JURISPRUDENTIE
Bezerabrieksignaleertenbehandeltdebelang-rijksteßurisprudentie op or-gebied. De rubriek
wordtbeurtelingsgeschreven door mr Ädriaan
Dorresteijn (ondernemingsrecht) enmrCuus
Heerma van Voss (sociaal recht).
Acties van een aparte de Stichting die een fusie
coördineert worden toegerekend aan de besturen
van de twee f userende ondernemingen. Het
inde-len van werknemers in functies in de nieuwe
on-derneming is een wijziging van het
functiewaar-deringssysteem waarvoor instemming is vereist.
(Pres. rb. Arnhem 15
februari 1991, artikel
27 WOR)
De Stichtingen Gezond-heidsdienst voor dieren in Gelderland respectievelijk Overijssel en Flevoland heb-ben beide een zogenaamde 100-min-ondernemings-raad. Beide ondernemingen hebben besloten te fuseren en op te gaan in de Stichting Gezondheidsdienst voor Dieren in Oost-Nederland. De coördinatie en organisa-tie van het fusieproces is in handen gelegd van de Stich-ting Fusie Gezondheids-diensten voor Dieren in Gel-derland en Overijssel/Fle-voland (hierna: Stichting Fusie).
De fuserende Stichtingen hebben samen een sociaal plan opgesteld. Dit voorziet onder meer in het aanbieden van andere functies ingeval in verband met de reorgani-satie functies vervallen of wijzigingen dienen te onder-gaan.
De beide ondernemingsra-den hadondernemingsra-den bezwaren tegen besluiten van de Stichting Fusie inzake de nieuw op te richten Stichting. Deze
be-32
sluiten konden -zo meenden zij - worden toegerekend aan hun eigen ondernemingen, zodat zij daarover medezeg-genschap konden uitoefe-nen. De besturen van de bei-de Stichtingen ontkenbei-den dat. Zij stelden dat de Stich-ting Fusie een eigen rol speelde. De president van de Rechtbank steunde in kort geding het oordeel van de ondernemingsraden. Vol-gens de Statuten had de Stichting Fusie slechts ten doel het coördineren en or-ganiseren van de fusie. Ook overigens waren ergeen aan-wijzingen voor een eigen rol van de Stichting Fusie. Ac-ties van de Stichting Fusie werden daarom aangeduid als acties van de beide oor-spronkelijke Stichtingen. Het besluit dat ter discussie stond was een functiewaar-deringsbesluit. Dit valt on-der het instemmingsrecht van de or. De besturen van de Stichtingen ontkenden dat al een besluit was genomen. Zij hadden echter al aan de werknemers in vaste dienst een functie aangeboden in de nieuwe dienst, met daar-bij een beschrijving van de functie en de daaraan ver-bonden salarisschaal. Een
overzicht daarvan was aan de ondernemingsraden ge-zonden. De president meen-de dat door gang van zaken is tebeschouwenalshetmaken van keuzes die zijn op te vat-ten als elemenvat-ten van een functiewaarderingssysteem. Dit besluit week bovendien af van de reeds bestaande functiewaarderingssyste-men. Voor het besluit was geen instemming van eisers verkregen. Er was dus plaats voor een actie van de kanton-rechter en - in afwachting daarvan - voor een voorlopi-ge voorziening in kort voorlopi- ge-ding. De beide Stichtingen werden er daarom toe ver-oordeeld om de termijn waarbinnen haar werkne-mers op de voorgestelde nieuwe functies mochten reageren op te schürten tot terzake van dit geschil hetzij een minnelijke schikking is bereikt, hetzij door de kan-tonrechter een beslissing is gegeven. Bij overtreding werd een dwangsom opge-legd van / 10.000 per werk-nemertot een maximum van J 100.000 per Stichting. De Stichtingen werden veroor-deeld in de kosten van de procedure.
Deze uitspmak is om twee re-denen van belang. In de eerste plaats omdat de rechter door de formele juridische
struc-tuur van de drie Stichtingen heen kijkt en het recht op me-dezeggenschap waarborgt door besluiten van defusie-stich ting toe te rekenen aan de beide Stichtingen die aan het fuseren zijn. Deze benadering betet ondernemers om via het formeel in het leven roepen van een der de rechtspersoon het medezeggenschapsrecht uit te hollen.
In de tweede plaats is van be-lang dat het indelen van een grootdeelvan hetpersoneelin nieuwe functies wordt be-schouwdalseen wijziging van het functiewaarderingssys-teem. Hiermee wordt duide-lijkgemaakt dat ook als impli-ciet de functies worden gewij-zigd van een nieuw systeem sprake is. Dit betekent dat bij fusies in veel gevallen het
in-stemmingsrecht van toepas-sing is op dit belangrijke aspect, endatdusniet-zoals veelal wordt aangenomen -alleen het adviesrecht aan de orde is.