• No results found

Afwikkeling bruteringsoperatie

In document Rechtmatigheidsonderzoek 1995 (pagina 144-150)

RAPPORT BIJ DE FINANCIËLE VERANTWOORDING 1995 VAN HET MINISTERIE VAN VOLKSHUISVESTING, RUIMTELIJKE ORDENING

2.9 Afwikkeling bruteringsoperatie

In vervolg op het onderzoek Balansverkorting Volkshuisvesting:

verificatie begrotingsramingen (Tweede Kamer 1994–1995, 23 817, nrs. 11 en 12) onderzocht de Rekenkamer de uitvoering van de bruteringsope-ratie. Zij rapporteerde hierover in mei 1996 aan de Tweede Kamer (Tweede Kamer 1995–1996, 24 725, nr. 2). In dit rapport zegde de Reken-kamer toe de afwikkeling van de bruteringsoperatie de komende jaren met aandacht te zullen volgen en daarvan verslag te doen in haar jaarlijkse rapporten bij de financie¨le verantwoording.

In zijn reactie op het rapport van mei 1996 deelde de staatssecretaris mee dat aan de Rekenkamer een overzicht was verstrekt om een door de AD berekend positief verschil van circa f 81 miljoen tussen de bereke-ningen van de afkoopsommen van maart 1995 en de ramingen van januari 1995 te verklaren. Dit overzicht kon toen door de Rekenkamer niet worden onderzocht. Inmiddels heeft de Rekenkamer het overzicht beoordeeld en vastgesteld dat dit geen aanleiding gaf tot opmerkingen.

In zijn reactie liet de staatssecrataris ook weten dat inmiddels proto-collen gereed zijn met behulp waarvan openbare accountants hun mededelingen bij de opgaven van sociale verhuurders kunnen opstellen.

Ook deze protocollen geven de Rekenkamer geen aanleiding tot het maken van opmerkingen.

3 FINANCIËLE VERANTWOORDING 3.1 Rekening

Met ingang van 1995 is in de begroting van het Ministerie van Volks-huisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer een scheiding aangebracht, waarmee voor de verplichtingen, uitgaven en ontvangsten ten behoeve van de rijkshuisvesting een apart onderdeel is gecree¨erd naast een onderdeel voor de overige taken van het ministerie. De rekening 1995 van het Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer bestaat derhalve uit verschillende staten voor Volkshuis-vesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer en voor de rijkshuisvesting (die valt onder de Rijksgebouwendienst).

Overzicht 1 laat de totaalbedragen zien waaruit de staten van de rekening 1995 van het Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer exclusief de rijkshuisvesting zijn samengesteld.

Daarvan is afgetrokken het gedeelte waarvan de Rekenkamer met redelijke zekerheid heeft kunnen vaststellen dat het geen fouten of onzekerheden bevat die de tolerantiegrenzen overschrijden. Wat overblijft is het totaalbedrag aan fouten en onzekerheden die de tolerantiegrenzen wel overschrijden.

Overzicht 1

Bedragen van de rekening 1995, Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieu-beheer (exclusief rijkshuisvesting, x f 1 miljoen)

Verplichtingen1 Uitgaven1 Ontvangsten

Totaal 44 666,5 44 125,9 26 676,8

Geen belangrijke

fouten/onzekerhe-den 44 647,1 44 058,7 26 678,8

Fouten en onzekerheden 19,4 67,2 0,0

1Het bedrag aan verplichtingen en uitgaven bevat in totaal f 309,2 miljoen respectievelijk f 49,2 miljoen aan overschrijdingen. Indien de Staten-Generaal niet akkoord gaan met de desbetref-fende slotwetmutaties, zal de Rekenkamer haar positieve oordeel op dit punt moeten herzien.

