• No results found

Stilstaan bij breukervaringen

7.1. Aandacht voor zingeving is van belang

Volgens de memorie van toelichting bij de nieuwe Wmo (2015) is het “Van belang de ondersteuning te richten op de persoon en diens omgeving in plaats van uitsluitend op diens aandoening, beperking of indicatie. Het welbevinden van mensen dient centraal te staan.” (Tweede Kamer, z.d., TK 2013-2014, 30131, nr. 3, p.1). In paragraaf 1.2. werd duidelijk dat van sociaal werkers in toenemende mate wordt verwacht dat zij burgers begeleiden bij het proces van zingeving. Ook de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) pleit hier bijvoorbeeld voor.

De Wmo is een kaderwet en de VNG geeft advies; het is aan gemeenten wat ze hiermee doen. De twee gemeenten in dit onderzoek hechten belang aan aandacht voor zingeving. Zo staat in Sittard-Geleen zingeving op de standaard vragenlijst die sociaal werkers gebruiken tijdens het keukentafelgesprek. In de rapportage worden zij dan ook geacht hier iets over te schrijven. De teamleiders in beide gemeenten geven bovendien aan dat ze het belangrijk vinden dat hun sociaal werkers aandacht besteden aan zingeving:

‘Ik denk als je niet komt tot een stukje zingeving, dat je dan een hele belangrijke schakel mist in iemand ondersteunen. Omdat ik denk, als je tot die kern kan komen, dat je dan ook echt, dat je dan pas echt aan kan sluiten.’ (I21, E. jul. 2016)

‘Ja ik merk heel vaak dat zingeving vaak wordt gerelateerd aan geloof of zo. Ben je gelovig of niet. Dus ik zie het veel breder en ik vind het belangrijk dat sociaal werkers er aandacht aan besteden. Ik zie ook in de rapportages die ik wel eens zie dat dat heel moeilijk gevonden wordt, dat daar weinig op ingegaan wordt. Ja. Maar ik vind het wel belangrijk. Ja ik denk weer als je dat complete plaatje van die bewoner wil hebben, van die burger wil hebben, dan is dat wel een aspect dat je mee moet nemen.’ [I22, S-G. jul. 2016]

Ook de sociaal werkers laten weten dat ze niet zomaar voorbij gaan aan het thema.

`Ik denk dat het woord zinvol niet gepast is, maar je daar uiteindelijk wel naar toewerkt. Op het moment dat mensen met vragen komen over schulden, inkomen, opvoedingsvragen, huiselijke relaties. Op dat moment is de zin van het leven eigenlijk minder dan dat ze op dat moment willen. Daar begint het denk ik.’ (I3, E. jun. 2016)

Als sociaal werkers geacht worden aandacht te besteden aan zingeving, is het van belang om te weten wat ze hier zelf onder verstaan. In de interviews is hen gevraagd naar een definitie van zingeving. Hoewel zij het niet expliciet in deze termen verwoor- den, geven zij aan dat zingeving verbonden is met visies van het goede. Ze verwoorden dit als dat wat iemand belangrijk vindt:

‘En wat dan zingeving voor mij zou zijn, is niet per se letterlijk van: waar sta je voor op? Maar wel, wat is dan belangrijk voor die mensen?’ (I23, S-G. aug. 2016)

‘Zingeving is gewoon wat de persoon zelf belangrijk vindt. Wat zin geeft aan zijn leven. Wat hij belangrijk vindt of zij, om te doen. Waar je energie van krijgt.’ (I12, S-G. jun. 2016)

Verder wordt de motivationele component regelmatig benoemd:

‘Ik denk dat, dat klinkt dan misschien raar, maar een reden om ‘s ochtends je bed uit te komen. En wat dan de reden is, die is voor de één natuurlijk heel anders dan de ander. Dat zegt iets over wat ik een zinvol leven vind, voor mij is dat namelijk werk/studie maar dat kan ook zijn om boodschappen te gaan doen en even je kleinkind te zien dat dat een reden is om de dag gewoon te beginnen.’ (I6, E. jun. 2016)

De evaluatieve component – hoe we de wereld emotioneel ervaren – wordt niet ex- pliciet benoemd in de definities die sociaal werkers geven. Ongeveer een derde van de sociaal werkers antwoordt echter op de vraag ‘Hoe kom je er tijdens een gesprek achter of iemand een levensvraag heeft?’ dat ze dat kunnen zien aan iemand, en dat emoties of hoe iemand iets vertelt hiervoor een indicator zijn:

‘Hoe kom je erachter. Ik denk, bij de eerste gesprekken als je bij iemand op bezoek bent, ben je sowieso heel erg aan het doorvragen ‘waar loop je tegen aan, wat zou je willen bereiken, wat zijn je doelen?’ Dat is eigenlijk ook al een stukje zingeving. En ik denk als je iemand al langer kent en die raakt op een gegeven moment in een dip. Dan signaleer je dat ook. Dan zie je ook of dat gebeurt. Die flow waar ik het net over had, dat iemand die aan het verliezen is. Dat zie je. Je komt vaak bij mensen thuis.’ (I9, E. jun. 2016)

De definities van de sociaal werkers zijn verder voornamelijk gericht op het individu; de omgeving waarin deze zich bevindt wordt nauwelijks benoemd. Er zijn slechts twee sociaal werkers (van de 24) die aangeven dat relaties belangrijk zijn voor zingeving, bijvoorbeeld:

‘Mensen zijn volgens mij in de basis wel sociale wezens. Dus ja, proberen niet eenzaam te zijn. Niet in een isolement te komen.’ (I13, E. jun. 2016)

Wat opvalt is dat het merendeel focust op het positieve van zingeving; sociaal werkers vragen naar wat iemand als goed ervaart in zijn leven. Ze vragen niet naar momenten waarop zingeving mogelijk stokt, zoals ook al uit de empirie is gebleken in paragraaf 6.2.3.

Sociaal werkers spreken niet expliciet over zingeving als proces. Er is echter een tweedeling in hoe ze met dit thema omgaan. Enerzijds zijn er sociaal werkers die vragen wat iemand belangrijk vindt en het antwoord als feit aannemen en noteren.

Anderzijds zijn er sociaal werkers die tijdens een gesprek tussen de regels door horen wat iemand belangrijk vindt door goed te luisteren. Zo zegt een sociaal werker:

‘Ik denk meer de manier hoe iemand het gesprek met jou aangaat. Dingen die ie zegt. Hoe iemand reageert. Dan zie je bijvoorbeeld als iemand zegt “het is verschrikkelijk zo, vroeger deed ik alles zelf. Nu moet ik om hulp vragen”. Dat ze daarbij ook nog emotioneel wordt. Ja, dat zijn volgens mij wel tekenen dat je niet helemaal lekker in je vel zit. Je hoeft er niet specifiek naar te vragen om erachter te komen dat iemand niet helemaal lekker in zijn vel zit.’ (I16, S-G. jul. 2016)

De sociaal werker benoemt hier een doorkruiste temporele orde in combinatie met emoties; de manier waarop breukervaringen vaak aan de orde komen zoals in para- graaf 5.1. bleek. In hoofdstuk vijf kwam bovendien naar voren dat burgers regelma- tig breukervaringen uiten. Aangezien het keukentafelgesprek een breed gesprek is, hebben sociaal werkers ruimte om hierbij stil te staan. Of en hoe ze dat doen komt in de volgende paragraaf aan de orde.