situatie, maar een

ontwricht stad/dorp, waarvan de oorzaak aannemelijk een aardbeving is.

Afwijkend van normale situatie. (Huizen die intact zijn, een weg die berijdbaar is). Pose van de mensen -> toeschouwers.

Aard van interpretatie:

Een aardbeving is zo heftig geweest dat het enorme schade heeft

aangericht aan huizen en het wegdek. En het heeft een donkere schaduw over de stad/dorp achtergelaten.

We zien het gevolg van de kracht van wat aannemelijk een aardbeving is geweest. Toeschouwers bevestigen een ‘ernstige gebeurtenis.

(Tabel 5: fotoanalyse, foto 1) De iconische inferenties maken de inferentie naar een stad of dorp. We herkennen deze elementen in de foto als een stad/dorp en dus is op basis van iconische inferenties de plek van de foto duidelijk. Op basis van indexicale inferenties leren we dat het geen normale

45 weergave van een stad/dorp is. De elementen die we in een voorgaand proces herkennen als de plek van de foto, verwijzen naar een gebeurtenis. Omdat het naambord ontwricht is, scheuren in het asfalt zitten, de omheining van de weg is omgevallen, wordt er een causale referentie gemaakt naar een gebeurtenis die neigt een aardbeving te zijn. Op basis van algemene kennis weten we dat een aardbeving deze elementen veroorzaakt. Het licht op de foto is hierbij ook belangrijk omdat het indiceert dat delen van huizen en wegen die

ontwricht worden, zorgen voor stof die de lucht donker doet kleuren. Een andere inferentie die een relatie legt naar dat we de gevolgen van een natuurramp zien, zijn de mensen op de foto. Onder normale omstandigheden staan er geen mensen midden op de weg, maar omdat de weg niet meer intact is worden de mensen als toeschouwers waargenomen. Ook het gegeven dat deze als het ware om zich heen kijken infereert dat ze ‘de situatie in zich opnemen’.

We geven op basis van iconische, indexicale en symbolische inferenties betekenis aan het afgebeelde. We zijn op basis van deze inferenties in staat de betekenis van de foto – het gevolg van een aardbeving – te achterhalen. Doordat we op basis van iconische en indexicale inferenties in staat zijn elementen in de foto te identificeren, leiden deze tot het identificeren van symbolische inferenties waartoe gestimuleerd wordt. Het niveau waarop we betekenis geven aan de foto is daarom zowel denotatief als connotatief van aard. We herkennen de elementen in de foto of begrijpen waar deze naar verwijzen. We maken associatieve, causale en abstracte relaties zoals in bovenstaand analyseschema is te zien.

46 4.1.2 Analyse bijschrift

De inferenties die de kijker maakt op basis van deze tekst in relatie tot de foto.

CONCEPCIÓN – Het dodental als gevolg van de aardbeving in Chili afgelopen zaterdag is opgelopen tot 708. De aardbeving had een magnitude van 8,8 met een epicentrum op zo’n 115 kilometer van Concepción, de tweede stad van het land. De schokken werden tot in de Braziliaanse stad Sao Paulo, op bijna drieduizend kilometer afstand, gevoeld.

Co- text Context

Feitelijke identificatie van: Aansturen van:

Iconische inferenties

Indexicale inferenties Symbolische

inferenties

Zin 1 Zin 1

1) Gevolg van de aardbeving, 2) Chili

1) Het dodental is 708, 2) Afgelopen zaterdag.

Zin 2 Zin 2

1) Stad 1) Plaats is Concepción 1) Een magnitude van 8,8 met, 2) Een epicentrum op zo’n 115 kilometer van Concepción.

Zin 3 Zin 3

Denotatie Connotatie

Er heeft een aardbeving plaatsgevonden in de stad Concepción/Chili.

In Concepción in Chili heeft zaterdag een aardbeving met een magnitude van 8,8

plaatsgevonden. Het epicentrum ligt op zo’n 115 km. van Concepción.

(Tabel 6: bijschriftanalyse, foto 1)

Wat in deze analyse opvalt is dat het grootste deel van het bijschrift inferenties op het niveau van context bevat. Alleen in de eerste zin is een directe relatie tot de foto gegeven: gevolg van een aardbeving’ De rest van het bijschrift vertelt ons dat de plek die we zien Concepción de tweede stad van het land Chili is, de aardbeving een magnitude van 8,8 had, het

epicentrum op zo’n 115 kilometer van Concepción ligt en dat de schokken van de

aardbeving tot in de Braziliaanse stad Sao Paulo werden gevoeld, die op bijna drieduizend kilometer afstand ligt. Deze inferenties hebben niet direct betrekking op het afgebeelde, maar bevatten algemene informatie met betrekking tot het afgebeelde. Op basis van algemene kennis zijn we in staat een aardbeving in relatie te brengen met de informatie die op context niveau gegeven wordt over slachtoffers. Wat betreft ‘de rest’ van de informatie is er niet tot nauwelijks een relatie tot de foto.

47 Het is voor de kijker/lezer geen belangrijke informatie dat Concepción de tweede stad van Chili is, het epicentrum op zo’n 115 kilometer van Concepción ligt en dat de schokken van de aardbeving tot in de Braziliaanse stad Sao Paulo werden gevoeld. Ook is het niet duidelijk waarom de schrijver het woord ‘magnitude’ gebruikt om de kracht van de aardbeving aan te duiden. Deze technische term zegt de gemiddelde krantenlezer waarschijnlijk niets. Dat wil zeggen dat bovenstaande extra informatie niet alleen geen relatie heeft tot de foto, maar ook niet ‘nodig’ is om betekenis aan de foto te geven.

Doordat er voornamelijk subjectieve informatie gegeven wordt lijkt de primaire informatie in het co-text deel van het bijschrift naar de achtergrond te vervagen. Er wordt algemene informatie gegeven over de situatie die we zien afgebeeld in plaats van feitelijke, directe informatie. Toch geven we op basis van de primaire informatie die in het bijschrift gegeven, op denotatief niveau betekenis aan de foto. De primaire, eerste informatie wordt door middel van iconische en indexicale inferenties bij het zien van de foto gemaakt. De secundaire informatie in het bijschrift voegt hier in die zin – met betrekking tot betekenisgeving aan de foto – niets tot nauwelijks aan toe.

Wanneer we de uitkomsten van de fotoanalyse en de bijschriftanalyse met elkaar vergelijken kan gesteld worden dat we tijdens de fotoanalyse op zowel denotatief als connotatief niveau betekenis geven en tijdens de bijschriftanalyse op denotatief niveau betekenis geven aan de foto. Het grootste gedeelte van het bijschrift dient in deze niet als een verduidelijking van de afgebeelde situatie, maar eerder als een verbredend kader rondom de foto. Zonder enige tekstuele toevoegingen is de kijker op basis van semiotische inferenties in staat, op te maken dat de foto het gevolg is van een aardbeving. Het grootste gedeelte van het bijschrift is als niet relevant te benoemen, omdat er geen toegevoegde informatie over het afgebeelde aan de lezer/kijker gegeven wordt, die niet tijdens de fotoanalyse aan het licht is gekomen.

In document Beeld of Tekst? (pagina 50-55)