Een specificatie van de fouten en onzekerheden is opgenomen in de bijlage. Een aantal daarvan is reeds behandeld in hoofdstuk 2. Op de overige fouten en onzekerheden wordt hierna ingegaan:

– artikel 03.12, Garanties. Bij dit artikel constateerde de AD onzekerheid met betrekking tot een verplichting aan een gemeente ad f 0,27 miljoen;

– artikel 04.03, Onderzoek en overige uitgaven. Ten laste van dit artikel zijn uitgaven in het kader van de Bijdrage uitvoering ruimtelijk beleid ad f 5,4 miljoen verantwoord. Deze bijdrage is een specifieke uitkering zonder spoedeisend of tijdelijk karakter en dient derhalve bij of krachtens wet te zijn geregeld. Tot op heden ontbrak evenwel een regeling bij of krachtens wet van deze bijdragen, zodat de Rekenkamer de desbetreffende uitgaven ad f 5,4 miljoen als onrechtmatig aanmerkt;

– artikel 05.16, Milieukwaliteit en emissiebeleid. Bij de verplichtingen constateerde de AD diverse, relatief kleine fouten tot een bedrag van f 0,1 miljoen.

Overzicht 2 laat de totaalbedragen zien waaruit de staten van de rekening 1995 voor de rijkshuisvesting zijn samengesteld. Daarvan is afgetrokken het gedeelte waarvan de Rekenkamer met redelijke zekerheid

heeft kunnen vaststellen dat het geen fouten of onzekerheden bevat die de tolerantiegrenzen overschrijden. Wat overblijft is het totaalbedrag aan fouten en onzekerheden die de tolerantiegrenzen wel overschrijden.

Overzicht 2

Bedragen van de rekening 1995, rijkshuisvesting (x f 1 miljoen)

Verplichtingen1 Uitgaven1 Ontvangsten

Totaal 1 696,6 1 580,9 123,0

Geen belangrijke

fouten/onzeker-heden 1 652,2 1 557,0 123,0

Fouten en onzekerheden 44,4 23,9 0,0

1Het bedrag aan verplichtingen en uitgaven bevat in totaal f 172,1 miljoen respectievelijk f 80,4 miljoen aan overschrijdingen. Indien de Staten-Generaal niet akkoord gaan met de desbetref-fende slotwetmutaties, zal de Rekenkamer haar positieve oordeel op dit punt moeten herzien.

Een specificatie van de fouten en onzekerheden is opgenomen in de bijlage. Een aantal daarvan is reeds behandeld in hoofdstuk 2. Op de overige fouten en onzekerheden wordt hierna ingegaan:

– artikel 01.09, Onderhoud en exploitatie. Bij dit artikel constateerde de AD diverse fouten in de aangegane verplichtingen tot een bedrag van f 0,6 miljoen;

– artikel 01.10, Investeringskosten rijkshuisvesting en artikel 01.11, Justitie/JR. Als gevolg van door de AD geconstateerde gebreken in het project- en financieringsmanagement met betrekking tot een museum en vijf penitentiaire inrichtingen zijn onrechtmatige en onzekere verplich-tingen aangegaan en betalingen verricht inzake de rente- en financierings-kosten. Bij de verplichtingen verantwoord op artikel 01.10 waren bedragen van circa f 3,1 miljoen en f 0,1 miljoen onrechtmatig respectievelijk onzeker. Bij de uitgaven verantwoord op artikel 01.11 waren bedragen van circa f 6,1 miljoen en f 0,2 miljoen onrechtmatig respectievelijk onzeker;

– artikel 01.10, Investeringskosten rijkshuisvesting. De overige door de AD geconstateerde fouten bleken diverse oorzaken te hebben. Het betrof circa f 1,9 miljoen aan onrechtmatige verplichtingen;

– artikel 01.11, Justitie/JR. De AD stelde vast dat een betaling was verricht waarvoor in 1995 geen werkzaamheden waren verricht. Het betrof het bouwrijp maken van grond. De hiermee gemoeide uitgave ad f 2,1 miljoen beschouwt de Rekenkamer als onrechtmatig. Voorts trof de AD diverse andere onrechtmatige betalingen aan tot een bedrag van f 2,7 miljoen.

3.2 Toelichting bij de rekening

Als gevolg van de zesde wijziging van de Comptabiliteitswet moeten ministeries in hun verantwoording kengetallen opnemen. In overleg tussen het Ministerie van VROM en de minister van Financie¨n is

afgesproken dat voor de verantwoording 1995 kon worden volstaan met het aangeven van de in gang gezette ontwikkelingen om uiteindelijk aan de nieuwe bepalingen te kunnen voldoen. De Rekenkamer constateerde dat de toelichting bij de rekening 1995 conform deze afspraken was opgesteld. Zij stelde echter ook vast dat in de artikelsgewijze toelichting geen uiteenzetting over het gerealiseerde beleid is gegeven en ook geen volume- en prestatiegegevens zijn opgenomen. Dit aspect van de

toelichting voldoet volgens de Rekenkamer niet aan de daaraan te stellen eisen.

3.3 Saldibalans met toelichting

Op de saldibalans staat een debet- en creditbedrag van f 173 118,6 miljoen. Van het debetbedrag heeft de Rekenkamer f 133 344,5 miljoen niet beoordeeld, van het creditbedrag f 83 875,6 miljoen niet (zie punt 2.5 van het Algemeen Gedeelte van deze bundel).

De Rekenkamer heeft in de beoordeelde bedragen geen belangrijke fouten of onzekerheden aangetroffen. De toelichting bij de saldibalans voldoet aan de eisen.

3.4 Oordeel over de financie¨ le verantwoording

De Rekenkamer heeft onderzocht of de financie¨le verantwoording voldoet aan de volgende eisen: de verantwoording is een deugdelijke weergave van de uitkomsten van het financieel beheer en is opgesteld volgens de voorschriften; de verplichtingen, uitgaven en ontvangsten die in de verantwoording zijn opgenomen zijn rechtmatig, dat wil zeggen: tot stand gekomen in overeenstemming met de begrotingswetten en andere wettelijke regelingen.

Op grond van haar onderzoek komt de Rekenkamer tot het oordeel dat de financie¨le verantwoording voldoet aan de eerstgenoemde eis.

Aan de tweede eis voldoet de verantwoording ook, met uitzondering van een bedrag van f 63,8 miljoen aan verplichtingen en een bedrag van f 91,1 miljoen aan uitgaven waarvan de Rekenkamer vaststelde dat ze onrechtmatig waren aangegaan respectievelijk uitgegeven.

BIJLAGE Belangrijke fouten en onzekerheden in de verplichtingen 1995 rijkshuisvesting (bedragen x f 1 miljoen)

Artikel Omschrijving Omvang Fouten/

onzeker-heden

Reden Paragraaf

03.12 Garanties 2,5 0,3 Onzekerheid over de

rechtmatigheid,

1 036,6 19,1 Onrechtmatig, ont-breken wettelijke

Belangrijke fouten en onzekerheden in de uitgaven 1995 rijkshuisvesting (bedragen x f 1 miljoen)

Belangrijke fouten en onzekerheden in de verplichtingen 1995, inclusief rijks-huisvesting (bedragen x f 1 miljoen)

Artikel Omschrijving Omvang Fouten/

Belangrijke fouten en onzekerheden in de uitgaven 1995, inclusief rijkshuisvesting (bedragen x f 1 miljoen)

Artikel Omschrijving Omvang Fouten/

onzeker-heden

Reden Paragraaf

01.11 Justitie/JR 503,9 23,7 Onrechtmatig als

gevolg van gebreken in de administratieve organisatie en strij-digheid met begrotings-voorschriften

2.8 en 3.1

0,2 Onzeker als gevolg van gebreken in de administratieve orga-nisatie

3.1

Totaal fouten en onzeker-heden

23,9

RAPPORT BIJ DE FINANCIËLE VERANTWOORDING 1995 VAN HET

In document Rechtmatigheidsonderzoek 1995 (pagina 144-150)